Werkstuk: Honden
Inhoud:
Hondentaal
Ziekte van Aujeszky
Teken
Zindelijk maken
Je hond leren mank lopen
Jacht spelletjes
Kracht en vecht spelletjes
Je hond nee leren schudden
Weetjes
Verschillende soorten honden
Hondentaal
Hondentaal, niet alleen via 'gesproken taal' maar nog veel meer via 'lichaamstaal'.
Wil je, je hond begrijpen zal je je hond toch enig zins moeten kunnen verstaan, dat lukt de meeste mensen niet zomaar daar moet je wat moeite voor doen.
Boeken over lezen of op cursus met je hond.
Hoewel het vaak tegen valt hoeveel theorie mensen op hun hondenschool krijgen.
Ik vraag me dan vaak af zijn die instructeurs bang om mensen dingen bij te brengen, bang dat ze overbodig worden, nemen ze er de tijd niet voor, vinden ze het aanleren van trucjes voldoende of zouden ze de kennis niet in huis hebben?
Als je, je hond niet begrijpt, niet weet wat een houding, gedrag of geluid inhoudt en je toch je hond commando's geeft, ben je naar mijn mening maar wat aan het aan het knutselen.
Deze mensen roepen dan' Pas op ik heb een dominante hond!' Dan denk ik lieve meneer of mevrouw ik ben zelden of nooit een hond tegen gekomen die alleen maar dominant is.
Als dat het geval is word hij of zij namelijk niet oud, een hond die altijd dominant is is namelijk niet te trainen, die accepteert namelijk geen leiderschap van zijn baas.
Gelukkig zijn de meeste honden in sommige gevallen of situaties dominant en in andere helemaal niet.
Vaker nog is een hond dominant uit gebrek aan leiderschap van zijn baas. Dat is jammer, onnodig ook.
Dat leiderschap bereik je niet door slaan of schoppen, respect schop je er niet in angst wel.
Een goede leider is duidelijk, rechtvaardig, beslist (doet niet aan medezeggenschapsraden, althans niet in de hondenwereld), laat op een rustige manier blijken dat hij het voor het zeggen heeft.
Daar zijn een aantal zo gehete dominantie regels voor.
Die kun je gebruiken om duidelijk te maken aan je hond wie er
de baas is.
Zonder direct de confrontatie aan te gaan, want dat kan in sommige gevallen op een knokpartij tussen hond en baas uitdraaien.
Daar zit niemand echt op te wachten.
Een van die dominantie regels is bijvoorbeeld:
de hoogste in rang negeert de lagere.
Een regel die je als baas rustig een tijdje kan toe passen en met negeren bedoel ik ook ECHT negeren, niet aan kijken, aanhalen of tegen hem praten.
De meeste honden zijn hier meesterlijk in, denk eens aan de hond die 'oostindies doof' is of gewoon wegloopt als de baas iets van hem wil. Hou dit negeren eens een weekje vol, het lijkt simpel maar in praktijk valt het best tegen! Toch heb je na 1 weekje vaak een heel andere hond, die met plezier iets voor je doet.
Een andere regel.
Let eens op hoe vaak je hond iets 'gratis' krijgt.
Zomaar een koekje, een aai, zijn natje en droogje, een knuffel noem maar op.
Gewoon omdat hij zo lief is.
Lekker makkelijk! Maar als u elke maand zomaar 10.000 kreeg, ging u dan nog werken???? Ach waarschijnlijk wel voor de lol, een paar uurtjes. Dat is nu net wat de meeste honden ook doen, soms luistert hij wel en vaak ook niet.
Laat hem eens wat doen voor zijn 'beloning' zitten, hier komen, een stukje volgen etc.
Je hond vindt het prachtig mits je de juiste beloning voor jou hond of dat moment weet te vinden.
Zo wordt het leven van je hond ook spannender, niets is saaier dan het voorspelbare koekje bij de thee.
Maar goed hoe zat het ook al weer met dominant of onderdanig?
Angstig of agressief?
Stresssignalen???????
Veel bazen denken kan mij dat nou schelen hij moet gewoon doen wat ik zeg, punt uit.
Lieve baas, koop dan de volgende keer zo'n aibo robothondje, kost een paar cent maar dan heb je een hond die altijd doet wat je wil en zelfs een uitknop heeft.
Hondenbazen die meer over honden willen weten lees nog even verder.
Een hond of mens kan niet in zijn eentje communiceren, hij is dus altijd dominant of onderdanig ten opzichte van die andere hond (of mens).
De afdelingschef is de baas (dominant) over zijn secretaresse maar ondergeschikt (onderdanig) aan de directeur.
Een en de zelfde persoon/hond kan dus eigenlijk nooit alleen maar onderdanig of dominant zijn, er is altijd wel iemand dominanter of onderdaniger.
Het kan ook per situatie wisselen.
Bijvoorbeeld de directeur in het voorbeeld van net krijgt tennisles van de afdelingssecretaresse, die is op dat moment dus de baas. Met honden is het net zo.
Hoe ziet dominante houding er nu uit?
Oren naar voren gericht, staart hoog, lichaamshouding naar voren gericht.
Hoe zit onderdanige houding er nu uit?
Oren naar achteren, staart laag (niet tussen de benen) en lichaamshouding wat naar achteren geleund.
Let op met de houding van oren en staart wordt hoger of lager als normaal voor deze hond/ dit ras bedoelt!!!!
Valt het u op dat er geen uitingen van agressie bij staan?
Dat klopt een dominante hond hoeft niet agressie te zijn, sterker nog zijn lichaamstaal is zo over duidelijk dat de andere honden niet eens proberen op de macht over te nemen.
Agressie is veelal een teken van onzekerheid of soms dat twee honden even onderdanig of dominant zijn dan moet het even uitgevochten worden.
Nu hoort er bij een dominante houding ook dominant gedrag:
fixeren (elkaar strak in de ogen kijken, dit neigt al naar agressie!), Voorop gaan, het initiatief nemen tot contact, bepalen wat er gebeurt(deze kant op baas, de hond bepaald jij komt er hier niet in!), Wanneer er iets gebeurt (nu aaien baas!), Opspringen tegen de baas(misschien kan ik je wel omgooien), hoger willen zitten dan de baas, hoge of belangrijke plaatsen inpikken en als het niet anders kan dan delen met de baas(bed, bank etc.)aandacht trekken, markeren (geurmerk achterlaten dmv urine; dit kunnen teven ook doen!), Vrije doorgang eisen (tuut, tuut hier kom ik aan, aan de kant voor mij!), Boven iemand gaan staan of hangen (met autorijden lekker hard op de baas zijn schouder hangen)
Bij onderdanig gedrag hoort:
elkaar niet aankijken, afwachten wat er gebeurt, mond hoeken likken, achter baas aan door de deur, niet dringen bij het begroeten van bezoek, op je beurt wachten, wachten tot er iemand met je wilt spelen, als de baas bezoek binnen laat deze vriendelijk verwelkomen, geen overmatige aandacht vragen.
Evt. op de rug gaan liggen of een onderdanigheids plasje doen onder iemand willen kruipen
Onzekerheid:
een onzekere hond zie je vaak van voren iets anders doen als van achteren bijvoorbeeld de oren naar voren maar de staart laag. Dit is eigenlijk tegenstrijdig, hieruit blijkt onzekerheid.
Een andere manier om onzekerheid te laten zien is het vertonen van stresssignalen.
Agressie uit zich door: fixeren (dmv fixeren de strijd al proberen te winnen), grommen, lip op trekken, happen, bijten
Het zogenaamde 'borstelen'; de haren op de rug overeind zetten is een teken van opwinding.
Dit kan opwinding uit angst zijn, van spanning, uit blijdschap of uit agressie.
Uit het lichaamshouding van de 'borstelende' hond kan men opmaken waarom hij borstelt.
Het is dus eigenlijk een stresssignaal.
Stresssignalen:
Verstarren is een duidelijk stresssignaal, vaak is de hond dan te bang om weg te lopen, ook is het vaak een directe voorbode van een aanval! Het heffen van een voorpoot(zoals sommige jachthonden doen) zie je vaak in situaties van, mag ik er wel of niet achteraan.
Trillen, gapen (terwijl hij niet moe is of het warm heeft)uitschudden (terwijl zijn vacht niet vies, nat of door de war is), tongelen dit is het snel even uitsteken van de tong (doet een beetje denken aan wat reptielen doen; het puntje van de tong laten zien), krabben bijvoorbeeld achter zijn oor.
Stel je roept je hond en die denkt zal ik wel of zal ik niet op zo'n moment stelt hij de beslissing nog even uit door zich achter de oren te gaan krabben (dit doen mensen ook) of ineens zogenaamd aandachtig de grond te besnuffelen.
Stresssignalen geven aan dat de hond zich onprettig voelt, komt er meer druk op de hond nemen de stresssignalen in hevigheid toe.
Een beetje stress kan geen kwaad, te veel stress wel.
Bij elk leren krijg je stress, bij mens & dier.
Bij positieve trainingsmethodes d.m.v. koekjes en/of clicker zie je wel minder stress dan bij harde trainingsmethodes.
Verder zie je stresssignalen in situaties waarin geen vluchtweg is, een hond die benaderd wordt terwijl hij in de hoek zit, aan het uiterste puntje van de riem loopt kan geen kant op.
Hij kan de dreiging van de benadering alleen nog doen stoppen door agressie.
Vaak durft hij eigenlijk niet agressief te zijn (dus stress!!) Maar zit er niet anders op dan mensen in zo'n situatie toch door lopen.
Indien de hond uit de vorige alinea keer op keer angst, agressie vertoont leert hij dat hij mensen kan laten terug deinzen hierdoor groeit zijn zelf vertrouwen! (Uiteraard op een ongewenste manier) De hond die eerst in een lage houding mensen aan gromde om ze weg te jagen valt op een gegeven moment uit in een hoge houding met veel kabaal en imponeer gedrag (lees dominante houding. )
Echter aan de stresssignalen kan een goede verstaander van lichaamstaal zien dat de hond helemaal niet zo'n held is en nog steeds uit angst/onzekerheid uitvalt en geen dominant, agressieve hond is.
Hij bluft zich er uit, veelal wordt zo'n hond door leken (en zelfs sommige 'kenners') als dominant betiteld, hij wordt gecorrigeerd als hij uitvalt naar mensen (die hij toch al niet vertrouwde), wat leert de hond?
Juist dat mensen echt doodeng zijn, het ongewenste gedrag wordt niet minder maar meer.
En uiteindelijk beland de hond bij de dierenarts voor euthanasie! Een goede verstaander van lichaamstaal had deze situatie anders ingeschat en geprobeerd de hond meer vertrouwen in mensen te geven en met veel geduld en beleid lukt dat vaak.
En baas & hond leven nog lang en gelukkig in een goede verstandhouding.
Over lichaamstaal bij honden is men nooit uitgeleerd.
Hoe meer men ervan weet, hoe meer men beseft hoe gecompliceerd het is en hoe weinig men weet.
Ziekte van Aujeszky
Dit is een virus dat bij honden voornamelijk wordt overgedragen door besmet varkensvlees. Vroeger zag men bij besmette honden een hevige jeuk, wat tegenwoordig slechts bij zeer hoge uitzondering nog wordt waargenomen. Na het opdoen van de besmetting wordt de hond lusteloos en kan mogelijk wat gaan braken en diarree hebben. Het lijkt op een zomergriepje en is daardoor moeilijk te herkennen. Deze virusziekte is voor de hond dodelijk. Honden die besmette strottenhoofdjes hebben gegeten, zijn vaak al 2 tot 3 dagen later overleden. Er is nog geen behandeling voor besmet geraakte honden. Om deze besmetting te voorkomen dienen we de hond nooit in varkenshokken toe te laten want het kan ook in de urine van een besmet varken zitten. Verder een hond nooit rauw varkensvlees geven.
Gif
Aai, je hond heeft iets gegeten wat niet mag wat zelf giftig kan zijn!! Wat te doen Wat te doen kijk hier onder even misschien staat er iets bij, hoe dan ook deze lijst altijd bij de hand of op een plaats dat je er snel bij kan. Dit geld trouwens ook vor katten.
- code 1: Laat uw dier niet overgeven.
- code 2: Water drinken (geen zuivel), desnoods dwangmatig. Bewusteloze dieren nooit laten drinken.
- code 3: Laat uw dier overgeven.
- code 4: Norit geven. Verhouding kat/hond =1/5
- code 5: Boter in de bek smeren, om het schuimen tegen te gaan.
- code 6: Vloeibare paraffine geven: voor honden 1 ? 2 eetlepels en voor katten enkele theelepels.
- code 7: Zo spoedig mogelijk naar de dierenarts
Gegeten
Wat te doen
Antivries
hond laten braken en onmiddellijk naar de dierenarts
avocado: De pit en het vlees
Dit is helaas dodelijk giftig.
Aanmaakblokjes
code 2-3-4
aceton
code 2-3-4
aftershavelotion
code 2-3
afvoerontstoppers
code 1-2
afwasmiddel/allesreiniger
code 1-2-5
alcoholl
code 2-3
ammoniak
code 1-2
anticonceptiepil
code 2-3
aaronskelk:De hele plant
code 2-3-4
asperine/aspro
code 2-3-4
azalea
code 2-3-4
azijn
code 1-2
abrikoos:De pit (wanneer stuk gebeten)
code 2-3-4
akkerwinde:De hele plant
code 2-3-4
amerikaanse vogelkers:De hele plant, bast & zaden
code 2-3-4
aardappel:Bessen
code 3-4
benzine
code 1-6
bleekwater
code 1-2
brandspirtus
code 2-3
brasso koperpoets
code 1-6
buckley hoestsiroop
code 2-3
berglaurier:bladeren/nectar
code 2-3-4
boerentabak: De hele plant
code 2-3-4
bittere amandel:pit (wanneer stuk gebeten) hele plant
code 2-3-4
blaartrekkende boterbloem: Sap
code 2-3-4
gatenplant
code 2-3-4
gootsteenonstopper
code 1-2
gelderse roos
code 2-3-4
goudenregen
code 2-3-4
haarbleekmiddel
code 1-2
haarlotions
code 2-3
hart en bloedvaten middel
code 2-3-4
hasj
code 2-3-4
hoestmiddelen
code 2-3-4
hortensia
code 2-3-4
hoofdpijnpoeders
code 2-3-4
huidlotions
code 2-3-4
hulst
code 2-3-4
kalmeringsmiddelen
code 2-3-4
kamperfoelie
code 2-3-4
kattenvlooienband
code 2
kerstboom
code 2-3-4
kerstroos
code 2-3-4
kerstster
code 2-3-4
klimop
code 2-3-4
koelbox / tas vloeistof
code 3
koperpoets
code 1-6
kunstgebitreiniger
code 1-2
kwik
code 2-3
kers: Pit (wanneer stuk gebeten)
code 2-3-4
lakken
code 1-6
Lampolie
code 1-6
laxeermiddel
code 2-3
lelietje van dalen
code 2-3-4
librium
code 2-3-4
luchtverfrissers
code 2-3-4
lucifer (kop)
code 2-3-4
laurierkers: De hele plant + zaden
code 2-3-4
meubelolie/was
code 1-6
mierenlokdoos
code 2-3
mierezuur
code 1-2
mistletoe
code 2-3-4
modelbouwlijm
code 1-6
mollengif
code 2-3-4
monninkskap
code 2-3-4
motorolie
code 1-6
mottenballen
code 2-3-4
muggenolie
code 1-6
muggenstift
code 2-3
muizentarwe / gif
code 2-3-4-7
narcis
code 2-3-4
natronloog
code 1-2
natterman hoestmiddelen
code 2-3-4
neusdruppels
code 2-3-4
nootmuskaat omhulsel van de zaden
code 2-3-4
oleander
code 2-3-4
ontkalkers
code 1-2
otrivin
code 2-3-4
ovenreinigers
code 1-2
paracetomolpreparaten
code 2-3
parfums
code 2-3
parketvloerreinigers
code 1-6
petroleum
code 1-6
plantenmest vast
code 2-3-4
plantenmest vloeibaar
code 1-2
plaspillen
code 2-3
pokon vast
code 2-3-4
pokon vloeibaar
code 1-2
pijnstillers
code 2-3-4
paardekastanje
code code 3-7 ogen en maag spoelen
pruim: Pit (wanneer stuk gebeten)
code 2-3-4
perzik: Pit (wanneer stuk gebeten)
code 2-3-4
rattenverdelgers
code 2-3-4
rododendron
code 2-3-4
ruitenreiniger
code 1-2
schoonmaakazijn
code 1-2
schuurmiddelen
code 1-2
shampoo
code 1-2
sigaren/sigaretten
code 2-3-4
sinaspril
code 2-3-4
slaapmiddelen
code 2-3-4
slakkenverdelgers
code 2-3-4
soda
code 1-2
spar
code 2-3-4
spiritus
code 2-3
scherpe boterbloem:Hele plant + wortels
code 2-3-4
tabak
code 2-3-4
tapijtreinigers
code 1-5
teakolie
code 1-6
tactyleermiddel
code 1-6
terpentine
code 1-6
textielwasmiddelen
code 1-2
thinner
code 1-6
tippex
code 3-4
vaatwasmiddel hand
code 1-5
vaatwasmiddel machine
code 1-2
verf
code 1-6
verfverdunners
code 1-6
verharders
code 1-2
vim
code 1-6
vingershoedskruid: De hele plant
code 2-3-4
wasbenzine
code 1-6
wasmiddelen
code 1-2
wasverzachters
code 1-2
wc blokken
code 2-3-4
wc eend
code 1-2
wc reinigers
code 1-2
wonderolie
code 2-3-4
wolfsmelk: hele plant, melksap
Indien nodig code 7
Walnoot: bladeren / bast
Indien nodig code 7
In-enten
wat gebeurt er bij het enten?
Met het enten tegen een virus spuit men een heel klein beetje van dat virus in het lichaam. Het lichaam herkent dit niet en maakt afweercellen en -stoffen. En deze beschermen de mens maar ook het dier tegen ernstiger gevolgen van een besmetting met het virus. Om te zorgen dat honden goed beschermd blijven worden ze doorgaans jaarlijks ge?nt, zodat de hoeveelheid afweercellen op peil blijft. Het lichaam blijft dan immuun tegen deze aandoening.
Vanaf de geboorte moeten pups dus ook ge?nt worden. Tegen alle bekende ziektes. Om nu te zorgen voor een optimale bescherming, waarbij de afweercellen en - stoffen gevormd kunnen worden, worden alle pups vcolgens een adviesschema ge?nt. Er kan van dit schema afgeweken worden. Dit is afhankelijk van de kans op infectie en de gebruikte entstoffen.
Hondenziekte/Ziekte van Carr?
Hondeziekte wordt ook wel 'distemper' of 'Ziekte van Carr?' genoemd. Het wordt door een virus veroorzaakt en kan vele ziektesymptomen tot gevolg hebben. Het meest op de voorgrond treden verschijnselen van het centrale zenuwstelsel, braken en diarree, longontsteking en oog- en neusuitvloeiing. Een speciale vorm van de ziekte bestaat uit huidafwijkingen waarbij een sterke verhoorning optreedt van de voetzoelen en de neusspiegel. De ziekte komt, mede door het entprogramma, nog maar weinig voor in Nederland.
De eerste enting wordt gegeven op een leeftijd tussen de zes en acht weken. Het wordt herhaald na ca. vier weken. Indien op 12 weken voor het eerst wordt gevaccineerd, of nog later, dan dient de vaccinatie nog minimaal ??n keer herhaald te worden.
Nu is het zo dat pups voordat zij geboren worden, uitgebreid in verbinding staan met het bloed van de moederhond. Als de moederhond goed, volgens schema, ge?nt was krijgen de pups dus afweercellen en stoffen mee van die moederhond. Op het moment dat de pups ge?nt worden kunnen de afweerstoffen, die ze van hun moeder meegekregen hebben, de entstof voor een deel verdrijven, waardoor de pup zelf minder antistoffen produceert. Daarom moeten pups dus vaker ge?nt worden om een volledige afweer te ontwikkelen.
Tegen hondeziekte is er nog een andere mogelijkheid. Het mazelenvaccin voor mensen lijkt heel erg op het virus dat hondeziekte veroorzaakt. Wordt de pup hiermee ge?nt, dan kunnen de stoffen van de moeder dit niet verdrijven en bouwt de pup zelf de afweerstoffen op. Ook dit wordt wel gedaan in Nederland.
Parvo
Parvo is een virus dat de darmvlokken massaal vernietigt. Hierdoor ontstaat een beeld van hele heftige diarree (spuitdiarree) met bloed. De honden kunnen ook ernstig braken, hebben vaak hele hoge koorts en door het enorme vochtverlies raken ze heel snel uitgedroogd. Sterfte treedt veelvuldig op.
Geadviseerd wordt om te beginnen met enten op een leeftijd van zes tot acht weken en om de drie tot vier weken te herhalen tot de hond ongeveer vier maanden oud is.
Besmettelijke leverziekte
De aard van de ziekte wordt in de naam al gegeven. het is een aandoening aan de lever. Andere benamingen zijn 'HCC' (Hepatitis Contagiosa Canis) of 'Ziekte van Rubarth'.
De symptomen bestaan uit een ernstig ziek dier met koorts, bloedingen, braken en oogontsteking. Tijdens het genezingsproces kan een zogenaamd 'blauw oog of melkglasoog' ontstaan, dat echter wel vaak weer verdwijnt.
Enting van pups met HCC-vaccin vindt voor de eerste keer plaats op een leeftijd van zes weken en dient op 12 weken herhaald te worden. Jaarlijkse herenting wordt om practische redenen (combinatievaccins) geadviseerd. De bescherming is meestal wel langer dan ??n jaar.
Kennelhoest-complex
De oorzaak van kennelhoest bestaat uit meerdere micro-organismen en daarom is het beter te spreken van het kennelhoestcomplex. De symptomen kenmerken zich door een zieke hond met koorts en een harde, droge hoest die weken lang kan aanhouden. Ook geven ze hierbij wel eens wat wittig slijm op. De drie belangrijkste veroorzakers zijn de Bordetella bronchiseptica bacterie, het para-influenza virus en een adenovirus.
De infectiedruk, temperatuur en ventilatie spelen een grote rol in het ontstaan van de ziekte. Niet voor niets zijn de zomermaanden de periode waarin kennelhoest het meest wordt waargenomen. In deze vakantieperiode worden veel honden in pensions, asiels en kennels ondergebracht.
Vaccinatie tegen kennelhoest wordt aanbevolen voor honden die een groter risico lopen op infectie (zoals werkhonden, of honden die naar een pension gaan ). Enting dient plaats te vinden, minimaal 10 tot 14 dagen voordat de hond blootgesteld wordt aan het grotere risico (bijvoorbeeld opname in een pension). Er kan begonnen worden met vaccineren op een leeftijd van zes weken.
Jaarlijkse of frequentere herhaling (afhankelijk van gebruikt vaccin en infectiemogelijkheden) is noodzakelijk om de immuniteit te onderhouden.
Hondsdolheid
Hondsdolheid (ook wel Rabi?s genoemd) wordt veroorzaakt door een virus dat via het speeksel (bijten) wordt overgebracht en specifiek het zenuwstelsel aantast. Het verspreid zich langzaam via zenuwbanen vanuit een bijtwond naar de hersenen. Eenmaal daar aangekomen zullen gedragsveranderingen (vaak agressiviteit en angstreacties) op gaan treden. Opvallend is de watervrees wat wordt veroorzaakt door slikproblemen. De ziekte is altijd dodelijk en zeer gevaarlijk voor de mens. Bij tijdig ingrijpen na een bijtwond kan de ziekte bij de mens nog tot staan gebracht worden.
De eerste vaccinatie wordt niet eerder gegeven dan op een leeftijd van 12 weken. Afhankelijk van de wettelijke eisen en de gebruikte entstof wordt de enting herhaald na ??n tot drie jaar. Bij pups is de enting doorgaans niet langer geldig dan drie maanden. Gezien het gevaarlijke karakter van de ziekte mag er nooit afgeweken worden van de wettelijke eisen van de landen die vaccinatie tegen hondsdolheid vereisen (meestal ??n maand voor vertrek naar die landen)!!!
Ziekte van Weil
De ziekte van Weil, of Leptospirose, wordt in tegenstelling tot de andere ziektes, veroorzaakt door een bacterie. Bij besmette dieren ontstaan koorts, spierpijn en leverstoornissen (geelzucht). De bacteri?n blijven soms maandenlang in de nieren aanwezig en worden steeds met de urine uitgescheiden. Hierdoor worden andere honden (snuffelen), of de mens (slechte hygi?ne) weer ge?nfecteerd. Vaccinatie van pups moet minstens tweemaal plaatsvinden, de eerste keer in het nest op een leeftijd van zes tot acht weken en de herhalingsenting op 12 weken leeftijd. Een derde enting wordt aanbevolen voor 'risico-dieren' (bijvoorbeeld jachthonden) op een leeftijd van 20 tot 24 weken.
De jaarlijkse hervaccinatie dient kort voor de risicoperiode, die loopt van mei tot november, ge-geven te worden.
Entschema
Samengevat kan voor de gezonde pup het volgende entschema worden gehanteerd:
6 weken
Parvo
Hondeziekte en/of mazelen
eventueel Ziekte van Weil
HCC
kennelhoest
9 weken
Parvo
eventueel ziekte van Weil
12 weken
Parvo; HCC
Ziekte van Weil
Hondeziekte (cocktail-enting)
eventueel Rabi?s en kennelhoest
16 weken
Parvo
Ziekte van Weil (indien nog niet 1 of 2 maal eerder gegeven)
Vervolgens jaarlijkse herhaling van cocktail
Afhankelijk van de gebruikte entstof en het besmettingsrisico kan van dit schema afgeweken worden.
Zowel Rabi?s als kennelhoest worden niet standaard gegeven maar na overleg
met de dierenarts aan dieren die daarvoor in aanmerking komen.
Warm weer
Honden hebben snel last van de warmte. Ze kunnen niet zweten zoals wij mensen. Honden raken hun overtollige warmte kwijt door snel te ademen (panting= hijgen), waardoor water verdampt met de (uit)ademingslucht. Honden zweten ook via hun voetzolen. Te veel zon of warme omgeving kan bij een hond coma en de dood veroorzaken. Honden zijn extra gevoelig voor oververhitting bij rennen op warm asfalt. Ook kan er blaarvorming aan de poten optreden. Rennen naast de fiets of spelen met stokken moet bij hoge temperaturen vermeden worden.
Hond en auto in de zon
Een stilstaande auto wordt in de zon zeer snel heet, vaak tot 50 graden, ook al staan de ramen enigszins open. Laat nooit de hond achter in de auto bij warm weer. Als het niet anders kan auto in de schaduw, onder bomen of in de carport. Ramen tegen elkaar open zetten en niet te lang wegblijven. Als je een oververhitte hond in de auto aantreft, hond eruit, overgieten met koud water (of alcohol/spiritus) eventueel met een natte doek overdekken (let op onderkoeling).
Tips bij heet weer:
letten op schaduw voor uw hond (op stand etc)
niet/ niet te lang in de auto
niet te veel activiteiten: geen stokken gooien/fietsen etc.
altijd vers/fris drinkwater ter beschikking
let op kwaliteit zwemwater in verband met botulisme (bij dode watervogels de hond niet laten zwemmen)
Jaarlijkse vaccinaties nog op orde? Vooral ziekte ziekte van Weil is belangrijk bij zwemmende honden. Deze ziekte wordt via ratten overgebracht en geeft ernstige lever- en nierbeschadiging
Teken
Teken zijn bruin-zwarte insecten, die tussen de 1 en 10 mm. groot worden.
Van maart tot november huizen zij in struiken en hoog gras, op zoek naar passerende mensen of dieren.
Teken zijn parasieten: zij bijten zich vast in de huid van mens en dier om zich vol te zuigen met bloed.
Ieder jaar worden in Nederland ruim 30.000 mensen door een teek gebeten.
Meerdere soorten teken
Er zijn vele soorten teken, waarvan er in de Benelux slechts een aantal belangrijk zijn. Ze behoren tot de zogenaamde harde teken (lxodae), die een rugschildje bezitten.
De gewone algemeen voorkomende teek is de lxodes ricinus.
Soorten uit Zuid-Europa zoals de Rhipicephalus sanguineus kunnen met een vakantiebezoek aan deze landen worden meegenomen en kunnen zich daarna in ons klimaat alleen binnenshuis of in kennels handhaven.
Een andere teek die wel eens meegenomen wordt uit Zuid-Europa, de Dermacentor reticularis, komt ook van nature in Zuid-Belgi? voor.
Teken zijn parasieten, die zich uitsluitend kunnen voeden met uw bloed of dat van uw huisdier. Ze vervellen een aantal malen voordat ze volwassen worden. Voor iedere vervelling hebben zij een bloedmaaltijd nodig.
Levenswijze
Teken hechten zich op bladeren en gewas en wachten tot hun gastheer passeert. Op dat moment laten ze zich op de gastheer vallen en grijpen zich met hun klauwtjes (kleine weerhaakjes) vast. Teken kunnen diverse gastheren gebruiken, waaronder honden, katten, paarden, runderen en knaagdieren. Ook de mens kan als gastheer dienen.
De teek zuigt zich vast met een speciale zuigsnuit kort nadat hij zich op zijn gastheer heeft laten vallen.
De voorkeursplaatsen voor de aanhechting van de teek bij hond en kat zijn de kop, de voorborst en de flanken. Het zich in de huid vastzetten van de teek geeft vaak jeuk en irritatie. Zelfs na het loslaten van de teek kan er zich gedurende enige tijd een verdikking en ontsteking van de huid voordoen.
Door teken overgebrachte ziekten
Wereldwijd zijn teken verantwoordelijk voor het overbrengen van vele ziekten.
In Nederland is de belangrijkste ziekte, die door teken wordt overgebracht, de ziekte van Lyme; het komt per seizoen enkele tientallen malen voor.
Deze wordt veroorzaakt door de bacterie Borrelia burgdorferi.
Door een tekenbeet kan deze bacterie in het lichaam van mens en dier terechtkomen. De meeste mensen en dieren die besmet zijn, worden niet ziek, maar in sommige gevallen veroorzaakt de bacterie de ziekte van Lyme.
Deze ziekte is voornamelijk gevaarlijk voor de mens.
Verwijderen
U verwijdert de teek het best met een (speciaal teken-)pincet. Pak de teek zo dicht mogelijk bij de huid vast en trek de teek er met een draaiende beweging (linksom) uit. (Een teek draait zich rechtsom als een 'schroef' in de huid; door nu linksom te draaien, geeft u steeds een zetje in de 'uitdraai'richting).
Probeer te voorkomen, dat u het lijfje van de teek vermorzelt of dat resten in de huid achterblijven. Maak in elk geval de huid rond de tekenbeet na afloop schoon met 70% alcohol of jodiumtinctuur of -zalf.
Bij het lostrekken van de teek moet u beslist geen olie of alcohol op de teek druppelen, en ook geen brandende sigaret of een ander middel gebruiken. De teek kan daarvan schrikken en dat maakt de kans op eventuele besmetting groter.
Naar de huisarts
U moet de huisarts bezoeken, wanneer er resten van de teek in uw huid zijn achtergebleven of wanneer u bij het verwijderen de teek beschadigd hebt.
En natuurlijk gaat u naar de dokter, wanneer u een of meer van de beschreven klachten krijgt of andere klachten hebt, die u niet thuis kunt brengen.
Buiten Nederland kunnen teken, zoals hierboven beschreven staat, andere ziekten dan de ziekte van Lyme overbrengen. Raadpleeg uw huisarts wanneer u klachten krijgt, nadat u in het buitenland door een teek gebeten bent.
Meer weten?
Wilt u nog meer weten over tekenbeten en de mogelijke gevolgen daarvan, kijk dan eens op de uitgebreide site van Stichting Samenwerkende Artsen- en Adviesorganisaties in de Gezondheidszorg http://www.saag.nl .
Laatste nieuws
In Belgi? komt dit voorjaar (2002) een nieuw tekenwerend middel Tix-free op de markt in de vorm van voorverpakte ge?mpregneerde doekjes.
Voor de Nederlandse markt moet de Commissie Toelating Bestrijdingsmiddelen nog goedkeuring verlenen.
Het middel beschermt de huid na insmeren ongeveer vier tot vijf uur tegen teken, lang genoeg voor een flinke boswandeling.
In landen rond de Middellandse Zee en in de tropen en subtropen zijn ook andere ziekten van belang, welke met name ook een risico voor de hond betekenen. Een voorbeeld hiervan is Babesiosis (=piroplasmosis), veroorzaakt door een eencellige parasiet (Babesia canis).
Overdracht van deze ziekten vindt doorgaans pas 48 uur na het aanhechten plaats.
De belangrijkste symptomen zijn: matige tot hoge koorts, bloed in de urine, geelzucht, bloedarmoede en vergroting van de milt.
Als u bijv. met uw hond naar Frankrijk op vakantie wilt gaan, bedenk dan, dat uw hond tegen deze ziekte geen afweerstoffen heeft opgebouwd. Voorbehoedende enting is mogelijk, maar moet bestaan uit een paar vaccinaties om een behoorlijke immuniteit op te bouwen. Daarna volstaat een jaarlijkse herenting.
Nog andere bekende ziekten zijn jagerskoorts (Tularemie), tekenkoorts (Rickettsiosis) en hersenweefselontstekingen.
Wormen
Wormen zijn voor onze huisdieren een nog steeds veel voorkomend probleem. Vervelend bovendien, omdat de aanwezigheid van wormen schade aan de gezondheid kan toebrengen. Sommige wormsoorten zijn ook nog eens gevaarlijk voor de mens. Bij hond komen vooral spoel- en lintwormen voor. Daarnaast kennen we bij de hond ook nog haak- en zweepwormen.
Spoelwormen
Langgerekt en slank, 10-20 cm. lang, wit tot beige van kleur, lijkt deze ronde worm op een elastiekje ('spaghetti'). Uit via de bek opgenomen spoelwormeitjes ontstaan larfjes, die een trektocht gaan maken door het lichaam van hond of kat. Na het doorboren van de darmwand, bereiken ze, via o.a. lever en bloedvaten, de longen.
Daar worden ze opgehoest en doorgeslikt om vervolgens weer in de darm uit te komen. Daar worden de spoelwormen volwassen en gaan zij zelf eitjes leggen, die via de ontlasting weer in de omgeving komen. Spoelwormen kunnen door hun aanwezigheid diarree of vermagering veroorzaken. Pups kunnen ook door hun moeder via de moedermelk worden besmet.
Spoelwormen en mensen
Ook mensen, en vooral kleine kinderen (zandbak!), kunnen besmet raken met spoelwormlarfjes. Ook bij de mens gaan die een trektocht door het lichaam maken, wat heel vervelende gevolgen kan hebben. Een goede hygi?ne, zoals handen wassen na het spelen in de zandbak, en na elk mogelijk contact met ontlasting, kan de problemen voorkomen. Daarnaast is regelmatig ontwormen van onze huisdieren een must! Lang niet altijd treden er ziekteverschijnselen op, en wanneer die wel voorkomen lijken ze op griep. In sommige gevallen treden er infecties op als long- en leveraandoeningen. In zeldzame gevallen, zo'n dertig keer per jaar, kunnen ernstige oogaandoeningen optreden. De spoelworm eindigt zijn reis in zo'n geval achter het oog en richt daar schade aan die blindheid tot gevolg kan hebben. Uit bloedonderzoek is gebleken, dat zo'n 8% van de Nederlanders ooit een infectie met spoelworm heeft gehad. De Veterinaire Inspectie startte een paar jaar geleden met andere betrokken instanties haar campagne over spoelwormen; nog steeds zijn er reclamespotjes te zien en te horen. Doel van de voorlichting is het voorkomen van een infectie door betere hygi?ne en een betere behandeling tegen spoelwormen bij de hond.
Lintwormen
Lintwormen zijn platte wormen uit verschillende geledingen bestaand, wit tot beige van kleur. Meestal waargenomen als kleine platte stukjes op de ontlasting of als bruine korreltjes onder de staart (lijkt op zilvervliesrijst). De bij de hond meest voorkomende lintworm is de Dipylidium caninum. Deze kan ongeveer 2 m. lang worden en bestaat uit komkommervormige leden van ongeveer 1 cm. lang, die door de volwassen worm steeds afgestoten worden en dan zelfstandig bewegend via de anus naar buiten kruipen. Blootgesteld aan licht en lucht verliezen ze hun beweeglijkheid en drogen in, waarna ze als zgn. 'rijstkorrels of maden' rondom de anus in het haar te zien zijn. Deze lintworm is weinig schadelijk, daar hij de darmwand niet aanvreet of perforeert. Is hij in grotere aantallen aanwezig, dan nemen ze een te groot gedeelte van het darmvolume in beslag, belemmeren daardoor de spijsvertering en de darmbeweging, en kunnen ook verstopping geven. Voor jonge dieren is dit uiteraard nadelig. Lintwormen hebben voor hun overbrenging altijd een "tussengastheer" nodig om in ons huisdier te komen. Door het opeten van een muis of rat, en zelfs door een vlo, kunnen lintwormen worden overgebracht (zie ook "vlooien"). Een lintworm is dus nooit besmettelijk van hond op hond, of kat op kat! Eitjes van sommige lintwormen kunnen ook de mens besmetten, met zeer nare gevolgen.
Tegen lintwormen bouwt de hond nagenoeg geen afweerstoffen op, zodat gegrepen moet worden naar het hulpmiddel van de medicatie. Ter voorkoming van lintworm bij onze huisdieren wordt geadviseerd om geen rauw vlees te voeren en vlooien zo goed mogelijk (preventief) te bestrijden. Uiteraard mag ook regelmatig ontwormen niet worden vergeten.
Ontwormen
Voor pups worden, zolang zij in de groei zijn, andere schema's gehanteerd als voor volwassen dieren. Ook is het afhankelijk van het gebruikte preparaat, wanneer en hoe vaak moet worden ontwormd.
Het advies volgens de Veterinaire Hoofdinspectie van het Ministerie VWS luidt:
* pups ontwormen op een leeftijd van 2, 4 en 6 weken, daarna op 2, 4 en 6 maanden; dan 2 keer per jaar
* zogende teven telkens tegelijk met de pups ontwormen
* alle andere honden tenminste 2 keer per jaar ontwormen
Hoe kunt u besmetting voorkomen?
Besmetting 100% voorkomen is onmogelijk.
De volgende maatregelen kunnen getroffen worden om de kans op besmetting zo klein mogelijk te maken:
* Vlooien kunnen wormen overbrengen. Houd uw hond en zijn omgeving vlovrij.
* Rauw vlees kan lintwormlarven bevatten. Wees hier dus voorzichtig mee.
* Zorg voor een goede hygi?ne. Zorg ook voor een schone tuin, zonder uitwerpselen van honden.
* Houd u aan een goed ontwormingsschema.
Oorontsteking/oormijt
Evenals bij andere diersoorten kan er bij de hond in het geval van een oorontsteking sprake zijn van een ontsteking van de uitwendige gehoorgang, een middenoorontsteking of een ontsteking van het binnenoor.
We beperken ons hier vooral tot de ontsteking van de uitwendige gehoorgang, omdat deze het meeste voorkomt.
Overigens moeten alle oorontstekingen door een dierenarts behandeld worden met antibiotica of een antiparasitair middel.
Een oorontsteking kan veroorzaakt worden door een bacteri?le infectie.
Dat gebeurt vooral als er veel haar of oorsmeer in de gehoorgang zit; dit is namelijk een goede voedingsbodem voor bacteri?n.
Irritatie door bijvoorbeeld een grashalm, maar ook het te vaak schoonmaken van de oren (u mag alleen de oorschelp schoonmaken met een vochtig watje; nooit de gehoorgang reinigen met een wattenstaafje, omdat u het oor kan beschadigen en u het eventueel aanwezige vuil naar binnen duwt), kunnen eveneens een ontsteking veroorzaken.
Tenslotte is oormijt nog een veel voorkomende oorzaak voor een oorontsteking. Dit is een klein spinachtig parasietje wat net met het blote oog waarneembaar is. U kunt een oormijtinfectie herkennen aan zwarte korreltjes in de oorschelp; die zien er uit als koffiedik.
De aandoening gaat gepaard met flinke jeuk en de hond zal met z'n kop schudden en krabben aan het oor. De infectie kan aan ??n, maar ook aan beide oren voorkomen. Bij een infectie moeten alle honden en katten (!) in het gezin bekeken worden, omdat oormijt zeer besmettelijk is en gemakkelijk van het ene naar het andere dier overloopt.
De behandeling geschiedt met een insecticide-houdende oorzalf.
Een hond met ontstoken oren krabt daar veel aan en schudt regelmatig met zijn kop.
Ook vindt hij het in het algemeen niet prettig als er aan zijn oren gezeten wordt. Een verwaarloosde uitwendige oorontsteking kan doorbreken naar het middenoor.
Ook bij een doorgebroken ontsteking zijn pijn bij het aanraken en schudden met de kop de belangrijkste symptomen; bij een middenoorontsteking houdt de hond ook vaak de kop scheef.
Bij een binnenoorontsteking valt met name op, dat de hond evenwichtsstoornissen gaat vertonen.
Suikerziekte
Bij de vertering in de darmen wordt voedsel afgebroken tot voor het lichaam bruikbare bouwstenen; koolhydraten worden omgezet in suikers, waarvan glucose de belangrijkste is.
Glucose wordt vanuit de darm in het bloed opgenomen om in de lichaamscellen als brandstof te worden gebruikt. Lichaamscellen nemen alleen glucose uit het bloed op als ze daartoe door het hormoon insuline zijn aangezet. AIs er te weinig insuline is, blijft er teveel glucose in het bloed achter en is er sprake van suikerziekte.
Bij suikerziekte is dus het glucosegehalte in het bloed, ook wel het bloedsuikergehalte genoemd verhoogd.
Suikerziekte kan veroorzaakt worden doordat de insulineproducerende cellen te weinig of helemaal geen insuline produceren (absoluut tekort).
Maar ook doordat de lichaamscellen, die onder invloed van insuline glucose op moeten nemen, niet of niet goed reageren op insuline (relatief tekort). Een relatief tekort aan insuline wordt vooral veroorzaakt als er een teveel aan hormonen wordt geproduceerd die de werking van insuline tegengaan.
Insuline
Insuline is een hormoon dat gemaakt wordt in de alvleesklier
Insuline zorgt er voor dat het bloedsuikergehalte op een normaal peil wordt gehouden. Soms kunnen de cellen in de alvleesklier onvoldoende insuline vormen. Het meest wordt dit gezien bij oudere teven, maar het kan ook bij jonge honden voorkomen.
Bij bepaalde hondenrassen komt suikerziekte meer dan gemiddeld voor Kan een dier genezen van suikerziekte
Vaak kan de oorzaak die ten grondslag ligt aan het ontstaan van de suikerziekte niet worden weggenomen. Meestal kan het dier door een regel matig leefpatroon en door behandeling met het insulinepreparaat Caninsulin een vrijwel normaal leven leiden.
Wat zijn de verschijnselen van suikerziekte
AIs er veel glucose in het bloed aanwezig is, zal de nier glucose aan de urine af gaan geven (de nierdrempel wordt overschreden). De glucose in de urine neemt extra vocht mee waardoor dieren meer gaan plassen en als gevolg daarvan meer gaan drinken. Omdat glucose een belangrijke brandstof is die nu verloren gaat, zal het dier meer gaan eten en desondanks gewicht gaan verliezen.
Verder worden de dieren trager en kunnen ze uiteindelijk ernstig ziek worden.
De belangrijkste verschijnselen zijn dus:
1. veel drinken
2. veel plassen
3. honger (in eerste instantie)
4. vermageren
5. malaise en braken (later stadium)
De diagnose
De waargenomen verschijnselen wijzen wel in de richting van suikerziekte maar kunnen ook bij andere ziekten voorkomen. De definitieve diagnose wordt gesteld wanneer een te hoog glucosegehalte in het bloed wordt aangetoond en de urine glucose bevat. De aanwezigheid van een hoge bloedsuikerspiegel is een betrouwbaarder maat dan de aanwezigheid van glucose in de urine.
De behandeling
Mogelijke oorzaken wegnemen
Tijdens de cyclus bij teven wordt door de eierstokken het hormoon progesteron afgegeven. Dit hormoon kan de afgifte bevorderen van een hormoon dat een tegengestelde werking heeft aan insuline. Dit is de reden waarom zo snel mogelijk de eierstokken moeten worden weggenomen.
Belangrijk is ook dat aan suikerziektepati?nten geen hormonen worden
gegeven die de loopsheid tegengaan en ook geen bijnierschorshormonen zoals prednisolon en cortison.
Dieren die te dik zijn (dikke dieren hebben een verhoogde kans op suikerziekte) worden op dieet gezet, zodat ze in enkele maanden (niet te snel) weer een normaal gewicht krijgen.
Insulinetoediening
Suikerziekte wordt veroorzaakt door een insulinetekort. Daarom moet dit tekort dagelijks, op een vast tijdstip. worden aangevuld met een insuline injectie. Dit lijkt eng, maar in de praktijk valt het reuze mee. Omdat niet bekend is hoe groot het insulinetekort precies is, moet de juiste dosering worden vastgesteld. Anders gezegd: uw dier moet worden ingesteld.
Behandeling met Caninsulin
Aan de hand van het gewicht van uw huisdier zal de dierenarts bepalen hoeveel insuline moet worden gegeven. Hij zal u voordoen hoe u de insuline uit het flesje opzuigt en hoe u het in moet spuiten. AIs u het zelf kunt, en dat is echt niet moeilijk en veel minder griezelig dan het lijkt, zult u alles meekrijgen om het thuis alleen te doen.
In het begin worden bloed en/of urine regelmatig gecontroleerd op glucose.
Urine wordt driemaal per dag gecontroleerd. Namelijk 's morgens voor het eten, 's middags voor het eten en 's avonds wat later op de avond.
Het glucosegehalte in de urine kan eenvoudig worden vastgesteld met verkleurende strips.
Bloedonderzoek wordt ongeveer een uur voor de tweede maaltijd uitgevoerd met strips of een glucosemeter. Hiervoor is slechts ??n druppel bloed nodig. Ook bloedonderzoek kan na een instructie van de dierenarts door uzelf worden uitgevoerd. Het voordeel van bloedonderzoek is dat het een betrouwbaarder beeld geeft van de situatie op dat moment.
Wanneer de juiste hoeveelheid insuline is vastgesteld, zal uw dier snel herstellen. Het dier wordt levendiger en het vele drinken en plassen zal afnemen. Ook hoeft dan het controleren van bloed of urine veel minder vaak te gebeuren. Regelmatige controle blijft echter wel noodzakelijk, want na verloop van tijd kan de behoefte aan insuline veranderen en kan een aanpassing van de dosering nodig zijn. AIs uw dier eenmaal goed is ingesteld, kan het een normaal leven leiden.
Voeding
Omdat de hoeveelheid insuline is afgestemd op de hoeveelheid glucose die uw dier op een dag nodig heeft, is regelmaat in voeding belangrijk.
Daarom is het nodig dat uw dier op vaste tijdstippen, dezelfde hoeveeheid eten krijgt waarvan de samenstelling steeds hetzelfde is.
Voor honden kan het best gebruik gemaakt worden van commercieel droogvoer of diner dat wordt aangevuld met vlees .
Belangrijk is ook dat geen smakelijke 'tussendoortjes' worden gegeven.
Beweging
Ook de hoeveelheid beweging (inspanning) dient dagelijks gelijk te zijn.
AIs een dier ineens veel meer inspanning verricht (lange wandeling, opwinding door bezoek of door spel) verbrandt het ook meer glucose. Dit kan tot gevolg hebben dat het bloedsuikergehalte sterk daalt en een zogenaamde hypoglycemie ontstaat (zie ook: 'te laag bloedsuikergehalte'). AIs dit gebeurt moet onmiddellijk glucose (druivensuiker) worden toegediend.
De vooruitzichten
De meeste suikerziektepati?nten kunnen, nadat zij goed op de insuline zijn ingesteld, een normaal leven leiden. De levensverwachting van een goed geregelde suikerpati?nt is dan ook vergelijkbaar met die van een gezond dier. De belangrijkste complicatie is een laag bloedsuikergehalte.
Hoewel dit niet vaak voorkomt, is het belangrijk dat u weet hoe u in een dergelijk geval het best kunt handelen.
Te laag bloedsuikergehalte (hypoglycemie)
De belangrijkste oorzaken voor het ontstaan van een te laag bloedsuikergehalte zijn:
- Opname van minder voedsel in combinatie met de gebruikelijke insuline-dosering.
- Plotselinge toename van het glucoseverbruik door verhoogde inspanning.
- Een te hoge dosering insuline.
- Een normale dosering insuline, wanneer de behoefte ineens is afgenomen.
Bij een te laag bloedsuikergehalte krijgen de hersenen te weinig brandstof. Dit kan levensbedreigend zijn, en daarom is het belangrijk dat u de verschijnselen herkent.
De volgende symptomen kunnen voorkomen:
- honger
- rusteloosheid
- trillen of rillen
- vreemde bewegingen of vreemd gedrag
- spiertrekkingen
- bewusteloosheid (coma)
Als honden na de toediening van insuline gaan slapen en dan heel vast slapen kan dat een aanwijzing zijn voor een laag bloedsuikergehalte.
Wat u in zo'n geval moet doen:
- Direct voedsel geven.
- AIs het dier niet wil eten, dan zo snel mogelijk druivensuiker of een druivensuikeroplossing geven. U geeft hiervan 1 gram druivensuiker per kilogram lichaamsgewicht. De oplossing kunt u voorzichtig in de wangzak gieten, het poeder kunt u op het mondslijmvlies - vooral op en onder de tong - wrijven.
- Zodra herstel optreedt: voedsel geven. Vervolgens het dier gedurende meerdere uren goed in de gaten houden om na te gaan of de verschijnselen opnieuw optreden.
- Het is verstandig om in geval van twijfel en ook wanneer het dier niet reageert op de genoemde maatregelen contact op te nemen met de dierenarts.
HD-Heupdysplasie (heupmisvorming)
HD - Heupdysplasie (heupmisvorming) is een ziekte die regelmatig voorkomt bij honden. De ziekte kenmerkt zich door een afwijking in de vorm en aansluiting van de heupkop van het dijbeen en de heupkom van het bekken. Bij een normaal heupgewricht is er sprake van een heupkom, die voldoende diep is om de heupkop voldoende steun te geven om het lichaam te dragen.
Bij HD is de kom vaak te ondiep, waarbij de kop de neiging heeft om er gemakkelijk uit te schieten (subluxeren). Dit geeft irritatie en dat levert pijn op voor het dier en op langere termijn ook beschadiging aan de heupkop en -kom, waardoor er artrose (in de volksmond ook wel slijtage genoemd) ontstaat.
Oorzaak
HD wordt veroorzaakt door een combinatie van erfelijke en uitwendige factoren.
HD is een erfelijk bepaalde afwijking, maar uitwendige invloeden zoals groeisnelheid, lichaamsgewicht, beweging, spierontwikkeling en voeding spelen hierbij een belangrijke rol. De combinatie van erfelijke aanleg en uitwendige invloeden leidt tot een verkeerde ontwikkeling van de heupgewrichten en de uiteindelijke misvormingen.
Door al deze verschillende uitwendige invloeden, kan de mate van misvorming van de heupen bij honden met een gelijke erfelijke aanleg sterk vari?ren.
Hoe is HD te herkennen?
Klinische HD kent globaal twee vormen: die bij de jonge groeiende hond en bij de volwassen hond op middelbare leeftijd. De rassen die het meeste last hebben, zijn: de Retrievers, Duitse Herders, Rottweilers en de Berner Sennenhonden, dus honden van grote en middelgrote rassen, maar soms ook bij honden van de wat kleinere rassen. HD komt niet uitsluitend voor bij rashonden, maar ook bij hun kruisingsproducten.
HD kenmerkt zich door:
* moeilijk opstaan, soms met pijn
* een stijve achterhand, vooral na rust
* huppelen met de achterpoten alsof deze de voorpoten niet kunnen bijhouden (huppen als een konijn)
* slecht uithoudingsvermogen, snel gaan liggen
* doorzakken van de achterhand
* staan en lopen met opgebogen rug en afhangend kruis
* kreupelheid in ??n of beide achterbenen
* koehakkige stand (de hakken worden naar binnen gedraaid)
Geen van deze verschijnselen is echter typisch voor HD en een onderzoek is dan ook nodig om vast te stellen, wat de oorzaak van de klachten is. Na zo'n onderzoek zullen meestal r?ntgenfoto's (zie hieronder) van de heupgewrichten worden gemaakt. Dit is de enige manier om vast te stellen of er misvorming van de heupgewrichten bestaat en te zien hoe ernstig het is.
Is HD te genezen?
Nee, HD is niet te genezen, maar in veel gevallen wel te behandelen. Misvormingen van de heupgewrichten kunnen, eenmaal aanwezig, niet meer ongedaan gemaakt worden.
Een behandeling zal vooral gericht zijn op de revalidatie van de afwijkende heupgewrichten:
* overmatig lichaamsgewicht voorkomen of drastisch verminderen (vermageren) om onnodige belasting van de heupgewrichten te voorkomen
* regelmatige lichaamsbeweging om de gewrichten minder stijf te doen worden en proberen de bespiering te bevorderen (vaak korte stukjes uitlaten, lichte looptraining, zwemmen)
* pijnbestrijding als ondersteuning van de revalidatie (injectie of medicijnen en/of eventueel operatief ingrijpen)
Is HD te voorkomen?
Een afdoende behandeling voor heupdysplasie bestaat niet. Daarom moet getracht worden het ontstaan van HD zoveel mogelijk te voorkomen.
Dat kan o.a. door:
* de uitwendige omstandigheden voor jonge, opgroeiende honden zo gunstig mogelijk te maken (goede voeding, maar vooral niet teveel; overmatige belasting van de heupgewrichten voorkomen, door het springen en het traplopen te beperken, zeker in hun eerste levensjaar, en ze ook niet teveel te laten trekken)
* via de fokkerij, door controle van de voor de fokkerij bestemde honden
HD-foto's
Offici?le HD-foto's worden pas gemaakt, wanneer de hond minstens ??n jaar oud is. Bij grotere rassen is het beter om te wachten tot de hond 1? ? 2 jaar oud is.
De codes van de offici?le uitslag van de HD Commissie in Utrecht (volgens internationale normen) kunnen zijn:
HD - of A1/A2 betekent HD vrij; er zijn geen afwijkingen gevonden.
HD Tc of B1/B2 betekent HD overgangsvorm; er zijn geringe afwijkingen waargenomen, waarvan wordt aangenomen dat ze niet tot het verschijnsel HD behoren.
HD ? of C1/C2 betekent HD licht positief; er zijn geringe afwijkingen gevonden, die wel tot HD gerekend worden.
HD + of D1/D2 betekent HD positief; er is sprake van zeer duidelijk afwijkende gewrichten.
HD ++ of E1/E2 betekent HD positief in optima forma; bij deze honden is er nauwelijks meer sprake van een gewricht.
Maagkanteling/maagtorsie
Maagkanteling
Deze aandoening staat onder veel verschillende namen bekend, zoals: maagkanteling, maagtorsie, maagdilatatie, maagkantelingssyndroom, aandraaiing en waarschijnlijk nog wel meer.
Het komt er op neer, dat de maag van de hond, die aan de voorzijde verbonden is met de slokdarm en aan de achterzijde met de twaalfvingerige darm, een draaiing om de lengteas maakt en daarbij beide openingen dichtdraait. Hierdoor raakt de maag afgesloten, terwijl de vertering (gasvorming!) wel doorgaat.
Voorkomen
De aandoening komt bij vele rassen voor, maar voornamelijk bij grote honden met een diepe borstkas en vooral die honden, die wat 'los in hun vel' zitten. Waarschijnlijk is het zo, dat de gebrekkige elastische capaciteit van het bindweefsel ook aanwezig is bij het bindweefsel in de buik, dat de organen op hun plaats houdt.
Hierdoor heeft de maag meer bewegingsvrijheid dan goed is. Rassen waarbij regelmatig een maagkanteling wordt waargenomen, zijn: Duitse Dog, Bloedhond, Sint Bernard, Berner Sennenhond, Dobermann, Bouvier, Basset, Mastiff en Mastino Napoletano. Maar het kan bij iedere hond voorkomen, ook bij kleine honden, zelfs bij een kat!
Met het vorderen van de leeftijd neemt het risico op een draaiing van de maag toe.
Symptomen
Door het uitzetten van de maag, wat vooral te zien is ter hoogte van de laatste ribben aan de linkerzijde, wordt de hond rusteloos, maar ook misselijk en gaat lopen kwijlen en smakken. Vervolgens zal de hond proberen te gaan braken, maar er kan niets uitkomen, want de maag is afgesloten! Het enige dat opgegeven kan worden is een beetje doorgeslikt speeksel dat in de slokdarm stond. Dit noemen we 'loos' braken en is een zeer alarmerend symptoom! Verder gaat hij met een bolle rug lopen en zwelt de buik door de ophoping van gassen in de maag achter de ribben snel op. Hierdoor ontstaat druk op de longen en krijgt de hond het benauwd. Als door een maagtorsie bloedvaten worden afgekneld, ontstaat al snel een levensbedreigende toestand. Door het uitzetten van de maag zal de hond uiteindelijk in shock raken en, indien geen behandeling wordt toegepast, overlijden (ongeveer 30% van de honden overleeft een maagtorsie niet).
Behandeling
De behandeling van een maagtorsie kan eruit bestaan om te proberen deze op te heffen door een rubberslang in de maag te brengen of door met een dikke naald een maagpunctie uit te voeren, waardoor de opgehoopte gassen kunnen ontsnappen. Hierna moet een dierenarts de maag operatief terugdraaien. Om herhaling te voorkomen moet de maag, indien de conditie van de maagwand dit toelaat, 'vastgezet' worden aan de buikwand. Ook na succesvol chirurgisch ingrijpen overlijdt toch nog een aantal honden aan hartritmestoornissen in de eerste 24 tot 48 uur na de operatie. Al met al is de prognose van de behandeling niet zo goed. Snel handelen / ingrijpen verhoogt wel de overlevingskans van de hond.
Preventie
Uit bovenstaande blijkt wel, dat de kreet 'voorkomen is beter dan genezen' hier zeker van toepassing is. Omdat het de maag betreft, zal het u niet verbazen, dat voeding een belangrijke rol speelt, een snelle lediging van de maag is gunstig voor de preventie van een maagkanteling.
Hierna volgen een aantal tips zonder op de achterliggende theorie in te gaan:
* Voer uw hond in porties (beter 2x per dag dan alles in ??n keer).
* Laat de hond het eerste uur na de maaltijd met rust! D.w.z. niet spelen of rennen.
* Voer uw hond een geconcentreerde en hoogverteerbare voeding, pas op met dinners.
* Al uw hond schrokkerig eet (=lucht slikken!!!), voer dan van een standaard, of leg een grote afgeronde steen in de etensbak om het schrokken tegen te gaan.
* Laat uw hond niet te veel zeewater of 's winters (ijs)koud water drinken.
* Laat uw hond niet te veel sneeuw eten.
* Mocht uw hond toch symptomen van een maagtorsie vertonen, ga dan met spoed naar een dierenarts toe.
Bij sommige honden komt het alleen tot een maagverwijding ('oplopen'), die na sonderen door de dierenarts weer normaal is. In zulke gevallen kan het verstandig zijn om de maag preventief vast te laten zetten.
Ademhaling
Net zoals bij de hartslag varieert de ademhalingsfrequentie (aantal ademhalingen per minuut) naar gelang de leeftijd van de hond. Jonge honden zullen 18 tot 20 keer per minuut ademhalen, volwassen honden 16 tot 18 keer en oudere honden 14 tot 16 keer per minuut. Natuurlijk zal de hond sneller gaan ademen bij inspanning.
Normaal zal de hond door zijn neus ademen. Bij opwinding, warmte en inspanning zal de hond gaan hijgen en door de bek ademen. Hijgen in rust is meestal een teken dat de hond zich niet lekker voelt. Wanneer je wilt tellen hoe vaak de hond ademt tel je alleen de inademing, of de uitademing en niet allebei.
Hartslag
De hartslag van pups en heel jonge honden varieert tussen 110 en 120 slagen per minuut. Volwassen honden hebben een hartslag tussen 90 en 100 slagen, terwijl de oudere hond 70 a 80 slagen per minuut heeft.
Uitgangspunt hierbij is de hond in rust. Vanzelfsprekend neemt de hartslag toe tijdens inspanning. Tel gedurende minimaal 15 seconden de hartslag en vermenigvuldig dit met 4.
Beter is een volle minuut te tellen, maar bij sommige honden is dit moeilijk, vanwege de beweeglijkheid.
Je kunt de hartslag tellen met wijs- en middelvinger, die je op de grote slagader legt aan de binnenkant van de achterpoot, hoog op het been, bijna op de plaats waar het been overgaat in de romp.
Dit is echter vrij moeilijk. Het eenvoudigst is de hand op de linkerborst van de hond te leggen. U kunt echter via deze methode niet de "kracht" voelen, waarmee het bloed wordt rondgepompt. kun je bij een ziek dier de hartslag slecht voelen via de dijbeen slagader, dan is dit meestal een slecht teken. Een belangrijke wetenswaardigheid is het feit dat de hartslag bij de hond onregelmatig is! Hierover hoeft u zich dus niet ongerust te maken. Een zieke hond heeft meestal een snellere hartslag.
Honden massage
Door aanraking van je hond ben je bezig met communiceren.
Elk lichaamsdeel heeft een eigen betekenis bij aanraking.
Bij aanraking van de schedel laat je zien dat je duidelijk zijn meerdere bent.
Als je zijn rug aanraakt ben je nog steeds zijn meerdere maar je laat zien dat je zin hebt om te spelen.
Aanraking op zijn flank betekent dat je vriendschappelijk met hem om wilt gaan.
De nek en kin aanraken verstevigt de band tussen jullie beide.
Als u uw hond seksueel wil opwinden moet u vooral zijn borst en liezen kriebelen een reu kan hierdoor makkelijk een erectie door krijgen.
Onder de buik aaien word aanbevolen voor bange en onzekere honden aangezien je door deze aanraking hun ego opkrikt.
Samen met strelingen op zijn schedel geef je een onzekere hond weer zekerheid in het leven.
Gaat je trouwe viervoeter op zijn rug leggen en biedt hij zijn buik aan bevestig zijn onderdanigheid door hem over zijn buik te aaien.
Op deze manier bevestig je de rangorde positie tussen jullie beide.
Probeer eens het volgende, leg je hand op de rug of schouder van de hond niet aaien alleen aanraken.
De ene hond zal weglopen de ander gaat vervelend doen geeft niks gewoon laten gaan. Doe dit meerdere keren op een dag vooral niet dwingen of aanhouden als de hond niet wil.
Hij gaat deze aandacht prettig vinden en zal zodra je een hand op zijn schouder legt naar je gaan kijken.
Na verloop van tijd gaat de hond ook contact zoeken met jou.
Praat niet tegen de hond maar kijk hem alleen vriendelijk aan.
Nu heb je de basis voor een natuurlijke verstandhouding met je hond.
Een hond vindt het heerlijk als hij gestreeld wordt.
Als je een hond eraan went om hem elke dag even te borstelen, zal de band met je hond steeds beter en intenser worden.
Het effect wordt nog beter als je de hond gaat masseren.
De TTouch methode is een makkelijk zelf aan te leren techniek.
Een massage techniek die een positieve invloed heeft op uw hond.
Om zelf een begin te maken met massage kun je alvast enkele eenvoudige massage technieken gaan toepassen.
De simpelste techniek is strijken.
Als de hond voor je staat ga je met beide handen aan weerskanten van de hond in een vloeiende beweging van nek naar achterhand.
Na enkele keren kun je voorzichtig de druk iets vergroten.
Een strijkbeweging langzaam uitvoeren en de duimen langs de ruggengraat houden.
Als de hond op zijn zij ligt kun je dezelfde beweging uit voeren alleen dan begin je met ??n hand vanaf de nek en strijk je naar de achterhand.
Zodra je bij de achterhand bent ga je met je andere hand naar de nek en maak je er een doorgaande beweging van.
Op dezelfde manier als hierboven kun je met een hand cirkelvormige bewegingen maken.
Kleine cirkels met de klok mee langs het lichaam van de hond.
Met je duim en wijsvinger kun je langs de rand van de oren kleine cirkels maken altijd naar het uiteinde van de lichaamsdelen toewerken.
Door langs de ruggengraat voorzichtig te drukken kun je een begin maken met drukpuntmassage.
De duimen langs de ruggengraat plaatsen licht drukken en een duimbreedte opschuiven.
Ook langs de rand van het oor kun je met duim en wijsvinger voorzichtig drukken.
Als de hond zich ontspannen en veilig voelt kan het best gebeuren dat hij in slaap valt.
Nagels knippen
Veel mensen vinden het knippen van de nagels van hun honden griezelig.
Niet verwonderlijk als je bedenkt dat er "leven" in die nagels zit. En als je per ongeluk in dit "leven" knipt doe je je hond hartstikke zeer, en kan echt erg bloeden!
Honden bij wie regelmatig in het leven geknipt is zullen niet zo meewerkend zijn als ze je met de nagel-tang zien aankomen. Sommige honden hebben al zo'n trauma opgelopen dat het knippen van de nagels onmogelijk is geworden en altijd uitloopt op een gevecht.
Laat het niet zo ver komen!!! Als je het echt niet durft, zoek iemand die het wel voor je kan doen. Wil je het zelf doen, oefen dan eerst "droog". Zorg eerst dat je hond het niet meer erg vindt dat je aan zijn voeten en nagels komt. "Speel" met z'n voeten. Kriebel ze en maak er eerst een spelletje van. Ga dan rustig aan met de tang oefenen. Nog niet knippen, maar gewoon "erop" zetten en weer terug trekken. Bekijk de nagels van je hond eerst goed. Zet er eens een goeie sterke lamp op of ga ze bekijken in de zon. Probeer te ontdekken waar het leven zit, vooral zwarte nagels moet
Hondentaal
Ziekte van Aujeszky
Teken
Zindelijk maken
Je hond leren mank lopen
Jacht spelletjes
Kracht en vecht spelletjes
Je hond nee leren schudden
Weetjes
Verschillende soorten honden
Hondentaal
Hondentaal, niet alleen via 'gesproken taal' maar nog veel meer via 'lichaamstaal'.
Wil je, je hond begrijpen zal je je hond toch enig zins moeten kunnen verstaan, dat lukt de meeste mensen niet zomaar daar moet je wat moeite voor doen.
Boeken over lezen of op cursus met je hond.
Hoewel het vaak tegen valt hoeveel theorie mensen op hun hondenschool krijgen.
Ik vraag me dan vaak af zijn die instructeurs bang om mensen dingen bij te brengen, bang dat ze overbodig worden, nemen ze er de tijd niet voor, vinden ze het aanleren van trucjes voldoende of zouden ze de kennis niet in huis hebben?
Als je, je hond niet begrijpt, niet weet wat een houding, gedrag of geluid inhoudt en je toch je hond commando's geeft, ben je naar mijn mening maar wat aan het aan het knutselen.
Deze mensen roepen dan' Pas op ik heb een dominante hond!' Dan denk ik lieve meneer of mevrouw ik ben zelden of nooit een hond tegen gekomen die alleen maar dominant is.
Als dat het geval is word hij of zij namelijk niet oud, een hond die altijd dominant is is namelijk niet te trainen, die accepteert namelijk geen leiderschap van zijn baas.
Gelukkig zijn de meeste honden in sommige gevallen of situaties dominant en in andere helemaal niet.
Vaker nog is een hond dominant uit gebrek aan leiderschap van zijn baas. Dat is jammer, onnodig ook.
Dat leiderschap bereik je niet door slaan of schoppen, respect schop je er niet in angst wel.
Een goede leider is duidelijk, rechtvaardig, beslist (doet niet aan medezeggenschapsraden, althans niet in de hondenwereld), laat op een rustige manier blijken dat hij het voor het zeggen heeft.
Daar zijn een aantal zo gehete dominantie regels voor.
Die kun je gebruiken om duidelijk te maken aan je hond wie er
de baas is.
Zonder direct de confrontatie aan te gaan, want dat kan in sommige gevallen op een knokpartij tussen hond en baas uitdraaien.
Daar zit niemand echt op te wachten.
Een van die dominantie regels is bijvoorbeeld:
de hoogste in rang negeert de lagere.
Een regel die je als baas rustig een tijdje kan toe passen en met negeren bedoel ik ook ECHT negeren, niet aan kijken, aanhalen of tegen hem praten.
De meeste honden zijn hier meesterlijk in, denk eens aan de hond die 'oostindies doof' is of gewoon wegloopt als de baas iets van hem wil. Hou dit negeren eens een weekje vol, het lijkt simpel maar in praktijk valt het best tegen! Toch heb je na 1 weekje vaak een heel andere hond, die met plezier iets voor je doet.
Een andere regel.
Let eens op hoe vaak je hond iets 'gratis' krijgt.
Zomaar een koekje, een aai, zijn natje en droogje, een knuffel noem maar op.
Gewoon omdat hij zo lief is.
Lekker makkelijk! Maar als u elke maand zomaar 10.000 kreeg, ging u dan nog werken???? Ach waarschijnlijk wel voor de lol, een paar uurtjes. Dat is nu net wat de meeste honden ook doen, soms luistert hij wel en vaak ook niet.
Laat hem eens wat doen voor zijn 'beloning' zitten, hier komen, een stukje volgen etc.
Je hond vindt het prachtig mits je de juiste beloning voor jou hond of dat moment weet te vinden.
Zo wordt het leven van je hond ook spannender, niets is saaier dan het voorspelbare koekje bij de thee.
Maar goed hoe zat het ook al weer met dominant of onderdanig?
Angstig of agressief?
Stresssignalen???????
Veel bazen denken kan mij dat nou schelen hij moet gewoon doen wat ik zeg, punt uit.
Lieve baas, koop dan de volgende keer zo'n aibo robothondje, kost een paar cent maar dan heb je een hond die altijd doet wat je wil en zelfs een uitknop heeft.
Hondenbazen die meer over honden willen weten lees nog even verder.
Een hond of mens kan niet in zijn eentje communiceren, hij is dus altijd dominant of onderdanig ten opzichte van die andere hond (of mens).
De afdelingschef is de baas (dominant) over zijn secretaresse maar ondergeschikt (onderdanig) aan de directeur.
Een en de zelfde persoon/hond kan dus eigenlijk nooit alleen maar onderdanig of dominant zijn, er is altijd wel iemand dominanter of onderdaniger.
Het kan ook per situatie wisselen.
Bijvoorbeeld de directeur in het voorbeeld van net krijgt tennisles van de afdelingssecretaresse, die is op dat moment dus de baas. Met honden is het net zo.
Hoe ziet dominante houding er nu uit?
Oren naar voren gericht, staart hoog, lichaamshouding naar voren gericht.
Hoe zit onderdanige houding er nu uit?
Oren naar achteren, staart laag (niet tussen de benen) en lichaamshouding wat naar achteren geleund.
Let op met de houding van oren en staart wordt hoger of lager als normaal voor deze hond/ dit ras bedoelt!!!!
Valt het u op dat er geen uitingen van agressie bij staan?
Dat klopt een dominante hond hoeft niet agressie te zijn, sterker nog zijn lichaamstaal is zo over duidelijk dat de andere honden niet eens proberen op de macht over te nemen.
Agressie is veelal een teken van onzekerheid of soms dat twee honden even onderdanig of dominant zijn dan moet het even uitgevochten worden.
Nu hoort er bij een dominante houding ook dominant gedrag:
fixeren (elkaar strak in de ogen kijken, dit neigt al naar agressie!), Voorop gaan, het initiatief nemen tot contact, bepalen wat er gebeurt(deze kant op baas, de hond bepaald jij komt er hier niet in!), Wanneer er iets gebeurt (nu aaien baas!), Opspringen tegen de baas(misschien kan ik je wel omgooien), hoger willen zitten dan de baas, hoge of belangrijke plaatsen inpikken en als het niet anders kan dan delen met de baas(bed, bank etc.)aandacht trekken, markeren (geurmerk achterlaten dmv urine; dit kunnen teven ook doen!), Vrije doorgang eisen (tuut, tuut hier kom ik aan, aan de kant voor mij!), Boven iemand gaan staan of hangen (met autorijden lekker hard op de baas zijn schouder hangen)
Bij onderdanig gedrag hoort:
elkaar niet aankijken, afwachten wat er gebeurt, mond hoeken likken, achter baas aan door de deur, niet dringen bij het begroeten van bezoek, op je beurt wachten, wachten tot er iemand met je wilt spelen, als de baas bezoek binnen laat deze vriendelijk verwelkomen, geen overmatige aandacht vragen.
Evt. op de rug gaan liggen of een onderdanigheids plasje doen onder iemand willen kruipen
Onzekerheid:
een onzekere hond zie je vaak van voren iets anders doen als van achteren bijvoorbeeld de oren naar voren maar de staart laag. Dit is eigenlijk tegenstrijdig, hieruit blijkt onzekerheid.
Een andere manier om onzekerheid te laten zien is het vertonen van stresssignalen.
Agressie uit zich door: fixeren (dmv fixeren de strijd al proberen te winnen), grommen, lip op trekken, happen, bijten
Het zogenaamde 'borstelen'; de haren op de rug overeind zetten is een teken van opwinding.
Dit kan opwinding uit angst zijn, van spanning, uit blijdschap of uit agressie.
Uit het lichaamshouding van de 'borstelende' hond kan men opmaken waarom hij borstelt.
Het is dus eigenlijk een stresssignaal.
Stresssignalen:
Verstarren is een duidelijk stresssignaal, vaak is de hond dan te bang om weg te lopen, ook is het vaak een directe voorbode van een aanval! Het heffen van een voorpoot(zoals sommige jachthonden doen) zie je vaak in situaties van, mag ik er wel of niet achteraan.
Trillen, gapen (terwijl hij niet moe is of het warm heeft)uitschudden (terwijl zijn vacht niet vies, nat of door de war is), tongelen dit is het snel even uitsteken van de tong (doet een beetje denken aan wat reptielen doen; het puntje van de tong laten zien), krabben bijvoorbeeld achter zijn oor.
Stel je roept je hond en die denkt zal ik wel of zal ik niet op zo'n moment stelt hij de beslissing nog even uit door zich achter de oren te gaan krabben (dit doen mensen ook) of ineens zogenaamd aandachtig de grond te besnuffelen.
Stresssignalen geven aan dat de hond zich onprettig voelt, komt er meer druk op de hond nemen de stresssignalen in hevigheid toe.
Een beetje stress kan geen kwaad, te veel stress wel.
Bij elk leren krijg je stress, bij mens & dier.
Bij positieve trainingsmethodes d.m.v. koekjes en/of clicker zie je wel minder stress dan bij harde trainingsmethodes.
Verder zie je stresssignalen in situaties waarin geen vluchtweg is, een hond die benaderd wordt terwijl hij in de hoek zit, aan het uiterste puntje van de riem loopt kan geen kant op.
Hij kan de dreiging van de benadering alleen nog doen stoppen door agressie.
Vaak durft hij eigenlijk niet agressief te zijn (dus stress!!) Maar zit er niet anders op dan mensen in zo'n situatie toch door lopen.
Indien de hond uit de vorige alinea keer op keer angst, agressie vertoont leert hij dat hij mensen kan laten terug deinzen hierdoor groeit zijn zelf vertrouwen! (Uiteraard op een ongewenste manier) De hond die eerst in een lage houding mensen aan gromde om ze weg te jagen valt op een gegeven moment uit in een hoge houding met veel kabaal en imponeer gedrag (lees dominante houding. )
Echter aan de stresssignalen kan een goede verstaander van lichaamstaal zien dat de hond helemaal niet zo'n held is en nog steeds uit angst/onzekerheid uitvalt en geen dominant, agressieve hond is.
Hij bluft zich er uit, veelal wordt zo'n hond door leken (en zelfs sommige 'kenners') als dominant betiteld, hij wordt gecorrigeerd als hij uitvalt naar mensen (die hij toch al niet vertrouwde), wat leert de hond?
Juist dat mensen echt doodeng zijn, het ongewenste gedrag wordt niet minder maar meer.
En uiteindelijk beland de hond bij de dierenarts voor euthanasie! Een goede verstaander van lichaamstaal had deze situatie anders ingeschat en geprobeerd de hond meer vertrouwen in mensen te geven en met veel geduld en beleid lukt dat vaak.
En baas & hond leven nog lang en gelukkig in een goede verstandhouding.
Over lichaamstaal bij honden is men nooit uitgeleerd.
Hoe meer men ervan weet, hoe meer men beseft hoe gecompliceerd het is en hoe weinig men weet.
Ziekte van Aujeszky
Dit is een virus dat bij honden voornamelijk wordt overgedragen door besmet varkensvlees. Vroeger zag men bij besmette honden een hevige jeuk, wat tegenwoordig slechts bij zeer hoge uitzondering nog wordt waargenomen. Na het opdoen van de besmetting wordt de hond lusteloos en kan mogelijk wat gaan braken en diarree hebben. Het lijkt op een zomergriepje en is daardoor moeilijk te herkennen. Deze virusziekte is voor de hond dodelijk. Honden die besmette strottenhoofdjes hebben gegeten, zijn vaak al 2 tot 3 dagen later overleden. Er is nog geen behandeling voor besmet geraakte honden. Om deze besmetting te voorkomen dienen we de hond nooit in varkenshokken toe te laten want het kan ook in de urine van een besmet varken zitten. Verder een hond nooit rauw varkensvlees geven.
Gif
Aai, je hond heeft iets gegeten wat niet mag wat zelf giftig kan zijn!! Wat te doen Wat te doen kijk hier onder even misschien staat er iets bij, hoe dan ook deze lijst altijd bij de hand of op een plaats dat je er snel bij kan. Dit geld trouwens ook vor katten.
- code 1: Laat uw dier niet overgeven.
- code 2: Water drinken (geen zuivel), desnoods dwangmatig. Bewusteloze dieren nooit laten drinken.
- code 3: Laat uw dier overgeven.
- code 4: Norit geven. Verhouding kat/hond =1/5
- code 5: Boter in de bek smeren, om het schuimen tegen te gaan.
- code 6: Vloeibare paraffine geven: voor honden 1 ? 2 eetlepels en voor katten enkele theelepels.
- code 7: Zo spoedig mogelijk naar de dierenarts
Gegeten
Wat te doen
Antivries
hond laten braken en onmiddellijk naar de dierenarts
avocado: De pit en het vlees
Dit is helaas dodelijk giftig.
Aanmaakblokjes
code 2-3-4
aceton
code 2-3-4
aftershavelotion
code 2-3
afvoerontstoppers
code 1-2
afwasmiddel/allesreiniger
code 1-2-5
alcoholl
code 2-3
ammoniak
code 1-2
anticonceptiepil
code 2-3
aaronskelk:De hele plant
code 2-3-4
asperine/aspro
code 2-3-4
azalea
code 2-3-4
azijn
code 1-2
abrikoos:De pit (wanneer stuk gebeten)
code 2-3-4
akkerwinde:De hele plant
code 2-3-4
amerikaanse vogelkers:De hele plant, bast & zaden
code 2-3-4
aardappel:Bessen
code 3-4
benzine
code 1-6
bleekwater
code 1-2
brandspirtus
code 2-3
brasso koperpoets
code 1-6
buckley hoestsiroop
code 2-3
berglaurier:bladeren/nectar
code 2-3-4
boerentabak: De hele plant
code 2-3-4
bittere amandel:pit (wanneer stuk gebeten) hele plant
code 2-3-4
blaartrekkende boterbloem: Sap
code 2-3-4
gatenplant
code 2-3-4
gootsteenonstopper
code 1-2
gelderse roos
code 2-3-4
goudenregen
code 2-3-4
haarbleekmiddel
code 1-2
haarlotions
code 2-3
hart en bloedvaten middel
code 2-3-4
hasj
code 2-3-4
hoestmiddelen
code 2-3-4
hortensia
code 2-3-4
hoofdpijnpoeders
code 2-3-4
huidlotions
code 2-3-4
hulst
code 2-3-4
kalmeringsmiddelen
code 2-3-4
kamperfoelie
code 2-3-4
kattenvlooienband
code 2
kerstboom
code 2-3-4
kerstroos
code 2-3-4
kerstster
code 2-3-4
klimop
code 2-3-4
koelbox / tas vloeistof
code 3
koperpoets
code 1-6
kunstgebitreiniger
code 1-2
kwik
code 2-3
kers: Pit (wanneer stuk gebeten)
code 2-3-4
lakken
code 1-6
Lampolie
code 1-6
laxeermiddel
code 2-3
lelietje van dalen
code 2-3-4
librium
code 2-3-4
luchtverfrissers
code 2-3-4
lucifer (kop)
code 2-3-4
laurierkers: De hele plant + zaden
code 2-3-4
meubelolie/was
code 1-6
mierenlokdoos
code 2-3
mierezuur
code 1-2
mistletoe
code 2-3-4
modelbouwlijm
code 1-6
mollengif
code 2-3-4
monninkskap
code 2-3-4
motorolie
code 1-6
mottenballen
code 2-3-4
muggenolie
code 1-6
muggenstift
code 2-3
muizentarwe / gif
code 2-3-4-7
narcis
code 2-3-4
natronloog
code 1-2
natterman hoestmiddelen
code 2-3-4
neusdruppels
code 2-3-4
nootmuskaat omhulsel van de zaden
code 2-3-4
oleander
code 2-3-4
ontkalkers
code 1-2
otrivin
code 2-3-4
ovenreinigers
code 1-2
paracetomolpreparaten
code 2-3
parfums
code 2-3
parketvloerreinigers
code 1-6
petroleum
code 1-6
plantenmest vast
code 2-3-4
plantenmest vloeibaar
code 1-2
plaspillen
code 2-3
pokon vast
code 2-3-4
pokon vloeibaar
code 1-2
pijnstillers
code 2-3-4
paardekastanje
code code 3-7 ogen en maag spoelen
pruim: Pit (wanneer stuk gebeten)
code 2-3-4
perzik: Pit (wanneer stuk gebeten)
code 2-3-4
rattenverdelgers
code 2-3-4
rododendron
code 2-3-4
ruitenreiniger
code 1-2
schoonmaakazijn
code 1-2
schuurmiddelen
code 1-2
shampoo
code 1-2
sigaren/sigaretten
code 2-3-4
sinaspril
code 2-3-4
slaapmiddelen
code 2-3-4
slakkenverdelgers
code 2-3-4
soda
code 1-2
spar
code 2-3-4
spiritus
code 2-3
scherpe boterbloem:Hele plant + wortels
code 2-3-4
tabak
code 2-3-4
tapijtreinigers
code 1-5
teakolie
code 1-6
tactyleermiddel
code 1-6
terpentine
code 1-6
textielwasmiddelen
code 1-2
thinner
code 1-6
tippex
code 3-4
vaatwasmiddel hand
code 1-5
vaatwasmiddel machine
code 1-2
verf
code 1-6
verfverdunners
code 1-6
verharders
code 1-2
vim
code 1-6
vingershoedskruid: De hele plant
code 2-3-4
wasbenzine
code 1-6
wasmiddelen
code 1-2
wasverzachters
code 1-2
wc blokken
code 2-3-4
wc eend
code 1-2
wc reinigers
code 1-2
wonderolie
code 2-3-4
wolfsmelk: hele plant, melksap
Indien nodig code 7
Walnoot: bladeren / bast
Indien nodig code 7
In-enten
wat gebeurt er bij het enten?
Met het enten tegen een virus spuit men een heel klein beetje van dat virus in het lichaam. Het lichaam herkent dit niet en maakt afweercellen en -stoffen. En deze beschermen de mens maar ook het dier tegen ernstiger gevolgen van een besmetting met het virus. Om te zorgen dat honden goed beschermd blijven worden ze doorgaans jaarlijks ge?nt, zodat de hoeveelheid afweercellen op peil blijft. Het lichaam blijft dan immuun tegen deze aandoening.
Vanaf de geboorte moeten pups dus ook ge?nt worden. Tegen alle bekende ziektes. Om nu te zorgen voor een optimale bescherming, waarbij de afweercellen en - stoffen gevormd kunnen worden, worden alle pups vcolgens een adviesschema ge?nt. Er kan van dit schema afgeweken worden. Dit is afhankelijk van de kans op infectie en de gebruikte entstoffen.
Hondenziekte/Ziekte van Carr?
Hondeziekte wordt ook wel 'distemper' of 'Ziekte van Carr?' genoemd. Het wordt door een virus veroorzaakt en kan vele ziektesymptomen tot gevolg hebben. Het meest op de voorgrond treden verschijnselen van het centrale zenuwstelsel, braken en diarree, longontsteking en oog- en neusuitvloeiing. Een speciale vorm van de ziekte bestaat uit huidafwijkingen waarbij een sterke verhoorning optreedt van de voetzoelen en de neusspiegel. De ziekte komt, mede door het entprogramma, nog maar weinig voor in Nederland.
De eerste enting wordt gegeven op een leeftijd tussen de zes en acht weken. Het wordt herhaald na ca. vier weken. Indien op 12 weken voor het eerst wordt gevaccineerd, of nog later, dan dient de vaccinatie nog minimaal ??n keer herhaald te worden.
Nu is het zo dat pups voordat zij geboren worden, uitgebreid in verbinding staan met het bloed van de moederhond. Als de moederhond goed, volgens schema, ge?nt was krijgen de pups dus afweercellen en stoffen mee van die moederhond. Op het moment dat de pups ge?nt worden kunnen de afweerstoffen, die ze van hun moeder meegekregen hebben, de entstof voor een deel verdrijven, waardoor de pup zelf minder antistoffen produceert. Daarom moeten pups dus vaker ge?nt worden om een volledige afweer te ontwikkelen.
Tegen hondeziekte is er nog een andere mogelijkheid. Het mazelenvaccin voor mensen lijkt heel erg op het virus dat hondeziekte veroorzaakt. Wordt de pup hiermee ge?nt, dan kunnen de stoffen van de moeder dit niet verdrijven en bouwt de pup zelf de afweerstoffen op. Ook dit wordt wel gedaan in Nederland.
Parvo
Parvo is een virus dat de darmvlokken massaal vernietigt. Hierdoor ontstaat een beeld van hele heftige diarree (spuitdiarree) met bloed. De honden kunnen ook ernstig braken, hebben vaak hele hoge koorts en door het enorme vochtverlies raken ze heel snel uitgedroogd. Sterfte treedt veelvuldig op.
Geadviseerd wordt om te beginnen met enten op een leeftijd van zes tot acht weken en om de drie tot vier weken te herhalen tot de hond ongeveer vier maanden oud is.
Besmettelijke leverziekte
De aard van de ziekte wordt in de naam al gegeven. het is een aandoening aan de lever. Andere benamingen zijn 'HCC' (Hepatitis Contagiosa Canis) of 'Ziekte van Rubarth'.
De symptomen bestaan uit een ernstig ziek dier met koorts, bloedingen, braken en oogontsteking. Tijdens het genezingsproces kan een zogenaamd 'blauw oog of melkglasoog' ontstaan, dat echter wel vaak weer verdwijnt.
Enting van pups met HCC-vaccin vindt voor de eerste keer plaats op een leeftijd van zes weken en dient op 12 weken herhaald te worden. Jaarlijkse herenting wordt om practische redenen (combinatievaccins) geadviseerd. De bescherming is meestal wel langer dan ??n jaar.
Kennelhoest-complex
De oorzaak van kennelhoest bestaat uit meerdere micro-organismen en daarom is het beter te spreken van het kennelhoestcomplex. De symptomen kenmerken zich door een zieke hond met koorts en een harde, droge hoest die weken lang kan aanhouden. Ook geven ze hierbij wel eens wat wittig slijm op. De drie belangrijkste veroorzakers zijn de Bordetella bronchiseptica bacterie, het para-influenza virus en een adenovirus.
De infectiedruk, temperatuur en ventilatie spelen een grote rol in het ontstaan van de ziekte. Niet voor niets zijn de zomermaanden de periode waarin kennelhoest het meest wordt waargenomen. In deze vakantieperiode worden veel honden in pensions, asiels en kennels ondergebracht.
Vaccinatie tegen kennelhoest wordt aanbevolen voor honden die een groter risico lopen op infectie (zoals werkhonden, of honden die naar een pension gaan ). Enting dient plaats te vinden, minimaal 10 tot 14 dagen voordat de hond blootgesteld wordt aan het grotere risico (bijvoorbeeld opname in een pension). Er kan begonnen worden met vaccineren op een leeftijd van zes weken.
Jaarlijkse of frequentere herhaling (afhankelijk van gebruikt vaccin en infectiemogelijkheden) is noodzakelijk om de immuniteit te onderhouden.
Hondsdolheid
Hondsdolheid (ook wel Rabi?s genoemd) wordt veroorzaakt door een virus dat via het speeksel (bijten) wordt overgebracht en specifiek het zenuwstelsel aantast. Het verspreid zich langzaam via zenuwbanen vanuit een bijtwond naar de hersenen. Eenmaal daar aangekomen zullen gedragsveranderingen (vaak agressiviteit en angstreacties) op gaan treden. Opvallend is de watervrees wat wordt veroorzaakt door slikproblemen. De ziekte is altijd dodelijk en zeer gevaarlijk voor de mens. Bij tijdig ingrijpen na een bijtwond kan de ziekte bij de mens nog tot staan gebracht worden.
De eerste vaccinatie wordt niet eerder gegeven dan op een leeftijd van 12 weken. Afhankelijk van de wettelijke eisen en de gebruikte entstof wordt de enting herhaald na ??n tot drie jaar. Bij pups is de enting doorgaans niet langer geldig dan drie maanden. Gezien het gevaarlijke karakter van de ziekte mag er nooit afgeweken worden van de wettelijke eisen van de landen die vaccinatie tegen hondsdolheid vereisen (meestal ??n maand voor vertrek naar die landen)!!!
Ziekte van Weil
De ziekte van Weil, of Leptospirose, wordt in tegenstelling tot de andere ziektes, veroorzaakt door een bacterie. Bij besmette dieren ontstaan koorts, spierpijn en leverstoornissen (geelzucht). De bacteri?n blijven soms maandenlang in de nieren aanwezig en worden steeds met de urine uitgescheiden. Hierdoor worden andere honden (snuffelen), of de mens (slechte hygi?ne) weer ge?nfecteerd. Vaccinatie van pups moet minstens tweemaal plaatsvinden, de eerste keer in het nest op een leeftijd van zes tot acht weken en de herhalingsenting op 12 weken leeftijd. Een derde enting wordt aanbevolen voor 'risico-dieren' (bijvoorbeeld jachthonden) op een leeftijd van 20 tot 24 weken.
De jaarlijkse hervaccinatie dient kort voor de risicoperiode, die loopt van mei tot november, ge-geven te worden.
Entschema
Samengevat kan voor de gezonde pup het volgende entschema worden gehanteerd:
6 weken
Parvo
Hondeziekte en/of mazelen
eventueel Ziekte van Weil
HCC
kennelhoest
9 weken
Parvo
eventueel ziekte van Weil
12 weken
Parvo; HCC
Ziekte van Weil
Hondeziekte (cocktail-enting)
eventueel Rabi?s en kennelhoest
16 weken
Parvo
Ziekte van Weil (indien nog niet 1 of 2 maal eerder gegeven)
Vervolgens jaarlijkse herhaling van cocktail
Afhankelijk van de gebruikte entstof en het besmettingsrisico kan van dit schema afgeweken worden.
Zowel Rabi?s als kennelhoest worden niet standaard gegeven maar na overleg
met de dierenarts aan dieren die daarvoor in aanmerking komen.
Warm weer
Honden hebben snel last van de warmte. Ze kunnen niet zweten zoals wij mensen. Honden raken hun overtollige warmte kwijt door snel te ademen (panting= hijgen), waardoor water verdampt met de (uit)ademingslucht. Honden zweten ook via hun voetzolen. Te veel zon of warme omgeving kan bij een hond coma en de dood veroorzaken. Honden zijn extra gevoelig voor oververhitting bij rennen op warm asfalt. Ook kan er blaarvorming aan de poten optreden. Rennen naast de fiets of spelen met stokken moet bij hoge temperaturen vermeden worden.
Hond en auto in de zon
Een stilstaande auto wordt in de zon zeer snel heet, vaak tot 50 graden, ook al staan de ramen enigszins open. Laat nooit de hond achter in de auto bij warm weer. Als het niet anders kan auto in de schaduw, onder bomen of in de carport. Ramen tegen elkaar open zetten en niet te lang wegblijven. Als je een oververhitte hond in de auto aantreft, hond eruit, overgieten met koud water (of alcohol/spiritus) eventueel met een natte doek overdekken (let op onderkoeling).
Tips bij heet weer:
letten op schaduw voor uw hond (op stand etc)
niet/ niet te lang in de auto
niet te veel activiteiten: geen stokken gooien/fietsen etc.
altijd vers/fris drinkwater ter beschikking
let op kwaliteit zwemwater in verband met botulisme (bij dode watervogels de hond niet laten zwemmen)
Jaarlijkse vaccinaties nog op orde? Vooral ziekte ziekte van Weil is belangrijk bij zwemmende honden. Deze ziekte wordt via ratten overgebracht en geeft ernstige lever- en nierbeschadiging
Teken
Teken zijn bruin-zwarte insecten, die tussen de 1 en 10 mm. groot worden.
Van maart tot november huizen zij in struiken en hoog gras, op zoek naar passerende mensen of dieren.
Teken zijn parasieten: zij bijten zich vast in de huid van mens en dier om zich vol te zuigen met bloed.
Ieder jaar worden in Nederland ruim 30.000 mensen door een teek gebeten.
Meerdere soorten teken
Er zijn vele soorten teken, waarvan er in de Benelux slechts een aantal belangrijk zijn. Ze behoren tot de zogenaamde harde teken (lxodae), die een rugschildje bezitten.
De gewone algemeen voorkomende teek is de lxodes ricinus.
Soorten uit Zuid-Europa zoals de Rhipicephalus sanguineus kunnen met een vakantiebezoek aan deze landen worden meegenomen en kunnen zich daarna in ons klimaat alleen binnenshuis of in kennels handhaven.
Een andere teek die wel eens meegenomen wordt uit Zuid-Europa, de Dermacentor reticularis, komt ook van nature in Zuid-Belgi? voor.
Teken zijn parasieten, die zich uitsluitend kunnen voeden met uw bloed of dat van uw huisdier. Ze vervellen een aantal malen voordat ze volwassen worden. Voor iedere vervelling hebben zij een bloedmaaltijd nodig.
Levenswijze
Teken hechten zich op bladeren en gewas en wachten tot hun gastheer passeert. Op dat moment laten ze zich op de gastheer vallen en grijpen zich met hun klauwtjes (kleine weerhaakjes) vast. Teken kunnen diverse gastheren gebruiken, waaronder honden, katten, paarden, runderen en knaagdieren. Ook de mens kan als gastheer dienen.
De teek zuigt zich vast met een speciale zuigsnuit kort nadat hij zich op zijn gastheer heeft laten vallen.
De voorkeursplaatsen voor de aanhechting van de teek bij hond en kat zijn de kop, de voorborst en de flanken. Het zich in de huid vastzetten van de teek geeft vaak jeuk en irritatie. Zelfs na het loslaten van de teek kan er zich gedurende enige tijd een verdikking en ontsteking van de huid voordoen.
Door teken overgebrachte ziekten
Wereldwijd zijn teken verantwoordelijk voor het overbrengen van vele ziekten.
In Nederland is de belangrijkste ziekte, die door teken wordt overgebracht, de ziekte van Lyme; het komt per seizoen enkele tientallen malen voor.
Deze wordt veroorzaakt door de bacterie Borrelia burgdorferi.
Door een tekenbeet kan deze bacterie in het lichaam van mens en dier terechtkomen. De meeste mensen en dieren die besmet zijn, worden niet ziek, maar in sommige gevallen veroorzaakt de bacterie de ziekte van Lyme.
Deze ziekte is voornamelijk gevaarlijk voor de mens.
Verwijderen
U verwijdert de teek het best met een (speciaal teken-)pincet. Pak de teek zo dicht mogelijk bij de huid vast en trek de teek er met een draaiende beweging (linksom) uit. (Een teek draait zich rechtsom als een 'schroef' in de huid; door nu linksom te draaien, geeft u steeds een zetje in de 'uitdraai'richting).
Probeer te voorkomen, dat u het lijfje van de teek vermorzelt of dat resten in de huid achterblijven. Maak in elk geval de huid rond de tekenbeet na afloop schoon met 70% alcohol of jodiumtinctuur of -zalf.
Bij het lostrekken van de teek moet u beslist geen olie of alcohol op de teek druppelen, en ook geen brandende sigaret of een ander middel gebruiken. De teek kan daarvan schrikken en dat maakt de kans op eventuele besmetting groter.
Naar de huisarts
U moet de huisarts bezoeken, wanneer er resten van de teek in uw huid zijn achtergebleven of wanneer u bij het verwijderen de teek beschadigd hebt.
En natuurlijk gaat u naar de dokter, wanneer u een of meer van de beschreven klachten krijgt of andere klachten hebt, die u niet thuis kunt brengen.
Buiten Nederland kunnen teken, zoals hierboven beschreven staat, andere ziekten dan de ziekte van Lyme overbrengen. Raadpleeg uw huisarts wanneer u klachten krijgt, nadat u in het buitenland door een teek gebeten bent.
Meer weten?
Wilt u nog meer weten over tekenbeten en de mogelijke gevolgen daarvan, kijk dan eens op de uitgebreide site van Stichting Samenwerkende Artsen- en Adviesorganisaties in de Gezondheidszorg http://www.saag.nl .
Laatste nieuws
In Belgi? komt dit voorjaar (2002) een nieuw tekenwerend middel Tix-free op de markt in de vorm van voorverpakte ge?mpregneerde doekjes.
Voor de Nederlandse markt moet de Commissie Toelating Bestrijdingsmiddelen nog goedkeuring verlenen.
Het middel beschermt de huid na insmeren ongeveer vier tot vijf uur tegen teken, lang genoeg voor een flinke boswandeling.
In landen rond de Middellandse Zee en in de tropen en subtropen zijn ook andere ziekten van belang, welke met name ook een risico voor de hond betekenen. Een voorbeeld hiervan is Babesiosis (=piroplasmosis), veroorzaakt door een eencellige parasiet (Babesia canis).
Overdracht van deze ziekten vindt doorgaans pas 48 uur na het aanhechten plaats.
De belangrijkste symptomen zijn: matige tot hoge koorts, bloed in de urine, geelzucht, bloedarmoede en vergroting van de milt.
Als u bijv. met uw hond naar Frankrijk op vakantie wilt gaan, bedenk dan, dat uw hond tegen deze ziekte geen afweerstoffen heeft opgebouwd. Voorbehoedende enting is mogelijk, maar moet bestaan uit een paar vaccinaties om een behoorlijke immuniteit op te bouwen. Daarna volstaat een jaarlijkse herenting.
Nog andere bekende ziekten zijn jagerskoorts (Tularemie), tekenkoorts (Rickettsiosis) en hersenweefselontstekingen.
Wormen
Wormen zijn voor onze huisdieren een nog steeds veel voorkomend probleem. Vervelend bovendien, omdat de aanwezigheid van wormen schade aan de gezondheid kan toebrengen. Sommige wormsoorten zijn ook nog eens gevaarlijk voor de mens. Bij hond komen vooral spoel- en lintwormen voor. Daarnaast kennen we bij de hond ook nog haak- en zweepwormen.
Spoelwormen
Langgerekt en slank, 10-20 cm. lang, wit tot beige van kleur, lijkt deze ronde worm op een elastiekje ('spaghetti'). Uit via de bek opgenomen spoelwormeitjes ontstaan larfjes, die een trektocht gaan maken door het lichaam van hond of kat. Na het doorboren van de darmwand, bereiken ze, via o.a. lever en bloedvaten, de longen.
Daar worden ze opgehoest en doorgeslikt om vervolgens weer in de darm uit te komen. Daar worden de spoelwormen volwassen en gaan zij zelf eitjes leggen, die via de ontlasting weer in de omgeving komen. Spoelwormen kunnen door hun aanwezigheid diarree of vermagering veroorzaken. Pups kunnen ook door hun moeder via de moedermelk worden besmet.
Spoelwormen en mensen
Ook mensen, en vooral kleine kinderen (zandbak!), kunnen besmet raken met spoelwormlarfjes. Ook bij de mens gaan die een trektocht door het lichaam maken, wat heel vervelende gevolgen kan hebben. Een goede hygi?ne, zoals handen wassen na het spelen in de zandbak, en na elk mogelijk contact met ontlasting, kan de problemen voorkomen. Daarnaast is regelmatig ontwormen van onze huisdieren een must! Lang niet altijd treden er ziekteverschijnselen op, en wanneer die wel voorkomen lijken ze op griep. In sommige gevallen treden er infecties op als long- en leveraandoeningen. In zeldzame gevallen, zo'n dertig keer per jaar, kunnen ernstige oogaandoeningen optreden. De spoelworm eindigt zijn reis in zo'n geval achter het oog en richt daar schade aan die blindheid tot gevolg kan hebben. Uit bloedonderzoek is gebleken, dat zo'n 8% van de Nederlanders ooit een infectie met spoelworm heeft gehad. De Veterinaire Inspectie startte een paar jaar geleden met andere betrokken instanties haar campagne over spoelwormen; nog steeds zijn er reclamespotjes te zien en te horen. Doel van de voorlichting is het voorkomen van een infectie door betere hygi?ne en een betere behandeling tegen spoelwormen bij de hond.
Lintwormen
Lintwormen zijn platte wormen uit verschillende geledingen bestaand, wit tot beige van kleur. Meestal waargenomen als kleine platte stukjes op de ontlasting of als bruine korreltjes onder de staart (lijkt op zilvervliesrijst). De bij de hond meest voorkomende lintworm is de Dipylidium caninum. Deze kan ongeveer 2 m. lang worden en bestaat uit komkommervormige leden van ongeveer 1 cm. lang, die door de volwassen worm steeds afgestoten worden en dan zelfstandig bewegend via de anus naar buiten kruipen. Blootgesteld aan licht en lucht verliezen ze hun beweeglijkheid en drogen in, waarna ze als zgn. 'rijstkorrels of maden' rondom de anus in het haar te zien zijn. Deze lintworm is weinig schadelijk, daar hij de darmwand niet aanvreet of perforeert. Is hij in grotere aantallen aanwezig, dan nemen ze een te groot gedeelte van het darmvolume in beslag, belemmeren daardoor de spijsvertering en de darmbeweging, en kunnen ook verstopping geven. Voor jonge dieren is dit uiteraard nadelig. Lintwormen hebben voor hun overbrenging altijd een "tussengastheer" nodig om in ons huisdier te komen. Door het opeten van een muis of rat, en zelfs door een vlo, kunnen lintwormen worden overgebracht (zie ook "vlooien"). Een lintworm is dus nooit besmettelijk van hond op hond, of kat op kat! Eitjes van sommige lintwormen kunnen ook de mens besmetten, met zeer nare gevolgen.
Tegen lintwormen bouwt de hond nagenoeg geen afweerstoffen op, zodat gegrepen moet worden naar het hulpmiddel van de medicatie. Ter voorkoming van lintworm bij onze huisdieren wordt geadviseerd om geen rauw vlees te voeren en vlooien zo goed mogelijk (preventief) te bestrijden. Uiteraard mag ook regelmatig ontwormen niet worden vergeten.
Ontwormen
Voor pups worden, zolang zij in de groei zijn, andere schema's gehanteerd als voor volwassen dieren. Ook is het afhankelijk van het gebruikte preparaat, wanneer en hoe vaak moet worden ontwormd.
Het advies volgens de Veterinaire Hoofdinspectie van het Ministerie VWS luidt:
* pups ontwormen op een leeftijd van 2, 4 en 6 weken, daarna op 2, 4 en 6 maanden; dan 2 keer per jaar
* zogende teven telkens tegelijk met de pups ontwormen
* alle andere honden tenminste 2 keer per jaar ontwormen
Hoe kunt u besmetting voorkomen?
Besmetting 100% voorkomen is onmogelijk.
De volgende maatregelen kunnen getroffen worden om de kans op besmetting zo klein mogelijk te maken:
* Vlooien kunnen wormen overbrengen. Houd uw hond en zijn omgeving vlovrij.
* Rauw vlees kan lintwormlarven bevatten. Wees hier dus voorzichtig mee.
* Zorg voor een goede hygi?ne. Zorg ook voor een schone tuin, zonder uitwerpselen van honden.
* Houd u aan een goed ontwormingsschema.
Oorontsteking/oormijt
Evenals bij andere diersoorten kan er bij de hond in het geval van een oorontsteking sprake zijn van een ontsteking van de uitwendige gehoorgang, een middenoorontsteking of een ontsteking van het binnenoor.
We beperken ons hier vooral tot de ontsteking van de uitwendige gehoorgang, omdat deze het meeste voorkomt.
Overigens moeten alle oorontstekingen door een dierenarts behandeld worden met antibiotica of een antiparasitair middel.
Een oorontsteking kan veroorzaakt worden door een bacteri?le infectie.
Dat gebeurt vooral als er veel haar of oorsmeer in de gehoorgang zit; dit is namelijk een goede voedingsbodem voor bacteri?n.
Irritatie door bijvoorbeeld een grashalm, maar ook het te vaak schoonmaken van de oren (u mag alleen de oorschelp schoonmaken met een vochtig watje; nooit de gehoorgang reinigen met een wattenstaafje, omdat u het oor kan beschadigen en u het eventueel aanwezige vuil naar binnen duwt), kunnen eveneens een ontsteking veroorzaken.
Tenslotte is oormijt nog een veel voorkomende oorzaak voor een oorontsteking. Dit is een klein spinachtig parasietje wat net met het blote oog waarneembaar is. U kunt een oormijtinfectie herkennen aan zwarte korreltjes in de oorschelp; die zien er uit als koffiedik.
De aandoening gaat gepaard met flinke jeuk en de hond zal met z'n kop schudden en krabben aan het oor. De infectie kan aan ??n, maar ook aan beide oren voorkomen. Bij een infectie moeten alle honden en katten (!) in het gezin bekeken worden, omdat oormijt zeer besmettelijk is en gemakkelijk van het ene naar het andere dier overloopt.
De behandeling geschiedt met een insecticide-houdende oorzalf.
Een hond met ontstoken oren krabt daar veel aan en schudt regelmatig met zijn kop.
Ook vindt hij het in het algemeen niet prettig als er aan zijn oren gezeten wordt. Een verwaarloosde uitwendige oorontsteking kan doorbreken naar het middenoor.
Ook bij een doorgebroken ontsteking zijn pijn bij het aanraken en schudden met de kop de belangrijkste symptomen; bij een middenoorontsteking houdt de hond ook vaak de kop scheef.
Bij een binnenoorontsteking valt met name op, dat de hond evenwichtsstoornissen gaat vertonen.
Suikerziekte
Bij de vertering in de darmen wordt voedsel afgebroken tot voor het lichaam bruikbare bouwstenen; koolhydraten worden omgezet in suikers, waarvan glucose de belangrijkste is.
Glucose wordt vanuit de darm in het bloed opgenomen om in de lichaamscellen als brandstof te worden gebruikt. Lichaamscellen nemen alleen glucose uit het bloed op als ze daartoe door het hormoon insuline zijn aangezet. AIs er te weinig insuline is, blijft er teveel glucose in het bloed achter en is er sprake van suikerziekte.
Bij suikerziekte is dus het glucosegehalte in het bloed, ook wel het bloedsuikergehalte genoemd verhoogd.
Suikerziekte kan veroorzaakt worden doordat de insulineproducerende cellen te weinig of helemaal geen insuline produceren (absoluut tekort).
Maar ook doordat de lichaamscellen, die onder invloed van insuline glucose op moeten nemen, niet of niet goed reageren op insuline (relatief tekort). Een relatief tekort aan insuline wordt vooral veroorzaakt als er een teveel aan hormonen wordt geproduceerd die de werking van insuline tegengaan.
Insuline
Insuline is een hormoon dat gemaakt wordt in de alvleesklier
Insuline zorgt er voor dat het bloedsuikergehalte op een normaal peil wordt gehouden. Soms kunnen de cellen in de alvleesklier onvoldoende insuline vormen. Het meest wordt dit gezien bij oudere teven, maar het kan ook bij jonge honden voorkomen.
Bij bepaalde hondenrassen komt suikerziekte meer dan gemiddeld voor Kan een dier genezen van suikerziekte
Vaak kan de oorzaak die ten grondslag ligt aan het ontstaan van de suikerziekte niet worden weggenomen. Meestal kan het dier door een regel matig leefpatroon en door behandeling met het insulinepreparaat Caninsulin een vrijwel normaal leven leiden.
Wat zijn de verschijnselen van suikerziekte
AIs er veel glucose in het bloed aanwezig is, zal de nier glucose aan de urine af gaan geven (de nierdrempel wordt overschreden). De glucose in de urine neemt extra vocht mee waardoor dieren meer gaan plassen en als gevolg daarvan meer gaan drinken. Omdat glucose een belangrijke brandstof is die nu verloren gaat, zal het dier meer gaan eten en desondanks gewicht gaan verliezen.
Verder worden de dieren trager en kunnen ze uiteindelijk ernstig ziek worden.
De belangrijkste verschijnselen zijn dus:
1. veel drinken
2. veel plassen
3. honger (in eerste instantie)
4. vermageren
5. malaise en braken (later stadium)
De diagnose
De waargenomen verschijnselen wijzen wel in de richting van suikerziekte maar kunnen ook bij andere ziekten voorkomen. De definitieve diagnose wordt gesteld wanneer een te hoog glucosegehalte in het bloed wordt aangetoond en de urine glucose bevat. De aanwezigheid van een hoge bloedsuikerspiegel is een betrouwbaarder maat dan de aanwezigheid van glucose in de urine.
De behandeling
Mogelijke oorzaken wegnemen
Tijdens de cyclus bij teven wordt door de eierstokken het hormoon progesteron afgegeven. Dit hormoon kan de afgifte bevorderen van een hormoon dat een tegengestelde werking heeft aan insuline. Dit is de reden waarom zo snel mogelijk de eierstokken moeten worden weggenomen.
Belangrijk is ook dat aan suikerziektepati?nten geen hormonen worden
gegeven die de loopsheid tegengaan en ook geen bijnierschorshormonen zoals prednisolon en cortison.
Dieren die te dik zijn (dikke dieren hebben een verhoogde kans op suikerziekte) worden op dieet gezet, zodat ze in enkele maanden (niet te snel) weer een normaal gewicht krijgen.
Insulinetoediening
Suikerziekte wordt veroorzaakt door een insulinetekort. Daarom moet dit tekort dagelijks, op een vast tijdstip. worden aangevuld met een insuline injectie. Dit lijkt eng, maar in de praktijk valt het reuze mee. Omdat niet bekend is hoe groot het insulinetekort precies is, moet de juiste dosering worden vastgesteld. Anders gezegd: uw dier moet worden ingesteld.
Behandeling met Caninsulin
Aan de hand van het gewicht van uw huisdier zal de dierenarts bepalen hoeveel insuline moet worden gegeven. Hij zal u voordoen hoe u de insuline uit het flesje opzuigt en hoe u het in moet spuiten. AIs u het zelf kunt, en dat is echt niet moeilijk en veel minder griezelig dan het lijkt, zult u alles meekrijgen om het thuis alleen te doen.
In het begin worden bloed en/of urine regelmatig gecontroleerd op glucose.
Urine wordt driemaal per dag gecontroleerd. Namelijk 's morgens voor het eten, 's middags voor het eten en 's avonds wat later op de avond.
Het glucosegehalte in de urine kan eenvoudig worden vastgesteld met verkleurende strips.
Bloedonderzoek wordt ongeveer een uur voor de tweede maaltijd uitgevoerd met strips of een glucosemeter. Hiervoor is slechts ??n druppel bloed nodig. Ook bloedonderzoek kan na een instructie van de dierenarts door uzelf worden uitgevoerd. Het voordeel van bloedonderzoek is dat het een betrouwbaarder beeld geeft van de situatie op dat moment.
Wanneer de juiste hoeveelheid insuline is vastgesteld, zal uw dier snel herstellen. Het dier wordt levendiger en het vele drinken en plassen zal afnemen. Ook hoeft dan het controleren van bloed of urine veel minder vaak te gebeuren. Regelmatige controle blijft echter wel noodzakelijk, want na verloop van tijd kan de behoefte aan insuline veranderen en kan een aanpassing van de dosering nodig zijn. AIs uw dier eenmaal goed is ingesteld, kan het een normaal leven leiden.
Voeding
Omdat de hoeveelheid insuline is afgestemd op de hoeveelheid glucose die uw dier op een dag nodig heeft, is regelmaat in voeding belangrijk.
Daarom is het nodig dat uw dier op vaste tijdstippen, dezelfde hoeveeheid eten krijgt waarvan de samenstelling steeds hetzelfde is.
Voor honden kan het best gebruik gemaakt worden van commercieel droogvoer of diner dat wordt aangevuld met vlees .
Belangrijk is ook dat geen smakelijke 'tussendoortjes' worden gegeven.
Beweging
Ook de hoeveelheid beweging (inspanning) dient dagelijks gelijk te zijn.
AIs een dier ineens veel meer inspanning verricht (lange wandeling, opwinding door bezoek of door spel) verbrandt het ook meer glucose. Dit kan tot gevolg hebben dat het bloedsuikergehalte sterk daalt en een zogenaamde hypoglycemie ontstaat (zie ook: 'te laag bloedsuikergehalte'). AIs dit gebeurt moet onmiddellijk glucose (druivensuiker) worden toegediend.
De vooruitzichten
De meeste suikerziektepati?nten kunnen, nadat zij goed op de insuline zijn ingesteld, een normaal leven leiden. De levensverwachting van een goed geregelde suikerpati?nt is dan ook vergelijkbaar met die van een gezond dier. De belangrijkste complicatie is een laag bloedsuikergehalte.
Hoewel dit niet vaak voorkomt, is het belangrijk dat u weet hoe u in een dergelijk geval het best kunt handelen.
Te laag bloedsuikergehalte (hypoglycemie)
De belangrijkste oorzaken voor het ontstaan van een te laag bloedsuikergehalte zijn:
- Opname van minder voedsel in combinatie met de gebruikelijke insuline-dosering.
- Plotselinge toename van het glucoseverbruik door verhoogde inspanning.
- Een te hoge dosering insuline.
- Een normale dosering insuline, wanneer de behoefte ineens is afgenomen.
Bij een te laag bloedsuikergehalte krijgen de hersenen te weinig brandstof. Dit kan levensbedreigend zijn, en daarom is het belangrijk dat u de verschijnselen herkent.
De volgende symptomen kunnen voorkomen:
- honger
- rusteloosheid
- trillen of rillen
- vreemde bewegingen of vreemd gedrag
- spiertrekkingen
- bewusteloosheid (coma)
Als honden na de toediening van insuline gaan slapen en dan heel vast slapen kan dat een aanwijzing zijn voor een laag bloedsuikergehalte.
Wat u in zo'n geval moet doen:
- Direct voedsel geven.
- AIs het dier niet wil eten, dan zo snel mogelijk druivensuiker of een druivensuikeroplossing geven. U geeft hiervan 1 gram druivensuiker per kilogram lichaamsgewicht. De oplossing kunt u voorzichtig in de wangzak gieten, het poeder kunt u op het mondslijmvlies - vooral op en onder de tong - wrijven.
- Zodra herstel optreedt: voedsel geven. Vervolgens het dier gedurende meerdere uren goed in de gaten houden om na te gaan of de verschijnselen opnieuw optreden.
- Het is verstandig om in geval van twijfel en ook wanneer het dier niet reageert op de genoemde maatregelen contact op te nemen met de dierenarts.
HD-Heupdysplasie (heupmisvorming)
HD - Heupdysplasie (heupmisvorming) is een ziekte die regelmatig voorkomt bij honden. De ziekte kenmerkt zich door een afwijking in de vorm en aansluiting van de heupkop van het dijbeen en de heupkom van het bekken. Bij een normaal heupgewricht is er sprake van een heupkom, die voldoende diep is om de heupkop voldoende steun te geven om het lichaam te dragen.
Bij HD is de kom vaak te ondiep, waarbij de kop de neiging heeft om er gemakkelijk uit te schieten (subluxeren). Dit geeft irritatie en dat levert pijn op voor het dier en op langere termijn ook beschadiging aan de heupkop en -kom, waardoor er artrose (in de volksmond ook wel slijtage genoemd) ontstaat.
Oorzaak
HD wordt veroorzaakt door een combinatie van erfelijke en uitwendige factoren.
HD is een erfelijk bepaalde afwijking, maar uitwendige invloeden zoals groeisnelheid, lichaamsgewicht, beweging, spierontwikkeling en voeding spelen hierbij een belangrijke rol. De combinatie van erfelijke aanleg en uitwendige invloeden leidt tot een verkeerde ontwikkeling van de heupgewrichten en de uiteindelijke misvormingen.
Door al deze verschillende uitwendige invloeden, kan de mate van misvorming van de heupen bij honden met een gelijke erfelijke aanleg sterk vari?ren.
Hoe is HD te herkennen?
Klinische HD kent globaal twee vormen: die bij de jonge groeiende hond en bij de volwassen hond op middelbare leeftijd. De rassen die het meeste last hebben, zijn: de Retrievers, Duitse Herders, Rottweilers en de Berner Sennenhonden, dus honden van grote en middelgrote rassen, maar soms ook bij honden van de wat kleinere rassen. HD komt niet uitsluitend voor bij rashonden, maar ook bij hun kruisingsproducten.
HD kenmerkt zich door:
* moeilijk opstaan, soms met pijn
* een stijve achterhand, vooral na rust
* huppelen met de achterpoten alsof deze de voorpoten niet kunnen bijhouden (huppen als een konijn)
* slecht uithoudingsvermogen, snel gaan liggen
* doorzakken van de achterhand
* staan en lopen met opgebogen rug en afhangend kruis
* kreupelheid in ??n of beide achterbenen
* koehakkige stand (de hakken worden naar binnen gedraaid)
Geen van deze verschijnselen is echter typisch voor HD en een onderzoek is dan ook nodig om vast te stellen, wat de oorzaak van de klachten is. Na zo'n onderzoek zullen meestal r?ntgenfoto's (zie hieronder) van de heupgewrichten worden gemaakt. Dit is de enige manier om vast te stellen of er misvorming van de heupgewrichten bestaat en te zien hoe ernstig het is.
Is HD te genezen?
Nee, HD is niet te genezen, maar in veel gevallen wel te behandelen. Misvormingen van de heupgewrichten kunnen, eenmaal aanwezig, niet meer ongedaan gemaakt worden.
Een behandeling zal vooral gericht zijn op de revalidatie van de afwijkende heupgewrichten:
* overmatig lichaamsgewicht voorkomen of drastisch verminderen (vermageren) om onnodige belasting van de heupgewrichten te voorkomen
* regelmatige lichaamsbeweging om de gewrichten minder stijf te doen worden en proberen de bespiering te bevorderen (vaak korte stukjes uitlaten, lichte looptraining, zwemmen)
* pijnbestrijding als ondersteuning van de revalidatie (injectie of medicijnen en/of eventueel operatief ingrijpen)
Is HD te voorkomen?
Een afdoende behandeling voor heupdysplasie bestaat niet. Daarom moet getracht worden het ontstaan van HD zoveel mogelijk te voorkomen.
Dat kan o.a. door:
* de uitwendige omstandigheden voor jonge, opgroeiende honden zo gunstig mogelijk te maken (goede voeding, maar vooral niet teveel; overmatige belasting van de heupgewrichten voorkomen, door het springen en het traplopen te beperken, zeker in hun eerste levensjaar, en ze ook niet teveel te laten trekken)
* via de fokkerij, door controle van de voor de fokkerij bestemde honden
HD-foto's
Offici?le HD-foto's worden pas gemaakt, wanneer de hond minstens ??n jaar oud is. Bij grotere rassen is het beter om te wachten tot de hond 1? ? 2 jaar oud is.
De codes van de offici?le uitslag van de HD Commissie in Utrecht (volgens internationale normen) kunnen zijn:
HD - of A1/A2 betekent HD vrij; er zijn geen afwijkingen gevonden.
HD Tc of B1/B2 betekent HD overgangsvorm; er zijn geringe afwijkingen waargenomen, waarvan wordt aangenomen dat ze niet tot het verschijnsel HD behoren.
HD ? of C1/C2 betekent HD licht positief; er zijn geringe afwijkingen gevonden, die wel tot HD gerekend worden.
HD + of D1/D2 betekent HD positief; er is sprake van zeer duidelijk afwijkende gewrichten.
HD ++ of E1/E2 betekent HD positief in optima forma; bij deze honden is er nauwelijks meer sprake van een gewricht.
Maagkanteling/maagtorsie
Maagkanteling
Deze aandoening staat onder veel verschillende namen bekend, zoals: maagkanteling, maagtorsie, maagdilatatie, maagkantelingssyndroom, aandraaiing en waarschijnlijk nog wel meer.
Het komt er op neer, dat de maag van de hond, die aan de voorzijde verbonden is met de slokdarm en aan de achterzijde met de twaalfvingerige darm, een draaiing om de lengteas maakt en daarbij beide openingen dichtdraait. Hierdoor raakt de maag afgesloten, terwijl de vertering (gasvorming!) wel doorgaat.
Voorkomen
De aandoening komt bij vele rassen voor, maar voornamelijk bij grote honden met een diepe borstkas en vooral die honden, die wat 'los in hun vel' zitten. Waarschijnlijk is het zo, dat de gebrekkige elastische capaciteit van het bindweefsel ook aanwezig is bij het bindweefsel in de buik, dat de organen op hun plaats houdt.
Hierdoor heeft de maag meer bewegingsvrijheid dan goed is. Rassen waarbij regelmatig een maagkanteling wordt waargenomen, zijn: Duitse Dog, Bloedhond, Sint Bernard, Berner Sennenhond, Dobermann, Bouvier, Basset, Mastiff en Mastino Napoletano. Maar het kan bij iedere hond voorkomen, ook bij kleine honden, zelfs bij een kat!
Met het vorderen van de leeftijd neemt het risico op een draaiing van de maag toe.
Symptomen
Door het uitzetten van de maag, wat vooral te zien is ter hoogte van de laatste ribben aan de linkerzijde, wordt de hond rusteloos, maar ook misselijk en gaat lopen kwijlen en smakken. Vervolgens zal de hond proberen te gaan braken, maar er kan niets uitkomen, want de maag is afgesloten! Het enige dat opgegeven kan worden is een beetje doorgeslikt speeksel dat in de slokdarm stond. Dit noemen we 'loos' braken en is een zeer alarmerend symptoom! Verder gaat hij met een bolle rug lopen en zwelt de buik door de ophoping van gassen in de maag achter de ribben snel op. Hierdoor ontstaat druk op de longen en krijgt de hond het benauwd. Als door een maagtorsie bloedvaten worden afgekneld, ontstaat al snel een levensbedreigende toestand. Door het uitzetten van de maag zal de hond uiteindelijk in shock raken en, indien geen behandeling wordt toegepast, overlijden (ongeveer 30% van de honden overleeft een maagtorsie niet).
Behandeling
De behandeling van een maagtorsie kan eruit bestaan om te proberen deze op te heffen door een rubberslang in de maag te brengen of door met een dikke naald een maagpunctie uit te voeren, waardoor de opgehoopte gassen kunnen ontsnappen. Hierna moet een dierenarts de maag operatief terugdraaien. Om herhaling te voorkomen moet de maag, indien de conditie van de maagwand dit toelaat, 'vastgezet' worden aan de buikwand. Ook na succesvol chirurgisch ingrijpen overlijdt toch nog een aantal honden aan hartritmestoornissen in de eerste 24 tot 48 uur na de operatie. Al met al is de prognose van de behandeling niet zo goed. Snel handelen / ingrijpen verhoogt wel de overlevingskans van de hond.
Preventie
Uit bovenstaande blijkt wel, dat de kreet 'voorkomen is beter dan genezen' hier zeker van toepassing is. Omdat het de maag betreft, zal het u niet verbazen, dat voeding een belangrijke rol speelt, een snelle lediging van de maag is gunstig voor de preventie van een maagkanteling.
Hierna volgen een aantal tips zonder op de achterliggende theorie in te gaan:
* Voer uw hond in porties (beter 2x per dag dan alles in ??n keer).
* Laat de hond het eerste uur na de maaltijd met rust! D.w.z. niet spelen of rennen.
* Voer uw hond een geconcentreerde en hoogverteerbare voeding, pas op met dinners.
* Al uw hond schrokkerig eet (=lucht slikken!!!), voer dan van een standaard, of leg een grote afgeronde steen in de etensbak om het schrokken tegen te gaan.
* Laat uw hond niet te veel zeewater of 's winters (ijs)koud water drinken.
* Laat uw hond niet te veel sneeuw eten.
* Mocht uw hond toch symptomen van een maagtorsie vertonen, ga dan met spoed naar een dierenarts toe.
Bij sommige honden komt het alleen tot een maagverwijding ('oplopen'), die na sonderen door de dierenarts weer normaal is. In zulke gevallen kan het verstandig zijn om de maag preventief vast te laten zetten.
Ademhaling
Net zoals bij de hartslag varieert de ademhalingsfrequentie (aantal ademhalingen per minuut) naar gelang de leeftijd van de hond. Jonge honden zullen 18 tot 20 keer per minuut ademhalen, volwassen honden 16 tot 18 keer en oudere honden 14 tot 16 keer per minuut. Natuurlijk zal de hond sneller gaan ademen bij inspanning.
Normaal zal de hond door zijn neus ademen. Bij opwinding, warmte en inspanning zal de hond gaan hijgen en door de bek ademen. Hijgen in rust is meestal een teken dat de hond zich niet lekker voelt. Wanneer je wilt tellen hoe vaak de hond ademt tel je alleen de inademing, of de uitademing en niet allebei.
Hartslag
De hartslag van pups en heel jonge honden varieert tussen 110 en 120 slagen per minuut. Volwassen honden hebben een hartslag tussen 90 en 100 slagen, terwijl de oudere hond 70 a 80 slagen per minuut heeft.
Uitgangspunt hierbij is de hond in rust. Vanzelfsprekend neemt de hartslag toe tijdens inspanning. Tel gedurende minimaal 15 seconden de hartslag en vermenigvuldig dit met 4.
Beter is een volle minuut te tellen, maar bij sommige honden is dit moeilijk, vanwege de beweeglijkheid.
Je kunt de hartslag tellen met wijs- en middelvinger, die je op de grote slagader legt aan de binnenkant van de achterpoot, hoog op het been, bijna op de plaats waar het been overgaat in de romp.
Dit is echter vrij moeilijk. Het eenvoudigst is de hand op de linkerborst van de hond te leggen. U kunt echter via deze methode niet de "kracht" voelen, waarmee het bloed wordt rondgepompt. kun je bij een ziek dier de hartslag slecht voelen via de dijbeen slagader, dan is dit meestal een slecht teken. Een belangrijke wetenswaardigheid is het feit dat de hartslag bij de hond onregelmatig is! Hierover hoeft u zich dus niet ongerust te maken. Een zieke hond heeft meestal een snellere hartslag.
Honden massage
Door aanraking van je hond ben je bezig met communiceren.
Elk lichaamsdeel heeft een eigen betekenis bij aanraking.
Bij aanraking van de schedel laat je zien dat je duidelijk zijn meerdere bent.
Als je zijn rug aanraakt ben je nog steeds zijn meerdere maar je laat zien dat je zin hebt om te spelen.
Aanraking op zijn flank betekent dat je vriendschappelijk met hem om wilt gaan.
De nek en kin aanraken verstevigt de band tussen jullie beide.
Als u uw hond seksueel wil opwinden moet u vooral zijn borst en liezen kriebelen een reu kan hierdoor makkelijk een erectie door krijgen.
Onder de buik aaien word aanbevolen voor bange en onzekere honden aangezien je door deze aanraking hun ego opkrikt.
Samen met strelingen op zijn schedel geef je een onzekere hond weer zekerheid in het leven.
Gaat je trouwe viervoeter op zijn rug leggen en biedt hij zijn buik aan bevestig zijn onderdanigheid door hem over zijn buik te aaien.
Op deze manier bevestig je de rangorde positie tussen jullie beide.
Probeer eens het volgende, leg je hand op de rug of schouder van de hond niet aaien alleen aanraken.
De ene hond zal weglopen de ander gaat vervelend doen geeft niks gewoon laten gaan. Doe dit meerdere keren op een dag vooral niet dwingen of aanhouden als de hond niet wil.
Hij gaat deze aandacht prettig vinden en zal zodra je een hand op zijn schouder legt naar je gaan kijken.
Na verloop van tijd gaat de hond ook contact zoeken met jou.
Praat niet tegen de hond maar kijk hem alleen vriendelijk aan.
Nu heb je de basis voor een natuurlijke verstandhouding met je hond.
Een hond vindt het heerlijk als hij gestreeld wordt.
Als je een hond eraan went om hem elke dag even te borstelen, zal de band met je hond steeds beter en intenser worden.
Het effect wordt nog beter als je de hond gaat masseren.
De TTouch methode is een makkelijk zelf aan te leren techniek.
Een massage techniek die een positieve invloed heeft op uw hond.
Om zelf een begin te maken met massage kun je alvast enkele eenvoudige massage technieken gaan toepassen.
De simpelste techniek is strijken.
Als de hond voor je staat ga je met beide handen aan weerskanten van de hond in een vloeiende beweging van nek naar achterhand.
Na enkele keren kun je voorzichtig de druk iets vergroten.
Een strijkbeweging langzaam uitvoeren en de duimen langs de ruggengraat houden.
Als de hond op zijn zij ligt kun je dezelfde beweging uit voeren alleen dan begin je met ??n hand vanaf de nek en strijk je naar de achterhand.
Zodra je bij de achterhand bent ga je met je andere hand naar de nek en maak je er een doorgaande beweging van.
Op dezelfde manier als hierboven kun je met een hand cirkelvormige bewegingen maken.
Kleine cirkels met de klok mee langs het lichaam van de hond.
Met je duim en wijsvinger kun je langs de rand van de oren kleine cirkels maken altijd naar het uiteinde van de lichaamsdelen toewerken.
Door langs de ruggengraat voorzichtig te drukken kun je een begin maken met drukpuntmassage.
De duimen langs de ruggengraat plaatsen licht drukken en een duimbreedte opschuiven.
Ook langs de rand van het oor kun je met duim en wijsvinger voorzichtig drukken.
Als de hond zich ontspannen en veilig voelt kan het best gebeuren dat hij in slaap valt.
Nagels knippen
Veel mensen vinden het knippen van de nagels van hun honden griezelig.
Niet verwonderlijk als je bedenkt dat er "leven" in die nagels zit. En als je per ongeluk in dit "leven" knipt doe je je hond hartstikke zeer, en kan echt erg bloeden!
Honden bij wie regelmatig in het leven geknipt is zullen niet zo meewerkend zijn als ze je met de nagel-tang zien aankomen. Sommige honden hebben al zo'n trauma opgelopen dat het knippen van de nagels onmogelijk is geworden en altijd uitloopt op een gevecht.
Laat het niet zo ver komen!!! Als je het echt niet durft, zoek iemand die het wel voor je kan doen. Wil je het zelf doen, oefen dan eerst "droog". Zorg eerst dat je hond het niet meer erg vindt dat je aan zijn voeten en nagels komt. "Speel" met z'n voeten. Kriebel ze en maak er eerst een spelletje van. Ga dan rustig aan met de tang oefenen. Nog niet knippen, maar gewoon "erop" zetten en weer terug trekken. Bekijk de nagels van je hond eerst goed. Zet er eens een goeie sterke lamp op of ga ze bekijken in de zon. Probeer te ontdekken waar het leven zit, vooral zwarte nagels moet