Werkstuk: Louis Braille
Louis Braille: (1809-1852)
1812: Het ongeval
Louis Braille werd op vier januari 1809 in Coupvray geboren, een klein dorpje op 40 km van Parijs.
Het geboortehuis van Louis Braille in Coupvray
Simon-Ren?, zijn vader, was zadelmaker: hij maakte tuigen, beugels en riemen voor paarden. Hij verdiende goed, want keizergeneraal Napoleon bestelde veel zadels en tassen voor de paarden in het leger.
Op driejarige leeftijd verliest Louis zijn rechter oog als hij in stiekem de werkplaats van zijn vader insluipt en hier met een els speelt. De kleine Louis struikelde over de drempel en viel zo met zijn ene oog op de punt van de els. Het andere oog raakt ge?nfecteerd, met de gevolgen dat Louis wordt volledig blind werd.
De opleiding van Louis Braille:
Ondanks zijn zware handicap, zorgen zijn ouders ervoor dat hij toch voor dat hij een degelijke opvoeding kreeg. Hij ging naar de dorpsschool en leerde van zijn vader het alfabet door middel van nagels die zijn vader in een houten plank klopte. Dit hielt hij tot zijn tiende vol, iets wat niet veel blinden lukt. Dat kwam door zijn uitstekende geheugen en hulp van vrienden die de lessen voor hem herhaalden. Op zijn tiende kon hij, dankzij Jacques Paluy, de priester van het dorp, naar het Koninklijk Instituut voor Jonge Blinden in Parijs.
1819: In het Koninklijk Instituut voor Jonge Blinden:
Louis startte aan het Koninklijk instituut voor Jonge Blinden en al snel onderscheidde hij zich van de rest van de leerlingen door zijn uitstekende resultaten. Op negentienjarige leeftijd maakte hij zelfs deel uit van de onderwijzers. Ook blonk hij uit als musicus en sleepte hij vele prijzen in de wacht.
De blinde leerlingen leerden lezen en schrijven met behulp van Romeinse letters in een reli?f. Maar deze door Valentin Hauy ontworpen methode werkte niet zo goed. De Romeinse letters waren immers moeilijk op de tast te herkennen. Het lezen verliep dus ontzettend traag, zelfs voor een talentvolle leerling als Braille was het moeilijk te lezen.
Twee modellen schrijfplanken ontworpen door Valentin Ha?y, met in het midden een uitgeholde plank om de vorm van de letters aan te leren.
1821: Charles Barbier
Na de lagere dorpsschool gaat Louis op tienjarige leeftijd naar ?het instituut voor Jonge blinden?. Hier is Louis al snel de beste en weet hij vele prijzen in de wacht te slepen. In 1821 mag hij dan ook samen met zijn medeleerlingen de ?sonografiecode? van Charles Barbier (een gepensioneerde officier) uittesten. Door deze methode kon men door middel van punten bepaalde klanken ?lezen?. De blinde leerlingen reageerden enthousiast. De punten waren veel makkelijker te lezen dan de tot nu toe gebruikte stoffen letters.
Louis is de enige die de nadelen van het systeem ziet. Hij merkt op dat je de tekens, die bestaan uit twaalf punten, niet direct met een vingerdruk kunt lezen. Ook volgt het schrift niet alle spellingsregels maar geeft het aalleen klanken weer.Bovendien is voor leestekens, cijfers, rekenkundige symbolen en muzieknoten geen code.
1829: Het braille schrift ontstaat
In zijn vrije tijd bestudeert Louis het systeem van Barbier en probeert hij het te vereenvoudigen, zodat het makkelijker te lezen valt. Na twee jaar is het eindelijk zover, op zestienjarige leeftijd heeft Louis het zes punts braille uitgewerkt. Hij dicteert in 1825 zijn eerste systeem aan de directeur van het instituut. Niet lang daarna verschijnt het eerste geschreven document, namelijk ?La grammaire des grammaires? (De grammatica der grammatica?s). Het resultaat was verbluffend en in 1829 verscheen het eerste verslag over de methode van Louis Braille: ?Procede pour ecrire les paroles, la musique et le plain-chant au moyen de points, a l?usage des aveugles et dispose pour eux ? (Methode voor het schrijven van woorden, muziek en gezongen liederen door middel van punten, voor het gebruik door blinden en voor hen samengesteld). Dit verslag wordt beschouwd als de geboorteakte van het brailleschrift.
In 1837 legde een tweede uitgave van de Methode de definitieve versie van het alfabet vast.
Brailleschrijfbord met prikpen, klaar voor gebruik
Brailledrukpers
1852: De dood van Louis Braille
Louis Braille had een zwakke gezondheid: vanaf 1835 kreeg hij last van de eerste aanvallen van tuberculose die zijn dood betekende, enkele jaren later.
Hij overleed op zes januari 1852, omringd door zijn vrienden en zijn broer. Zijn stoffelijk overschot werd eerst begraven op het kerkhof in Coupvray. Een eeuw later werd het overgebracht naar het Pantheon.
Slechtziendheid:
Slechts een op de vijf blinden kan helemaal niks zien. De meeste blinden kunnen nog wel een klein beetje, al is dat soms maar heel vaag. Als mensen nog wel iets zien noemen we dat ?slechtziendheid, veel mensen zijn ?bijziend? of ?verziend?. De meest voorkomende vormen van blindheid zijn aandoeningen die mensen vaak op latere leftijd krijgen. Deze mensen hebben last van ?ouderdomsverziendheid?.
Blindheidziekten:
De meest voorkomende oorzaak van blindheid is ?staar? ofwel ?cataract?. Staar is een ziekte die vooral voorkomt bij ouderen, maar ook kinderen kunnen er door gekweld worden. Als je staar hebt is de lens (een deel van je oog) troebel, soms is de lens zo vertroebelt dat je bijna helemaal niks meer kunt zien. Met een operatie kan de staar verholpen worden, maar dan moet je er wel op tijd bij zijn. Ook kan de beschadigde lens worden vervangen door een kunstlens, maar dat is heel duur en in arme landen kunnen de mensen dat niet betalen en blijven ze slechtziend.
Weer andere mensen hebben een ziekte die ?glaucoom? heet. Dit is een oogziekte die veroorzaakt wordt door vocht in het oog , dat te hard tegen de oogzenuw aandrukt, waardoor deze beschadigd raakt en niet meer alle signalen van het oog goed kan doorgeven. Hierdoor kan iemand een verminderd gezichtsvermogen krijgen of zelfs blind worden.
In sommige delen van Afrika komt een ziekt voor die ?rivierblindheid? wordt genoemd. Deze ziekte wordt overgedragen door een bepaald soort vlieg die vaak bij rivieren in Afrika voorkomt. Door deze ziekte kan de bevolking van een heel dorp ziek worden omdat hij uiterst besmetbaar is.
Bartim?us:
Wat doet het Bartim?us?
De vereniging Bartim?us geeft voorlichtingen over mensen die slechtziend of blind zijn. Daarnaast zamelt de Vereniging geld in voor het werk van de zorgorganisatie Bartim?us. Tijdens voorlichtingsbijeenkomsten vertellen de voorlichters va de Vereniging heel kort waarom het zo belangrijk is dat er extra geld wordt ingezameld en wat er mee gedaan wordt. Kinderen vinden het interessant om meer te weten te komen over het leven van blinden en slechtzienden. Daarom besteden de voorlichters aan dit laatste aspect de meeste aandacht tijdens de gastlessen op basisscholen.
Het werk van Bartim?us:
Bartim?us is een landelijke organisatie en helpt op allerlei manieren blinde en slechtziende mensen. Mensen met een visuele beperking - zo noemen we blinde en slechtzienden - willen graag zo normaal en zelfstandig mogelijk in hun eigen vertrouwde omgeving leven, leren en werken. Bartim?us ondersteunt ze op allerlei manieren. Zo hebben ze hulpmiddelen voor in huis zoals een tv-loep. Er is een speciale school en een Speel-o-theek. En de medewerkers van Bartim?us begeleiden visueel gehandicapten en mensen die wel kunnen zien en omgaan met blinden of slechtzienden. Maar er is meer. Bartim?us is er ook voor mensen die naast een visuele beperking, een verstandelijke beperking hebben. Dus bijvoorbeeld iemand die blind en doof is. Kortom; Bartim?us is een gespecialiseerde organisatie die heel veel hoed werk verzet.
Hulpmiddelen:
Begin 1900 hadden blinde mensen veel minder mogelijkheden dan nu, en waren ze
veel meer afhankelijk van anderen dan nu. Ze telden niet mee en raakten volledig ge?soleerd, Tegenwoordig is dat gelukkig heel anders. Dankzij een heleboel handige hulpmiddelen kunnen slechtzienden en blinden zoveel mogelijk meedraaien in het gewone leven. Met name de computer is een uitkomst.
Computer
De computer is een ideaal hulpmiddel voor blinden en slechtzienden. Computers kunnen worden aangepast aan de eisen van de handicap. Wat dacht je van schermen met extra grote letters? Of spraakboxen? Een elektronische stem vertelt wat er op het scherm staat. Er bestaan ook computers, die computerteksten vertalen in braille. Met een speciale brailleprinter of dankzij een brailleleesregel kunnen blinden en slechtzienden de teksten lezen. meer informatie!
Blindenstok:
Op straat kun je iemand die blind of slechtziend is vaak herkennen aan een witte stak. Dat is officieel vastgelegd in de wet. Ze gebruiken de stok als een soort voelspriet. In het verkeer hebben blinden de stok altijd bij zich. Iemand die de stok omhoog houdt, heeft voorrang bij het oversteken. Als de buschauffeur iemand met zo?n stok bij de bushalte ziet staan, moet hij stoppen.
De blindenstok is lang, wit en heeft twee rode banden. Dat is overal op de wereld hetzelfde.
Blindengeleidehond:
Een blindengeleidehond is er speciaal op getraind om blinde te begeleiden. Dit is dan ook alleen weggelegd voor slimme honden. Als puppy gaat de hond naar een gewoon gezin waar hij leert zindelijk te worden en gehoorzaam te zijn. Verder gaat hij zoveel mogelijk mee op straat. Naar winkels, in de bus, de trein en in de tram om te wennen aan geluiden en geuren. Na een jaar gaat hij naar de blindehondenschool. De training die hij hier krijgt duurt een half jaar. Als de hond slaagt voor de test aan het einde hiervan, dan krijgt hij een blinde baas. Maar lang niet alle honden komen door dit ?examen? heen!
Beeldschermvergroter:
Voor slechtzienden die willen computeren of televisie kijken kan een beeldschermvergroter helpen! Deze wordt voor het beeldscherm gezet waardoor alle beelden sterk worden uitvergroot.
Brailleleesregel:
Lezen wat er op het computerscherm staat? Voor blinden en slechtzienden is dat geen enkel probleem. Blinde mensen moeten wel overweg kunnen met de brailleleesregel. Dat is een plat kastje onder de computer. Regel voor regel leest die de tekst op het scherm en zet de gewone letters om in voelbare brailleletters. Regel gelezen? Druk op PIJL OMLAAG (dit is de 3e toets van links, aan de voorkant van de brailleleesregel) en de volgende regel verschijnt.
Braille
Braille is het alfabet voor blinden. In plaats van letters bestaat het uit verhoogde stipjes. Deze kun je voelen met je vingers. Zo kan een blinde letter voor letter lezen. Er zijn ook stipjes voor leestekens en voor cijfers. Het blindenschrift is uitgevonden door de Fransman Louis Braille, die zelf blind was.
School:
Naar een gewone school gaan, terwijl je blind of slechtziend bent? Dat is tegenwoordig heel normaal. Je zult misschien extra hulpmiddelen nodig hebben, zoals een computer of een leesloep. Misschien moet je wel op een speciale plek in de klas zitten (vooraan, dicht bij het raam, of misschien juist niet).
Natuurlijk kan het gewone onderwijs ondanks die voorzieningen toch nog te moeilijk zijn. Doordat je het tempo niet kunt bijhouden bijvoorbeeld. Ook al doe je zo hard je best! Dan is het fijner om naar een speciale school te gaan.
Gewoon onderwijs:
Naar dezelfde school als al ja vrienden en vriendinnen. Dar is heel belangrijk! Ook als je blind of slechtziend bent. Het kan ook, tegenwoordig. Dankzij een leraar die je extra begeleidt, en de nodige hulpmiddelen. Zo kun je prima berekeningen doen dankzij een pratende rekenmachine. En lezen doe je soms met een leesloep. Steeds meer leerlingen maken gebruik van een laptop. Ook komt er af en toe iemand langs om te vragen, hoe het met je gaat. Dit is je ambulante begeleider. Deze ambulente begeleider praat ook met je leerkracht, want hij weet ook niet altijd precies hoe hij het beste les kan geven aan jou.
Speciaal onderwijs
Op een speciale school krijgen slechtziende en blinde kinderen alle vakken van de basisschool. Blind of niet, ze leren net zo veel als ziende kinderen, alleen op een andere manier. Zo zitten er op een speciale school ongeveer zeven leerlingen in ??n klas. Daardoor kan de leraar aan iedere leerling de aandacht geven die hij nodig heeft. Ook staan er handige hulpmiddelen in het lokaal: loeplampen, leeslinialen, vergrootglazen en televisieloepen. Het schoolgebouw is ook anders dan anders: op sommige plekken is het donker. Ergens anders juist weer heel licht. Bij slechtziende mensen verschilt het per persoon, waar hij of zij het beste kan zien. Op de speciale school wordt daar rekening mee gehouden.
Blind zijn vroeger en nu
Vroeger .....
Mensen gaan niet altijd even aardig met elkaar om. Dat doen ze nu niet, maar vroeger ook niet. Vroeger werden in een oorlog vijanden soms voor straf blind gemaakt. Blind zijn was dus een erge straf, het ergste wat je kon overkomen. Blinde mensen werden in die tijd niet aardig gevonden. Er was geen aandacht voor hen. Blindheid was voor veel mensen vaak iets raadselachtigs, en soms zelfs iets afschrikwekkends. Krijgers als de Spartanen in het oude Griekenland vonden dat blinden waardeloos waren omdat ze niet konden vechten. Baby?s die blind werden geboren werden op een afgelegen plek neergelegd waar ze stierven.
Anderen, zoals de Romeinen, geloofden dat blinden speciale krachten hadden en dat ze in de toekomst konden kijken.
De meeste blinde kinderen kregen vroeger geen opleiding, ze bleven thuis in plaats van naar school te gaan. Tot aan de uitvinding van het ?brailleschrift? in 182 hadden ze geen mogelijkheid om te leren lezen. De weinige blinde kinderen die wel naar school gingen, moesten proberen de lessen heel goed te onthouden. Er was weinig kans om werk te vinden, en veel blinden leefden dan ook als bedelaar.
In de Middeleeuwen kregen blinden soms wel wat hulp van andere mensen. Maar de meeste mensen bemoeiden zich niet met de blinden. Vaak moesten blinden bedelen om aan de kost te komen. Pas later veranderde dat langzamerhand.
In 1784 stichtte de Fransman Valentin Hauy in Parijs de eerste blindenschool. Daar konden blinde jongens en meisjes onderwijs volgen. Louis Braille, de uitvinder van het brailleschrift heeft op deze school gezeten.
Blind zijn nu?
Ook in Nederland werden blindenscholen opgericht. De mensen begonnen zich te realiseren dat blinden meer konden doen dan thuis zitten. In 1859 werd in Rotterdam een instelling geopend die blinden de mogelijkheid gaf om te werken. Rond het jaar 1900 richtten blinden ?de Nederlandse Blindenbond? op. Deze bond vroeg de regering om betere hulpverlening aan blinden. Naast deze algemene bond werd er ook een Rooms-katholieke bond opgericht (Sint Odilia) en een protestants-christelijke bond: ?de Nederlandse Christelijke Blindenbond? (NCB). De NCB kwam tot stand door de inspanningen van mevrouw Diepenhorst. Zo waren er drie bonden die aandacht vroegen voor de blinden. En die aandacht kwam er.
Na de Tweede Wereldoorlog (1940-1945) werden wetten ingevoerd die ervoor zorgden, dat blinden en slechtzienden hulpmiddelen kregen en een opleiding konden volgen. Het leven van blinden en slechtzienden is daardoor veranderd. Blinde bedelaars kom je in Nederland niet meer tegen. Die tijd is gelukkig voorbij. Dit wil niet zeggen, dat wij niets meer voor blinden en slechtzienden hoeven te doen. Als een blinde vraagt of je hem wilt helpen, doe dat dan.
Sanne Paasman
Nederlands
Anne-Birthe Hardewijn
18 april 2005
Inleiding:
Mijn informatieve werkstuk gaat over braille. Ik heb dit onderwerp gekozen omdat het me interessant leek en ik er al eens brailleschrift had gezien en ik in de supermarkt wel eens blinden tegen kom en ik daardoor erg nieuwsgierig geworden ben hoe zij nou eigenlijk lezen en schrijven. Ik wil erachter komen hoe het brailleschrift is ontstaan en wie het heeft uitgevonden. Dit zijn dus mijn hoofdvragen.
Ik kwam bij de volgende deelvragen:
? Hoeveel tekens kent het brailleschrift?
? Wie is Braille?
? Hoe kwam hij op het idee voor het brailleschrift?
? Is er verschil tussen vroeger en nu als je blind bent?
? Waar wordt je blind van?
? Kunnen blinden naar een normale school?
? Zijn er nog meer hulpmiddelen voor blinden?
? Wat doet Bartimeus?
? Uit welk land komt het braille?
Een aantal deelvragen heb ik niet beschreven, omdat er niet genoeg informatie over te vinden was, of ik het niet interessant genoeg vond. Verder heb ik niks aan mijn vragen verandert.
1812: Het ongeval
Louis Braille werd op vier januari 1809 in Coupvray geboren, een klein dorpje op 40 km van Parijs.
Het geboortehuis van Louis Braille in Coupvray
Simon-Ren?, zijn vader, was zadelmaker: hij maakte tuigen, beugels en riemen voor paarden. Hij verdiende goed, want keizergeneraal Napoleon bestelde veel zadels en tassen voor de paarden in het leger.
Op driejarige leeftijd verliest Louis zijn rechter oog als hij in stiekem de werkplaats van zijn vader insluipt en hier met een els speelt. De kleine Louis struikelde over de drempel en viel zo met zijn ene oog op de punt van de els. Het andere oog raakt ge?nfecteerd, met de gevolgen dat Louis wordt volledig blind werd.
De opleiding van Louis Braille:
Ondanks zijn zware handicap, zorgen zijn ouders ervoor dat hij toch voor dat hij een degelijke opvoeding kreeg. Hij ging naar de dorpsschool en leerde van zijn vader het alfabet door middel van nagels die zijn vader in een houten plank klopte. Dit hielt hij tot zijn tiende vol, iets wat niet veel blinden lukt. Dat kwam door zijn uitstekende geheugen en hulp van vrienden die de lessen voor hem herhaalden. Op zijn tiende kon hij, dankzij Jacques Paluy, de priester van het dorp, naar het Koninklijk Instituut voor Jonge Blinden in Parijs.
1819: In het Koninklijk Instituut voor Jonge Blinden:
Louis startte aan het Koninklijk instituut voor Jonge Blinden en al snel onderscheidde hij zich van de rest van de leerlingen door zijn uitstekende resultaten. Op negentienjarige leeftijd maakte hij zelfs deel uit van de onderwijzers. Ook blonk hij uit als musicus en sleepte hij vele prijzen in de wacht.
De blinde leerlingen leerden lezen en schrijven met behulp van Romeinse letters in een reli?f. Maar deze door Valentin Hauy ontworpen methode werkte niet zo goed. De Romeinse letters waren immers moeilijk op de tast te herkennen. Het lezen verliep dus ontzettend traag, zelfs voor een talentvolle leerling als Braille was het moeilijk te lezen.
Twee modellen schrijfplanken ontworpen door Valentin Ha?y, met in het midden een uitgeholde plank om de vorm van de letters aan te leren.
1821: Charles Barbier
Na de lagere dorpsschool gaat Louis op tienjarige leeftijd naar ?het instituut voor Jonge blinden?. Hier is Louis al snel de beste en weet hij vele prijzen in de wacht te slepen. In 1821 mag hij dan ook samen met zijn medeleerlingen de ?sonografiecode? van Charles Barbier (een gepensioneerde officier) uittesten. Door deze methode kon men door middel van punten bepaalde klanken ?lezen?. De blinde leerlingen reageerden enthousiast. De punten waren veel makkelijker te lezen dan de tot nu toe gebruikte stoffen letters.
Louis is de enige die de nadelen van het systeem ziet. Hij merkt op dat je de tekens, die bestaan uit twaalf punten, niet direct met een vingerdruk kunt lezen. Ook volgt het schrift niet alle spellingsregels maar geeft het aalleen klanken weer.Bovendien is voor leestekens, cijfers, rekenkundige symbolen en muzieknoten geen code.
1829: Het braille schrift ontstaat
In zijn vrije tijd bestudeert Louis het systeem van Barbier en probeert hij het te vereenvoudigen, zodat het makkelijker te lezen valt. Na twee jaar is het eindelijk zover, op zestienjarige leeftijd heeft Louis het zes punts braille uitgewerkt. Hij dicteert in 1825 zijn eerste systeem aan de directeur van het instituut. Niet lang daarna verschijnt het eerste geschreven document, namelijk ?La grammaire des grammaires? (De grammatica der grammatica?s). Het resultaat was verbluffend en in 1829 verscheen het eerste verslag over de methode van Louis Braille: ?Procede pour ecrire les paroles, la musique et le plain-chant au moyen de points, a l?usage des aveugles et dispose pour eux ? (Methode voor het schrijven van woorden, muziek en gezongen liederen door middel van punten, voor het gebruik door blinden en voor hen samengesteld). Dit verslag wordt beschouwd als de geboorteakte van het brailleschrift.
In 1837 legde een tweede uitgave van de Methode de definitieve versie van het alfabet vast.
Brailleschrijfbord met prikpen, klaar voor gebruik
Brailledrukpers
1852: De dood van Louis Braille
Louis Braille had een zwakke gezondheid: vanaf 1835 kreeg hij last van de eerste aanvallen van tuberculose die zijn dood betekende, enkele jaren later.
Hij overleed op zes januari 1852, omringd door zijn vrienden en zijn broer. Zijn stoffelijk overschot werd eerst begraven op het kerkhof in Coupvray. Een eeuw later werd het overgebracht naar het Pantheon.
Slechtziendheid:
Slechts een op de vijf blinden kan helemaal niks zien. De meeste blinden kunnen nog wel een klein beetje, al is dat soms maar heel vaag. Als mensen nog wel iets zien noemen we dat ?slechtziendheid, veel mensen zijn ?bijziend? of ?verziend?. De meest voorkomende vormen van blindheid zijn aandoeningen die mensen vaak op latere leftijd krijgen. Deze mensen hebben last van ?ouderdomsverziendheid?.
Blindheidziekten:
De meest voorkomende oorzaak van blindheid is ?staar? ofwel ?cataract?. Staar is een ziekte die vooral voorkomt bij ouderen, maar ook kinderen kunnen er door gekweld worden. Als je staar hebt is de lens (een deel van je oog) troebel, soms is de lens zo vertroebelt dat je bijna helemaal niks meer kunt zien. Met een operatie kan de staar verholpen worden, maar dan moet je er wel op tijd bij zijn. Ook kan de beschadigde lens worden vervangen door een kunstlens, maar dat is heel duur en in arme landen kunnen de mensen dat niet betalen en blijven ze slechtziend.
Weer andere mensen hebben een ziekte die ?glaucoom? heet. Dit is een oogziekte die veroorzaakt wordt door vocht in het oog , dat te hard tegen de oogzenuw aandrukt, waardoor deze beschadigd raakt en niet meer alle signalen van het oog goed kan doorgeven. Hierdoor kan iemand een verminderd gezichtsvermogen krijgen of zelfs blind worden.
In sommige delen van Afrika komt een ziekt voor die ?rivierblindheid? wordt genoemd. Deze ziekte wordt overgedragen door een bepaald soort vlieg die vaak bij rivieren in Afrika voorkomt. Door deze ziekte kan de bevolking van een heel dorp ziek worden omdat hij uiterst besmetbaar is.
Bartim?us:
Wat doet het Bartim?us?
De vereniging Bartim?us geeft voorlichtingen over mensen die slechtziend of blind zijn. Daarnaast zamelt de Vereniging geld in voor het werk van de zorgorganisatie Bartim?us. Tijdens voorlichtingsbijeenkomsten vertellen de voorlichters va de Vereniging heel kort waarom het zo belangrijk is dat er extra geld wordt ingezameld en wat er mee gedaan wordt. Kinderen vinden het interessant om meer te weten te komen over het leven van blinden en slechtzienden. Daarom besteden de voorlichters aan dit laatste aspect de meeste aandacht tijdens de gastlessen op basisscholen.
Het werk van Bartim?us:
Bartim?us is een landelijke organisatie en helpt op allerlei manieren blinde en slechtziende mensen. Mensen met een visuele beperking - zo noemen we blinde en slechtzienden - willen graag zo normaal en zelfstandig mogelijk in hun eigen vertrouwde omgeving leven, leren en werken. Bartim?us ondersteunt ze op allerlei manieren. Zo hebben ze hulpmiddelen voor in huis zoals een tv-loep. Er is een speciale school en een Speel-o-theek. En de medewerkers van Bartim?us begeleiden visueel gehandicapten en mensen die wel kunnen zien en omgaan met blinden of slechtzienden. Maar er is meer. Bartim?us is er ook voor mensen die naast een visuele beperking, een verstandelijke beperking hebben. Dus bijvoorbeeld iemand die blind en doof is. Kortom; Bartim?us is een gespecialiseerde organisatie die heel veel hoed werk verzet.
Hulpmiddelen:
Begin 1900 hadden blinde mensen veel minder mogelijkheden dan nu, en waren ze
veel meer afhankelijk van anderen dan nu. Ze telden niet mee en raakten volledig ge?soleerd, Tegenwoordig is dat gelukkig heel anders. Dankzij een heleboel handige hulpmiddelen kunnen slechtzienden en blinden zoveel mogelijk meedraaien in het gewone leven. Met name de computer is een uitkomst.
Computer
De computer is een ideaal hulpmiddel voor blinden en slechtzienden. Computers kunnen worden aangepast aan de eisen van de handicap. Wat dacht je van schermen met extra grote letters? Of spraakboxen? Een elektronische stem vertelt wat er op het scherm staat. Er bestaan ook computers, die computerteksten vertalen in braille. Met een speciale brailleprinter of dankzij een brailleleesregel kunnen blinden en slechtzienden de teksten lezen. meer informatie!
Blindenstok:
Op straat kun je iemand die blind of slechtziend is vaak herkennen aan een witte stak. Dat is officieel vastgelegd in de wet. Ze gebruiken de stok als een soort voelspriet. In het verkeer hebben blinden de stok altijd bij zich. Iemand die de stok omhoog houdt, heeft voorrang bij het oversteken. Als de buschauffeur iemand met zo?n stok bij de bushalte ziet staan, moet hij stoppen.
De blindenstok is lang, wit en heeft twee rode banden. Dat is overal op de wereld hetzelfde.
Blindengeleidehond:
Een blindengeleidehond is er speciaal op getraind om blinde te begeleiden. Dit is dan ook alleen weggelegd voor slimme honden. Als puppy gaat de hond naar een gewoon gezin waar hij leert zindelijk te worden en gehoorzaam te zijn. Verder gaat hij zoveel mogelijk mee op straat. Naar winkels, in de bus, de trein en in de tram om te wennen aan geluiden en geuren. Na een jaar gaat hij naar de blindehondenschool. De training die hij hier krijgt duurt een half jaar. Als de hond slaagt voor de test aan het einde hiervan, dan krijgt hij een blinde baas. Maar lang niet alle honden komen door dit ?examen? heen!
Beeldschermvergroter:
Voor slechtzienden die willen computeren of televisie kijken kan een beeldschermvergroter helpen! Deze wordt voor het beeldscherm gezet waardoor alle beelden sterk worden uitvergroot.
Brailleleesregel:
Lezen wat er op het computerscherm staat? Voor blinden en slechtzienden is dat geen enkel probleem. Blinde mensen moeten wel overweg kunnen met de brailleleesregel. Dat is een plat kastje onder de computer. Regel voor regel leest die de tekst op het scherm en zet de gewone letters om in voelbare brailleletters. Regel gelezen? Druk op PIJL OMLAAG (dit is de 3e toets van links, aan de voorkant van de brailleleesregel) en de volgende regel verschijnt.
Braille
Braille is het alfabet voor blinden. In plaats van letters bestaat het uit verhoogde stipjes. Deze kun je voelen met je vingers. Zo kan een blinde letter voor letter lezen. Er zijn ook stipjes voor leestekens en voor cijfers. Het blindenschrift is uitgevonden door de Fransman Louis Braille, die zelf blind was.
School:
Naar een gewone school gaan, terwijl je blind of slechtziend bent? Dat is tegenwoordig heel normaal. Je zult misschien extra hulpmiddelen nodig hebben, zoals een computer of een leesloep. Misschien moet je wel op een speciale plek in de klas zitten (vooraan, dicht bij het raam, of misschien juist niet).
Natuurlijk kan het gewone onderwijs ondanks die voorzieningen toch nog te moeilijk zijn. Doordat je het tempo niet kunt bijhouden bijvoorbeeld. Ook al doe je zo hard je best! Dan is het fijner om naar een speciale school te gaan.
Gewoon onderwijs:
Naar dezelfde school als al ja vrienden en vriendinnen. Dar is heel belangrijk! Ook als je blind of slechtziend bent. Het kan ook, tegenwoordig. Dankzij een leraar die je extra begeleidt, en de nodige hulpmiddelen. Zo kun je prima berekeningen doen dankzij een pratende rekenmachine. En lezen doe je soms met een leesloep. Steeds meer leerlingen maken gebruik van een laptop. Ook komt er af en toe iemand langs om te vragen, hoe het met je gaat. Dit is je ambulante begeleider. Deze ambulente begeleider praat ook met je leerkracht, want hij weet ook niet altijd precies hoe hij het beste les kan geven aan jou.
Speciaal onderwijs
Op een speciale school krijgen slechtziende en blinde kinderen alle vakken van de basisschool. Blind of niet, ze leren net zo veel als ziende kinderen, alleen op een andere manier. Zo zitten er op een speciale school ongeveer zeven leerlingen in ??n klas. Daardoor kan de leraar aan iedere leerling de aandacht geven die hij nodig heeft. Ook staan er handige hulpmiddelen in het lokaal: loeplampen, leeslinialen, vergrootglazen en televisieloepen. Het schoolgebouw is ook anders dan anders: op sommige plekken is het donker. Ergens anders juist weer heel licht. Bij slechtziende mensen verschilt het per persoon, waar hij of zij het beste kan zien. Op de speciale school wordt daar rekening mee gehouden.
Blind zijn vroeger en nu
Vroeger .....
Mensen gaan niet altijd even aardig met elkaar om. Dat doen ze nu niet, maar vroeger ook niet. Vroeger werden in een oorlog vijanden soms voor straf blind gemaakt. Blind zijn was dus een erge straf, het ergste wat je kon overkomen. Blinde mensen werden in die tijd niet aardig gevonden. Er was geen aandacht voor hen. Blindheid was voor veel mensen vaak iets raadselachtigs, en soms zelfs iets afschrikwekkends. Krijgers als de Spartanen in het oude Griekenland vonden dat blinden waardeloos waren omdat ze niet konden vechten. Baby?s die blind werden geboren werden op een afgelegen plek neergelegd waar ze stierven.
Anderen, zoals de Romeinen, geloofden dat blinden speciale krachten hadden en dat ze in de toekomst konden kijken.
De meeste blinde kinderen kregen vroeger geen opleiding, ze bleven thuis in plaats van naar school te gaan. Tot aan de uitvinding van het ?brailleschrift? in 182 hadden ze geen mogelijkheid om te leren lezen. De weinige blinde kinderen die wel naar school gingen, moesten proberen de lessen heel goed te onthouden. Er was weinig kans om werk te vinden, en veel blinden leefden dan ook als bedelaar.
In de Middeleeuwen kregen blinden soms wel wat hulp van andere mensen. Maar de meeste mensen bemoeiden zich niet met de blinden. Vaak moesten blinden bedelen om aan de kost te komen. Pas later veranderde dat langzamerhand.
In 1784 stichtte de Fransman Valentin Hauy in Parijs de eerste blindenschool. Daar konden blinde jongens en meisjes onderwijs volgen. Louis Braille, de uitvinder van het brailleschrift heeft op deze school gezeten.
Blind zijn nu?
Ook in Nederland werden blindenscholen opgericht. De mensen begonnen zich te realiseren dat blinden meer konden doen dan thuis zitten. In 1859 werd in Rotterdam een instelling geopend die blinden de mogelijkheid gaf om te werken. Rond het jaar 1900 richtten blinden ?de Nederlandse Blindenbond? op. Deze bond vroeg de regering om betere hulpverlening aan blinden. Naast deze algemene bond werd er ook een Rooms-katholieke bond opgericht (Sint Odilia) en een protestants-christelijke bond: ?de Nederlandse Christelijke Blindenbond? (NCB). De NCB kwam tot stand door de inspanningen van mevrouw Diepenhorst. Zo waren er drie bonden die aandacht vroegen voor de blinden. En die aandacht kwam er.
Na de Tweede Wereldoorlog (1940-1945) werden wetten ingevoerd die ervoor zorgden, dat blinden en slechtzienden hulpmiddelen kregen en een opleiding konden volgen. Het leven van blinden en slechtzienden is daardoor veranderd. Blinde bedelaars kom je in Nederland niet meer tegen. Die tijd is gelukkig voorbij. Dit wil niet zeggen, dat wij niets meer voor blinden en slechtzienden hoeven te doen. Als een blinde vraagt of je hem wilt helpen, doe dat dan.
Sanne Paasman
Nederlands
Anne-Birthe Hardewijn
18 april 2005
Inleiding:
Mijn informatieve werkstuk gaat over braille. Ik heb dit onderwerp gekozen omdat het me interessant leek en ik er al eens brailleschrift had gezien en ik in de supermarkt wel eens blinden tegen kom en ik daardoor erg nieuwsgierig geworden ben hoe zij nou eigenlijk lezen en schrijven. Ik wil erachter komen hoe het brailleschrift is ontstaan en wie het heeft uitgevonden. Dit zijn dus mijn hoofdvragen.
Ik kwam bij de volgende deelvragen:
? Hoeveel tekens kent het brailleschrift?
? Wie is Braille?
? Hoe kwam hij op het idee voor het brailleschrift?
? Is er verschil tussen vroeger en nu als je blind bent?
? Waar wordt je blind van?
? Kunnen blinden naar een normale school?
? Zijn er nog meer hulpmiddelen voor blinden?
? Wat doet Bartimeus?
? Uit welk land komt het braille?
Een aantal deelvragen heb ik niet beschreven, omdat er niet genoeg informatie over te vinden was, of ik het niet interessant genoeg vond. Verder heb ik niks aan mijn vragen verandert.