Werkstuk: Van Barok naar Rococo naar Classicisme
Van Barok naar Rococo naar Classicisme
Door: Nujen klas: 3b schooljaar: 2001-2002
In dit werkstuk bespreek ik de eigenschappen en veranderingen van de Barok, naar het Rococo, en van het Rococo naar het Classicisme op kunstzinnig gebied. Vervolgens beschrijf ik hoe de kunstenaar in die tijd zijn geest zichtbaar en hoorbaar had gemaakt.
De Barok (ca. 1600-1750)
De Barok, een cultuurperiode, had als betekenis “een parel van onvolmaakte vorm” dwz. Dat een kunstwerk verpest was omdat er niet de goede eigenschappen in zaten. In de late 18e eeuw werd het woord gebruikt als een scheldwoord om te zeggen dat iets afweek van het ‘Renaissance-ideaal’.
Sinds het begin van de 20e eeuw wordt de Barok beschouwd als de stijl van een bepaalde periode, die zijn eigen waarden had. Een andere betekenis ervoor is grillig, onregelmatig, of overladen(overlappend). Het was een feestelijk en uitbundige stijl, met de kenmerken: weelderige groeivormen, krullen, sterke beweging van vormen, uitdrukken van kracht, de opheffing van de grenzen tussen schilder-/ beeldhouw-/ en bouwkunst, diagonale en golvende lijnen staan door elkaar, invloeden van de klassieke(Griekse en Romeinse) kunst, het samengaan van verschillende melodie?n op hetzelfde moment(polyfonie), er zijn solo-instrumenten, en orkesten(concerterend principe), opeenvolging van korte stukjes muziek door middel van ‘voorspinning’, en er zijn sterke ritmische veranderingen.
Verder is er sterk snijwerk, het streven naar pracht en praal, en zijn er grotere kunstwerken. In de wereld had de Barok een uitbeelding van macht en grootheid van de vorst, omdat er toen het ‘Vorstelijk Absolutisme was; de vorst heerste over alles en iedereen. Bv. het paleis van Lodewijk XIV in Versailles: het grondplan is ovaal, wat beweging aantoont, er was een indrukwekkend dak gebouwd, als symbool voor de hemel, veel tegenstellingen ontstonden door lichte en donkere ruimtes, en alle vaste vormen waren in beweging.
De Beeldende Kunst van de Barok
In tegenstelling tot de Renaissancekunst, dat keurig in evenwicht was, streefde de kunstenaar naar beweging en dramatische effecten in zijn werk en op de toeschouwer. (Dwz. Dat gevoelens en heftige gebaren sterk werden uitgebeeld). Beweging werd gemaakt door diagonalen, verspringende vlakken, en afsnijdingen, dramatische effecten werden bereikt door de sterke lichte en donkere contrasten(clair-obscur), en diepe volle kleuren in hun kunstwerken. Daardoor wordt de barokkunst vaak beschouwd als de kunst van de Contrareformatie: in de Renaissance stond de mens in het middelpunt van alles, en mochten er alleen kunstwerken worden gemaakt die met de Bijbel hadden te maken, omdat alles meer naar God was gericht.
Na de Reformatie, de tijd dat de mensen zich tegen het katholieke geloof verzetten en nieuwe geloven vormden, was de Contra-Reformatie, de tijd dat het katholieke geloof weer een nieuwe bloei had. De barokkunst was vooral gebaseerd op de Contra-Reformatie, en had daarom ook vaak een religieuze inslag. Ieder Europees land had z’n eigen barokstijl:
- In Itali?, Spanje, en Portugal was de Barok zwaar religieus, het wordt gekenmerkt door theatrale effecten.
- In Zwitserland, Oostenrijk, en Duitsland was de Barok licht, en sierlijk, met een vloeiende overgang naar Rococo.
- In Frankrijk was er een classicistische Barok met aan de binnenkant weelderige vormen. De beeldhouwkunst en schilderkunst stonden los van de architectuur.
- In Engeland en Nederland was er ook een classicistische Barok. De Palladio-stijl werd vaak toegepast door een grachtengebied.
Tijdens de 17e eeuw was de Barok vooral belangrijk in de schilderkunst, vooral in strenge katholieke gebieden. De Barokschilder schilderde realistisch, en probeerde alles zo echt mogelijk uit te beelden door te schilderen in zijn eigen werkplaats(atelier). Zo ontdekte men de schoonheid van de zichtbare wereld.
In deze Baroktijd werkten de schilders, beeldhouwers, en architecten vaak samen; in een Barokgebouw was vaak een zgn. ‘totaalkunstwerk’, dat uit de schilder-/ beeldhouw-/ en bouwkunst kwam, samengesmolten.
De Literatuur van de Barok
De literatuur van de Barok was de periode tussen de Renaissance en het Classicisme/ Verlichting. Het had een sterk religieuze inslag net als de beeldende kunst van de Barok. Het wordt ook wel de literatuur van de Contra-Reformatie genoemd, omdat de schrijvers meestal rooms-katholiek waren, of zich tot deze godsdienst hadden bekeerd. De tegenstrijdigheid tussen de op God gerichte houding en de stelling dat de mens in het middelpunt stond, geheimzinnigheid en liefdesgevoelens, en het strenge, vrome Christendom en de niet- geestelijkheid is bepalend geweest voor de stijl en het thema van de literaire Barok. De Barok drong door in de Duitse, Franse, Italiaanse, Spaanse, Portugese, Engelse, en Nederlandse literatuur. In de Slavische en Zuid-Amerikaanse letterkunde drong de Barok ook door.
De Muziek van de Barok
De Muzikale Barok begon aan het einde van de 16e eeuw, en eindigde in de eerste helft van de 18e eeuw. Een kenmerk is de ontwikkeling van het eenstemmige gezang zonder begeleiding(monodie), wat als gevolg de solist, de doorbraak van de opera, en het ontstaan van een concert waarin koren, ensembles(samenzang), en solisten tegenover elkaar werden geplaatst had. De overdadige versieringen en de overlapping zijn ook nog terug te vinden in de muziek van de Barok; er waren vaak ineenlopende melodie?n die waren opgebouwd uit steeds terugkerende stukjes. Die herhaling gaf energie en ‘voorspinnend’ karakter aan de melodie van de Barok. In de langzame stukken was er vaak een lang, zangerig stukje.
De Rococo (ca. 1720-1780)
De naam Rococo is waarschijnlijk afkomstig van ‘rocaille’ en ‘coquille’(de kenmerkende schelpvormen van deze tijd). De Rococo is de tijd dat tussen de tijd van de Barok en het Classicisme zit. Het is het vervolg op de Barok. De scheiding tussen de heren en knechten werd steeds sterker in deze tijd. Dat was vooral te merken aan de straatbeelden die de schilders van in die tijd hadden achtergelaten. Het Rococo was ontstaan als reactie op de vormelijke ruimtekunst.
In tegenstelling tot de Barok en het Classicisme was het niet volgens de gebruiken(amoreel) en intu?tief, niet lerend, of intellectueel. H?t kenmerk voor de Rococo is het gevoel voor stijl, elegantie. De Rococokunst was meer bedoeld voor de rijkere mensen, dat werd aangetoond door de schelpachtige c-/ en s vormen ‘rocaille’ en ‘coquille’
De Rococo was net als de Barok grillig, dynamisch, en overdadig, maar bij de Rococo was alles meer gedetailleerd tot op de schoonheid, er was sierlijke beweeglijkheid, en speels luchtigheid. Er werd het liefst met edelmetalen, fonkelende stenen, glanzende zijden, spiegels, en lakwerken. Ook werd er veel natuur in een kunstwerk verwerkt doordat men in het Rococo-tijdperk veel van de natuur hield.
De Beeldende Kunst van de Rococo
De Rococokunst kwam tussen 1700 en 1715 tot stand. Het bleek een reactie op het Barok te zijn. Nu had men behoefte aan sierlijkheid en aangenaamheid. Ze hadden liever de ‘normale’ kunst, dan de koninklijke kunstwerken. Aan de kleinere vertrekken gaf men zachte pastelkleurige tinten. In de Rococo ging het om de verlegging van nadruk en interesse. Ovale vertrekken waren geliefd, en de kleuren in de wand en het plafond gaan in elkaar over. Men koos ook een venster in de vorm van een deur, zodat er veel licht kon binnenvallen. Verder had de Rococo weinig invloed op de structuur van de architectuur.
De eerste veranderingen waren de binnenkanten: bv. het paleis in Versailles, na de dood van Lodewijk XIV wilden de edelen hun elegante herenhuizen in Parijs laten bouwen. Er was veel te klein gebied, waardoor de architect weinig aandacht aan de buitenkant kon besteden, en daarom zoveel mogelijk aandacht aan de binnenkanten van de huizen schonk.
Rond 1730 begon men in Frankrijk steeds meer aandacht aan het uiterlijk te geven van een kunstwerk dmv. De schelpvormen. Het wordt daarom ook wel de Franse Hofstijl genoemd.
De 3 hoofdkenmerken zijn: 1: er werden krullerige en speelse vormen gebruikt, vooral ovalen en de schelp(rocaille)
2: er werden lichte kleuren(pasteltinten)en veel bladgoud gebruikt
3: de thema’s van de kunstwerken waren luchtig en ondeugend.
De Muziek van de Rococo
De muziek had een verbrokkelde melodie met vele versieringen
Het Classicisme (1775-1840)
Rond de 2e helft van de 18e eeuw, dus toen het Classicisme begon, was er een nieuwe Renaissance, het Classicisme genoemd.
Met het Classicisme werd er een richting in de beeldende en bouwkunst dat te maken had met de idealen en thema’s van de klassieke kunst van de oudheid aangeduid. Het werd vaak gebruikt voor de stijlen die de Griekse en Romeinse cultuur te maken hadden. Er werden veel gevoelens aangetoond in de letterkunde, beeldende kunst, bouwkunst, en muziek.
De Beeldende Kunst van het Classicisme
Het Classicisme volgde de Rococo op, net als de Rococo de Barok. De kunstwerken waren zo gemaakt dat het niet heel vol was (soberheid), er was symmetrie, en er waren strakke lijnen, die goed waren verdeeld over het kunstwerk met een regelmaat.
De Letterkunde van het Classicisme
In de letterkunde werden er maatschappelijke en huiselijke toestanden beschreven, bv. de mode, een familiebezoek. Er werden ook dingen beschreven of het goed of kwaad was, mooi of lelijk. In burgerlijke familieromans werd er over doodnormale mensen beschreven van een volk, waarbij hun karakter uitgebreid werd uitgelegd. De zgn. ik- vorm wat we tegenwoordig zo noemen, werd vaak gebruikt dmv. Een soort dagboek om de gevoelens van het karakter in het boek beter te laten zien.
In een burgerlijk drama ging het ook over normale burgers, en niet over de edelen, of de vorst, want bij het volk viel het men op dat zij betere eigenschappen hadden, dus meer deugden, en menselijker waren dan bv. de vorst die bv. zomaar meedogenloos iemand kan laten ombrengen.
In de dichtkunst richtten de dichters zich meestal op de natuur.
De achttiende eeuw werd ook wel de eeuw der Verlichting genoemd. De Verlichting wil zeggen, de tijd dat de mensen streefden naar wetenschappelijke kennis, waardoor ze meer over hun geloof twijfelden of het wel wonderen waren of gewoon vaste natuurwetten waren.
De Muziek van het Classicisme
Er werd veel instrumentale muziek geschreven door de componisten
De Conclusie
De Barok
De kunstenaar heeft de geest van zijn tijd tijdens de Barok zichtbaar gemaakt met kunstwerken waarin er vaak gevoelens en heftige gebaren werden afgebeeld. Hij gebruikte daarbij diagonalen, verspringende vlakken, afsnijdingen, Clair Obscur, en diepe, volle kleuren. Het had een religieuze inslag, en werd daarom ook wel als de kunst van de Contrareformatie beschouwd.
De geest van zijn tijd tijdens de Barok had hij hoorbaar gemaakt door vaak ineenlopende melodie?n die waren opgebouwd uit steeds terugkerende stukjes.
De Rococo
De geest van de tijd tijdens de Rococo werd door de kunstenaar zichtbaar gemaakt met sierlijke, en aangename kunst. Hij gebruikte daarvoor pastelkleurige tinten, en ovale vetrekken waren geliefd omdat de kleuren in de wand en het plafond in elkaar overgingen.
Ook gebruikte hij vooral krullerige en speelse vormen gebruikt, met name de Rocaille. De thema’s van de kunstwerken die hij maakte waren luchtig en ondeugend.
De geest van die tijd werd hoorbaar gemaakt door verbrokkelende melodie?n met vele versieringen eromheen, dwz. Bv. een ‘hoofdinstrument’ speelt de solo, en er is veel versiering eromheen, veel andere instrumenten die ook een stukje ‘meespelen’, maar het ging vooral om d?t ene ‘hoofdinstrument’ dan.
Het Classicisme
Er waren in die tijd kunstwerken waarbij er veel soberheid, symmetrie, en strakke lijnen waren, waarmee de kunstenaar in die tijd zijn geest zichtbaar maakte.
Er werd meestal instrumentale muziek geschreven door de componisten, waarmee hij de geest van het Classicisme hoorbaar had gemaakt.
Door: Nujen klas: 3b schooljaar: 2001-2002
In dit werkstuk bespreek ik de eigenschappen en veranderingen van de Barok, naar het Rococo, en van het Rococo naar het Classicisme op kunstzinnig gebied. Vervolgens beschrijf ik hoe de kunstenaar in die tijd zijn geest zichtbaar en hoorbaar had gemaakt.
De Barok (ca. 1600-1750)
De Barok, een cultuurperiode, had als betekenis “een parel van onvolmaakte vorm” dwz. Dat een kunstwerk verpest was omdat er niet de goede eigenschappen in zaten. In de late 18e eeuw werd het woord gebruikt als een scheldwoord om te zeggen dat iets afweek van het ‘Renaissance-ideaal’.
Sinds het begin van de 20e eeuw wordt de Barok beschouwd als de stijl van een bepaalde periode, die zijn eigen waarden had. Een andere betekenis ervoor is grillig, onregelmatig, of overladen(overlappend). Het was een feestelijk en uitbundige stijl, met de kenmerken: weelderige groeivormen, krullen, sterke beweging van vormen, uitdrukken van kracht, de opheffing van de grenzen tussen schilder-/ beeldhouw-/ en bouwkunst, diagonale en golvende lijnen staan door elkaar, invloeden van de klassieke(Griekse en Romeinse) kunst, het samengaan van verschillende melodie?n op hetzelfde moment(polyfonie), er zijn solo-instrumenten, en orkesten(concerterend principe), opeenvolging van korte stukjes muziek door middel van ‘voorspinning’, en er zijn sterke ritmische veranderingen.
Verder is er sterk snijwerk, het streven naar pracht en praal, en zijn er grotere kunstwerken. In de wereld had de Barok een uitbeelding van macht en grootheid van de vorst, omdat er toen het ‘Vorstelijk Absolutisme was; de vorst heerste over alles en iedereen. Bv. het paleis van Lodewijk XIV in Versailles: het grondplan is ovaal, wat beweging aantoont, er was een indrukwekkend dak gebouwd, als symbool voor de hemel, veel tegenstellingen ontstonden door lichte en donkere ruimtes, en alle vaste vormen waren in beweging.
De Beeldende Kunst van de Barok
In tegenstelling tot de Renaissancekunst, dat keurig in evenwicht was, streefde de kunstenaar naar beweging en dramatische effecten in zijn werk en op de toeschouwer. (Dwz. Dat gevoelens en heftige gebaren sterk werden uitgebeeld). Beweging werd gemaakt door diagonalen, verspringende vlakken, en afsnijdingen, dramatische effecten werden bereikt door de sterke lichte en donkere contrasten(clair-obscur), en diepe volle kleuren in hun kunstwerken. Daardoor wordt de barokkunst vaak beschouwd als de kunst van de Contrareformatie: in de Renaissance stond de mens in het middelpunt van alles, en mochten er alleen kunstwerken worden gemaakt die met de Bijbel hadden te maken, omdat alles meer naar God was gericht.
Na de Reformatie, de tijd dat de mensen zich tegen het katholieke geloof verzetten en nieuwe geloven vormden, was de Contra-Reformatie, de tijd dat het katholieke geloof weer een nieuwe bloei had. De barokkunst was vooral gebaseerd op de Contra-Reformatie, en had daarom ook vaak een religieuze inslag. Ieder Europees land had z’n eigen barokstijl:
- In Itali?, Spanje, en Portugal was de Barok zwaar religieus, het wordt gekenmerkt door theatrale effecten.
- In Zwitserland, Oostenrijk, en Duitsland was de Barok licht, en sierlijk, met een vloeiende overgang naar Rococo.
- In Frankrijk was er een classicistische Barok met aan de binnenkant weelderige vormen. De beeldhouwkunst en schilderkunst stonden los van de architectuur.
- In Engeland en Nederland was er ook een classicistische Barok. De Palladio-stijl werd vaak toegepast door een grachtengebied.
Tijdens de 17e eeuw was de Barok vooral belangrijk in de schilderkunst, vooral in strenge katholieke gebieden. De Barokschilder schilderde realistisch, en probeerde alles zo echt mogelijk uit te beelden door te schilderen in zijn eigen werkplaats(atelier). Zo ontdekte men de schoonheid van de zichtbare wereld.
In deze Baroktijd werkten de schilders, beeldhouwers, en architecten vaak samen; in een Barokgebouw was vaak een zgn. ‘totaalkunstwerk’, dat uit de schilder-/ beeldhouw-/ en bouwkunst kwam, samengesmolten.
De Literatuur van de Barok
De literatuur van de Barok was de periode tussen de Renaissance en het Classicisme/ Verlichting. Het had een sterk religieuze inslag net als de beeldende kunst van de Barok. Het wordt ook wel de literatuur van de Contra-Reformatie genoemd, omdat de schrijvers meestal rooms-katholiek waren, of zich tot deze godsdienst hadden bekeerd. De tegenstrijdigheid tussen de op God gerichte houding en de stelling dat de mens in het middelpunt stond, geheimzinnigheid en liefdesgevoelens, en het strenge, vrome Christendom en de niet- geestelijkheid is bepalend geweest voor de stijl en het thema van de literaire Barok. De Barok drong door in de Duitse, Franse, Italiaanse, Spaanse, Portugese, Engelse, en Nederlandse literatuur. In de Slavische en Zuid-Amerikaanse letterkunde drong de Barok ook door.
De Muziek van de Barok
De Muzikale Barok begon aan het einde van de 16e eeuw, en eindigde in de eerste helft van de 18e eeuw. Een kenmerk is de ontwikkeling van het eenstemmige gezang zonder begeleiding(monodie), wat als gevolg de solist, de doorbraak van de opera, en het ontstaan van een concert waarin koren, ensembles(samenzang), en solisten tegenover elkaar werden geplaatst had. De overdadige versieringen en de overlapping zijn ook nog terug te vinden in de muziek van de Barok; er waren vaak ineenlopende melodie?n die waren opgebouwd uit steeds terugkerende stukjes. Die herhaling gaf energie en ‘voorspinnend’ karakter aan de melodie van de Barok. In de langzame stukken was er vaak een lang, zangerig stukje.
De Rococo (ca. 1720-1780)
De naam Rococo is waarschijnlijk afkomstig van ‘rocaille’ en ‘coquille’(de kenmerkende schelpvormen van deze tijd). De Rococo is de tijd dat tussen de tijd van de Barok en het Classicisme zit. Het is het vervolg op de Barok. De scheiding tussen de heren en knechten werd steeds sterker in deze tijd. Dat was vooral te merken aan de straatbeelden die de schilders van in die tijd hadden achtergelaten. Het Rococo was ontstaan als reactie op de vormelijke ruimtekunst.
In tegenstelling tot de Barok en het Classicisme was het niet volgens de gebruiken(amoreel) en intu?tief, niet lerend, of intellectueel. H?t kenmerk voor de Rococo is het gevoel voor stijl, elegantie. De Rococokunst was meer bedoeld voor de rijkere mensen, dat werd aangetoond door de schelpachtige c-/ en s vormen ‘rocaille’ en ‘coquille’
De Rococo was net als de Barok grillig, dynamisch, en overdadig, maar bij de Rococo was alles meer gedetailleerd tot op de schoonheid, er was sierlijke beweeglijkheid, en speels luchtigheid. Er werd het liefst met edelmetalen, fonkelende stenen, glanzende zijden, spiegels, en lakwerken. Ook werd er veel natuur in een kunstwerk verwerkt doordat men in het Rococo-tijdperk veel van de natuur hield.
De Beeldende Kunst van de Rococo
De Rococokunst kwam tussen 1700 en 1715 tot stand. Het bleek een reactie op het Barok te zijn. Nu had men behoefte aan sierlijkheid en aangenaamheid. Ze hadden liever de ‘normale’ kunst, dan de koninklijke kunstwerken. Aan de kleinere vertrekken gaf men zachte pastelkleurige tinten. In de Rococo ging het om de verlegging van nadruk en interesse. Ovale vertrekken waren geliefd, en de kleuren in de wand en het plafond gaan in elkaar over. Men koos ook een venster in de vorm van een deur, zodat er veel licht kon binnenvallen. Verder had de Rococo weinig invloed op de structuur van de architectuur.
De eerste veranderingen waren de binnenkanten: bv. het paleis in Versailles, na de dood van Lodewijk XIV wilden de edelen hun elegante herenhuizen in Parijs laten bouwen. Er was veel te klein gebied, waardoor de architect weinig aandacht aan de buitenkant kon besteden, en daarom zoveel mogelijk aandacht aan de binnenkanten van de huizen schonk.
Rond 1730 begon men in Frankrijk steeds meer aandacht aan het uiterlijk te geven van een kunstwerk dmv. De schelpvormen. Het wordt daarom ook wel de Franse Hofstijl genoemd.
De 3 hoofdkenmerken zijn: 1: er werden krullerige en speelse vormen gebruikt, vooral ovalen en de schelp(rocaille)
2: er werden lichte kleuren(pasteltinten)en veel bladgoud gebruikt
3: de thema’s van de kunstwerken waren luchtig en ondeugend.
De Muziek van de Rococo
De muziek had een verbrokkelde melodie met vele versieringen
Het Classicisme (1775-1840)
Rond de 2e helft van de 18e eeuw, dus toen het Classicisme begon, was er een nieuwe Renaissance, het Classicisme genoemd.
Met het Classicisme werd er een richting in de beeldende en bouwkunst dat te maken had met de idealen en thema’s van de klassieke kunst van de oudheid aangeduid. Het werd vaak gebruikt voor de stijlen die de Griekse en Romeinse cultuur te maken hadden. Er werden veel gevoelens aangetoond in de letterkunde, beeldende kunst, bouwkunst, en muziek.
De Beeldende Kunst van het Classicisme
Het Classicisme volgde de Rococo op, net als de Rococo de Barok. De kunstwerken waren zo gemaakt dat het niet heel vol was (soberheid), er was symmetrie, en er waren strakke lijnen, die goed waren verdeeld over het kunstwerk met een regelmaat.
De Letterkunde van het Classicisme
In de letterkunde werden er maatschappelijke en huiselijke toestanden beschreven, bv. de mode, een familiebezoek. Er werden ook dingen beschreven of het goed of kwaad was, mooi of lelijk. In burgerlijke familieromans werd er over doodnormale mensen beschreven van een volk, waarbij hun karakter uitgebreid werd uitgelegd. De zgn. ik- vorm wat we tegenwoordig zo noemen, werd vaak gebruikt dmv. Een soort dagboek om de gevoelens van het karakter in het boek beter te laten zien.
In een burgerlijk drama ging het ook over normale burgers, en niet over de edelen, of de vorst, want bij het volk viel het men op dat zij betere eigenschappen hadden, dus meer deugden, en menselijker waren dan bv. de vorst die bv. zomaar meedogenloos iemand kan laten ombrengen.
In de dichtkunst richtten de dichters zich meestal op de natuur.
De achttiende eeuw werd ook wel de eeuw der Verlichting genoemd. De Verlichting wil zeggen, de tijd dat de mensen streefden naar wetenschappelijke kennis, waardoor ze meer over hun geloof twijfelden of het wel wonderen waren of gewoon vaste natuurwetten waren.
De Muziek van het Classicisme
Er werd veel instrumentale muziek geschreven door de componisten
De Conclusie
De Barok
De kunstenaar heeft de geest van zijn tijd tijdens de Barok zichtbaar gemaakt met kunstwerken waarin er vaak gevoelens en heftige gebaren werden afgebeeld. Hij gebruikte daarbij diagonalen, verspringende vlakken, afsnijdingen, Clair Obscur, en diepe, volle kleuren. Het had een religieuze inslag, en werd daarom ook wel als de kunst van de Contrareformatie beschouwd.
De geest van zijn tijd tijdens de Barok had hij hoorbaar gemaakt door vaak ineenlopende melodie?n die waren opgebouwd uit steeds terugkerende stukjes.
De Rococo
De geest van de tijd tijdens de Rococo werd door de kunstenaar zichtbaar gemaakt met sierlijke, en aangename kunst. Hij gebruikte daarvoor pastelkleurige tinten, en ovale vetrekken waren geliefd omdat de kleuren in de wand en het plafond in elkaar overgingen.
Ook gebruikte hij vooral krullerige en speelse vormen gebruikt, met name de Rocaille. De thema’s van de kunstwerken die hij maakte waren luchtig en ondeugend.
De geest van die tijd werd hoorbaar gemaakt door verbrokkelende melodie?n met vele versieringen eromheen, dwz. Bv. een ‘hoofdinstrument’ speelt de solo, en er is veel versiering eromheen, veel andere instrumenten die ook een stukje ‘meespelen’, maar het ging vooral om d?t ene ‘hoofdinstrument’ dan.
Het Classicisme
Er waren in die tijd kunstwerken waarbij er veel soberheid, symmetrie, en strakke lijnen waren, waarmee de kunstenaar in die tijd zijn geest zichtbaar maakte.
Er werd meestal instrumentale muziek geschreven door de componisten, waarmee hij de geest van het Classicisme hoorbaar had gemaakt.
Handige opties
- Werkstukken over:Van Barok naar Rococo naar Classicisme