Werkstuk: Romeinse goden
Inhoud
Inhoud/ Inleiding blz. - -
De goden blz. - -
Waarvoor waren de goden blz. - -
Wat werd voor de goden gedaan blz. - -
Conclusie/ Literatuurlijst blz. - -
Inleiding
Dit is een werkstuk voor geschiedenis. Ik zal dit werkstuk over de Romeinse goden maken. Om dat te doen zal ik de volgende vragen stellen:
1. Welke goden?
2. Waarvoor waren de goden?
3. Wat werd voor ze gedaan?
Het zal vooral gaan om de belangrijke of bekende goden. Die wat voor de mensen betekenden of die speciale dingen hadden gedaan.
De goden
De goden in het Romeinse rijk waren erg belangrijk.
Er waren er heel veel maar niet allemaal even belangrijk. Goden hadden bijnamen en werden met andere goden vergeleken. De Romeinen hadden grote bewondering voor de Griekse goden en hebben vele overgenomen. De goden hadden symbolen en attributen. Dit werkstuk gaat over de goden: Jupiter, Mars, Neptunes en Venus.
Jupiter was de oppergod. Hij was de god van de stralende hemel. Hij had een adelaar als symbool. Hij had altijd een bliksem bij zich. Jupiter was zo belangrijk omdat hij de staat en zijn wetten beschermde. Hij had ook in de Griekse mythologie invloed en werd daar vergeleken met Zeus. Ook had hij bijnamen zoals: conservator, Dapalis, Fidius, Propugnator en Victor.
Mars was in enkele stammen een aardgod. Hij was de zoon van Jupiter en Juno. Hij was getrouwd met zijn halfzus Venus. Hij was eerst god van de vruchtbaarheid toen van de dood en nog later van de oorlog. Waardoor hij ook heel belangrijk was. Hij diende om de vijand te verjagen bij oorlogen. Door de Romeinen werd hij beschouwd als de vader van Romulus en Remus. De tweeling die door een wolvin gezoogd werd en later door een herder gevonden werd en opgevoed.
Neptunes was oorspronkelijk de god van het water. Toen hij vergeleken werd met de Griekse god Poseidon, werd hij ook god van de zee. Hij was de broer van Jupiter. Hij had altijd een drietand bij zich. Dat was het wapen van de tonijn vissers. Neptunes had ook met paarden te maken. Hij werd ook wel equester genoemd. Dat betekent ruitergod. Hij had een altaar in een renbaan.
Venus was oorspronkelijk de god van de
groeikracht. Ze gaf planten hun ?schoonheid?.
Later werd ze vergeleken met de Griekse
godin Aphrodite. Ze werd ook godin van de
vruchtbaarheid, liefde en lente. Ze was de Venus
moeder van Aeneas. De stichter van Rome. Ze had bijnamen zoals: Acidalia, Libitina, Suadela en Vectrix (overwinnares).Deze 4 goden zijn dus de goden van de liefde, de zee, de oorlog en de oppergod van de Romeinen.
Er waren ook halfgoden. Kinderen van goden en stervelingen. Het werden vaak machtige koningen zoals de koningen van Troje.
Jupiter
Waarvoor waren de goden?
De Romeinen kwamen veel bij andere stammen en ontdekten daar andere goden dan de goden die ze al hadden. Die andere goden gingen ze dan ook aanbidden waar ze meer voordeel van hadden. Ze namen veel goden over van de Grieken. Dit deden ze om er voor te zorgen dat die goden hen ook zouden helpen. Hoe meer goden hoe meer hulp je kon verwachten. Elke god had z?n eigen taak. Zo was Jupiter de hoofdgod en zorgde voor alles. Mars was er voor de oorlog, hij zou de Romeinen helpen als er oorlog was door de vijand alleen maar tegenslag te bezorgen. Neptunes was er voor de zee. Hij was heel belangrijk want de Romeinen moesten veel handelen over zee en ook vervoer ging over zee. Als Neptunes je dan tegen zat kon hij je schepen laten zinken. Venus was er voor de liefde. Zij zorgde dat iedereen vruchtbaar was en ze zorgde dat iedereen gelukkig was. Zo min mogelijk tegenspoed. Al de goden hadden een eigen taak. Dus kon je veel goeds verwachten. Maar dat was niet altijd het geval. Als een god niet goed werd vereerd werd zo?n god boos en zorgde voor tegenspoed. Dus was het heel belangrijk dat er veel voor de goden gedaan werd.
Romeinse temp
Wat werd voor de goden gedaan
Omdat je goden altijd te vriend moest houden voor veel voorspoed werd er veel voor ze gedaan. Zo had iedere god zijn eigen tempel. Ze hielden feesten voor de goden en er werden offers gebracht in de tempels. Caesar bouwde bijvoorbeeld een monument voor Venus: de Venus genetrix. Ook werden de goden afgebeeld op schilderingen, mozaïeken en werden er beelden van hen gemaakt. Beroemd werd de Venus van Milo genoemd naar het eiland Milo waar het uit zee werd gevist. Neptunes werd heel vaak afgebeeld in baden.
Langs de Tiber was een veld gewijd aan de god Mars waar het Romeinse volk bijeen kwam. En zelfs nu nog zijn de goden belangrijk want alle planeten, op de aarde na, hebben namen van Romeinse goden. Ook de maand maart is naar de god Mars genoemd.
Conclusie
De Romeinen hadden vele goden die veel invloed hadden op het dagelijks leven. Veel Romeinse goden zijn over genomen van de Grieken. De goden waren zo belangrijk dat zelfs nu nog de namen van goden worden gebruikt.
Literatuurlijst
Romeinse sagen en verhalen :Dr. Onno Damste
Mythologisch woordenboek :Prof. Dr. G. J. M. Bartelink
Woordenboek de klassieke oudheid :Dr. P. J. Reimer
Godsdiensten in de wereld :Elizabeth Breuilly
De geschiedenis van de kunst :B. S. Myers
De religies van de wereld :Susan Meredith