Werkstuk: Noorwegen
Kaartgegevens
Noorwegen is een langgerekt land. Van het uiterste zuiden naar het noorden is de afstand 1752 km. Noorwegen grenst aan Zweden, Finland en Rusland. Deze oostgrens is 1555 km lang. Aan de noord-, west- en zuidkant grenst Noorwegen aan de Noorse Zee. Voor deze kust liggen wel 150.000 eilandjes. Voor zo groot land heeft Noorwegen maar weinig inwoners, ongeveer 4,5 miljoen. Gemiddeld wonen er twaalf mensen op een vierkante meter.
Landschap
In Noorwegen kan maar 4% van de grond voor landbouw worden gebruikt. In het breedste gedeelte van het land ligt het Jotunheimergebergte. Het is bedekt met gletsjers en eeuwige sneeuw. De hoogste berg van Noorwegen is de Glittertind die is ongeveer 2470 meter hoog. Van alle bergen in Noorwegen komen bruisende rivieren naar beneden. Daar wordt elektriciteit mee opgewekt. Noorwegen staat bekent om de fjorden die er zijn. Miljoenen jaren geleden zijn deze fjorden ontstaan. Op sommige plaatsen zijn de fjorden wel 1.000 meter diep. De langste en diepste fjord is het Sognefjord. Deze fjord is 1.200 meter diep en 160 km lang. Deze inham word ook wel koning van de fjorden genoemd.
Klimaat
In Noorwegen valt het klimaat best wel mee. In de zomer is het in Noorwegen gemiddeld 10-16 graden Celsius. Zelfs in het hoge noorden zijn de temperaturen in de zomer redelijk. Dat komt door de Warme Golfstroom. In de zomers zijn de dagen in Noorwegen veel langer dan bij ons. In het binnenland is het in de winter flink koud. In het noorden kan het wel 40? vriezen. Het waait er dan niet en daarom is het bij die temperatuur wel uit te houden. In december komt de zon hier niet meer boven de horizon, het blijft dan wekenlang donker. We noemen dit de Poolnacht of middernachtzon. Het regent veel in Noorwegen. Ongeveer 2000 mm per jaar, maar de meestem regen valt in de winter.
Middelen van bestaan
De Noren leven vooral van vis. Ze verdienen hun geld met landbouw en zeevisserij. In het noorden van Noorwegen trekken ze ook vaak met de sleehonden er op uit. Aan de fjorden en in de plaatsen Bergen en Stavanger is er veel olie, gas en fruitteelt. In het midden van het land vind je landbouw en veeteelt. Voor de Noorse kust liggen in de Noordzee grote olie- en gasvelden. Boortorens halen daar olie en gas uit de bodem van de zee. Veel heeft Noorwegen hiervan niet nodig. Het meeste gaat naar het buitenland. Als er te veel olie op de markt komt dan gaat de prijs naar beneden. Een deel van het ?oliegeld? wordt besteed om de industrie te helpen.
Toerisme
Toeristen die van rust en ruimte houden gaan graag naar Noorwegen op vakantie. De natuur is heel mooi, er zijn bergen, bossen, meren, watervallen en fjorden. Sommige mensen nemen wel eens een kijkje in het Kon-Tiki huis. Dat is een huis waar het beroemde vlot van Thor Heyerdal ligt (dat was een Noorse ontdekkingsreiziger).
Godsdienst
Na de tijd van de Vikingen werden veel mensen Katholiek, maar ook veel Protestant.
In de elfde, twaalfde en dertiende eeuw werden duizend kerken gebouwd. Naar de rechtopstaande palen van het geraamte werden de kerkjes stavkirke genoemd. Stav = paal of balk. Die kerken werden staafkerken genoemd. Van al die staafkerken zijn er nog 30 over. De rest is in elkaar gestort, afgebroken of door brand verwoest.
Geschiedenis
De Vikingen leefden in Noorwegen, Zuid-Zweden en Denemarken. Van ongeveer 800 tot 1000 na Christus gingen ze per schip op roof uit in andere Europese landen. Al snel kwamen de Vikingen erachter dat ze op een andere manier meer geld konden verdienen. Ze eisten van de stadsbestuurders een hoeveelheid geld. Kregen ze die dan werd de stad gespaard, ander werd de stad verwoest.
meer over vikingen: http://home.wanadoo.nl/lionne/viking.htm
Lappen
De Lappen leven in het noorden van Noorwegen. Ze leven van de veeteelt. Deze groep mensen woont aan de grens van Rusland. De rendieren leveren hun melk, vlees en kleding. Ze hebben veel gekleurde kleren. Ze hebben aparte schoenen, die noemen ze skaller, deze schoenen zijn gemaakt van rendierhuid en riet.
Trollen
Er zijn verschillende trollen. Bijv: bostrollen, bergtrollen en nukken. De nukken zijn trollen die in het water leven. Boeren waren vroeger bang voor deze trollen omdat ze dachten dat de oogst door deze trollen kon mislukken. Om dat te voorkomen zetten de boeren in de schuur een bord met pap neer voor de trollen.
Noorwegen is een langgerekt land. Van het uiterste zuiden naar het noorden is de afstand 1752 km. Noorwegen grenst aan Zweden, Finland en Rusland. Deze oostgrens is 1555 km lang. Aan de noord-, west- en zuidkant grenst Noorwegen aan de Noorse Zee. Voor deze kust liggen wel 150.000 eilandjes. Voor zo groot land heeft Noorwegen maar weinig inwoners, ongeveer 4,5 miljoen. Gemiddeld wonen er twaalf mensen op een vierkante meter.
Landschap
In Noorwegen kan maar 4% van de grond voor landbouw worden gebruikt. In het breedste gedeelte van het land ligt het Jotunheimergebergte. Het is bedekt met gletsjers en eeuwige sneeuw. De hoogste berg van Noorwegen is de Glittertind die is ongeveer 2470 meter hoog. Van alle bergen in Noorwegen komen bruisende rivieren naar beneden. Daar wordt elektriciteit mee opgewekt. Noorwegen staat bekent om de fjorden die er zijn. Miljoenen jaren geleden zijn deze fjorden ontstaan. Op sommige plaatsen zijn de fjorden wel 1.000 meter diep. De langste en diepste fjord is het Sognefjord. Deze fjord is 1.200 meter diep en 160 km lang. Deze inham word ook wel koning van de fjorden genoemd.
Klimaat
In Noorwegen valt het klimaat best wel mee. In de zomer is het in Noorwegen gemiddeld 10-16 graden Celsius. Zelfs in het hoge noorden zijn de temperaturen in de zomer redelijk. Dat komt door de Warme Golfstroom. In de zomers zijn de dagen in Noorwegen veel langer dan bij ons. In het binnenland is het in de winter flink koud. In het noorden kan het wel 40? vriezen. Het waait er dan niet en daarom is het bij die temperatuur wel uit te houden. In december komt de zon hier niet meer boven de horizon, het blijft dan wekenlang donker. We noemen dit de Poolnacht of middernachtzon. Het regent veel in Noorwegen. Ongeveer 2000 mm per jaar, maar de meestem regen valt in de winter.
Middelen van bestaan
De Noren leven vooral van vis. Ze verdienen hun geld met landbouw en zeevisserij. In het noorden van Noorwegen trekken ze ook vaak met de sleehonden er op uit. Aan de fjorden en in de plaatsen Bergen en Stavanger is er veel olie, gas en fruitteelt. In het midden van het land vind je landbouw en veeteelt. Voor de Noorse kust liggen in de Noordzee grote olie- en gasvelden. Boortorens halen daar olie en gas uit de bodem van de zee. Veel heeft Noorwegen hiervan niet nodig. Het meeste gaat naar het buitenland. Als er te veel olie op de markt komt dan gaat de prijs naar beneden. Een deel van het ?oliegeld? wordt besteed om de industrie te helpen.
Toerisme
Toeristen die van rust en ruimte houden gaan graag naar Noorwegen op vakantie. De natuur is heel mooi, er zijn bergen, bossen, meren, watervallen en fjorden. Sommige mensen nemen wel eens een kijkje in het Kon-Tiki huis. Dat is een huis waar het beroemde vlot van Thor Heyerdal ligt (dat was een Noorse ontdekkingsreiziger).
Godsdienst
Na de tijd van de Vikingen werden veel mensen Katholiek, maar ook veel Protestant.
In de elfde, twaalfde en dertiende eeuw werden duizend kerken gebouwd. Naar de rechtopstaande palen van het geraamte werden de kerkjes stavkirke genoemd. Stav = paal of balk. Die kerken werden staafkerken genoemd. Van al die staafkerken zijn er nog 30 over. De rest is in elkaar gestort, afgebroken of door brand verwoest.
Geschiedenis
De Vikingen leefden in Noorwegen, Zuid-Zweden en Denemarken. Van ongeveer 800 tot 1000 na Christus gingen ze per schip op roof uit in andere Europese landen. Al snel kwamen de Vikingen erachter dat ze op een andere manier meer geld konden verdienen. Ze eisten van de stadsbestuurders een hoeveelheid geld. Kregen ze die dan werd de stad gespaard, ander werd de stad verwoest.
meer over vikingen: http://home.wanadoo.nl/lionne/viking.htm
Lappen
De Lappen leven in het noorden van Noorwegen. Ze leven van de veeteelt. Deze groep mensen woont aan de grens van Rusland. De rendieren leveren hun melk, vlees en kleding. Ze hebben veel gekleurde kleren. Ze hebben aparte schoenen, die noemen ze skaller, deze schoenen zijn gemaakt van rendierhuid en riet.
Trollen
Er zijn verschillende trollen. Bijv: bostrollen, bergtrollen en nukken. De nukken zijn trollen die in het water leven. Boeren waren vroeger bang voor deze trollen omdat ze dachten dat de oogst door deze trollen kon mislukken. Om dat te voorkomen zetten de boeren in de schuur een bord met pap neer voor de trollen.