Willem Frederik Hermans
Willem Frederik Hermans wordt op 1 september 1921 geboren in het Diaconessenhuis aan de Overtoom in Amsterdam. Hij groeit op in een Amsterdams onderwijzersgezin. Zijn oudere zus is hem, vooral door zijn vader, altijd tot voorbeeld gesteld, maar Hermans blijft in haar schaduw staan. Zijn vader zegt hem dat hij niets kan, dat hij meer op zijn zus Corry zou moeten lijken. Hij haat haar. Zijn zus zal slechts 21 jaar oud worden. Als de Duitsers in mei 1940 Nederland binnenvallen, plegen zij en haar neef Piet Blind, met wie ze een geheime relatie had, zelfmoord. Deze gebeurtenis verandert zijn leven in meerdere opzichten. Hij is 18 als ze sterft en vanaf dat moment komt een einde aan zijn jeugd. De dood van zijn zus markeert ook een ander punt: de oorlog. Op het moment dat Nederland capituleert pleegt zij zelfmoord. Het zou goed kunnen dat dit voor de jonge Hermans aanvoelde als verraad. Als het erop aankomt, geeft zij op. De oorlogsjaren en de zelfmoord van zijn zus versterken het beeld dat hij van de wereld heeft: dat de wereld chaotisch is.
Zijn gevoel van achterstelling, miskend zijn en de traumatische ervaring van de zelfmoord van zijn zus zijn waarschijnlijk van grote invloed geweest op de ontwikkeling van zijn schrijverschap. Het is in ieder geval een veelvuldig terugkerend thema in zijn werk. Verwijzingen naar de zelfmoord van zijn zus komen in twee romans duidelijk voor: in Ik heb altijd gelijk (1951) en in Herinneringen van een Engelbewaarder (1970).Hermans volgde zijn middelbare schoolopleiding aan het Barlaeus Gymnasium te Amsterdam. Hermans studeerde op aandringen van zijn vader vanaf september 1940 sociale geografie in Amsterdam aan de Gemeentelijke Universiteit, maar stapte in 1941 over op fysische geografie.