Günter Grass
G?nter Grass werd in 1927 geboren in de havenstad Danzig, die toen nog Duits was. In 1945 zou de Vrije Stad Danzig Pools worden en Gdansk gaan heten. Grass groeide op in een voorstad van Danzig, Langfuhr, waar zijn vader een kruidenierswinkel had. Moeder Grass was een Kasjoebische: een afstammelinge van een klein Slavisch volk uit Oost-Polen. Als zeventienjarige werd Grass als kindsoldaat bij de laatste oorlogshandelingen betrokken. Hij raakte gewond en werd vervolgens krijgsgevangen gemaakt. Na de Duitse nederlaag moest de familie Grass uit Danzig vertrekken. G?nter Grass ging, na zijn vrijlating uit krijgsgevangenschap in 1946, in D?sseldorf en later in Berlijn aan de kunstacademies daar beeldhouwkunst studeren en begon te schrijven, eerst po?zie, later ook toneelstukken en proza. Zijn eerste boek, een bundel po?zie ( Die Vorz?ge der Windh?hner), verscheen in 1956, ook werden enkele toneelstukken opgevoerd. In 1959 verscheen de roman Die Blechtrommel (De blikken trommel) , die meteen een internationaal succes werd. In 1961 volgde de novelle Katz und Maus (Kat en muis) en in 1963 de roman Hundejahre (Hondenjaren) . Deze drie boeken, waarin thema?s de Tweede Wereldoorlog en de Duitse geschiedenis verweven zijn met de persoonlijke geschiedenis van Grass en zijn familie, vormen de zogenaamde ? Danzig-trilogie?.
Vanaf het midden van de jaren ?60 was Grass politiek actief voor de Duitse sociaal-democratische partij en ontstonden romans met actuele politieke thema?s: ?rtlich bet?ubt (Plaatselijk verdoofd; 1969), Aus dem Tagebuch einer Schnecke (Uit het dagboek van een slak; 1972) en Kopfgeburten oder Die deutschen sterben aus (Kopgeboorte of De Duitsers sterven uit; 1980) . Regelmatig verschenen ook grote romans: in 1977 Der Butt (De bot) , in 1986 Die R?ttin (De rat) en in 1996 Ein weites Feld (Een gebied zonder einde; 1996) . De thema?s daarin zijn respectievelijk de man - vrouw verhouding, het milieu en de Duitse eenheid. Afgewisseld worden de grote boeken met bundels met po?zie en essays, maar ook met kleinere romans en novellen, zoals Das Treffen in Telgte (Trefpunt Telgte; 1979) en Unkenrufe (Onheilspad; 1992) . In 1999, het jaar dat G?nter Grass in de honderd verhalen van Mein Jahrhundert (Mijn eeuw) de balans opmaakte van de twintigste eeuw, werd hem de Nobelprijs voor Literatuur toegekend. In 2002 sneed hij met de novelle Im Krebsgang (In krabbengang) opnieuw en met veel succes een belangrijk thema aan: die van de verdrijving van Duitsers uit Oost-Europa. .