Werkstuk: Tijgers
INFO OVER TIJGERS
LATIJNSE NAAM VOOR TIJGER:
Panthera tigres
WELKE SOORTEN LEVEN NOG, WELKE ZIJN UITGESTORVEN?
Er zijn heel veel verschillende soorten tijgers. De soorten die al uitgestorven zijn, zijn:
De Javaanse tijger
De Balinese tijger
De Kaspische tijger
De soorten die nog in leven zijn, zijn:
De Bengaalse tijger 4556*
De Indo-Chinesche tijger 1798
De Sumatraanse tijger 500
De Siberische tijger 406
De Zuid-Chinesche tijger 30
* = Aantal levende tijgers van die soort.
Honderd jaar geleden waren er in totaal nog ± 100.000 tijgers in leven, van de hierboven genoemde soorten. Nu nog ongeveer 7300, heel wat minder dus.
UITERLIJK VAN DE TIJGER
CAMOUFLAGE
De tijger heeft een camouflagekleur. Bijvoorbeeld de Sumatraanse tijger, in de bamboebossen, de rietvelden en de moerassen waar hij woont, smelt zijn beeld helemaal samen met de achtergrond. Niemand merkt nog het verschil tussen het spel van de zon en schaduw in de plantenstengels, of de nabootsing daarvan op de vacht van de tijger.
GEBIT
Het gevaarlijkste wapen van de tijger is zijn gebit. Zijn gebit is typisch dat van een vleeseter. De vier lange hoektanden vallen het meest op. Ze zijn ongeveer 7,5 tot 9 cm lang, afhankelijk van de leeftijd en de grootte van het lichaam. Als hij die eenmaal in de nek van zijn prooi heeft geplant, heeft het dier geen enkele kans meer om te ontsnappen en stikt. Vergeleken met de hoektanden zijn de snijtanden klein. Ze dienen dan ook niet om er vlees mee te snijden, zoals wij dat doen. De knipkiezen uit boven- en onderkaak werken samen als een schaar, waarmee de tijger het vlees in stukken snijdt. Met zijn voortanden schraapt hij de laatste vleesrestjes van de botten.
KLAUWEN
Met zijn scherpe nagels slaat de tijger zijn prooi en haalt hij het slachtoffer naar zich toe om het met een beet in de nek te doden. Net als alle katachtigen, trekt de tijger deze vlijmscherpe nagels in terwijl hij loopt. Twee paar pezen trekken het laatste teenkootje, waar de nagel aan vast zit, omhoog. Zo loopt de tijger onhoorbaar zacht op zijn zolen. Pas als er gevaar dreigt, of als hij in de aanval gaat, flitst hij zijn nagels naar buiten, klaar om toe te slaan. Aan zijn voorpoten heeft de tijger vijf tenen, waarvan de 'duim' te kort is om de grond te raken. Aan de achterpoten heeft de tijger vier tenen.
LICHAAMSBOUW
De grootste tijgersoort is de Siberische tijger. De kleinste tijgersoort is de Sumatraanse tijger. De Siberische tijger is 2.80-3.30 meter lang en de Sumatraanse tijger is 50-80 centimeter kleiner. Volwassen tijgers wegen tussen de 120 en 280 kilogram.
JONGEN
De tijger kan als zij 3 tot 5 jaar oud is jongen krijgen. Deze worden welpen genoemd. De draagtijd van de tijger is ongeveer 100 dagen. Ze krijgen dan meestal 2 tot 6 jongen. Als de welpen geboren zijn wegen ze ongeveer tussen de 790 en 1610 gram. Als de welpen 5 tot 12 dagen oud zijn doen ze voor het eerst de oogjes open. De eerste twee maanden krijgen ze alleen moedermelk te drinken. In de vier maanden daarna krijgen ze vlees dat is voorgekauwd door hun moeder. Als de welpen ongeveer zes maanden oud zijn gaan ze voor het eerst met hun moeder op jacht. Weer zo'n zes maanden later gaan de welpen voor het eerst alleen op jacht. Meestal blijven de welpen tot ze ongeveer 3 jaar oud zijn bij hun moeder. Als de welpen ongeveer 3 tot 5 jaar oud zijn, zijn ze oud genoeg om zelf jongen te krijgen en zelf te overleven.
VOEDSEL EN LEEFGEWOONTEN
Tijgers zijn echte roofdieren. Overdag houden ze zich rustig, maar als het wat donkerder wordt gaan ze op jacht. Tijgers jagen vaak op grote dieren zoals: zwijnen, buffels, herten en antilopen. Aan een zo'n dier heeft een tijger een hele week genoeg. Maar eerst moet een tijger zo'n dier vangen. Dat doet hij door tegen de wind in op zijn prooi af te sluipen, zo wordt hij niet verraden door zijn eigen geur. De tijger blijft zo'n 20 meter van de prooi vandaan en dan maakt hij zich klaar voor de enorme sprongen en de slag waarmee hij de prooi tegen de grond moet slaan. Dan de ijzersterke beet in de nek van het dier. Gemiddeld heeft de tijger zo'n 20 aanvallen nodig om een prooi te vangen. De tijger jaagt 's nachts of 's morgens. Voordat de tijger de prooi gaat opeten, sleept hij het dode dier mee naar een rustige plek. De resten die overblijven verbergt hij voor de volgende maaltijd. Gemiddeld vangen tijgers eens in de 8 dagen een prooi.
TERRITORIUM
Tijgers hebben uitgestrekte gebieden nodig om te kunnen overleven. De grootte van een tijgerterritorium hangt sterk af van het aantal beschikbare prooidieren. Als er veel prooien voorradig zijn, heeft de tijger een kleiner gebied nodig. Als er weinig prooien zijn, kan het territorium van de tijger uit enkele tientallen vierkante kilometers bestaan. Als er voldoende voedsel aanwezig is, blijft een tijger zijn territorium jarenlang trouw. Meestal is het territorium van de tijger rond de 50km2.
WAAR LEEFT DE TIJGER?
Bengaalse tijger
Komt voor in Bangladesh, Bhutan, India, Myanmar en Nepal.
Indo-Chinesche tijger
Komt voor in Cambodja, Laos, Maleisie, Myanmar, Thailand en Vietnam.
Sumatraanse tijger
Komt voor op het Indonesische eiland Sumatra.
Siberische tijger
Komt voor in Rusland, Korea en Noordoost China.
Zuid-Chinesche tijger
Komt voor in China.
Javaanse tijger
Kwam voor op het Indonesische eiland Java.
Balinesche tijger
Kwam voor op het Indonesische eiland Bali.
Kaspische tijger
Kwam voor in Afghanistan.
ZWEMMER
Een tijger is een goede zwemmer, net zoals bijna alle zoogdieren. Jonge tijgers leren het zwemmen spelenderwijs van hun ouders. Kort na de geboorte kunnen ze zich al spartelend boven water houden. Binnen de kortste keren kunnen ze heel goed zwemmen. In tegenstelling tot onze huiskatten, houden tijgers echt van water, ze voelen zich er in thuis. Water biedt hun afkoeling tegen de tropische hitte en het is een goede schuilplaats van waaruit ze het wild kunnen bespionerern. Vaak gaan ze in het water met succes hun prooi achterna. Dankzij hun prima zwemvermogen hebben tijgers zich kunnen verspreiden op Sumatra, Java en Bali, waarbij ze zwemmend brede zeestraten moesten oversteken.
TIJGERS IN DE DIERENTUIN
Als je tijgers wilt zien hoef je niet naar Azie te reizen. Er zijn ook tijgers in een dierentuin 'neergezet'. In de dierentuin zie je vooral veel Siberische, Bengaalse en Sumatraanse tijgers. Er zijn zelfs al meer Siberische en Sumatraanse tijgers in de dierentuin dan in het wild. Tijgers zijn goed te houden in dierentuinen. In een dierentuin planten ze zich meer en sneller voort dan in het wild. In dierentuinen kunnen tijgervrouwtjes elk jaar jongen krijgen. In het wild kunnen ze dat maar 1 keer in de 3 of 4 jaar. De reden hiervoor is dat in de dierentuin het eten voor de dieren wordt klaargelegd, zodat ze niet hoeven te jagen, de welp kan dan gemakkelijk voor zichzelf zorgen. De welp kan dan dus eerder van zijn moeder weg. Hoewel het aantal tijgers toeneemt is de Dierenbescherming toch bezorgd dat sommige groepen te lijden krijgen van inteelt. Inteelt is: als de groepen zo klein zijn dat de tijgers alleen paren met verwante dieren (familie). Daardoor wordt de groep zwakker. Zo'n kleine groep met veel inteelt kan zo uitgeroeid worden door een besmettelijke ziekte. In een gewone grote groep zijn dieren minder vatbaar voor ziektes. Een manier om te zorgen voor een goede verscheidenheid van tijgers is ze in gevangenschap te fokken en ze daarna terug te brengen naar groepen die in het wild leven. Tegenwoordig weken dierentuinen over de hele wereld samen om tijgers te fokken die niet verwant van elkaar zijn. Men hoopt zo in de toekomst weer sterke tijgergeslachten te kunnen loslaten in de reservaten die er dan zijn.
HANDEL IN TIJGERS
Tijgers hebben geen natuurlijke vijanden. De enige vijand die hij heeft is de mens, maar dat is ook gelijk de ergste vijand die een dier kan hebben. Hoewel de internationale handel in tijgerproducten is verboden, worden er nog steeds tijgers gestroopt. De belangrijkste bedreiging voor tijgers is de grote vraag naar hun lichaamsdelen die als ingredient gebruikt worden voor traditionele Aziatische geneesmiddelen. Een ander groot probleem van de tijger is het verlies van leefgebied en de daling van het aantal prooidieren. De bescherming van de tijger stuit bij de boeren rond de reservaten vaak ernstige bezwaren. De meesten hebben maar enkele stuks vee, die ze vrij laten rondlopen in het bos. Het vee wordt vaak een prooi van de tijger. Dit leidt ertoe dat de tijgers uit woede worden afgeschoten.
Waar worden de lichaamsdelen voor gebruikt?
Hersenen
Tegen luiheid en pukkels.
Huid
Tegen psychische stoornissen.
Botten
Tegen reuma, tyfus, malaria en zweren.
Spieren
Tegen misselijkheid, malaria of als versterkend middel.
Lichaamsvet
Tegen aambeien en hondenbeten.
Tanden
Tegen astma, hondsdolheid en geslachtsziekten.
Neus
Tegen epileptische aanvallen en stuiptrekkingen.
Staart
Tegen huidziekten.
Testikels
Tegen tuberculose en opgezette lymfeklieren.
Snorharen
Tegen kiespijn.
Oogballen
Tegen malaria, epilepsie en grauwe staar.
RESERVATEN
De laatste jaren wordt er hard gewerkt aan de bescherming van de tijger. Om dat goed te kunnen moet je veel weten over de leefgewoonten van de tijger. Daarom wordt er uitgebreid onderzoek gedaan naar zijn voortplanting, wat hij eet, hoe hij zijn prooi vangt, enzovoorts. Met die kennis worden er reservaten gesticht. Een reservaat is een afgezet gebied waar dieren of mensen zonder opgejaagd te worden, kunnen leven. De mensen kunnen er dus niets op verbouwen. Deze reservaten moeten groot genoeg zijn om voldoende tijgers een jachtterrein te bieden. Er moet voldoende voedsel zijn om van te kunnen leven.
LATIJNSE NAAM VOOR TIJGER:
Panthera tigres
WELKE SOORTEN LEVEN NOG, WELKE ZIJN UITGESTORVEN?
Er zijn heel veel verschillende soorten tijgers. De soorten die al uitgestorven zijn, zijn:
De Javaanse tijger
De Balinese tijger
De Kaspische tijger
De soorten die nog in leven zijn, zijn:
De Bengaalse tijger 4556*
De Indo-Chinesche tijger 1798
De Sumatraanse tijger 500
De Siberische tijger 406
De Zuid-Chinesche tijger 30
* = Aantal levende tijgers van die soort.
Honderd jaar geleden waren er in totaal nog ± 100.000 tijgers in leven, van de hierboven genoemde soorten. Nu nog ongeveer 7300, heel wat minder dus.
UITERLIJK VAN DE TIJGER
CAMOUFLAGE
De tijger heeft een camouflagekleur. Bijvoorbeeld de Sumatraanse tijger, in de bamboebossen, de rietvelden en de moerassen waar hij woont, smelt zijn beeld helemaal samen met de achtergrond. Niemand merkt nog het verschil tussen het spel van de zon en schaduw in de plantenstengels, of de nabootsing daarvan op de vacht van de tijger.
GEBIT
Het gevaarlijkste wapen van de tijger is zijn gebit. Zijn gebit is typisch dat van een vleeseter. De vier lange hoektanden vallen het meest op. Ze zijn ongeveer 7,5 tot 9 cm lang, afhankelijk van de leeftijd en de grootte van het lichaam. Als hij die eenmaal in de nek van zijn prooi heeft geplant, heeft het dier geen enkele kans meer om te ontsnappen en stikt. Vergeleken met de hoektanden zijn de snijtanden klein. Ze dienen dan ook niet om er vlees mee te snijden, zoals wij dat doen. De knipkiezen uit boven- en onderkaak werken samen als een schaar, waarmee de tijger het vlees in stukken snijdt. Met zijn voortanden schraapt hij de laatste vleesrestjes van de botten.
KLAUWEN
Met zijn scherpe nagels slaat de tijger zijn prooi en haalt hij het slachtoffer naar zich toe om het met een beet in de nek te doden. Net als alle katachtigen, trekt de tijger deze vlijmscherpe nagels in terwijl hij loopt. Twee paar pezen trekken het laatste teenkootje, waar de nagel aan vast zit, omhoog. Zo loopt de tijger onhoorbaar zacht op zijn zolen. Pas als er gevaar dreigt, of als hij in de aanval gaat, flitst hij zijn nagels naar buiten, klaar om toe te slaan. Aan zijn voorpoten heeft de tijger vijf tenen, waarvan de 'duim' te kort is om de grond te raken. Aan de achterpoten heeft de tijger vier tenen.
LICHAAMSBOUW
De grootste tijgersoort is de Siberische tijger. De kleinste tijgersoort is de Sumatraanse tijger. De Siberische tijger is 2.80-3.30 meter lang en de Sumatraanse tijger is 50-80 centimeter kleiner. Volwassen tijgers wegen tussen de 120 en 280 kilogram.
JONGEN
De tijger kan als zij 3 tot 5 jaar oud is jongen krijgen. Deze worden welpen genoemd. De draagtijd van de tijger is ongeveer 100 dagen. Ze krijgen dan meestal 2 tot 6 jongen. Als de welpen geboren zijn wegen ze ongeveer tussen de 790 en 1610 gram. Als de welpen 5 tot 12 dagen oud zijn doen ze voor het eerst de oogjes open. De eerste twee maanden krijgen ze alleen moedermelk te drinken. In de vier maanden daarna krijgen ze vlees dat is voorgekauwd door hun moeder. Als de welpen ongeveer zes maanden oud zijn gaan ze voor het eerst met hun moeder op jacht. Weer zo'n zes maanden later gaan de welpen voor het eerst alleen op jacht. Meestal blijven de welpen tot ze ongeveer 3 jaar oud zijn bij hun moeder. Als de welpen ongeveer 3 tot 5 jaar oud zijn, zijn ze oud genoeg om zelf jongen te krijgen en zelf te overleven.
VOEDSEL EN LEEFGEWOONTEN
Tijgers zijn echte roofdieren. Overdag houden ze zich rustig, maar als het wat donkerder wordt gaan ze op jacht. Tijgers jagen vaak op grote dieren zoals: zwijnen, buffels, herten en antilopen. Aan een zo'n dier heeft een tijger een hele week genoeg. Maar eerst moet een tijger zo'n dier vangen. Dat doet hij door tegen de wind in op zijn prooi af te sluipen, zo wordt hij niet verraden door zijn eigen geur. De tijger blijft zo'n 20 meter van de prooi vandaan en dan maakt hij zich klaar voor de enorme sprongen en de slag waarmee hij de prooi tegen de grond moet slaan. Dan de ijzersterke beet in de nek van het dier. Gemiddeld heeft de tijger zo'n 20 aanvallen nodig om een prooi te vangen. De tijger jaagt 's nachts of 's morgens. Voordat de tijger de prooi gaat opeten, sleept hij het dode dier mee naar een rustige plek. De resten die overblijven verbergt hij voor de volgende maaltijd. Gemiddeld vangen tijgers eens in de 8 dagen een prooi.
TERRITORIUM
Tijgers hebben uitgestrekte gebieden nodig om te kunnen overleven. De grootte van een tijgerterritorium hangt sterk af van het aantal beschikbare prooidieren. Als er veel prooien voorradig zijn, heeft de tijger een kleiner gebied nodig. Als er weinig prooien zijn, kan het territorium van de tijger uit enkele tientallen vierkante kilometers bestaan. Als er voldoende voedsel aanwezig is, blijft een tijger zijn territorium jarenlang trouw. Meestal is het territorium van de tijger rond de 50km2.
WAAR LEEFT DE TIJGER?
Bengaalse tijger
Komt voor in Bangladesh, Bhutan, India, Myanmar en Nepal.
Indo-Chinesche tijger
Komt voor in Cambodja, Laos, Maleisie, Myanmar, Thailand en Vietnam.
Sumatraanse tijger
Komt voor op het Indonesische eiland Sumatra.
Siberische tijger
Komt voor in Rusland, Korea en Noordoost China.
Zuid-Chinesche tijger
Komt voor in China.
Javaanse tijger
Kwam voor op het Indonesische eiland Java.
Balinesche tijger
Kwam voor op het Indonesische eiland Bali.
Kaspische tijger
Kwam voor in Afghanistan.
ZWEMMER
Een tijger is een goede zwemmer, net zoals bijna alle zoogdieren. Jonge tijgers leren het zwemmen spelenderwijs van hun ouders. Kort na de geboorte kunnen ze zich al spartelend boven water houden. Binnen de kortste keren kunnen ze heel goed zwemmen. In tegenstelling tot onze huiskatten, houden tijgers echt van water, ze voelen zich er in thuis. Water biedt hun afkoeling tegen de tropische hitte en het is een goede schuilplaats van waaruit ze het wild kunnen bespionerern. Vaak gaan ze in het water met succes hun prooi achterna. Dankzij hun prima zwemvermogen hebben tijgers zich kunnen verspreiden op Sumatra, Java en Bali, waarbij ze zwemmend brede zeestraten moesten oversteken.
TIJGERS IN DE DIERENTUIN
Als je tijgers wilt zien hoef je niet naar Azie te reizen. Er zijn ook tijgers in een dierentuin 'neergezet'. In de dierentuin zie je vooral veel Siberische, Bengaalse en Sumatraanse tijgers. Er zijn zelfs al meer Siberische en Sumatraanse tijgers in de dierentuin dan in het wild. Tijgers zijn goed te houden in dierentuinen. In een dierentuin planten ze zich meer en sneller voort dan in het wild. In dierentuinen kunnen tijgervrouwtjes elk jaar jongen krijgen. In het wild kunnen ze dat maar 1 keer in de 3 of 4 jaar. De reden hiervoor is dat in de dierentuin het eten voor de dieren wordt klaargelegd, zodat ze niet hoeven te jagen, de welp kan dan gemakkelijk voor zichzelf zorgen. De welp kan dan dus eerder van zijn moeder weg. Hoewel het aantal tijgers toeneemt is de Dierenbescherming toch bezorgd dat sommige groepen te lijden krijgen van inteelt. Inteelt is: als de groepen zo klein zijn dat de tijgers alleen paren met verwante dieren (familie). Daardoor wordt de groep zwakker. Zo'n kleine groep met veel inteelt kan zo uitgeroeid worden door een besmettelijke ziekte. In een gewone grote groep zijn dieren minder vatbaar voor ziektes. Een manier om te zorgen voor een goede verscheidenheid van tijgers is ze in gevangenschap te fokken en ze daarna terug te brengen naar groepen die in het wild leven. Tegenwoordig weken dierentuinen over de hele wereld samen om tijgers te fokken die niet verwant van elkaar zijn. Men hoopt zo in de toekomst weer sterke tijgergeslachten te kunnen loslaten in de reservaten die er dan zijn.
HANDEL IN TIJGERS
Tijgers hebben geen natuurlijke vijanden. De enige vijand die hij heeft is de mens, maar dat is ook gelijk de ergste vijand die een dier kan hebben. Hoewel de internationale handel in tijgerproducten is verboden, worden er nog steeds tijgers gestroopt. De belangrijkste bedreiging voor tijgers is de grote vraag naar hun lichaamsdelen die als ingredient gebruikt worden voor traditionele Aziatische geneesmiddelen. Een ander groot probleem van de tijger is het verlies van leefgebied en de daling van het aantal prooidieren. De bescherming van de tijger stuit bij de boeren rond de reservaten vaak ernstige bezwaren. De meesten hebben maar enkele stuks vee, die ze vrij laten rondlopen in het bos. Het vee wordt vaak een prooi van de tijger. Dit leidt ertoe dat de tijgers uit woede worden afgeschoten.
Waar worden de lichaamsdelen voor gebruikt?
Hersenen
Tegen luiheid en pukkels.
Huid
Tegen psychische stoornissen.
Botten
Tegen reuma, tyfus, malaria en zweren.
Spieren
Tegen misselijkheid, malaria of als versterkend middel.
Lichaamsvet
Tegen aambeien en hondenbeten.
Tanden
Tegen astma, hondsdolheid en geslachtsziekten.
Neus
Tegen epileptische aanvallen en stuiptrekkingen.
Staart
Tegen huidziekten.
Testikels
Tegen tuberculose en opgezette lymfeklieren.
Snorharen
Tegen kiespijn.
Oogballen
Tegen malaria, epilepsie en grauwe staar.
RESERVATEN
De laatste jaren wordt er hard gewerkt aan de bescherming van de tijger. Om dat goed te kunnen moet je veel weten over de leefgewoonten van de tijger. Daarom wordt er uitgebreid onderzoek gedaan naar zijn voortplanting, wat hij eet, hoe hij zijn prooi vangt, enzovoorts. Met die kennis worden er reservaten gesticht. Een reservaat is een afgezet gebied waar dieren of mensen zonder opgejaagd te worden, kunnen leven. De mensen kunnen er dus niets op verbouwen. Deze reservaten moeten groot genoeg zijn om voldoende tijgers een jachtterrein te bieden. Er moet voldoende voedsel zijn om van te kunnen leven.