Marga Minco
De achternaam was eigenlijk Menco, maar een ambtenaar verwisselde (per ongeluk) de klinker.Geboren in een orthodox joods gezin gaat Minco in 1938 werken bij de Bredasche Courant. Daar wordt zij in mei 1940 op last van Duits-gezinde commissarissen ontslagen, nog voor dat de Duitsers hun anti-joodse maatregelen zouden afkondigen.
In het begin van de Tweede Wereldoorlog verblijft ze in Assen, Delft en Amsterdam. Ze krijgt een lichte vorm van tbc en belandt in ziekenhuizen in Utrecht en Amersfoort. In het najaar van 1942 komt ze terug in Amsterdam en gaat ze bij haar ouders wonen die door de Duitse bezetters gedwongen zijn om in de Jodenbuurt te gaan wonen.
Later tijdens de oorlog worden haar ouders, broer en zus weggevoerd en is zij de enige overlevende, want ze weet te ontsnappen en de rest van de oorlog onder te duiken. Ze krijgt ook een nieuwe naam Marga Faes waarvan ze de voornaam ook later aanhoudt. Marga Minco was getrouwd met de Bredase dichter-journalist Bert Voeten (overleden in 1992) die ze in 1938 had leren kennen en bij wie ze ondergedoken was. Na de oorlog gaat zij werken bij een aantal kranten en tijdschriften.
In 1957 verschijnt haar eerste boek Het bittere kruid waarin ze schrijft over haar eigen oorlogservaringen. De titel van haar tweede boek, Een leeg huis heeft niet alleen betrekking op het gesloopte huis, dat de hoofdpersoon, wanneer ze na de bevrijding uit haar onderduik terugkeert, aantreft. De titel verwijst ook naar de leegte, die de ik-persoon en haar vriendin Jona in de naoorlogse jaren ervaren. Hieraan wordt bijgedragen door de afstandelijke en soms zelfs vijandige bejegening die teruggekeerden na de oorlog in Nederland ten deel viel. Deze wordt door Marga Minco ook beschreven in de verhalenbundel De andere kant. Het existentialisme legt een bijzondere beklemming op het werk van Marga Minco. De hoofdpersonen, vaak holocaustoverlevenden, ervaren hun (over)leven als zinloos. Slechts door een reeks toevalligheden hebben zij de oorlog wel overleefd en hun geliefden niet. Frieda Borgstein liep tijdens de bezetting bij geval niet in de val van de Nazi's, die haar man het leven kostte. In de novelle de Val komt zij, vlak voor haar 85e verjaardag, alsnog dodelijk ten val in een bij toeval niet afgesloten put van het energiebedrijf.