Boekverslag: Een zwerver verliefd
Schrijver: A.F.E. van Schendel
Druk:
Verslag:
A.F.E. van Schendel - Een zwerver verliefd
Meulenhoff, Amsterdam; 24ste druk, 1987. Het boek werd voor het eerst in 1904 gedrukt.
Titelverklaring:
De hoofdpersoon, de zwerver Tamalone, is verliefd op Mevena.
De auteur:
Arthur Fran?ois Emile van Schendel behoort ongetwijfeld tot de meestbewonderde auteurs uit de eerste helft van de 20ste eeuw. Hij wordt op 5 maart 1874 in Batavia geboren, maar het gezin verhuist naar Nederland als hij ongeveer 5 jaar oud is. Hij sterft in Amsterdam op 11 september 1946. Arthur volgt enkele jaren de Toneelschool te Amsterdam, studeert MO-Engels, en geeft later enige jaren les aan verschillende grammar schools in Engeland. In 1920 verhuist hij naar Itali?, maar keert jaren daarna weer terug. Zijn debuut Drogon (1896) wordt begroet als reactie op het naturalisme, en gezien als grondslag van de neo-romantische literatuur. Hij wordt beroemd door Een zwerver verliefd in 1904, in 1907 gevolgd door Een zwerver verdwaald. Het fregatschip Johanna Maria dateert uit zijn zgn. Hollandse periode, en luidt een stijlversobering in. Het tragische lot van de romantische eenling is een thema, dat in een aantal van zijn romans een rol speelt. Daar komt bijv. in De grauwe vogels (1937) een algemeen schuldbesef bij. Hoewel de hoofdmotieven hetzelfde blijven, is De wereld een dansfeest (1938) mede door de compositie als raamvertelling een veel lichter werk. In 1974 wordt Arthur van Schendel postuum de P.C. Hooftprijs toegekend. Behalve de reeds genoemde boeken schreef van Schendel verder nog o.a.: Der liefde bloesems ('21), De waterman ('33), Een Hollands drama ('35) en Het oude huis ('46).
Literaire stroming:
Neo-romantiek.
Genre:
Zwerversroman.
Samenvatting:
Het verhaal speelt in de late Middeleeuwen, toen keizer en paus elkaar hevig bestreden.
Tamalone is een stille knaap van 13 jaar en zijn vaders lieveling. Hij gaat dagelijks naar de priester om te zingen en te luisteren naar het koraalgezang. Na een tijdje trekt het zwerven hem echter meer. Zijn vader doet hem in de leer bij een zilversmid, maar spoedig krijgt hij een hekel aan het werk. Op een avond probeert hij een dievegge te helpen vluchten: voor straf wordt hij een dag aan het blok geslagen. Daarna komt het niet meer goed tussen Tamalone en zijn vader. Als hij 16 is, verlaat hij het ouderlijk huis voorgoed. Hij leidt een bandeloos leven tot hij in een klooster terechtkomt en in het scriptorium gaat werken. Maar als een aantal broeders, onder wie zijn vriend Simon, vlucht omdat de aartsbisschop hen van ketterij verdenkt, grijpt hij deze gelegenheid aan om ook weg te gaan. "Sedert die tijd had hij nooit meer een woning". Hij zwerft in monnikspij door vele streken en komt, jaren later, in het zuiden terecht bij de troepen van Rogier. Dit is een aanvoerder in het keizerlijke leger. Deze neemt een stad in en wordt feestelijk binnengehaald. Hij wordt echter verliefd op Mevena, de dochter van zijn vijand Lugina. Als de twee buiten de stadsmuren samen de nacht doorbrengen, worden ze bespied door een broer van haar. Deze wordt de volgende ochtend met doorgesneden keel gevonden. Bij de begrafenis breekt een opstand uit, waarbij Rogier ook de andere zoon van Lugina doodt. Hij vertrekt met zijn leger de stad uit
Enige tijd daarna raakt Rogier gewond tijdens een slag met de kerkelijke troepen. Zijn trouwe brigadier Carolus en de bevelhebber Walid geven Mevena de schuld van deze tegenslag. Tamalone verschijnt in het kamp met een boodschap - een bloedsteen - van Mevena. Rogier vraagt hem Mevena te gaan halen. Tijdens de tocht wordt Tamalone zich ervan bewust, dat hij Mevena liefheeft; hij heeft haar echter voor Rogier ontvoerd. Als de keizer al zijn aanvoerders ontbiedt voor een grote veldtocht, vertrekt Rogier. Hij vraagt Tamalone Mevena naar een veilige stad te brengen. Hij gaat met haar naar Simon in Pisa. Hier breekt voor Tamalone een gelukkige tijd aan. Hij verruilt zijn monnikspij voor fraaie kleren, maakt elke ochtend een wandeling met Mevena, en 's avonds zit het gezelschap bij elkaar om verhalen te vertellen of muziek te maken. Als Tamalone merkt, dat Mevena in verwachting is, wil hij weer gaan zwerven. Zij haalt hem echter over te blijven. Rogier laat na het bericht van Mevena's zwangerschap weten, niet te kunnen komen. Ook als het kind eenmaal geboren is, laat hij niets van zich horen. Mevena, steeds verdrietiger, neemt tenslotte het besluit naar hem toe te gaan; Tamalone begeleidt haar, verkleed als krijgsman, met tegenzin. Hij moet echter al snel uit het kamp vluchten omdat er een klopjacht op hem geopend is. Mevena smeekt Rogier de oorlog vaarwel te zeggen. Hij doet een halfhartige poging bij de keizer, die hem echter het stadhouderschap van het Toscaanse land belooft, als hij blijft. Hij zegt Rogier, dat hij alleen met Mevena kan trouwen, als hij haar vader Lugina ertoe beweegt de fronten te wisselen. Dit mislukt echter.
Verschillende intriges van invloedrijke edelen leiden er tenslotte toe, dat Rogier een dochter van de machtige markgraaf Lancia gaat huwen. Tamalone verneemt dit als hij, op de vlucht voor Lugina (hij had hem de dag van Mevena's ontvoering in ruil voor geld beloofd Rogier te doden), weer in Rogiers kamp belandt. Hij hoort daar ook dat Mevena weer in Pisa is en gaat haar achterna. Als hij bij Simon aangekomen is, vertelt hij hem wat hij over Rogier gehoord heeft. Tamalone is bang, dat Mevena zijn woorden gehoord heeft, maar zij geeft daar geen blijk van. Ze maken samen weer wandelingen en de weken gaan voorbij. Als Lugina in de stad is, kan ze niet meer naar buiten en wordt ze steeds stiller. Tenslotte vraagt ze Tamalone of het waar is wat hij die avond vertelde. Hij probeert haar te troosten. Als hij de volgende ochtend ontdekt, dat Mevena verdwenen is, gaat hij haar bezorgd achterna in de richting van Rogiers kamp. Hij vreest namelijk dat Walid haar gaat vermoorden. Onderweg ziet hij ook nog Lugina en diens zoon, een gevaar te meer voor Mevena. Hij ziet Mevena als ze, met het kind op de arm, uit het kamp terugkomt. Rogier heeft haar verstoten. Mevena wil nu terug naar haar vader, overtuigd dat deze haar zal vergeven. Verdwaasd loopt Tamalone 's avonds rond op zoek naar een plek om te rusten. Hij vindt Rogier en in een opwelling doodt hij hem. Kort daarop valt hij uitgeput in slaap. 's Ochtends beseft hij dat hij zeer op zijn hoede voor Rogiers soldaten moet zijn. Bovendien wil hij naar Mevena. Op de weg ziet hij sporen van paardehoeven, en de muts van een oosterling. Hij holt naar de plek waar hij Lugina het laatst heeft gezien....en vindt Mevena, dood, met het schreiende kind naast zich. De bloedsteen ligt op haar borst. Samen met Walid begraaft hij Mevena. Dan neemt hij het kind op de arm en loopt weg.
Tijd en tijdvolgorde:
De totale vertelde tijd is ongeveer 18 jaar. Het geheel is chronologisch verteld in de onvoltooid verleden tijd. In de proloog wordt a.h.w. de voorgeschiedenis van Tamalone verteld, van zijn 13e tot ongeveer zijn 20e levensjaar. Daarna worden 10 jaar overgeslagen. Het eigenlijke verhaal begint als hij ongeveer 30 jaar oud is. In het zevende hoofdstuk is er een onderbreking in de chronologie, omdat verteld wordt hoe het Rogier verging in de tijd dat Tamalone Mevena 'ontvoerde'.
Verder zijn er enkele terugblikken van Tamalone naar zijn jeugd.
Plaats/ruimte:
Het eerste hoofdstuk speelt zich af in Frankrijk, wat echter pas in hoofdstuk 10 duidelijk wordt. De rest van het verhaal in Itali?.
Karakterbeschrijving en -ontwikkeling:
Bijna nergens in het boek wordt het uiterlijk van de personages beschreven, het gaat om hun innerlijk.
Tamalone:
Hij karakteriseert zichzelf als volgt: "Zijn waarachtige aard was van een schooier om rond te lopen en om niets te geven, niets dan verzinsels en schimmen van zijn verbeelding".
Als jongen was hij stil en zwijgzaam en hoopte dat zijn dromen deels werkelijkheid zouden worden. Later beseft hij, dat dromen mooi zijn omdat ze dromen blijven. Hij wordt een gemoedelijk en spraakzaam man, door velen graag gezien, hoewel anderen hem als een bedrieglijke sluwerik en een dief betitelen. Het is in elk geval zeker dat hij een zwerver is. Hij is een rond karakter.
Rogier:
Rogier kan gezien worden als de alter ego van Tamalone. Hij heeft in feite alles mee: een goed leger, trouwe vazallen, een hem welgezinde keizer en een lief meisje dat van hem houdt. Tragisch is, dat hij gedwongen wordt te kiezen tussen een militaire loopbaan en de liefde voor Mevena. Hij kiest tenslotte voor de roem, maar blijft twijfelen. Hij is een vlak karakter.
Mevena:
Zij wordt niet erg uitgebreid beschreven. Zij is zeer jong, nog onervaren; ze is tenger en heeft grote ogen. Behalve, dat ze lief, zachtzinnig, en soms vrolijk en uitgelaten is, heeft ze religieuze 'buien'. Indirect komen we meer over haar te weten, door de sterke emoties die ze bij de andere personages oproept: liefde bij Rogier en Tamalone, haat bij Walid en Carolus, wraakzucht bij Lugina, vriendschap bij Simon, Josse en Baldo. Zij is een vlak karakter.
Onderlinge relaties:
Rogier legeraanvoerder van de keizer
Mevena Rogiers geliefde, dochter van zijn vijand Lugina
Lugina Mevena's vader, vijand van de keizer en Rogier
Carolus trouwe brigadier van Rogier
Walid Saraceense hoofdman in Rogiers leger
Simon ex-monnik, Tamalone's vriend
Geloofwaardigheid van het verhaal:
....
Thematiek:
Thema's in het boek zijn liefde,vrijheid, noodlot, en eenzaamheid, het zich niet thuisvoelen in de maatschappij. Slot: 'Hij zeide, dat het wel vreemd was, dat hij het droeg die nog dezelfde nacht een man had gedood, en daardoor de wraak der soldaten over de arme moeder had doen komen. Zijn liefde was het, de liefde van een schooier, die zich om geen mens ooit bekommerde, waardoor al het ongeluk was gebeurd'.
Motto:
Geen.
Taalgebruik:
Het boek is geschreven in een ingehouden, po?tische stijl, die - zeker in vergelijking met de woordkunst van de naturalisten/impressionisten rond de eeuwwisseling - ongedwongen en ongekunsteld aandoet. Slechts enkele middeleeuwse woordjes doen wat gekunsteld aan.
Vertelsituatie:
Met uitzondering van de dialogen: auctoriale vertelinstantie.
Perspectief:
Hij-perspectief
Verhaalopbouw:
Het boek bestaat uit ongenummerde hoofdstukken.
Eigen mening:
....
Van Schendel werd genoemd na zijn vader, de Nederlandse romanschrijver Arthur van Schendel (1874-1946). Op de leeftijd van tien, bewoog van zich Schendel met zijn ouders aan Italië. Hij woonde het Gymnasium in Florence bij, en, in 1930, ging hij naar Parijs, kunstgeschiedenis in Sorbonne bestuderen. In 1933, keerde hij aan Nederland terug, waar hij een vrijwilliger in Amsterdam Rijksmuseum, in het Ministerie van schilderijen werd. In 1936, werd hij benoemd daar als medewerker. Tezelfdertijd werkte hij aan zijn dissertatie. Met een studie over vroege Lombard tekeningen, Engelse Lombardie jusqu'à Lavin du XVe van Le dessin siècle, verkreeg hij, in 1938, zijn graad in Sorbonne, onder de supervisie van Henri Focillon (q.v.). Hij hield zijn post bij het Ministerie van schilderijen in Rijksmuseum, waar hij, vlak vóór en tijdens de oorlog, in weg het evacueren van en het verbergen van de kunstwerken in diverse schuilplaatsen actief was. Na de oorlog, werd Van Schendel benoemd curator van het Ministerie van schilderijen. Zijn benoeming als directeur van de afdeling volgde in 1950. Het behoud van kunstwerken was onder zijn hoofdzorgen. Diverse schilderijen werden schoongemaakt, hersteld en werden werden onderzocht onder zijn supervisie, met inbegrip van het Horloge van de Nacht van Rembrandt. Het wetenschappelijke onderzoek met Röntgenstralen en de infrarode fotografie van dit het schilderen werden uitgevoerd in samenwerking met Belgische deskundige Paul Coremans (q.v.). Deze studie leidde tot een publicatie in Oud Holland (1947), mede gecreëerd door van Schendel en de restaurateur, H.H. Mertens. Het onderzoek van de Röntgenstraal van een ander meesterwerk, de Gouverneurs van Rembrandt van het Gilde van de Doek, die ook tot nieuw inzicht in het schilderen van Rembrandt techniek worden geleid. In 1963, nam Van Schendel het initiatief aan opstelling een onafhankelijk laboratorium in Amsterdam: VoorOnderzoek van Voorwerpen bestelwagen Kunst Engelse Wetenschap van Laboratorium van Centraal. Tezelfdertijd speelde hij een belangrijke rol in internationale organisaties op het gebied van het behoud en de restauratie van kunstwerken. Samen met Coremans en anderen, was hij actief in de stichting, in 1950, van het Londen gebaseerde Internationale Instituut voor Behoud van de Historische en Artistieke Werken (IIC). In 1959, nam hij aan de verwezenlijking van het Internationale Centrum voor de Studie van het Behoud en de Restauratie van Cultureel Bezit, in Rome deel. Tijdens verscheidene jaren, tussen 1965 en 1971, was hij de voorzitter van de Internationale Raad van Musea (ICOM). In zijn eigen museum, verkreeg hij, in 1959, de positie van directeur in leider, die David Röell (q.v.) slaagt. Als directeur, vond hij zelden de tijd om kunst historisch onderzoek te doen. Één van zijn taken was de voltooiing van de vernieuwing van Rijksmuseum, begon onder Röell. De twee binnenhoven van het museum werden herbouwd het verstrekken van aanpassing voor de Ministeries van beeldhouwwerk en toepasten kunsten, en van Nederlandse geschiedenis. De ruimten werden ontworpen door Dick Elffers (1910-1990). Van Schendel bepleitte altijd een gematigde, maar aantrekkelijke presentatie van de kunstwerken, in een stille atmosfeer. Onder zijn directie, verwierf het museum een aantal schilderijen door belangrijke Nederlandse kunstenaars, met inbegrip van een triptiek door de bestelwagen Leiden van Lucas, en landschappen door Aelbert Cuyp, en Philips Koninck. Een andere belangrijke aankoop, in 1965, was 's nachts de Heilige Familie, die op dat ogenblik aan Rembrandt wordt toegeschreven. Een aantal belangrijke tentoonstellingen werden georganiseerd. 1968-1969 toont op Italiaanse fresko's, die eerst in het Metropolitaanse Museum in New York worden gehouden en later in Rijksmuseum in Amsterdam, omvatte een aantal fresko's gered na de vloed van 1966 in Florence. De tentoonstelling die van 1969 de dood van Rembrandt in 1669 herdenkt trok een verslagaantal 460.000 bezoekers aan. Van Schendel trok zich in 1975 terug. Voor deze gelegenheid, boden zijn collega's hem een speciale kwestie (23, 2 (1975) aan van het Bulletin van het Rijksmuseum. Van Schendel was nog actief in diverse organisaties, toen hij plotseling op de leeftijd van 68 stierf
Boek informatie
- Een zwerver verliefd
- Arthur François Émile van Schendel
- Nederlands
Handige opties
- Meer boeken van:Arthur François Émile van Schendel