Boekverslag: De val
Titelverklaring :
De man en de kinderen worden eigenlijk in een val gelokt en aan
het eind van het verhaal valt ze in een put daarom de titel De val
Hoofdpersonen :
Frieda Borgstein: Oude vrouw die in een verzorgingstehuis zit. Ze
rekent graag en doet dit op de vreemdste tijden. ze kan de
gebeurtenissen uit de oorlog maar niet vergeten (vooral dat ene
moment uit de oorlog). Ze wil graag alleen zijn en ze is erg
zelfstandig. Ze gaat het liefst haar eigen gangetje en raakt erg
ge?rriteerd van het bezorgdheid en overdreven vriendelijkheid van
het personeel. Ze wil niet dat iemand met haar bemoeid en probeert
ze niet vriendelijk over te komen
-Kokin: Iemand die wil dat alles goed gaat. Ze wil daarom nog wel
eens schelden. Ze is niet altijd erg vriendelijk
-Directrice : Ze is erg behulpzaam voor iedereen en probeert het
zo prettig mogelijk te maken,maar ze wil boven alles de goede naam
van het tehuis behouden.
Diepere bedoeling :
De figuren in het boek raken allen bij het lot van Frieda
Borgstein betrokken. Ze zitten allemaal vol van plannen die ze nog
moeten doen en hierdoor maken ze fouten die Frieda Borgstein
noodlottig worden en alle plannen vallen door haar dood in duigen.
Samenvatting :
Frieda Borgstein wordt wakker de dag voor haar verjaardag en
besluit die voor het eerst in jaren te vieren. Ze maakt plannen
van wat ze allemaal moet doen. En dit gaat ze bespreken met de
directrice en de kokkin, ze vinden dit een goed idee. Dezelfde dag
komt er ook een delegatie uit Zweden het tehuis bekijken, hierdoor
wordt de dagindeling verandert en daar is de kokkin het helemaal
niet mee eens, maar de directie denkt alleen maar aan wat ze zal
doen als de delegatie er is.
Frieda Borgstein is intussen bij de andere bewoners gaan zitten
want het is tijd voor de koffie, een oude man waarmee ze vroeger
goed op kon schieten probeert een praatje te maken met haar, maar
ze negeert hem. Ze denkt aan alles wat ze nog moet gaan doen en
denkt terug aan de oorlog (het gedeelte dat haar man Jacob, zoon
en dochter Olga naar Zwitserland, ze moesten hiervoor veel geld
betalen. De dochter was haar vest vergeten Frieda ging dit toen
halen. Toen ze beneden kwam zag ze de auto nog net wegrijden,
later bleek dit een Gestapo wagen was.
Ze waren verraden, maar waarom was zij niet meegenomen, dit kwam
omdat ze niet wisten dat er 4 moesten zijn in plaats 3).Dan denkt
ze weer aan wat ze wil gaan doen. Ze kleed zich aan en wil
vertrekken, dan ziet ze een oude vriend, hij doet alle klusjes in
het tehuis op knapt en ze praten wat. Even later stapt ze op en
gaat naar buiten het is guur en het had ge-ijzeld en er is een
harde wind. Aan de overkant staat een onderhoudsbusje. Ze steekt
over en kijkt met argwaan naar het busje, ze vraagt zich af of ze
bezig zijn met de put en waarom ze dan niemand ziet. Er gebeurt
iets en ze val in de put, een onderhoudsmonteur probeert haar nog
te redden maar het was te laat.
Op dat moment arriveert de delegatie uit Zweden en een van hen
herken haar, het is de man die haar familie de grens moest over
smokkelen. Op haar begrafenis is hij er ook en vertelde de klusjes
man waarom het mis ging.
Eigen mening :
Ik wil de hoofdpersoon Frieda Borgstein niet zijn,want het is heel
erg om de 2e wereld oorlog mee te beleven en ze zit ook nog in een
verzorgingstehuis.
De Val
Marga Minco
1983
Op de dag voor haar vijfentachtigste verjaardag staat Frieda
Borgstein vroeger op dan gewoonlijk; ze heeft het druk met de
voorbereiding van het feest voor de medebewoners van het
bejaardentehuis. In de straat voor het tehuis gaan twee
onderhoudsmonteurs aan het werk om een put van de verwarming leeg
te pompen. Diezelfde dag verwacht de directrice van het tehuis
bezoek van een delegatie uit Zweden, begeleid door een ambtenaar
van de bejaardenzorg. Drie gebeurtenissen, schijnbaar zonder
verband. Veertig jaar na de oorlog staat Frieda Borgstein onbewust
voor het antwoord op de vragen die haar leven hebben beheerst.
Baltus en Verstrijen, monteurs van de gemeentewerken, drinken op
die donderdagochtend, voor ze naar het werk gaan, om half acht,
een kopje koffie in "De Salamander". Het heeft die nacht hard
gevroren. Op diezelfde ochtend wordt Frieda Borgstein in het
bejaardentehuis ook om half acht wakker. Vandaag treft ze de
voorbereidingen voor haar verjaardag die morgen zal worden
gevierd. Ze denkt nog vaak terug aan Jacob, haar man. Baltus en
Verstrijen beginnen tegenover het bejaardentehuis met de
werkzaamheden in een put van de stadsverwarming. Ze hebben weinig
zin in het werk.
Het bejaardentehuis krijgt bezoek van twee Zweden, die
ge?nteresseerd zijn in de moderne bejaardenzorg in Nederland. De
directrice, Rena van Straten, en het hoofd van de huishouding,
Bien Hijmans, treffen daarvoor enige maatregelen. Frieda Borgstein
heeft in de oorlog een afschuwelijke ervaring gehad. Door verraad
zijn haar man en twee kinderen weggevoerd. Doordat Frieda nog even
een vest voor haar dochtertje is gaan halen, is ze niet door de
Duitsers opgepakt. De familie Oosterveen heeft haar opgevangen,
maar Jacob en de kinderen zijn nooit teruggekeerd.
In het bejaardentehuis heeft Frieda geen intieme relaties. Alleen
met de klusjesman, Ben Abels, die in een concentratiekamp heeft
gezeten, kan ze het goed vinden. Ze heeft nooit aandacht besteed
aan haar verjaardag, maar morgen -als ze vijfentachtig wordt- wil
ze iedereen in het tehuis trakteren op gebak. Daarom wil ze,
ondanks het slechte weer, naar buiten om enige zaken te regelen.
Het wordt haar afgeraden, maar ze zet door. Na de koffie verlaat
ze het bejaardentehuis en steekt ze de straat over. Baltus en
Verstrijen maken weer een verwarmingsput open. Maar ze plaatsen er
geen hekjes omheen. Baltus gaat naar het toilet en Verstrijen zal
een oogje in het zeil houden. Hij denkt aan de slechte relatie die
hij met zijn vrouw heeft. Hij krijgt het koud en gaat eens kijken
waar Baltus blijft.
Intussen nadert Frieda de dampende put. Door de kou zijn haar ogen
vochtig geworden en wellicht ziet ze de put, het deksel en de
slang niet. Ze stort in de put en slaakt een kreet, Verstrijen
hoort iets en rent naar de put. Hij tracht de vrouw uit het
kokende water te halen, maar het lukt hem niet. De omstanders
helpen hem niet. De brandweer wordt gewaarschuwd en die haalt
Frieda uit de put. In het bejaardentehuis is Gerrie de eerste die
merkt dat er aan de overkant een ongeluk is gebeurd. Van Straten
en Hijmans voelen intu?tief aan dat er iets met Frieda aan de hand
moet zijn. Abels spoedt zich naar buiten. Op het moment dat de
bejaarde vrouw naar boven wordt gehaald, leeft ze nog, maar
spoedig daarna is ze gestorven. Abels neemt haar tas mee en geeft
die aan de directrice. Ze vinden o.a. een zilveren
sigarettenkoker, een zilveren portretlijst en een etui met foto's.
Abels brengt de doorweekte spullen naar de containerkelder en doet
ze bijna plechtig in een nieuwe asemmer. Er zijn afbeeldingen bij
van mensen die hij zijn jeugd gekend heeft. Hij kwam toen namelijk
regelmatig bij Frieda thuis, omdat hij kennis had aan Olga, de
dochter van de Borgsteins. Op de dag van het ongeluk ontmoet Abels
een man met dun grijs haar die hij vaag kent. Van de directrice
hoort hij dat het Hein Kessels is, een ambtenaar van de
provinciale bejaardenzorg. De dag voor de begrafenis heeft Abels
een gesprek met Hein. Het is voor Hein een soort biecht. In 1942
zou hij de Borgsteins naar Zwitserland brengen. 's Avonds zou hij
hen met de fiets ophalen. Toen hij bij het huis arriveerde, kwam
de SD eraan, met een auto. Vader Borgstein, de beide kinderen en
Hein werden in auto gesmeten. De Duitsers zochten niet naar
Frieda. Hein is verhoord en in een concentratiekamp terecht
gekomen. Hij heeft niets verraden. Door de onervarenheid hebben
Hein en zijn vrienden waarschijnlijk een foutje in de organisatie
gemaakt en dat is hun fataal geworden. Na de oorlog is Hein in een
andere plaats gaan wonen. Hij heeft de moed niet kunnen op-
brengen om contact op te nemen met Frieda, die daarom nooit heeft
geweten waarom de zaak is misgelopen.
Personen:
Frieda Borgstein:
Een round character, want ze wordt trek voor trek neergezet.
Ze is zorgzaam voor haar man en haar kinderen. Na de oorlog
wordt boekhouder op een groothandelskantoor. Dit werk doet ze
met fanatisme, om op deze wijze haar emoties de baas te
blijven. Ze is erg bedreven in het rekenen met getallen en
dat doet ze nog steeds heel vaak. Naarmate ze verandert,
wordt ze eigenzinniger: Ze was allergisch voor goede raad. Ze
houdt niet van verjaardagen (volle huiskamers), als ze 85
wordt, wijkt ze hier vanaf. Dit wordt haar noodlottig.
Baltus:
Een flat character net als de rest van de bijfiguren. Een
onverschillige man, een kletsmeier met weinig
verantwoordelijkheidsgevoel (laat de put open staan zonder er
een hekje omheen te plaatsen).
Verstrijen:
Heeft meer hart voor de zaak, maar wordt geplaagd door
huwelijksproblemen. Hij vindt het leuk als aantrekkelijke
vrouwen belangstelling voor hem hebben.
Rena van Straten:
Heeft echt hart voor de bejaarden. Ze geeft goed leiding en
is een beetje ijdel. Zij is de directrice van het tehuis.
Ben Abels:
Eenvoudig en hartelijk. Hij is de enige die Frieda Borgstein
echt begrijpt en haar helpt. Hij is de klusjesman van het
bejaardentehuis. Bien Hijmans: Erg emotioneel en maakt vaak
en een sc?ne. Ze is het hoofd van de huishouding.
Hein Kessels:
Een vage, ietwat na?eve figuur. Tegenover Frieda heeft hij
zich laf gedragen.
Titelverklaring: De titel geeft aan dat Frieda Borgstein om het
leven komt door de val in een put met kokend water. Voorts valt ze
nog een paar keer in het boek en laat ze een aantal dingen vallen.
Het slaat ook op de Val in de oorlog van de Duitsers als een val
was.
Motto: Marga Minco gebruikt als motto een citaat uit het werk van
de Amerikaanse schrijver Saul Bellow, waarin wordt gezegd hoe
moeilijk het is om te begrijpen wat er in het leven van een mens
gebeurt. Het gaat zo snel dat we ons er niet bewust van lijken te
zijn.
Thema: De oorlog is voorbij, maar men raakt de gedachten eraan
niet kwijt.
Motieven:
Liefde: -de liefde van Frieda voor man en kinderen;
-de liefde van ben voor Olga (dochter van Frieda);
-de liefde van meneer Marks voor Frieda;
-de liefde van Carla (van "De Salamander") voor
Verstrijen;
-de liefde van Rena van Straten voor de architect die
langs zou komen.
Toeval: Op tal van plaatsen in het boek speelt het toeval
(noodlot) een belangrijke rol.
Overbezorgdheid.
Leidmotief:
Grijs, dit komt herhaaldelijk voor:
- Verstrijen heeft grijsblauwe ogen;
- Frieda zag het silhouet van haar opspringend profiel vergroot
afgetekend, op het lichtgrijze paneel;
- gemeentebusje was grijs;
- de gezichten van de kinderen en andere familieleden waren
vaalgrijs achter de deur in het schemerdonker;
- ze nog net hoe ter hoogte van het Bolwerk een grijze auto
vaart minderde en de hoek om ging;
- Frieda heeft grijs haar;
- Hein Kessels heeft grijs haar.
Symboliek:
Warm vest: overbezorgdheid (dit wordt haar fataal).
Het leggen van de doorweekte foto's in de asemmer: dubbele
ondergang (eerst de val in put, later in de nieuwe asemmer).
De ruiten van de bestelwagen beslagen: Frieda kan haar verleden
niet goed overzien.
Stroming: Moderne literatuur.
Compositie:
Gesloten eind: je weet precies wat er gebeurd is. Er zijn veel
flashbacks, die vaak over de oorlog gaan. Ook is een flashforward
(blz. 31): een verwijzing naar het naderend onheil. Ook maakt
Marga Minco veel gebruik van understatements.
Analyse:
De verteltijd is ? 2 uur. De vertelde tijd is ? 3? uur (het
laatste hoofdstukje [over de begrafenis en bekentenis] is als het
ware een epiloog).
Ruimte:
Grote stad (waarschijnlijk Amsterdam). Het is echt winterweer
(harde vorst, hard wind).
Perspectief:
Personaal perspectief (3e persoon enkelvoud).
Genre:
(Oorlogs)novelle (korte periode en weinig psychologische
diepgang).
Boodschap:
Nooit meer oorlog.
Bladzijden:
93 bladzijden
Mening:
Een heel goed geschreven boek dat goed laat zien dat in deze tijd
nog steeds mensen zijn die hun ervaringen in van de oorlog maar
niet kunnen vergeten
De man en de kinderen worden eigenlijk in een val gelokt en aan
het eind van het verhaal valt ze in een put daarom de titel De val
Hoofdpersonen :
Frieda Borgstein: Oude vrouw die in een verzorgingstehuis zit. Ze
rekent graag en doet dit op de vreemdste tijden. ze kan de
gebeurtenissen uit de oorlog maar niet vergeten (vooral dat ene
moment uit de oorlog). Ze wil graag alleen zijn en ze is erg
zelfstandig. Ze gaat het liefst haar eigen gangetje en raakt erg
ge?rriteerd van het bezorgdheid en overdreven vriendelijkheid van
het personeel. Ze wil niet dat iemand met haar bemoeid en probeert
ze niet vriendelijk over te komen
-Kokin: Iemand die wil dat alles goed gaat. Ze wil daarom nog wel
eens schelden. Ze is niet altijd erg vriendelijk
-Directrice : Ze is erg behulpzaam voor iedereen en probeert het
zo prettig mogelijk te maken,maar ze wil boven alles de goede naam
van het tehuis behouden.
Diepere bedoeling :
De figuren in het boek raken allen bij het lot van Frieda
Borgstein betrokken. Ze zitten allemaal vol van plannen die ze nog
moeten doen en hierdoor maken ze fouten die Frieda Borgstein
noodlottig worden en alle plannen vallen door haar dood in duigen.
Samenvatting :
Frieda Borgstein wordt wakker de dag voor haar verjaardag en
besluit die voor het eerst in jaren te vieren. Ze maakt plannen
van wat ze allemaal moet doen. En dit gaat ze bespreken met de
directrice en de kokkin, ze vinden dit een goed idee. Dezelfde dag
komt er ook een delegatie uit Zweden het tehuis bekijken, hierdoor
wordt de dagindeling verandert en daar is de kokkin het helemaal
niet mee eens, maar de directie denkt alleen maar aan wat ze zal
doen als de delegatie er is.
Frieda Borgstein is intussen bij de andere bewoners gaan zitten
want het is tijd voor de koffie, een oude man waarmee ze vroeger
goed op kon schieten probeert een praatje te maken met haar, maar
ze negeert hem. Ze denkt aan alles wat ze nog moet gaan doen en
denkt terug aan de oorlog (het gedeelte dat haar man Jacob, zoon
en dochter Olga naar Zwitserland, ze moesten hiervoor veel geld
betalen. De dochter was haar vest vergeten Frieda ging dit toen
halen. Toen ze beneden kwam zag ze de auto nog net wegrijden,
later bleek dit een Gestapo wagen was.
Ze waren verraden, maar waarom was zij niet meegenomen, dit kwam
omdat ze niet wisten dat er 4 moesten zijn in plaats 3).Dan denkt
ze weer aan wat ze wil gaan doen. Ze kleed zich aan en wil
vertrekken, dan ziet ze een oude vriend, hij doet alle klusjes in
het tehuis op knapt en ze praten wat. Even later stapt ze op en
gaat naar buiten het is guur en het had ge-ijzeld en er is een
harde wind. Aan de overkant staat een onderhoudsbusje. Ze steekt
over en kijkt met argwaan naar het busje, ze vraagt zich af of ze
bezig zijn met de put en waarom ze dan niemand ziet. Er gebeurt
iets en ze val in de put, een onderhoudsmonteur probeert haar nog
te redden maar het was te laat.
Op dat moment arriveert de delegatie uit Zweden en een van hen
herken haar, het is de man die haar familie de grens moest over
smokkelen. Op haar begrafenis is hij er ook en vertelde de klusjes
man waarom het mis ging.
Eigen mening :
Ik wil de hoofdpersoon Frieda Borgstein niet zijn,want het is heel
erg om de 2e wereld oorlog mee te beleven en ze zit ook nog in een
verzorgingstehuis.
De Val
Marga Minco
1983
Op de dag voor haar vijfentachtigste verjaardag staat Frieda
Borgstein vroeger op dan gewoonlijk; ze heeft het druk met de
voorbereiding van het feest voor de medebewoners van het
bejaardentehuis. In de straat voor het tehuis gaan twee
onderhoudsmonteurs aan het werk om een put van de verwarming leeg
te pompen. Diezelfde dag verwacht de directrice van het tehuis
bezoek van een delegatie uit Zweden, begeleid door een ambtenaar
van de bejaardenzorg. Drie gebeurtenissen, schijnbaar zonder
verband. Veertig jaar na de oorlog staat Frieda Borgstein onbewust
voor het antwoord op de vragen die haar leven hebben beheerst.
Baltus en Verstrijen, monteurs van de gemeentewerken, drinken op
die donderdagochtend, voor ze naar het werk gaan, om half acht,
een kopje koffie in "De Salamander". Het heeft die nacht hard
gevroren. Op diezelfde ochtend wordt Frieda Borgstein in het
bejaardentehuis ook om half acht wakker. Vandaag treft ze de
voorbereidingen voor haar verjaardag die morgen zal worden
gevierd. Ze denkt nog vaak terug aan Jacob, haar man. Baltus en
Verstrijen beginnen tegenover het bejaardentehuis met de
werkzaamheden in een put van de stadsverwarming. Ze hebben weinig
zin in het werk.
Het bejaardentehuis krijgt bezoek van twee Zweden, die
ge?nteresseerd zijn in de moderne bejaardenzorg in Nederland. De
directrice, Rena van Straten, en het hoofd van de huishouding,
Bien Hijmans, treffen daarvoor enige maatregelen. Frieda Borgstein
heeft in de oorlog een afschuwelijke ervaring gehad. Door verraad
zijn haar man en twee kinderen weggevoerd. Doordat Frieda nog even
een vest voor haar dochtertje is gaan halen, is ze niet door de
Duitsers opgepakt. De familie Oosterveen heeft haar opgevangen,
maar Jacob en de kinderen zijn nooit teruggekeerd.
In het bejaardentehuis heeft Frieda geen intieme relaties. Alleen
met de klusjesman, Ben Abels, die in een concentratiekamp heeft
gezeten, kan ze het goed vinden. Ze heeft nooit aandacht besteed
aan haar verjaardag, maar morgen -als ze vijfentachtig wordt- wil
ze iedereen in het tehuis trakteren op gebak. Daarom wil ze,
ondanks het slechte weer, naar buiten om enige zaken te regelen.
Het wordt haar afgeraden, maar ze zet door. Na de koffie verlaat
ze het bejaardentehuis en steekt ze de straat over. Baltus en
Verstrijen maken weer een verwarmingsput open. Maar ze plaatsen er
geen hekjes omheen. Baltus gaat naar het toilet en Verstrijen zal
een oogje in het zeil houden. Hij denkt aan de slechte relatie die
hij met zijn vrouw heeft. Hij krijgt het koud en gaat eens kijken
waar Baltus blijft.
Intussen nadert Frieda de dampende put. Door de kou zijn haar ogen
vochtig geworden en wellicht ziet ze de put, het deksel en de
slang niet. Ze stort in de put en slaakt een kreet, Verstrijen
hoort iets en rent naar de put. Hij tracht de vrouw uit het
kokende water te halen, maar het lukt hem niet. De omstanders
helpen hem niet. De brandweer wordt gewaarschuwd en die haalt
Frieda uit de put. In het bejaardentehuis is Gerrie de eerste die
merkt dat er aan de overkant een ongeluk is gebeurd. Van Straten
en Hijmans voelen intu?tief aan dat er iets met Frieda aan de hand
moet zijn. Abels spoedt zich naar buiten. Op het moment dat de
bejaarde vrouw naar boven wordt gehaald, leeft ze nog, maar
spoedig daarna is ze gestorven. Abels neemt haar tas mee en geeft
die aan de directrice. Ze vinden o.a. een zilveren
sigarettenkoker, een zilveren portretlijst en een etui met foto's.
Abels brengt de doorweekte spullen naar de containerkelder en doet
ze bijna plechtig in een nieuwe asemmer. Er zijn afbeeldingen bij
van mensen die hij zijn jeugd gekend heeft. Hij kwam toen namelijk
regelmatig bij Frieda thuis, omdat hij kennis had aan Olga, de
dochter van de Borgsteins. Op de dag van het ongeluk ontmoet Abels
een man met dun grijs haar die hij vaag kent. Van de directrice
hoort hij dat het Hein Kessels is, een ambtenaar van de
provinciale bejaardenzorg. De dag voor de begrafenis heeft Abels
een gesprek met Hein. Het is voor Hein een soort biecht. In 1942
zou hij de Borgsteins naar Zwitserland brengen. 's Avonds zou hij
hen met de fiets ophalen. Toen hij bij het huis arriveerde, kwam
de SD eraan, met een auto. Vader Borgstein, de beide kinderen en
Hein werden in auto gesmeten. De Duitsers zochten niet naar
Frieda. Hein is verhoord en in een concentratiekamp terecht
gekomen. Hij heeft niets verraden. Door de onervarenheid hebben
Hein en zijn vrienden waarschijnlijk een foutje in de organisatie
gemaakt en dat is hun fataal geworden. Na de oorlog is Hein in een
andere plaats gaan wonen. Hij heeft de moed niet kunnen op-
brengen om contact op te nemen met Frieda, die daarom nooit heeft
geweten waarom de zaak is misgelopen.
Personen:
Frieda Borgstein:
Een round character, want ze wordt trek voor trek neergezet.
Ze is zorgzaam voor haar man en haar kinderen. Na de oorlog
wordt boekhouder op een groothandelskantoor. Dit werk doet ze
met fanatisme, om op deze wijze haar emoties de baas te
blijven. Ze is erg bedreven in het rekenen met getallen en
dat doet ze nog steeds heel vaak. Naarmate ze verandert,
wordt ze eigenzinniger: Ze was allergisch voor goede raad. Ze
houdt niet van verjaardagen (volle huiskamers), als ze 85
wordt, wijkt ze hier vanaf. Dit wordt haar noodlottig.
Baltus:
Een flat character net als de rest van de bijfiguren. Een
onverschillige man, een kletsmeier met weinig
verantwoordelijkheidsgevoel (laat de put open staan zonder er
een hekje omheen te plaatsen).
Verstrijen:
Heeft meer hart voor de zaak, maar wordt geplaagd door
huwelijksproblemen. Hij vindt het leuk als aantrekkelijke
vrouwen belangstelling voor hem hebben.
Rena van Straten:
Heeft echt hart voor de bejaarden. Ze geeft goed leiding en
is een beetje ijdel. Zij is de directrice van het tehuis.
Ben Abels:
Eenvoudig en hartelijk. Hij is de enige die Frieda Borgstein
echt begrijpt en haar helpt. Hij is de klusjesman van het
bejaardentehuis. Bien Hijmans: Erg emotioneel en maakt vaak
en een sc?ne. Ze is het hoofd van de huishouding.
Hein Kessels:
Een vage, ietwat na?eve figuur. Tegenover Frieda heeft hij
zich laf gedragen.
Titelverklaring: De titel geeft aan dat Frieda Borgstein om het
leven komt door de val in een put met kokend water. Voorts valt ze
nog een paar keer in het boek en laat ze een aantal dingen vallen.
Het slaat ook op de Val in de oorlog van de Duitsers als een val
was.
Motto: Marga Minco gebruikt als motto een citaat uit het werk van
de Amerikaanse schrijver Saul Bellow, waarin wordt gezegd hoe
moeilijk het is om te begrijpen wat er in het leven van een mens
gebeurt. Het gaat zo snel dat we ons er niet bewust van lijken te
zijn.
Thema: De oorlog is voorbij, maar men raakt de gedachten eraan
niet kwijt.
Motieven:
Liefde: -de liefde van Frieda voor man en kinderen;
-de liefde van ben voor Olga (dochter van Frieda);
-de liefde van meneer Marks voor Frieda;
-de liefde van Carla (van "De Salamander") voor
Verstrijen;
-de liefde van Rena van Straten voor de architect die
langs zou komen.
Toeval: Op tal van plaatsen in het boek speelt het toeval
(noodlot) een belangrijke rol.
Overbezorgdheid.
Leidmotief:
Grijs, dit komt herhaaldelijk voor:
- Verstrijen heeft grijsblauwe ogen;
- Frieda zag het silhouet van haar opspringend profiel vergroot
afgetekend, op het lichtgrijze paneel;
- gemeentebusje was grijs;
- de gezichten van de kinderen en andere familieleden waren
vaalgrijs achter de deur in het schemerdonker;
- ze nog net hoe ter hoogte van het Bolwerk een grijze auto
vaart minderde en de hoek om ging;
- Frieda heeft grijs haar;
- Hein Kessels heeft grijs haar.
Symboliek:
Warm vest: overbezorgdheid (dit wordt haar fataal).
Het leggen van de doorweekte foto's in de asemmer: dubbele
ondergang (eerst de val in put, later in de nieuwe asemmer).
De ruiten van de bestelwagen beslagen: Frieda kan haar verleden
niet goed overzien.
Stroming: Moderne literatuur.
Compositie:
Gesloten eind: je weet precies wat er gebeurd is. Er zijn veel
flashbacks, die vaak over de oorlog gaan. Ook is een flashforward
(blz. 31): een verwijzing naar het naderend onheil. Ook maakt
Marga Minco veel gebruik van understatements.
Analyse:
De verteltijd is ? 2 uur. De vertelde tijd is ? 3? uur (het
laatste hoofdstukje [over de begrafenis en bekentenis] is als het
ware een epiloog).
Ruimte:
Grote stad (waarschijnlijk Amsterdam). Het is echt winterweer
(harde vorst, hard wind).
Perspectief:
Personaal perspectief (3e persoon enkelvoud).
Genre:
(Oorlogs)novelle (korte periode en weinig psychologische
diepgang).
Boodschap:
Nooit meer oorlog.
Bladzijden:
93 bladzijden
Mening:
Een heel goed geschreven boek dat goed laat zien dat in deze tijd
nog steeds mensen zijn die hun ervaringen in van de oorlog maar
niet kunnen vergeten
De achternaam was eigenlijk Menco, maar een ambtenaar verwisselde (per ongeluk) de klinker.Geboren in een orthodox joods gezin gaat Minco in 1938 werken bij de Bredasche Courant. Daar wordt zij in mei 1940 op last van Duits-gezinde commissarissen ontslagen, nog voor dat de Duitsers hun anti-joodse maatregelen zouden afkondigen.
Boek informatie
- De val
- Sara Menco
- Nederlands
Handige opties
- Meer boeken van:Marga Minco