Werkstuk: Griekenland
Hoe mannen,vrouwen en kinderen wonen.
In een rijk Grieks gezin werkte alleen de man buitenshuis.
De vrouw bleef thuis. Eigenlijk leefden ze apart. De vrouwen hadden een eigen vrouwenkamer in huis. Daar mocht geen man komen. Ook was er een groot leeftijdsverschil. Rijke meisjes vanaf 12 jaar moesten al trouwen met een man die veel ouder was, ongeveer 25 tot 30 jaar. Dat deed men om de volgende redens ?
- De eerste reden was dat men in het oude Griekenland niet oud werd. Een vrouw moest gemiddeld 6 kinderen krijgen, want veel kinderen stierven jong. Uiteindelijk bleven er van die 6 ongeveer 2 leven. Dit was net genoeg om te zorgen dat het Griekse volk niet uit stierf.
- De tweede reden is simpel : als je trouwt met een meisje, kun je dat meisje nog van alles leren zoals de man het graag wilde hebben.
- De derde reden is een beetje egoïstisch van de mannen : Als de man op leeftijd was (ongeveer 50 jaar) , kon de man steeds minder. Maar hij had nog een jonge vrouw van ongeveer 35 en die kon wel voor hem zorgen. Dus geen bejaardenhuizen nodig !
Het vrouwenvertrek heette het gynaekonitis. Hier kwamen vrouwen bij elkaar om te werken (weven), te kletsen met hun vriendinnen of hun kinderen dingen te leren. Griekse vrouwen bleven veel in huis.
De mannenkamer heette de Andron. De mannen lagen op banken en nodigden vrienden uit om te kletsen en te drinken. Slavinnen zorgden voor het drinken en de hapjes. Er was ook altijd wijn aanwezig. De wijn werd vaak vermengd met water. Kleine lampjes brandden op olijfolie. De meeste Grieken gingen bij zonsondergang naar bed.
Hoe was het leven van kinderen ? Een kind met arme ouders had het best zwaar. Het moest al op 6-jarige leeftijd meehelpen op het land en kon niet naar school. Als het heel slecht ging, kon de vader hem besluiten te verkopen als slaaf. Op 12-jarige leeftijd werden kinderen gezien als volwassenen. Jongens en meisjes brachten hun speelgoed dan naar de tempel en lieten het daar achter als offers aan de god Apollo en zijn tweelingzus Artemis. Veel kinderen stierven jong, omdat men niet wist wat belangrijk was om je gezond te houden. De kinderen hadden soms tijd om te spelen en speelden dan bekende spelletjes, zoals tollen, met poppen, met rammelaars, tikkertje, blindemannetje, hoepelen, met dobbelstenen, raadselspelletjes en er werden balspelen gespeeld. De bal werd gemaakt van een varkensblaas. Sommige kinderen hadden huisdieren, zoals honden, katten en hazen.
Rijke jongens gingen vanaf hun zevende jaar naar school. Ze werden vaak gebracht en gehaald door een slaaf. In de klas zaten maar 8 of 9 jongens. Ze leerden lezen, schrijven en rekenen. Ze gebruikten voor het rekenen steentjes en een abacus .'s Middags kregen ze geen les, maar gym
kleding
Een slaaf droeg een korte tuniek. Vrouwen hadden vaak heel lang haar, behalve als ze slavinnen waren .Voor het huwelijk droeg ze het in krullen, maar na het huwelijk stak ze het op. Rijke vrouwen droegen veel gouden en zilveren sieraden, vooral oorbellen, armbanden en ringen. Ook mannen droegen ringen aan hun vingers. Man en vrouw knoopte hun chiton (kleding) vast of het werd bij hun middel bijeengehouden door een gordel.
Griekse kleding werd niet op maat gemaakt. Maar bestond uit rechte lappen stof van verschillend formaat, die om het lichaam werden gedrapeerd zonder dat er een schaar of naald aan te pas kwam. De stof werd op talloze manieren geplooid. Van de 7de tot de 1ste eeuw voor Christus droegen mannen en vrouwen een chiton; mannen tot op hun knie en vrouwen tot op hun enkels. De chiton werd bij de man vaak op de linkerschouder opgenomen en vastgezet met een speld of broche. Vrouwen droegen als mantel de zogenoemde peplos over hun enkellange chiton. Omdat de lap vaak langer was dan de afstand tussen de schouders en voeten, liet de drager het gewaad over de gordel (over) bloezen. Deze overbloezing werd kolpos genoemd.
Gelaat
Tot aan de 5de eeuw droegen veel Griekse mannen een baard en daarna hielden wijzen dit oude gebruik in ere. De jongeren schoren hun gelaat en jonge goden als Hermes en Apollo werden altijd gladgeschoren afgebeeld, terwijl oudere goden als Jupiter en Hephaistos nog wel een baard hadden.
Schoeisel
Binnenshuis liepen de Grieken op blote voeten. De rijken hadden alleen sandalen en courtisanes. Ze droegen ook sandalen die met riempjes om hun voet en enkels werden gebonden.
Helm
De Griekse helm omsloot het hele hoofd en had een vizier, soms met beweegbare zijdelen. De helmpluim had de vorm van de manen van een paard en was meestal van paardehaar vervaardigd.
Naaktheid
De Grieken beschouwden naaktheid niet als iets schadelijks en in het gymnasium deden mannen en vrouwen naakt hun lichaamsoefeningen.
Het Griekse klimaat
Het klimaat is mediterraan met droge zomers en milde, regenrijke winters. De door bergruggen afgesloten vlakten hebben meer een landklimaat. Verder zijn er grote verschillen tussen noord, oost, zuid en west, het vasteland en de eilanden. De lente is een erg mooie tijd in Griekenland. De jaarlijkse hoeveelheden neerslag kunnen tot 1.800 mm bedragen. De heftige regenbuien in de winter zijn meestal van korte duur, al snel zal de zon zich weer laten zien. De gemiddelde jaartemperatuur in Athene ligt rond 17,7° C. Griekenland heeft het warmste klimaat van alle Zuid-Europese landen. In de zomer kan het in Griekenland tot hittegolven met temperaturen tot 45 °C komen. Op Kreta schijnt de zon 300 dagen per jaar en de middag-
temperatuur komt zelden onder de 16 graden Celsius.
Flora
Ecologisch gezien behoort het gebied tot de wintervochtige subtropen. Typisch voor deze streek is de altijd groene hardloopvegetatie. Vroeger waren de hiertoe behorende planten nog aanzienlijk meer verspreid dan vandaag, hoewel er nog grote restanten van overgebleven zijn. Door menselijk ingrijpen zijn vele bossen door struikgewassen verdrongen. Er vond woestijnvorming plaats. Vele planten zijn rijk aan etherische oliën en harsen en zijn licht ontvlambaar. Op die plaatsen zijn bosbranden een veelvuldig voorkomend fenomeen. Veel voorkomend zijn de aleppodennen, en andere pijnbomen, waaronder cipressen. De olijvenbomen kom je in heel Griekenland veel tegen. In de hoger gelegen gebieden van het binnenland groeien bomen die 's winters hun loof verliezen, zoals eiken, beuken, en essen.
Natuurlijke rijkdommen:
bruinkool, bauxiet, ijzer, nikkel, steen en aarde, lood, zink, chroom, koper, aardolie en aardgas.
Fauna
Een dier dat je in Griekenland zeker tegenkomt is de geit. Dit dier richt helaas wel veel schade aan door vraat aan jonge vegetatie. De wildstand van Griekenland loopt sterk achteruit, dit komt door menselijk ingrijpen in de natuurlijke plantengroei. Alleen de vogels zijn er nog in vele soorten. Je kunt er nog uilen, arenden en lammergieren tegenkomen, naast de veel bekendere vogelsoorten. Herten en wilde zwijnen leven nog steeds in de bergen en af en toe worden in het noorden beren en wolven gesignaleerd die vanuit de Balkan naar Griekenland zijn gekomen. Verder leven vele dieren die graag de warmte opzoeken, in deze wintervochtige subtropen. Vooral slangen en schildpadden zijn goed vertegenwoordigd.
Taal
Het Grieks is een zeer oude taal. Door het ontcijferen van het Myceense schrift (het Lineair B, aangetroffen op kleitabletten in nederzettingen uit de Myceense tijd) kon worden bewezen dat er al Grieks werd gesproken vanaf de 15e eeuw voor Christus. De ontwikkeling van de uitspraak van het Grieks liep niet gelijk met die van het schrift. Allerlei letters en lettercombinaties is men in de loop van de tijd anders gaan uitpreken, zonder dat de spelling daaraan werd aangepast. Een gevolg daarvan is dat de spelling nogal ingewikkeld is. Het Grieks kent bijvoorbeeld vijf manieren om de ie-klank weer te geven. Het zal echter niet gauw tot een drastische vereenvoudiging van de spelling komen, omdat deze door velen als een symbool wordt beschouwd voor de ontzagwekkende ouderdom van de Griekse taal.
In de bijbel is er ook een stuk in het Grieks geschreven. Het nieuwe testament is geschreven in de tijd dat Grieks de voertaal was. Dat was een taal waarmee je je overal verstaanbaar kunt maken, een soort handelstaal, en men noemde die koinè-grieks. Net zoiets als de engelse taal in onze tijd. Toen de Romeinen de landen aan de oostkant van de Middellandse zee onderwierpen, troffen zij daar het Grieks aan, in Griekenland, Turkije, Libanon, Israël en Egypte. Tijdens de Romeinse overheersing is Grieks in die landen de algemeen gesproken taal.
Het alfabet is genoemd naar de Griekse letters alfa en bèta vandaar de naam alfabet. Het is dus de naam voor een reeks lettertekens in een vaste volgorde, waarmee de klanken van een taal worden genoteerd.
alfa betekent in Griekenland alpha. De eerste letter van het Griekse alfabet, als hoofdletter A, als kleine letter a. De kleine letter wordt veelvuldig toegepast als afkorting of symbool. bèta alfabet, naam van de tweede letter van het Griekse alfabet, als hoofdletter B, als kleine letter b geschreven. De kleine letter wordt als symbool gebruikt in diverse wetenschappen, vaak als tweede symbool naast de alfa (bijv. voor hoekgrootte).
De vorm van de letter A is afkomstig van een oude Egyptische hiëroglyfe van een adelaar. De Feniciërs noemden hem later alef, wat 'stier' betekent, omdat ze vonden dat de letter op het hoofd van de stier leek. De Grieken noemden hem vervolgens alfa en de Romeinen gaven de letter de naam die we tegenwoordig kennen: de A.
Goddienst
De Grieken kenden vele goden. De Grieken waren dus polytheïstisch. (poly = meerdere , theos = god) Godsdienst was erg belangrijk voor de Grieken. Belangrijke beslissingen over bijvoorbeeld een oorlog werden pas genomen als een god advies was gevraagd. Meestal gebeurde dat via een orakel. In de Griekse stad Delphi stond een tempel voor de Griekse god Apollo. Vanuit heel Griekenland kwamen de Grieken daar naar toe om vragen te stellen als: "Word ik later visser ? Heeft Dorkilos het kleed gestolen ? Zal ik met Gerioton trouwen ?" Een priesteres gaf antwoord voor Apollo. Hoe ze dat deed, weten we niet precies. Misschien luisterde ze naar de bladeren of naar andere tekenen van de natuur. Van het orakel van Delphi is niet veel meer over. Alleen de rechtopstaande zuilen staan nog overeind. Toen de Grieken in oorlog waren met de Perzen, vroeg men ook raad bij het orakel. De priesteres antwoordde dat alle inwoners van Athene moesten vluchten en dat alleen een muur van hout overeind zou blijven. Dit was voor de Grieken een reden om een enorme vloot te bouwen.
Veel natuurlijke gebeurtenissen, zoals overstromingen, onweer en bliksem en ziekten begrepen de Grieken niet. Daarom dachten de Grieken dat het de daden van de goden waren. Als Zeus, de oppergod, boos was, liet hij het onweren en bliksemen. Apollo was verantwoordelijk voor de pest (ziekten waaraan je kon doodgaan). Dat betekende dat de Grieken probeerden om de goden te vriend te houden. Er werden cadeautjes (offers) gegeven aan alle goden. Soms werden dieren als offer gebruikt. Buiten de tempel stond het altaar voor dierenoffers. Hier wordt een koe geofferd. In de tempel stond een beeld van de god. De Grieken mochten waarschijnlijk niet naar binnen in de tempel. Maar als men een offer bracht, wilde men er wel wat voor terug!
De Grieken vertelden elkaar veel verhalen over hun goden. Dat betekende dat die verhalen steeds aan elkaar doorverteld werden. Daardoor werd zo'n verhaal steeds anders. De hoofdrolspelers, de goden dus, leken net op mensen. Ze hadden menselijke eigenschappen. De oppergod Zeus bijvoorbeeld, is in de Griekse verhalen een echte vrouwenversierder. Hij verwekte minstens 16 kinderen bij andere godinnen en minstens 23 kinderen bij gewone vrouwelijke stervelingen. Zijn vrouw, Hera, is natuurlijk erg jaloers. Later werden de Griekse mythen en sagen (verhalen over goden) opgeschreven.
Iemand die Griekse verhalen (in dichtvorm) opschreef, was Homerus. Hij leefde in de 8 ste of de 9-de eeuw v.Christus. Zijn 2 beroemdste gedichtenbundels zijn de Ilias en de Odyssee, maar deze gaan vooral over een oorlog heel lang geleden voor de Griekse tijd, namelijk de Trojaanse oorlog. Homerus heeft ook een aantal gedichten geschreven over verschillende goden. Over het leven van Homerus zelf is weinig bekend. Men weet niet eens zeker of Homerus de boeken zelf geschreven heeft of dat anderen later zijn verhalen gingen opschrijven. De Grieken geloofden dat Zeus samen met de belangrijkste goden op de hoogste berg in Griekenland woonde. De berg heet "De Olympus" en de top is 2917 meter hoog. In de 2 beroemde boeken van Homerus wordt de Olympus beschreven als het huis van de goden. Ze leefden daar in luxe in een paleis met een bronzen vloer.
Wat waren de belangrijkste Griekse goden ?
De voornaamste (belangrijkste) god was Zeus. Vaak werd hij afgebeeld met een arend en met bliksem. Hij was de baas over alle andere goden, en regeerde in zijn paleis op de top van de berg Olympus. Zeus was de god van het rechtspreken, hij besliste uiteindelijk of iets zou gebeuren of niet. Hij bepaalde ook het weer. Zeus was een echte vrouwenversierder in de verhalen. Hij had 9 relaties met andere godinnen en 14 relaties met sterfelijke vrouwen. De eerste liefde van Zeus was Hera. Hera werd verschrikkelijk jaloers op de avontuurtjes van Zeus. Een zoon van Zeus was Apollo. Deze knappe jongeman, geboren op het eiland Delos, was de god van het licht, de waarzegkunde, de uitvinder van de muziek, de god van de poëzie en geneeskunst. Als hij boos was, kon Apollo een pestepidemie (grote gevaarlijke ziekte) veroorzaken. Hij is de bedenker van steden, hij bestraft de mensen die niet geloven en bevrijdt de wereld van verschrikkelijke monsters. De godin Artemis is ook een kind van Zeus en Leto. Zij is dus de tweelingzuster van Apollo en heeft een beetje dezelfde eigenschappen als Apollo. Ze is de godin van de jacht en van de maan. Ze was ook godin van de dood en betrokken bij geboorten. Soms kon Artemis erg hard zijn voor de mensen.
Volgens de Griekse mythen en sagen werd de godin Pallas Athene geboren uit het voorhoofd van Zeus. Daardoor had Zeus een bijzondere band met deze dochter. Het was zijn lievelingetje. Na Zeus en Hera is zij de belangrijkste godin voor de oude Grieken. Verstand, moed, strenge schoonheid en trouw zijn waren haar belangrijkste eigenschappen. Ze was godin van de wijsheid, van de oorlog (maar ook van de vrede) en handwerk. Maar Pallas Athene zorgde natuurlijk vooral voor het welzijn van de stad Athene.(zie blz 14) Pallas Athene was natuurlijk de belangrijkste godin voor de mensen in Athene. Speciaal voor haar werd een tempel op het hoogste plekje in de stad gebouwd. Dat hoogste punt heet de "acropolis" (acro = hoog, polis = stad) Op de acropolis staat nog de tempel voor Athene. Die tempel heet het "Parthenon" Het Parthenon werd in de 5e eeuw voor Christus gebouwd en heeft Dorische zuilen. Een andere belangrijke god was Poseidon. Hij was de broer van Zeus en god van de zee, de aardbevingen en van de paarden. In zijn hand heeft hij de drietand. Daarmee maakt hij zeestormen. Poseidon rijdt soms in een zeekarretje dat door zeepaarden getrokken wordt. In de verhalen is Poseidon snel boos en geïrriteerd. Hij stuurt soms verschrikkelijke monsters uit de diepte om de mensen te plagen, maar hij kan ook zorgen voor een goede (zee)vaart. Demeter is de godin van het graan (van de landbouw). Haar verdriet om het verlies van haar dochter bracht de winter. De terugkeer van haar dochter uit de onderwereld bracht het voorjaar. De oude Grieken vonden haar een goede godin die vriendelijk en goed voor de mensen was, die ervoor zorgde dat alles bloeide. Ook was Demeter de uitvindster van de landbouw en de plantenwereld. Nog een aantal belangrijke goden of godinnen waren:
- Dionysos. Zoon van Zeus en god van de wijn en van de bedwelming.
- Aphrodite. Godin van de schoonheid en van de liefde. Zij ontving de gouden appel van Paris, en dit leidde tot de Trojaanse oorlog.
- Hermes. De boodschapper van de goden. Hij was de god van de herders, de reizigers en leugenaars. Hij bracht de zielen van de doden naar de onderwereld.
- Hades. Heerser over de treurige onderwereld, waar de geesten van de gestorvenen verder leefden.
Grieks eten en drinken.
Het belangrijkste voedsel voor de Grieken was brood. Voor bakken en braden gebruikte men olijfolie. Groente als erwten, bonen, kool, prei en sla was voedsel voor arme mensen. Verse vijgen en druiven waren zeer geliefd om te eten. Er werd veel vis gegeten en weinig vlees.
Vooral graan en hout was belangrijk, omdat er in Griekenland weinig van was. De Grieken verkochten hun aardewerk, wijn en olijfolie in de kolonies of in andere gebieden waar ze kwamen.
Ook de oude Grieken waren liefhebbers van wijn. Zozeer zelfs, dat ze een speciale wijngod hadden: Dionysos. De Grieken dronken nooit pure wijn, maar vermengden die altijd met warm zeewater. Nu klinkt ons dat vies in de oren; de uitdrukking 'water bij de wijn doen' heeft voor ons een negatieve bijklank. Maar de Grieken vonden het onbehoorlijk en onbeschaafd om ongemengde wijn te drinken. Om zuur geworden wijn weer drinkbaar te maken roerden ze er wat koriander, nootmuskaat, kaneel en honing doorheen. Soms zelfs kaas! 'Rare lui, die Grieken', zul je denken. Maar wij hebben dat van de Grieken nageaapt. Rond vijf december nippen heel wat Nederlandse huisgezinnen aan een glaasje warme gekruide Bisschopwijn en klinken op de gezondheid van Sinterklaas. En wintersporters warmen hun verkleumde ledematen maar wat graag op met een paar glazen warme glühwein, die ook vol zit met kruiden. Het drinken op de gezondheid stamt trouwens ook al uit de tijd van de Grieken. Artsen van toen waren ervan overtuigd dat wijn zeer geneeskrachtig was en ziektes kon verhelpen. Nog steeds zeggen we bij het toasten: 'op je gezondheid!'. We hebben nog meer van Grieken overgenomen. Vlak voordat een Grieks handelsschip de haven uitvoer, besprenkelde een priester het schip met wijn om de goden gunstig te stemmen en de bemanning een goede reis toe te wensen. Wij kennen dat nog steeds. Heb je wel eens gezien dat de koningin een fles champagne 'pats!' tegen een nieuw schip kapot gooit? Daarmee wenst ze het nieuwe schip een behouden vaart toe.
Krenten zijn gedroogde druiven, oorspronkelijk uit Korinthe, in Griekenland. De krent is al een oud product en al in de middeleeuwen werd het woord Corente verkort tot krent. De krent heeft een bewogen historie, en heeft ook vele politieke gevolgen gehad voor Griekenland. De krent werd al sinds de oudheid uit Korinthe en omgeving uitgevoerd. Op vrij kleine schaal overigens ontstond. Die vraag was het gevolg van een plaag van de druifluis in Franse wijngaarden. De Fransen kochten daarop massaal zoete Griekse krenten voor hun mengwijnen. De Grieken begonnen hierop als een gek wijngaarden te planten om aan de vraag te kunnen voldoen. Olijf- en sinaasappelplantages werden verwaarloosd of moesten plaats maken voor wijngaarden. Kortom, er werd massaal geïnvesteerd (en gespeculeerd) in krenten. In 1891 was de schade in Frankrijk echter hersteld. De Franse boeren protesteerden daarop tegen de import van de goedkope Griekse krenten. De Franse regering besloot daarop de invoerrechten van 6 frank per 100 kilo in 1890 geleidelijk te verhogen tot 25 frank in 1894. Dit resulteerde in Griekenland tot een sterk verminderde export, ook al werden andere markten aangeboord. Om de Griekse boeren tegemoet te komen richtte de Griekse regering een bank op, die de krenten tegen een vaste prijs opkocht. Met een enorme krentenberg tot gevolg. Met een toenemende productie daalde de prijs nog verder. De hierop volgende politieke onlusten leidden er toe dat de premier moest aftreden en de krentenproducte, tot op heden, een staatsmonopolie is.
Overigens komen de krenten tegenwoordig uit allerlei delen van Griekenland, maar nog maar nauwelijks uit Korinthe.
vrije tijd
Theater was voor de Grieken net zo belangrijk als voor ons de t.v. Men ging graag kijken naar een theatervoorstelling. In het begin was het theater bedoeld voor de Griekse god Dionysus, de god van de wijn. Later werden de toneelstukken een belangrijk onderdeel van het lentefeest ter ere van deze god. Er werden vaak beroemde mythen en legenden nagespeeld. Daardoor wist het publiek wat er ongeveer ging gebeuren.De Grieken waren de uitvinders van het schrijven en uitvoeren van toneelspelen. Mannen brachten soms de hele dag door met het kijken naar 3 toneelstukken, die achter elkaar gespeeld werden. Ze namen een lunchpakket mee en een kussen om op te zitten. Arme mensen konden gratis naar binnen. In ieder toneelstuk speelden maar 3 spelers mee, die allemaal meerdere rollen speelden. De acteurs droegen maskers om te laten zien wie ze waren. Er is werd haar gebruikt voor de maskers. Omdat de acteurs hard moesten spreken, is de opening van de mond erg groot. De grote ronde ruimte in het midden van het theater heette de orchestra. Rijke toeschouwers konden vooraan zitten.
De Grieken hielden veel van sport, vooral van sporten die men buiten kon doen. Zoals hardlopen, springen, boksen en discuswerpen. Er werden vaak wedstrijden gehouden, meestal ter ere van een god of godin. Eens in de vier jaar werd er een groot toernooi gehouden. Dan mochten alle Grieken aan mee doen. (Behalve slaven, buitenlanders, vrouwen, kinderen of Grieken die een misdaad begaan hadden.) Het toernooi werd in de Griekse stad Olympia gehouden. Het werden de Olympische Spelen genoemd. Tijdens die spelen had iedereen vrij. De Olympische Spelen werden ter ere van Zeus gehouden. Als er oorlog was, werd de oorlog gewoon even stilgelegd om de Olympische Spelen te houden. Daarna vocht men weer vrolijk door ! De Spelen duurde 5 dagen. Als je vals speelde of niet sportief was, mocht je niet meer meedoen. Als je won, werd je een held in je dorp of stad waar je woonde. Je kreeg geen geldprijs, maar een krans van laurierbladen. Vaak werden er dan gedichten over je gemaakt of maakten beeldhouwers een standbeeld van je. De eerste Olympische Spelen werden gehouden in 776 v.Chr.
Muziek
De Grieken hadden overal muziek bij: bij het eten, een theater voorstelling, een wedstrijd, het dansen en feesten. Toen hadden ze andere instrumenten dan nu. Bijvoorbeeld de Auloi. Dit zijn net twee fluiten die bij elkaar horen. Nog meer instrumenten zijn: de Kymbala, de Krotala, de Kithara, de Lier en de Tympanon. De Auloi was het instrument van de godin Athene. Als je dit instrument bespeelde kreeg je bolle wangen. Een man had daar wat op bedacht: Een soort band om je gezicht. Heel typisch was dat vrouwen nooit zo'n band droegen omdat ze er dan niet mooi uitzagen. Ze vonden dat het leek op een Paardenbit. De god Hermes had de Lier uitgevonden toen hij een schildpad vond. De Lier is een snaarinstrument. Toen hij 50 runderen van Apollo stal, moest hij die runderen natuurlijk terug geven. Daarbij gaf hij de Lier ook aan Apollo. De Lier is vanaf toen het instrument van Apollo.
De God Apollo had ook een instrument uitgevonden: de Kithara. Dit instrument was ook een snaarinstrument en was allen voor professionele muzikanten bedoeld. De Lier en de Kithara zijn dus eigenlijk verre voorlopers van onze gitaar.