Werkstuk: Sejour à Chamonix
S?jour ? Chamonix
Wij zijn in Chamonix om de berg de Mont Blanc te beklimmen.
De Familie Leclerc en Dubois brengen hier enkele dagen door.
Meneer Leclerc is advocaat, echtpaar leclerc heeft een zoon, Oliver 18 jaar.
M.Dubois is landbouwer en fokker van Duitse herders, het echtpaar Dubois heeft een dochter: Sylvie 16 jaar.
De twee families reizen samen, sinds gedurende jaren in de zomer.
Mevrouw Dubois houdt niet van reizen zonder hun hond. De hond is een mooie Duitse herder, hij heet Ulysse.
De twee families verblijven in het Hotel: Bel air. Tegen de receptioniste zegt meneer Dubois: Hallo meneer, ik zou graag twee kamers willen hebben.
De receptioniste: Het spijt me, alle kamers zijn bezet. Meneer Dubois: Maar ik heb gereserveerd.
De receptioniste: wat is uw naam? Ik heb gereserveerd voor meneer Leclerc en Dubois.
De receptioniste kijkt in een groot boek. Hij zegt: het is waar, uw kamers zijn op de vijfde etage de nummers zijn:518 en 519.
Hier zijn de sleutels en de lift is daarginds. Dan zijn ze in de kamers. Sylvie gaat naar het balkon. Ze houdt van mooie uitzichten. De hoge bergen zijn bedekt met sneeuw.
Sylvie vraagt: waar is de Mont Blanc papa? Daar links maar, men kan niet alle bergen zien. Papa zegt: Morgen om 12 uur gaan wij stijgen naar de Aiguille met de kabelbaan.
Dan zul je de Mont Blanc zien. Tegenover hun balkon staat Olivier op zijn balkon. Hij roept: Sylvie kijkt, daar is het station van de kabelbaan. Ik zou meteen willen stijgen!
Maar vandaag is het te laat. De twee families gaan samen naar de eetzaal om te eten.
Na het eten gaan alle mensen naar bed.
Het is na de middag en de twee families gaan een rondwandeling maken in het centrum van Chamonix. Op een gegeven moment staan ze voor een monument van Jacques Balmat. Oliver vraagt: wie is Jacques Balmat papa? Dat is iemand die voor het eerst op top van de Mont
Blanc is gekomen, dat was in 1786. Oliver: Papa is het moeilijk om de Mont Blanc te beklimmen? Natuurlijk Oliver, de Mont Blanc is 4807 meter hoog. In de lucht zit weinig zuurstof. Daarom heb je een lange adem nodig en een goede berggids. Met deze dingen is het mogelijk. Kunnen wij met z?n drie?n, papa, meneer Dubois en ik de berg beklimmen?
Men laat de vrouwen altijd beneden. Sylvie protesteert: Ik heb wel een lange adem hoor. En jij weet goed dat ik met jou sportieve dingen doe, Oliver.
Mevrouw Leclerc zegt: Men bereidt de beklimming van 5000 meter niet goed voor.
Je moet een speciale uitrusting hebben voor de beklimming, overigens heb ik behoefte aan een zonnebril. We moeten naar het winkel centrum.
Mevrouw Leclerc past brillen, ze kijkt in de Spiegel. Olivier en Sylvie gaan naar een ander deel van de winkel waar je ski?s en een uitrusting voor de bergwandeling kan kopen.
Geloof jij dat de zomer het beste seizoen is om de bergwandeling te maken? Vraagt Sylvie aan Olivier. Olivier antwoord: Ik weet het niet, ik moet het vragen aan mijn pa.
Olivier duwt Sylvie en zegt: zie jij die jonge vrouw? Sylvie ziet een jonge vrouw met lange haren die naar anoraks voor dames kijkt. Rustig voorziet zij het van een etiket van de prijs... als ze verder loopt, zij legt de anorak op een andere tafel, zij neemt handschoenen die zij verbergt in zijn anorak. Vervolgens gaat zij rustig naar de uitgang. Olivier loopt naar zijn vader en zegt: Papa die vrouw daarginds dat is een dief! Weet je dat zeker Olivier?
Ja, papa zij heeft een anorak en ook handschoenen gestolen.
Ze vertellen dat er een dief is. Maar ze is al weg. Ze gaan nog wel naar buiten maar omdat het buiten stikt van de wandelaars kunnen ze de dief niet meer zien.
Het is ongelofelijk deze vrouw is onbeschoft zegt Sylvie. Waar zou ze naar toe zijn gegaan? Vraagt mevrouw Leclerc. Olivier zegt: ze streelde een anorak en handschoenen, zij had niet het uiterlijk van een dief en ze was mooi en jong. Zij lijkt net zoals vele jonge vrouwen euh?.normaal. Ja, zegt Sylvie. Ze leek niet ook niet arm.
De volgende dag schijnt de zon in een blauwe hemel. Na het ontbijt gaan de twee families met fototoestellen en verrekijkers naar het station van de kabelbaan. Mevrouw Dubois houdt Ulysse (de hond) aan de lijn. Ze zegt: ik kies er voor om beneden te blijven en ik geloof dat ook Ulysse beneden wil blijven. Sylvie zegt tegen haar moeder (mevr Leclerc) Wil je niet de Mont Blanc beklimmen?Het is de hoogste berg van Europa. Mevrouw Leclerc zegt: ook ik blijf beneden. Ik vind het te gevaarlijk! Mijn hart zal heel snel gaan kloppen daar boven.
Ik blijf hier met mevrouw Dubois. Wij wachten jullie terugkeer in het caf? hier tegenover.
Meneer leclerc koopt vier kaartjes voor meneer Dubois, Olivier, Sylvie en voor hem zelf.
Ze gaan in de cabine zitten met nog een twintigtal mensen.
Wanneer de cabine in beweging wordt gezet, slaakt Sylvie een kreet.
Het is een vreemd gevoel als je wordt opgetild. Ze gaan over de weg. Men is onder de indruk omdat de cabine bijna verticaal stijgt. De stad Chamonix wordt steeds kleiner. Iedereen bewondert het panorama. Hoger is de berg veel wilder en schilderachtig. Men ziet onder de rotsen zijn toeristen. Op 2310 meter hoogte stopt de cabine bij het station. Enkele toeristen gaan naar beneden. Sylvie ademt lucht verse lucht. Dat doet haar goed. Enkele Minuten later, men sluit de poort en de cabine zet de beklimming van Mont Blanc voort. Het standpunt over de hogere gebieden is indrukwekend. Sylvie ziet de grote bergen, in de vorm van puntige piramides dat men naalden noemt.De bergen met vlakke toppen die bedekt zijn met sneeuw.
Men noemt dat koepels. De sneeuw schittert aan de zon. Aan de schaduw heeft zij paarse afspiegelingen. Meneer Dubois toont aan Sylvie een immense gletsjer. Sylvie neemt de hand van haar vader. Men ziet tenslotte het hoge station van de kabelbaan. Men komt aan bij een naald rond 12 uur de naald is 3800 meter.
Van het panoramaterras is het standpunt wonderlijk. Men kijkt in alle richtingen.
Meneer Leclerc gaat naar gids Michelin en vraagt naar de namen van de bergen.
Meneer Dubois neemt zijn verrekijker om de details van de bergen te zien.
De naam van de berg Mont Blanc is een goede keuze, zegt Sylvie.
Olivier: het maakt indruk op me: de witte top tegen de blauwe lucht en hoeveel km is het van hier? Meneer Leclerc kijkt naar zijn gids. De gids zegt: 5 km, dit panorama is uniek.
De beklimming van de Mont Blanc wil ik erg goed doen, zegt Sylvie. Men kan men hier blijven en een uitrusting kopen voor de beklimming? Meneer Leclerc: dat weet jij best, een uitrusting is niet voldoende. Je moet het berg beklimmen leren. Je begint met kleine bergen te beklimmen, met een monitor. Vervolgens als alles goed gaat kan men hogere bergen beklimmen. Jij weet dat de Mont Blanc een moeilijke beklimming is, zelfs voor de goede beklimmers. Heeft U wel eens eerder geklommen, vraagt Olivier aan meneer Leclerc.
Ja, maar niet in de Alpen, antwoord hij. Ik heb de niet erg moeilijke bergen beklommen in de Ardennen. Er zijn vaak ongevallen in de bergen, zegt meneer Dubois. Men neemt te veel risico?s of kiest het verkeerde seizoen. De zomer is het beste, zegt Sylvie.
Ja, zegt Olivier, in de winter is er te veel sneeuw en heel hoog is het te koud. In het voorjaar smelt de sneeuw. Dan zijn er veel lawines. Dat is erg gevaarlijk. Maar in de zomer kunnen er ook lawines zijn! Ja, antwoord meneer Dubois, in de bergen mag je niet schreeuwen of een ander geluidshinder. Het geluid kan lawines veroorzaken.
Ze kijken continu naar het mooie uitzicht. Het is Olivier die ontdekt dat er een lift is die leidt tot het punt waar ze om 12 uur moeten zijn. Zullen we de lift nemen? Vraagt Sylvie. Jij wilt met Olivier Klimmen, ik blijf hier, zegt meneer leclerc. Ik blijf ook hier, zegt meneer Dubois.
Hier heb je de verrekijkers Sylvie. Het panorama heeft niet veel afwisseling. Sylvie richt de verrekijker op de Mont Blanc. Zie je beklimmers die stijgen? Vraagt Olivier. Ze nemen de verrekijkers, maar ze zien niemand. Ze richten de verrekijkers op het terras waar ze hun vaders zien. Kijk zegen ze, daar is de dief van het winkel centrum! Ze gaat naar het terras.
Sylvie zegt: geef mij de verrekijker. Dan merkt zij duidelijk op dat deze vrouw m.leclerc en m.Dubois nadert. De vrouw haalt een portemonnee uit de zak van meneer Dubois. Hij merkt niets zegt Sylvie. Ja?, vraagt Olivier. Sylvie geeft de verrekijker aan Olivier. Deze vrouw heeft de portemonnee gestolen van papa! Nu praten ze met een oude mevrouw, zegt Olivier.
Sylvie en Olivier lopen naar de lift. Enkele minuten later komen ze aan bij hun vaders.
Sylvie zegt tegen haar vader: Jou portemonnee papa, een jonge vrouw heeft die gestolen.
Wat zeg je Sylvie! Meneer Dubois is geschrokken hij zoekt naar zijn portemonnee.
De dief van het winkelcentrum heeft het gedaan. Wanneer dan? Toen net nog we hebben het bekeken met de verrekijkers. Ze gaan de jonge vrouw zoeken. M.Dubois ziet zijn anorak in de kabelbaan die naar beneden gaat. Kan U de cabine laten terugkomen? Vraagt Meneer Dubois aan de werknemer. Niet mogelijk meneer, U kunt wel naar beneden gaan over een halfuur. In die cabine zit een jonge vrouw die mijn portemonnee heeft gestolen met mijn paspoort, mijn rijbewijs, bankpasje, cheques en mijn geld zegt meneer Dubois gewanhoopt.
De werknemer zegt: Men kan wel bellen of de politie bij het station die mevrouw aanhoudt.
Goed, doe dat snel zegt M Dubois. Terwijl de werknemer belt vraagt M.Dubois mag ik naar het caf? hier tegen over bellen om het aan mijn vrouw te vertellen. Ja zegt de werknemer.
Meneer zegt tegen zijn vrouw: iemand heeft mijn portemonnee gestolen Annette ja, echt mijn portemonnee. Het was de dief van het winkelcentrum. Ze zit op dit moment in een cabine die naar beneden gaat. Doe iets Annette!
Een halfuur late gaan M.Dubois en de rest naar beneden met de kabelbaan. Ze zien mensen die schreeuwen het is een tumult. Politieagenten sluiten de dief en mevrouw Dubois in met hun kwade hond die niet ophoudt met blaffen. Ze hebben de dief aangehouden denkt M. Dubois. Maar waar is mijn portemonnee? Tot zijn verrassing is de politie gekomen maar, mevrouw Dubois heeft de jonge vrouw aangegeven. De dief heeft energiek ontkend iets gestolen te hebben. De politie heeft haar zak gecontroleerd maar men heeft niets kunnen vinden. De politie heeft een vrouwelijke collega laten komen die is de wc in gegaan met de jonge vrouw om haar te controleren. Het resultaat: men heeft niets gevonden.
De jonge vrouw is hierom woedend geworden. De hond van mevrouw Dubois geloofde dat de dief zijn vrouwtje wilde aanvallen. Hij heeft de dief gebeten die nu een groot gat in haar broek heeft. De dief vraagt of mevrouw Dubois de broek wil betalen: 1000 francs.
Moet ik dat echt doen vraagt mevr Dubois. De politie schrijft een P.V.
Mevr. Dubois zegt haar adres en naam. De politie vraagt aan meneer Dubois waarom hij deze vrouw als verdachte heeft gezien. Nou, antwoord hij mijn dochter heeft alles gezien met haar verrekijker. Wat is de naam van uw dochter? Sylvie, meneer.
U hebt gehoord, meneer dat deze vrouw 1000 francs vraagt. Zegt de politieagent.
1000 francs! Maar zij heeft mijn portemonnee gestolen dan kan ik niet betalen. Zegt M. Dubois. De jonge vrouw dreigt om een klacht in te dienen voor deze belediging.
Meneer Leclerc zegt: ik betaal het wel voor mijn vriend maar op een voorwaarde dat deze jonge vrouw niet meer klaagt. De politie schrijft deze voorwaarde in het P.V.
De jonge vrouw gaat er mee akkoord en neemt het geld aan en ondertekend het P.V. en gaat weg.
Meneer Dubois tegen haar dochter: wat een onheil, Sylvie jij hebt duidelijk gezien dat deze vrouw mijn portemonnee gestolen heeft! Ja papa. En Olivier jij hebt gezien wat zij heeft gedaan? Ja, exact meneer maar ik heb gezien wanneer deze vrouw weggegaan is van de cabine. Ik heb ook gezien dat zij heeft gepraat met een oude dame. Ik begrijp iets niet zegt meneer Dubois. Waarom heeft zij iets gevonden van mijn spullen. Weet jij alles zeker Sylvie! Ja papa, alles. Wat een dag! In plaats van de schoonheden van Chamonix te bewonderen, moet M.Dubois een nieuw paspoort vragen, hij moet zijn verzekering en zijn bank opbellen. ?s Avonds dineren beide families samen in het restaurant Van het hotel Bel-Air. M.Dubois wordt vermoeid.
Hij eet niet veel. Hij spreekt de hele tijd over zijn portefeuille en van de dief. Weet jij zeker Sylvie dat die vrouw het heeft gedaan? Denk nog eens goed na. Ik heb duidelijk gezien dat het die vrouw was! En ik begrijp niet dat de politie niets gevonden heeft.
Tegenover hun zit de familie Ferr? uit Parijs, gister avond heeft mevr. Leclerc ze ontmoet.
Ze vragen wat er is gebeurd. Meneer leclerc vertelt het hele verhaal van de diefstal.
Meneer Ferr? zegt dat de politie niet goed genoeg gezocht heeft. En hij vertelt een raar verhaal: hij vertelt over zijn tante die heel rijk is en veel sieraden heeft. Haar vriendinnen komen op bezoek. Een van haar vriendinnen zit de hele tijd naar haar ring te kijken.
Op een gegeven moment gaat mijn tante naar het toilet. Ze heeft haar ring afgedaan om goed de handen te kunnen wassen. Als ze terug komt is de ring weg. Mijn tante schreeuwt: Ik heb een dief in mijn huis! De politie controleert de vriendinnen. Maar ze vinden niets. Mijn tante geeft de politie op om in de haren te gaan zoeken. De politie doet dat en vind de ring.
Iedereen lacht aan tafel. Maar meneer Dubois zegt: een portemonnee kan je niet in de haren verstoppen. Dan praten ze nog lang door tot dat meneer Ferr? zegt: Snel naar bed het is al heel erg laat. En de twee families en de ferr?s gaan naar hun kamers.
Sylvie kan niet slapen, ze denkt: waarom konden ze niets vinden bij deze vrouw.
Ik heb duidelijk gezien dat die vrouw de portemonnee van papa heeft gestolen.
Deze steelde toch ook in het winkelcentrum? Heeft de politie deze vrouw wel goed gecontroleerd. Het is een uur in de ochtend en nog slaapt ze niet. Ze gaat naar het balkon.
De volle maan verlicht een deel van de stad Chamonix. Als zo vredig kalmeert.
De bergen zijn nog steeds zo groot in de schaduw van de nacht. Beneden ziet ze de parkeerplaats, daar staat de grijze Renault van meneer Leclerc en de witte Citro?n van papa.
En plotseling ziet ze enkele die proberen de auto van haar vader te openen.
Papa! Roept Sylvie kom snel ze stelen je auto. Even later hebben de personen de auto open.
Ze stapen in en rijden weg. Meneer Dubois zegt tegen zijn vrouw vlug bel de politie.
Hij gaat naar meneer Leclerc en gaat samen hem, de hond en Sylvie naar de parkeerplaats.
Ze gaan met de auto van meneer leclerc weg. Ze gaan de zelfde richting in als de auto van meneer Dubois maar ze zien niets. Ze zijn nu bij het station van de kabelbaan maar er is niemand gedurende de nacht. Sylvie begrijpt wat er gebeurd is: de jonge vrouw die de portemonnee gestolen heeft, zij heeft gezien dat ik in de verrekijker naar haar keek en op het moment dat ik de verrekijker over gaf aan Olivier heeft zij de portemonnee aan de oude dame gegeven waar ze mee praatte. De oude dame is medeplichtig. Ze verteld het aan haar vader dat ze weet waarom de politie niks kon vinden. Maar papa luistert niet hij zegt: ik wil mijn auto terug vinden en in de nacht is dat heel moeilijk dus kijk nou maar goed. Maar Sylvie denkt: ik weet zeker dat ik gelijk heb. Ze nemen de rijksweg (snelweg) in de richting van St. Gervais.
Terwijl ze op de afslag zitten van de Mont Blanc tunnel. Schreeuwt Sylvie: papa zie je die witte auto daarginds? Hij neemt meteen de afslag waar de witte auto rijdt. In de tunnel waar ze tol moeten betalen vraagt meneer Dubois aan de medewerker was dat toe net een witte Citro?n meneer? Hij antwoord: ja meneer, meneer Dubois zegt vlug die auto is van mij en is gestolen bel de politie. En dat doet de medewerker. Terwijl ze aan komen bij de douane van Itali? zien ze dat de auto van meneer Dubois is aangehouden. De rijkspolitie is op de hoogte.
De politie wil de papieren hebben van de mevrouwen in de auto van meneer Dubois. De politieagent zegt: zo zo zo, dat klopt dat jullie niets hebben want deze auto is ingeschreven op de naam van M. Alain Dubois en niet op Gina Daporte zoals in uw paspoort vermeld staat.
Meneer Dubois is mijn Oom, zegt de jonge vrouw tegen de agent. Kom op zeg M. Dubois hier en is uw Oom helemaal niet. Ik hou u aan wegens diefstal. Sylvie is niet verrast dit is de zelfde vrouw die in het Winkelcentrum steelde en in de bergen waar ze de buit aan een oude vrouw gaf, die oude vrouw zit nu bij haar in de auto. Misschien is dat de moeder.
De vrouw vernam dat mijn vader verbleef in Bel-Air. Ze gaan weer terug naar het hotel met twee auto?s. Als ze bij het hotel aankomen dan is het 5 uur in de ochtend. Iedereen gaat nog even slapen. Maar Sylvie zegt: slapen? Nu? Het leven is te mooi om te slapen! Sylvie vraagt aan papa of hij met haar een lange wandeling wil maken, maar vader is te moe hij wil slapen.
Plotseling loopt er vrouw door het Hotel. Ze draagt een pantalon, een pull-over, enorme skischoenen en een zonnebril: de glazen lijken wel op de oren van Mickey Mouse. En ze draagt ook een grote rugzak. Het is mevrouw Ferr?, ze is alleen en gaat een wandeling maken.
Waarom ga je niet met haar, vraagt mevrouw Dubois aan Sylvie.Sylvie gaat naar mevrouw Ferr?. Mevr. Ferr? vindt het goed dat Sylvie meegaat. Ik maak wel altijd lange tochten, zegt mevr. Ferr?. Heb je Goede schoenen Sylvie? Ja, Hoor zegt Sylvie.
Terwijl iedereen slaapt schouwt Sylvie achter Mevr. Ferr? aan in de bergen.
Als het Meneer Dubois wakker wordt gaat hij in zijn auto zoeken naar zijn portemonnee en al zijn papieren. Hij vindt zoals gewoonlijk zijn portemonnee in de zak van de pantalon.
Men mag het daar niet in doen want, dat is veel te makkelijk voor dieven.
Het is tegen vijven in de middag als Sylvie terug komt zo rood als een tomaat.
Sylvie zegt pfff! En laat zich in een leunstoel vallen. Luister eens zegt meneer Dubois, zonder jou was ik nu nog steeds al mijn spullen kwijt. Jij verdient een beloning.
Sylvie denkt wat zou hij als beloning geven? Luister goed zegt vader, wij twee?n gaan de Mont Blanc beklimmen. Ik heb gepraat met een Gids en?. Oh nee papa ik heb al alle tochten gelopen. Ik heb al minstens 30 Km gelopen. Iedereen roept zullen we naar de kust van Azuur gaan! Ja, dat is leuk zegt meneer Dubois, dan heb ik nog een voorstel. Ik koop voor jou een surfplank. Sylvie zegt, dat is een goed idee en ze omhelst haar vader.
Wij zijn in Chamonix om de berg de Mont Blanc te beklimmen.
De Familie Leclerc en Dubois brengen hier enkele dagen door.
Meneer Leclerc is advocaat, echtpaar leclerc heeft een zoon, Oliver 18 jaar.
M.Dubois is landbouwer en fokker van Duitse herders, het echtpaar Dubois heeft een dochter: Sylvie 16 jaar.
De twee families reizen samen, sinds gedurende jaren in de zomer.
Mevrouw Dubois houdt niet van reizen zonder hun hond. De hond is een mooie Duitse herder, hij heet Ulysse.
De twee families verblijven in het Hotel: Bel air. Tegen de receptioniste zegt meneer Dubois: Hallo meneer, ik zou graag twee kamers willen hebben.
De receptioniste: Het spijt me, alle kamers zijn bezet. Meneer Dubois: Maar ik heb gereserveerd.
De receptioniste: wat is uw naam? Ik heb gereserveerd voor meneer Leclerc en Dubois.
De receptioniste kijkt in een groot boek. Hij zegt: het is waar, uw kamers zijn op de vijfde etage de nummers zijn:518 en 519.
Hier zijn de sleutels en de lift is daarginds. Dan zijn ze in de kamers. Sylvie gaat naar het balkon. Ze houdt van mooie uitzichten. De hoge bergen zijn bedekt met sneeuw.
Sylvie vraagt: waar is de Mont Blanc papa? Daar links maar, men kan niet alle bergen zien. Papa zegt: Morgen om 12 uur gaan wij stijgen naar de Aiguille met de kabelbaan.
Dan zul je de Mont Blanc zien. Tegenover hun balkon staat Olivier op zijn balkon. Hij roept: Sylvie kijkt, daar is het station van de kabelbaan. Ik zou meteen willen stijgen!
Maar vandaag is het te laat. De twee families gaan samen naar de eetzaal om te eten.
Na het eten gaan alle mensen naar bed.
Het is na de middag en de twee families gaan een rondwandeling maken in het centrum van Chamonix. Op een gegeven moment staan ze voor een monument van Jacques Balmat. Oliver vraagt: wie is Jacques Balmat papa? Dat is iemand die voor het eerst op top van de Mont
Blanc is gekomen, dat was in 1786. Oliver: Papa is het moeilijk om de Mont Blanc te beklimmen? Natuurlijk Oliver, de Mont Blanc is 4807 meter hoog. In de lucht zit weinig zuurstof. Daarom heb je een lange adem nodig en een goede berggids. Met deze dingen is het mogelijk. Kunnen wij met z?n drie?n, papa, meneer Dubois en ik de berg beklimmen?
Men laat de vrouwen altijd beneden. Sylvie protesteert: Ik heb wel een lange adem hoor. En jij weet goed dat ik met jou sportieve dingen doe, Oliver.
Mevrouw Leclerc zegt: Men bereidt de beklimming van 5000 meter niet goed voor.
Je moet een speciale uitrusting hebben voor de beklimming, overigens heb ik behoefte aan een zonnebril. We moeten naar het winkel centrum.
Mevrouw Leclerc past brillen, ze kijkt in de Spiegel. Olivier en Sylvie gaan naar een ander deel van de winkel waar je ski?s en een uitrusting voor de bergwandeling kan kopen.
Geloof jij dat de zomer het beste seizoen is om de bergwandeling te maken? Vraagt Sylvie aan Olivier. Olivier antwoord: Ik weet het niet, ik moet het vragen aan mijn pa.
Olivier duwt Sylvie en zegt: zie jij die jonge vrouw? Sylvie ziet een jonge vrouw met lange haren die naar anoraks voor dames kijkt. Rustig voorziet zij het van een etiket van de prijs... als ze verder loopt, zij legt de anorak op een andere tafel, zij neemt handschoenen die zij verbergt in zijn anorak. Vervolgens gaat zij rustig naar de uitgang. Olivier loopt naar zijn vader en zegt: Papa die vrouw daarginds dat is een dief! Weet je dat zeker Olivier?
Ja, papa zij heeft een anorak en ook handschoenen gestolen.
Ze vertellen dat er een dief is. Maar ze is al weg. Ze gaan nog wel naar buiten maar omdat het buiten stikt van de wandelaars kunnen ze de dief niet meer zien.
Het is ongelofelijk deze vrouw is onbeschoft zegt Sylvie. Waar zou ze naar toe zijn gegaan? Vraagt mevrouw Leclerc. Olivier zegt: ze streelde een anorak en handschoenen, zij had niet het uiterlijk van een dief en ze was mooi en jong. Zij lijkt net zoals vele jonge vrouwen euh?.normaal. Ja, zegt Sylvie. Ze leek niet ook niet arm.
De volgende dag schijnt de zon in een blauwe hemel. Na het ontbijt gaan de twee families met fototoestellen en verrekijkers naar het station van de kabelbaan. Mevrouw Dubois houdt Ulysse (de hond) aan de lijn. Ze zegt: ik kies er voor om beneden te blijven en ik geloof dat ook Ulysse beneden wil blijven. Sylvie zegt tegen haar moeder (mevr Leclerc) Wil je niet de Mont Blanc beklimmen?Het is de hoogste berg van Europa. Mevrouw Leclerc zegt: ook ik blijf beneden. Ik vind het te gevaarlijk! Mijn hart zal heel snel gaan kloppen daar boven.
Ik blijf hier met mevrouw Dubois. Wij wachten jullie terugkeer in het caf? hier tegenover.
Meneer leclerc koopt vier kaartjes voor meneer Dubois, Olivier, Sylvie en voor hem zelf.
Ze gaan in de cabine zitten met nog een twintigtal mensen.
Wanneer de cabine in beweging wordt gezet, slaakt Sylvie een kreet.
Het is een vreemd gevoel als je wordt opgetild. Ze gaan over de weg. Men is onder de indruk omdat de cabine bijna verticaal stijgt. De stad Chamonix wordt steeds kleiner. Iedereen bewondert het panorama. Hoger is de berg veel wilder en schilderachtig. Men ziet onder de rotsen zijn toeristen. Op 2310 meter hoogte stopt de cabine bij het station. Enkele toeristen gaan naar beneden. Sylvie ademt lucht verse lucht. Dat doet haar goed. Enkele Minuten later, men sluit de poort en de cabine zet de beklimming van Mont Blanc voort. Het standpunt over de hogere gebieden is indrukwekend. Sylvie ziet de grote bergen, in de vorm van puntige piramides dat men naalden noemt.De bergen met vlakke toppen die bedekt zijn met sneeuw.
Men noemt dat koepels. De sneeuw schittert aan de zon. Aan de schaduw heeft zij paarse afspiegelingen. Meneer Dubois toont aan Sylvie een immense gletsjer. Sylvie neemt de hand van haar vader. Men ziet tenslotte het hoge station van de kabelbaan. Men komt aan bij een naald rond 12 uur de naald is 3800 meter.
Van het panoramaterras is het standpunt wonderlijk. Men kijkt in alle richtingen.
Meneer Leclerc gaat naar gids Michelin en vraagt naar de namen van de bergen.
Meneer Dubois neemt zijn verrekijker om de details van de bergen te zien.
De naam van de berg Mont Blanc is een goede keuze, zegt Sylvie.
Olivier: het maakt indruk op me: de witte top tegen de blauwe lucht en hoeveel km is het van hier? Meneer Leclerc kijkt naar zijn gids. De gids zegt: 5 km, dit panorama is uniek.
De beklimming van de Mont Blanc wil ik erg goed doen, zegt Sylvie. Men kan men hier blijven en een uitrusting kopen voor de beklimming? Meneer Leclerc: dat weet jij best, een uitrusting is niet voldoende. Je moet het berg beklimmen leren. Je begint met kleine bergen te beklimmen, met een monitor. Vervolgens als alles goed gaat kan men hogere bergen beklimmen. Jij weet dat de Mont Blanc een moeilijke beklimming is, zelfs voor de goede beklimmers. Heeft U wel eens eerder geklommen, vraagt Olivier aan meneer Leclerc.
Ja, maar niet in de Alpen, antwoord hij. Ik heb de niet erg moeilijke bergen beklommen in de Ardennen. Er zijn vaak ongevallen in de bergen, zegt meneer Dubois. Men neemt te veel risico?s of kiest het verkeerde seizoen. De zomer is het beste, zegt Sylvie.
Ja, zegt Olivier, in de winter is er te veel sneeuw en heel hoog is het te koud. In het voorjaar smelt de sneeuw. Dan zijn er veel lawines. Dat is erg gevaarlijk. Maar in de zomer kunnen er ook lawines zijn! Ja, antwoord meneer Dubois, in de bergen mag je niet schreeuwen of een ander geluidshinder. Het geluid kan lawines veroorzaken.
Ze kijken continu naar het mooie uitzicht. Het is Olivier die ontdekt dat er een lift is die leidt tot het punt waar ze om 12 uur moeten zijn. Zullen we de lift nemen? Vraagt Sylvie. Jij wilt met Olivier Klimmen, ik blijf hier, zegt meneer leclerc. Ik blijf ook hier, zegt meneer Dubois.
Hier heb je de verrekijkers Sylvie. Het panorama heeft niet veel afwisseling. Sylvie richt de verrekijker op de Mont Blanc. Zie je beklimmers die stijgen? Vraagt Olivier. Ze nemen de verrekijkers, maar ze zien niemand. Ze richten de verrekijkers op het terras waar ze hun vaders zien. Kijk zegen ze, daar is de dief van het winkel centrum! Ze gaat naar het terras.
Sylvie zegt: geef mij de verrekijker. Dan merkt zij duidelijk op dat deze vrouw m.leclerc en m.Dubois nadert. De vrouw haalt een portemonnee uit de zak van meneer Dubois. Hij merkt niets zegt Sylvie. Ja?, vraagt Olivier. Sylvie geeft de verrekijker aan Olivier. Deze vrouw heeft de portemonnee gestolen van papa! Nu praten ze met een oude mevrouw, zegt Olivier.
Sylvie en Olivier lopen naar de lift. Enkele minuten later komen ze aan bij hun vaders.
Sylvie zegt tegen haar vader: Jou portemonnee papa, een jonge vrouw heeft die gestolen.
Wat zeg je Sylvie! Meneer Dubois is geschrokken hij zoekt naar zijn portemonnee.
De dief van het winkelcentrum heeft het gedaan. Wanneer dan? Toen net nog we hebben het bekeken met de verrekijkers. Ze gaan de jonge vrouw zoeken. M.Dubois ziet zijn anorak in de kabelbaan die naar beneden gaat. Kan U de cabine laten terugkomen? Vraagt Meneer Dubois aan de werknemer. Niet mogelijk meneer, U kunt wel naar beneden gaan over een halfuur. In die cabine zit een jonge vrouw die mijn portemonnee heeft gestolen met mijn paspoort, mijn rijbewijs, bankpasje, cheques en mijn geld zegt meneer Dubois gewanhoopt.
De werknemer zegt: Men kan wel bellen of de politie bij het station die mevrouw aanhoudt.
Goed, doe dat snel zegt M Dubois. Terwijl de werknemer belt vraagt M.Dubois mag ik naar het caf? hier tegen over bellen om het aan mijn vrouw te vertellen. Ja zegt de werknemer.
Meneer zegt tegen zijn vrouw: iemand heeft mijn portemonnee gestolen Annette ja, echt mijn portemonnee. Het was de dief van het winkelcentrum. Ze zit op dit moment in een cabine die naar beneden gaat. Doe iets Annette!
Een halfuur late gaan M.Dubois en de rest naar beneden met de kabelbaan. Ze zien mensen die schreeuwen het is een tumult. Politieagenten sluiten de dief en mevrouw Dubois in met hun kwade hond die niet ophoudt met blaffen. Ze hebben de dief aangehouden denkt M. Dubois. Maar waar is mijn portemonnee? Tot zijn verrassing is de politie gekomen maar, mevrouw Dubois heeft de jonge vrouw aangegeven. De dief heeft energiek ontkend iets gestolen te hebben. De politie heeft haar zak gecontroleerd maar men heeft niets kunnen vinden. De politie heeft een vrouwelijke collega laten komen die is de wc in gegaan met de jonge vrouw om haar te controleren. Het resultaat: men heeft niets gevonden.
De jonge vrouw is hierom woedend geworden. De hond van mevrouw Dubois geloofde dat de dief zijn vrouwtje wilde aanvallen. Hij heeft de dief gebeten die nu een groot gat in haar broek heeft. De dief vraagt of mevrouw Dubois de broek wil betalen: 1000 francs.
Moet ik dat echt doen vraagt mevr Dubois. De politie schrijft een P.V.
Mevr. Dubois zegt haar adres en naam. De politie vraagt aan meneer Dubois waarom hij deze vrouw als verdachte heeft gezien. Nou, antwoord hij mijn dochter heeft alles gezien met haar verrekijker. Wat is de naam van uw dochter? Sylvie, meneer.
U hebt gehoord, meneer dat deze vrouw 1000 francs vraagt. Zegt de politieagent.
1000 francs! Maar zij heeft mijn portemonnee gestolen dan kan ik niet betalen. Zegt M. Dubois. De jonge vrouw dreigt om een klacht in te dienen voor deze belediging.
Meneer Leclerc zegt: ik betaal het wel voor mijn vriend maar op een voorwaarde dat deze jonge vrouw niet meer klaagt. De politie schrijft deze voorwaarde in het P.V.
De jonge vrouw gaat er mee akkoord en neemt het geld aan en ondertekend het P.V. en gaat weg.
Meneer Dubois tegen haar dochter: wat een onheil, Sylvie jij hebt duidelijk gezien dat deze vrouw mijn portemonnee gestolen heeft! Ja papa. En Olivier jij hebt gezien wat zij heeft gedaan? Ja, exact meneer maar ik heb gezien wanneer deze vrouw weggegaan is van de cabine. Ik heb ook gezien dat zij heeft gepraat met een oude dame. Ik begrijp iets niet zegt meneer Dubois. Waarom heeft zij iets gevonden van mijn spullen. Weet jij alles zeker Sylvie! Ja papa, alles. Wat een dag! In plaats van de schoonheden van Chamonix te bewonderen, moet M.Dubois een nieuw paspoort vragen, hij moet zijn verzekering en zijn bank opbellen. ?s Avonds dineren beide families samen in het restaurant Van het hotel Bel-Air. M.Dubois wordt vermoeid.
Hij eet niet veel. Hij spreekt de hele tijd over zijn portefeuille en van de dief. Weet jij zeker Sylvie dat die vrouw het heeft gedaan? Denk nog eens goed na. Ik heb duidelijk gezien dat het die vrouw was! En ik begrijp niet dat de politie niets gevonden heeft.
Tegenover hun zit de familie Ferr? uit Parijs, gister avond heeft mevr. Leclerc ze ontmoet.
Ze vragen wat er is gebeurd. Meneer leclerc vertelt het hele verhaal van de diefstal.
Meneer Ferr? zegt dat de politie niet goed genoeg gezocht heeft. En hij vertelt een raar verhaal: hij vertelt over zijn tante die heel rijk is en veel sieraden heeft. Haar vriendinnen komen op bezoek. Een van haar vriendinnen zit de hele tijd naar haar ring te kijken.
Op een gegeven moment gaat mijn tante naar het toilet. Ze heeft haar ring afgedaan om goed de handen te kunnen wassen. Als ze terug komt is de ring weg. Mijn tante schreeuwt: Ik heb een dief in mijn huis! De politie controleert de vriendinnen. Maar ze vinden niets. Mijn tante geeft de politie op om in de haren te gaan zoeken. De politie doet dat en vind de ring.
Iedereen lacht aan tafel. Maar meneer Dubois zegt: een portemonnee kan je niet in de haren verstoppen. Dan praten ze nog lang door tot dat meneer Ferr? zegt: Snel naar bed het is al heel erg laat. En de twee families en de ferr?s gaan naar hun kamers.
Sylvie kan niet slapen, ze denkt: waarom konden ze niets vinden bij deze vrouw.
Ik heb duidelijk gezien dat die vrouw de portemonnee van papa heeft gestolen.
Deze steelde toch ook in het winkelcentrum? Heeft de politie deze vrouw wel goed gecontroleerd. Het is een uur in de ochtend en nog slaapt ze niet. Ze gaat naar het balkon.
De volle maan verlicht een deel van de stad Chamonix. Als zo vredig kalmeert.
De bergen zijn nog steeds zo groot in de schaduw van de nacht. Beneden ziet ze de parkeerplaats, daar staat de grijze Renault van meneer Leclerc en de witte Citro?n van papa.
En plotseling ziet ze enkele die proberen de auto van haar vader te openen.
Papa! Roept Sylvie kom snel ze stelen je auto. Even later hebben de personen de auto open.
Ze stapen in en rijden weg. Meneer Dubois zegt tegen zijn vrouw vlug bel de politie.
Hij gaat naar meneer Leclerc en gaat samen hem, de hond en Sylvie naar de parkeerplaats.
Ze gaan met de auto van meneer leclerc weg. Ze gaan de zelfde richting in als de auto van meneer Dubois maar ze zien niets. Ze zijn nu bij het station van de kabelbaan maar er is niemand gedurende de nacht. Sylvie begrijpt wat er gebeurd is: de jonge vrouw die de portemonnee gestolen heeft, zij heeft gezien dat ik in de verrekijker naar haar keek en op het moment dat ik de verrekijker over gaf aan Olivier heeft zij de portemonnee aan de oude dame gegeven waar ze mee praatte. De oude dame is medeplichtig. Ze verteld het aan haar vader dat ze weet waarom de politie niks kon vinden. Maar papa luistert niet hij zegt: ik wil mijn auto terug vinden en in de nacht is dat heel moeilijk dus kijk nou maar goed. Maar Sylvie denkt: ik weet zeker dat ik gelijk heb. Ze nemen de rijksweg (snelweg) in de richting van St. Gervais.
Terwijl ze op de afslag zitten van de Mont Blanc tunnel. Schreeuwt Sylvie: papa zie je die witte auto daarginds? Hij neemt meteen de afslag waar de witte auto rijdt. In de tunnel waar ze tol moeten betalen vraagt meneer Dubois aan de medewerker was dat toe net een witte Citro?n meneer? Hij antwoord: ja meneer, meneer Dubois zegt vlug die auto is van mij en is gestolen bel de politie. En dat doet de medewerker. Terwijl ze aan komen bij de douane van Itali? zien ze dat de auto van meneer Dubois is aangehouden. De rijkspolitie is op de hoogte.
De politie wil de papieren hebben van de mevrouwen in de auto van meneer Dubois. De politieagent zegt: zo zo zo, dat klopt dat jullie niets hebben want deze auto is ingeschreven op de naam van M. Alain Dubois en niet op Gina Daporte zoals in uw paspoort vermeld staat.
Meneer Dubois is mijn Oom, zegt de jonge vrouw tegen de agent. Kom op zeg M. Dubois hier en is uw Oom helemaal niet. Ik hou u aan wegens diefstal. Sylvie is niet verrast dit is de zelfde vrouw die in het Winkelcentrum steelde en in de bergen waar ze de buit aan een oude vrouw gaf, die oude vrouw zit nu bij haar in de auto. Misschien is dat de moeder.
De vrouw vernam dat mijn vader verbleef in Bel-Air. Ze gaan weer terug naar het hotel met twee auto?s. Als ze bij het hotel aankomen dan is het 5 uur in de ochtend. Iedereen gaat nog even slapen. Maar Sylvie zegt: slapen? Nu? Het leven is te mooi om te slapen! Sylvie vraagt aan papa of hij met haar een lange wandeling wil maken, maar vader is te moe hij wil slapen.
Plotseling loopt er vrouw door het Hotel. Ze draagt een pantalon, een pull-over, enorme skischoenen en een zonnebril: de glazen lijken wel op de oren van Mickey Mouse. En ze draagt ook een grote rugzak. Het is mevrouw Ferr?, ze is alleen en gaat een wandeling maken.
Waarom ga je niet met haar, vraagt mevrouw Dubois aan Sylvie.Sylvie gaat naar mevrouw Ferr?. Mevr. Ferr? vindt het goed dat Sylvie meegaat. Ik maak wel altijd lange tochten, zegt mevr. Ferr?. Heb je Goede schoenen Sylvie? Ja, Hoor zegt Sylvie.
Terwijl iedereen slaapt schouwt Sylvie achter Mevr. Ferr? aan in de bergen.
Als het Meneer Dubois wakker wordt gaat hij in zijn auto zoeken naar zijn portemonnee en al zijn papieren. Hij vindt zoals gewoonlijk zijn portemonnee in de zak van de pantalon.
Men mag het daar niet in doen want, dat is veel te makkelijk voor dieven.
Het is tegen vijven in de middag als Sylvie terug komt zo rood als een tomaat.
Sylvie zegt pfff! En laat zich in een leunstoel vallen. Luister eens zegt meneer Dubois, zonder jou was ik nu nog steeds al mijn spullen kwijt. Jij verdient een beloning.
Sylvie denkt wat zou hij als beloning geven? Luister goed zegt vader, wij twee?n gaan de Mont Blanc beklimmen. Ik heb gepraat met een Gids en?. Oh nee papa ik heb al alle tochten gelopen. Ik heb al minstens 30 Km gelopen. Iedereen roept zullen we naar de kust van Azuur gaan! Ja, dat is leuk zegt meneer Dubois, dan heb ik nog een voorstel. Ik koop voor jou een surfplank. Sylvie zegt, dat is een goed idee en ze omhelst haar vader.