Boekverslag: Ruisend gruis
Samenvatting
Hoofdstuk 1
Het boek gaat over een professor genaamd Fahrenkrog.In het begin van het verhaal denkt hij na over een pak koffie. Het is zo hard als een baksteen maar als je er een gaatje in prikt is het slap. Hij dacht na om een groot gebouw te maken met hetzelfde kenmerk als dat pak koffie. Alleen zou dat niet zo?n succes zijn omdat het snel kapot kan gaan. En zo had hij nog meer denkbeelden over verschillende onderwerpen. Hij kon deze experimenten alleen niet uitvoeren vanwege geldgebrek.
Hoofdstuk 2
Als professor Fahrenkrog gaat verhuizen wilt hij in z?n nieuwe huis alvast een gat in de muur boren om er een haak in te hangen waaraan hij zijn antieke barometer aan vast kan maken. Deze barometer zal samen met de andere spullen pas over een week aankomen maar hij wilde er alvast een haak voor in huis hebben. Toen hij het gat ging boren gebeurde er iets raars. Toen hij ging boren schoot hij door de muur en klapte zo tegen de muur op. Toen hij naar het gat keek kwam er een soort poeder uitlopen. Het poeder bleef er maar uitlopen en Fahrenkrog moest zichzelf in veiligheid brengen. Hij vluchtte naar het balkon om er hulp te gaan roepen. Op dat moment kwam er een jongen langslopen. Geen gewone jongen want hij liep helemaal kreupel, liep op krukken en had erg ongekamd haar. Fahrenkrog vroeg of hij hulp kon halen. De brandweer bellen ofzo. Maar de jongen had daar geen zin in. De brandweer had hem iets aangedaan wat hij niet wilde vertellen. In de verte zag Fahrenkrog al een brandweerwagen rijden. Iemand anders had hem dus horen roepen en had de brandweer gebeld. Alleen was het probleem dat de brandweerwagen tussen 2 grote knotwilgen vast kwam te zitten. Er kwam een brandweerman uit maar die ging alleen maar naar de opgelopen schade kijken.
Hoofdstuk 3
Fahrenkrog had ook een dochter Lievestro. Professor Fahrenkrog had nog niet tegen Lievestro gezegd dat ze gingen verhuizen, maar zij had het al wel gehoord via een kwaadaardig klasgenootje. Een kwaadaardig meisje die haar ook al een keer een handplant had verkocht. Handplanten waren toen de grootste rage onder de kinderen van de hoogste klas van de basisschool. Handplanten waren planten die op de hand van een kind leefde. Ouders waren tegen deze planten en verzonden alles om de kinderen niet met de handplant ??n te laten worden. Als ouders erachter kwamen dat hun zoon of dochter wel zo?n handplant had dan probeerde ze met allerlei middelen die planten eraf te halen. Maar niets hielp.
Hoofdstuk 4
Lievestro kwam op een dag thuis met zo?n handplant. Fahrenkrog had hier wel op gerekend omdat ze de vorige dag een discussie hadden over die handplanten. Hij had dan ook tegen de huishoudster gezegd dat ze er ook geen notitie van hoefde te maken. De moeder van Lievestro,Clementine, was al ruim een jaar dood en het leek wel of Lievestro haar niet echt miste. Ze heeft nooit geweten hoe haar moeder om het leven kwam. Fahrenkrog heeft altijd gezegd dat Clementine door een hartinfarct om het leven kwam maar de waarheid was dat het door een expeditie was gekomen. Ze had brandbare gassen ingeademd en verliet het leven. Ze was samen met Fahrenkrog altijd op zoek om iets nieuws te ontdekken.
Hoofdstuk 5
Professor Birra was Fahrenkrog?s naaste collega. Ze waren dan niet zo goed bevriend met elkaar maar dat kwam omdat Birra te veel door zijn vak in beslag werd genomen. Birra is om het leven gekomen door een onbekende oorzaak . Tenminste dat dacht iedereen . Fahrenkrog stond nog steeds op het balkon en hoorde het poeder nog steeds stromen en zag dat het poeder steeds verder de trap op kwam stromen.
Hoofdstuk 6
De vraag die de meeste deskundigen tot onopgelost achtte was of Birra nog leefde toen Fahrenkrog dat gat boorde. Veel mensen beweerde dat ze Birra hadden zien rondrijden in zijn speciale excursiebusje.
Hoofdstuk 7
De brandweerwagen die ondertussen nog steeds vast zat tussen de knotwilgen werd door brandweermannen bevrijd uit haar positie. Er moesten een paar bomen worden omgezaagd, tot woede van omwonenden die een actiegroep hadden gebeld. Een felle actievoerster was Adriaantje Stavast, die voor de brandweerwagen ging staan zodat die geen ??n kant op kon. De wagen kwam rustig op Adriaantje afrijden en net voordat de bumper haar raakte, werd ze weggehaald door Jalingh Dijkstra die ook een actievoerster was.
Hoofdstuk 8
Tegelijkertijd stopte een trein midden in de polder. Er leek niets te zijn want er brandde geen alarmlicht of een ander waarschuwend signaal. De trein zat vol met kinderen uit Rusland, Wit-Rusland enz. Toen de kinderen in de gaten kregen dat de trein was gestopt, sloegen ze de ramen in en klimden eruit. Op datzelfde moment kwam een politiehelicopter overvliegen en waarschuwde de hun chef. Daarna gebeurde een vreselijk ongeluk. De hogesnelheidslijn kwam met volle vaart inrijden op de trein omringd door kinderen. Een tragisch ongeluk tot gevolg waarbij de piloten en de machinist die nog net weg kon komen tot geheimhouding werd gedwongen.
Hoofdstuk 9
Huiverend op het balkon van de nieuwe woning van Fahrenkrog luisterde hij aandachtig naar de motorzaag van de brandweer. Totdat de muren en vloeren begonnen te trillen. De kelderdeur had het begeven door het vele poeder. Even later stopte het zakken van het poeder en begon het weer te stijgen.
Hoofdstuk 10
Terwijl Fahrenkrog boven aan de trap stond, kwam Lievestro aanlopen. Ze was langs de brandweerauto gelopen en had deze niet in verband gebracht met het nieuwe huis van haar vader. Aangekomen vroeg haar vader of zij naar de brandweerwagen kon gaan en een ladder vragen. Terwijl hij dat zei klapte de ramen en brak het huis in twee?n en kwam al het stof naar buiten.
Hoofdstuk 11
Tijdens een wekelijkse vergadering van de professoren van de Groninger wordt het kamertje overwoekert met planten die uit de tafel kwamen. De professoren hebben niks in de gaten omdat ze het te druk hadden met vergaderen.
Hoofdstuk 12
Rondom het huis van Fahrenkrog lag een dikke laag stof en het huis was in twee rokende delen uiteengevallen. Fahrenkrog leefde nog wel maar was tot zijn middel bedolven onder het poeder. De brandweerwgen die ondertussen los was kwam eraan. Omdat het huis was ingestort kwam er een grote rookwolk waardoor er vele mensen kwamen kijken. Op de fiets maar ook met de auto.
Hoofdstuk 13
Waarschijnlijk was het verhaal over de dood van Birra verzonnen. Birra ging helemaal niet dood in zijn busje. Birra had tegen zijn studenten beweerd dat Fahrenkrog een aantal keer was gescheiden. Het hulpje van Birra, Rombouts, sprak hem hierop fel tegen. Dit hadden de andere studenten nog nooit gezien. Niemand durfde Birra tegen te spreken. Op datzelfde moment was er een storm of komst waarbij de bestuurder van het busje stopte om te zeggen dat ze niet verder konden. De weg lag open en het asfalt smeulde. Birra ging op onderzoek uit en ging naar het gat. Gevolgd door Rombouts, die hem altijd hielp. Birra ging op handen en voeten naar het gat.Vlak voor het gat schoof er stukken steen naar beneden, gevolgd door Birra zelf. Rombouts had nog wel het been kunnen grijpen maar het steen was zo heet dat het been eraf smeulde. Na een droeve begravenis(alleen het been werd begraven) rustte Birra zacht. De vrouw van Birra was oprecht betreurd en ging in een kleiner huis wonen. Rombouts erfde alle boeken, maar deze waren al lang niet meer in de publiciteit.
Hoofdstuk 14
De brandweerwagen die onderweg was naar de overblijfselen van het huis van Fahrenkrog was eindelijk na veel obstakels aangekomen. Een helicopter die ook nog te hulp schoot lierde een haak naar beneden om Fahrenkrog te redden. Fahrenkrog was te zwak om de haak te pakken. Lievestro kreeg uiteindelijk de haak te pakken en haalde haar vader uit het puin. De twee werden naar het academisch ziekenhuis gebracht. Even later stierf Fahrenkrog zonder nog maar ??n moment te zijn bijgekomen.
Hoofdstuk 15
Lievestro die nog steeds de handplant in haar hand had, was in quarantaine gesteld omdat niemand zeker wist of het besmettelijk was. Professor Cnoestigh had de verslaggevers ge?nformeerd voor het overlijden van Fahrenkrog en het in slechte staat zijn van Lievestro.
Hoofdstuk 16
Twee tantes van Lieverstro kwamen haar opzoeken. Tante B?zelie en tante Blommenije. Lievestro was onderhand al helemaal bedolven onder de handplanten waarvan de knoppen zo groot als pruimen leken.
Hoofdstuk 17
De flat waar Fahrenkrog en Lievestro hadden gewoond werd ontruimd, het zag er niet naar uit dat Lievestro snel het ziekenhuis zal verlaten. Op den duur was het moeilijk te bepalen of Lievestro stond of zat. De planten gingen steeds verder groeien. De medici die Lievestro bestudeerden kwamen op een dag een rare vorm van bloemknoppen tegen. Er waren bloemen uitgekomen die het woord HELP vormde. Hoe dit kon gebeuren konden de medici niet vaststellen. Een paar dagen later verwelkte de bloemen die de P vormde en niets wees er nog op dat hierin ooit veradering zal komen.
plaats
Het speelt zich voor het meest af in een huis met een balkon met een uitzicht over een grasveld of zoiets met knotwilgen.
tijd
- Het speelt zich ongeveer af in de 21e eeuw want er zijn auto?s, treinen, telefoons enz.
- Het verhaal speelt zich af in een middag
hoofd- en bijpersonen
Hoofdpersonen: - Professor Fahrenkrog
- Dochter Lievestro
Bijpersonen: - Jongen op krukken
- Clementine
- Professor Birra
- Adriaantje Stavast
- Jalingh Dijkstra
- Rombouts
- Professor Cnoestigh
- Tante B?zelie
- tante Blommenije
Eigen mening
Ik vond het een apart boek alles ging slecht heel erg negatief waardoor ik het niet echt een goed boek vond.
Willem Frederik Hermans wordt op 1 september 1921 geboren in het Diaconessenhuis aan de Overtoom in Amsterdam. Hij groeit op in een Amsterdams onderwijzersgezin. Zijn oudere zus is hem, vooral door zijn vader, altijd tot voorbeeld gesteld, maar Hermans blijft in haar schaduw staan. Zijn vader zegt hem dat hij niets kan, dat hij meer op zijn zus Corry zou moeten lijken. Hij haat haar. Zijn zus zal slechts 21 jaar oud worden. Als de Duitsers in mei 1940 Nederland binnenvallen, plegen zij en haar neef Piet Blind, met wie ze een geheime relatie had, zelfmoord. Deze gebeurtenis verandert zijn leven in meerdere opzichten. Hij is 18 als ze sterft en vanaf dat moment komt een einde aan zijn jeugd. De dood van zijn zus markeert ook een ander punt: de oorlog. Op het moment dat Nederland capituleert pleegt zij zelfmoord. Het zou goed kunnen dat dit voor de jonge Hermans aanvoelde als verraad. Als het erop aankomt, geeft zij op. De oorlogsjaren en de zelfmoord van zijn zus versterken het beeld dat hij van de wereld heeft: dat de wereld chaotisch is.
Boek informatie
- Ruisend gruis
- Willem Frederik Hermans
- Nederlands
Handige opties
- Meer boeken van:Willem Frederik Hermans