Werkstuk: Geld
Sommige stammen gebruikten waardevolle spullen om mee te betalen, bijvoorbeeld stenen, zout, schelpen en rijst. Net zoals onze munten hadden hun betaalmiddelen ook een waarde. Het geld werd ook als bruidsschat, boete en schadevergoedingen gebruikt. De inwoners van Yap gebruikten kalksteen om mee te betalen, ze waren soms wel meter in de doorsnee. In 1920 werd in Etiopie nog met zoutstaven betaald. Het zout werd in riet verpakt zodat ze niet konden breken.
DE EERSTE MUNTEN
Munten zijn stukjes metaal met een afbeelding, waaraan ze als munten herkenbaar zijn. De oudste bekende munten werden gemaakt in de 7e eeuw v.Chr. in Lidie. Klompjes goud en zilver kregen een afbeelding volgens hun gewicht en dus ook hun waarde als betaalmiddel. De afbeeldingen werden als stempels in de munt geslagen. De vorm was niet belangrijk, het ging om de afbeelding van de munt. Hoewel de Lydiers eerst waren gebruikten ze in sommige andere landen ook al metalen betaalmiddelen, koperen klompjes in Rusland en Italie, bronzen gereedschap en schelpen in China, zilveren ringen in Thailand en gouden en zilveren staven in Japan. Dit nieuwe betaalmiddel drong al snel door in Europa.
HET EERSTE PAPIERGELD
Bankbiljetten zijn slechts stukjes papier, maar worden als betaalmiddel gebruikt om dat ze een waarde hebben. Het waren de Chinezen die als eerste papiergeld gebruikten. In de 10e eeuw gaf de Chinese regering zware ijzeren munten uit die zwaar en weinig waard waren. Daarom lieten de mensen hun munten vaak bij kooplui achter en kregen daarvoor een papiertje waarop het bedrag op stond geschreven terug. In de 11e eeuw nam de regering dit systeem over en werd er officieel papiergeld gedrukt.
HOE MUNTEN WORDEN GEMAAKT
Eerst maakt een kunstenaar een ontwerp. Als dat ontwerp goed is gekeurd wordt er een gipsmodel van gemaakt. Met gereedschap worden de kleine details in het gipsmodel gesneden. Als het gipsmodel klaar is maken ze er een metalen versie van. De reduceermachine maat er een kleinere versie van. Dan wordt er in een wals machine de juiste dikte van de munt geperst. In een andere machine worden de munten uit een plaat gesneden.
HOE BILJETTEN WORDEN GEMAAKT
Het drukken van een biljet is een moeilijke zaak omdat de drukkers ervoor moeten zorgen dat hij niet nagemaakt kan worden. Papiergeld wordt van de katoenplant gemaakt. Het katoen wordt nat gemaakt en machines maken er papier van. Dan laten ze het papier drogen. Als het droog is maken ze het weer nat gemaakt en wordt het in een machine plat gemaakt. Dan maken ze er een watermerk in, dat doen ze met stempels. Maar hoe het precies gaat blijft geheim. Het ontwerp van het biljet wordt in een stalen plaat gedrukt. Met gereedschap worden de kleine details in de plaat gesneden. Als dat af is wordt het op papier gedrukt. Er worden verhogingen in het papier gemaakt zodat blinden kunnen voelen hoeveel het biljet waard is.
Ze maken er ook een veiligheidsdraad in, vroeger van metaal tegenwoordig van plastic. Zo is het moeilijker om het biljet na te maken.
VALSMUNTERIJ
Vroeger werd het namaken van geld als een zware misdaad beschouwd. Het werd bestraft met het afhakken van je vingers, de doodstraf of soms werd de schuldige levend gekookt. Tegenwoordig kom je eraf met een boete of een celstraf. Ieder bankbiljet heeft een echtheidskenmerk, een watermerk. Vals geld wordt gemaakt door een kopieermachine. Gekopieerd geld lijkt veel op echt geld maar in vals geld staan geen kleine lettertjes geen doorzichtregister en geen watermerk.
GELD EN OORLOG
Geld is belangrijk voor een oorlog, om wapens te kopen en soldaten te huren. Huursoldaten kregen grote bedragen om voor een ander land te vechten. Ook ontstonden hierdoor andere betaalmiddelen zoals sigaretten. In het verleden werden soldaten betaald uit het geld en goederen die op de vijand werden buitgemaakt.
De EURO
In 2002 komen de euro munten en biljetten. Er zijn 8 euro munten en 7 euro bankbiljetten. Hij gaat naar 11 Europese landen, namelijk: Duitsland, Belgie, Finland, Frankrijk, Ierland, Italie, Luxemburg, Oostenrijk, Portugal, Spanje en Nederland. De euro zal ongeveer f 2,20 waard zijn. In 2002 wordt ook al je geld op de bank omgezet in euro?s. Er is ook een teken dat voor een bedrag staat, net zoals nu nog het f-teken. De euro munten zijn aan de achterzijde in alle landen hetzelfde. Op de voorzijde mag ieder land een eigen ontwerp zetten. In Nederland is dat koningin Beatrix. Je mag daarmee in alle euro landen betalen.
DE EERSTE MUNTEN
Munten zijn stukjes metaal met een afbeelding, waaraan ze als munten herkenbaar zijn. De oudste bekende munten werden gemaakt in de 7e eeuw v.Chr. in Lidie. Klompjes goud en zilver kregen een afbeelding volgens hun gewicht en dus ook hun waarde als betaalmiddel. De afbeeldingen werden als stempels in de munt geslagen. De vorm was niet belangrijk, het ging om de afbeelding van de munt. Hoewel de Lydiers eerst waren gebruikten ze in sommige andere landen ook al metalen betaalmiddelen, koperen klompjes in Rusland en Italie, bronzen gereedschap en schelpen in China, zilveren ringen in Thailand en gouden en zilveren staven in Japan. Dit nieuwe betaalmiddel drong al snel door in Europa.
HET EERSTE PAPIERGELD
Bankbiljetten zijn slechts stukjes papier, maar worden als betaalmiddel gebruikt om dat ze een waarde hebben. Het waren de Chinezen die als eerste papiergeld gebruikten. In de 10e eeuw gaf de Chinese regering zware ijzeren munten uit die zwaar en weinig waard waren. Daarom lieten de mensen hun munten vaak bij kooplui achter en kregen daarvoor een papiertje waarop het bedrag op stond geschreven terug. In de 11e eeuw nam de regering dit systeem over en werd er officieel papiergeld gedrukt.
HOE MUNTEN WORDEN GEMAAKT
Eerst maakt een kunstenaar een ontwerp. Als dat ontwerp goed is gekeurd wordt er een gipsmodel van gemaakt. Met gereedschap worden de kleine details in het gipsmodel gesneden. Als het gipsmodel klaar is maken ze er een metalen versie van. De reduceermachine maat er een kleinere versie van. Dan wordt er in een wals machine de juiste dikte van de munt geperst. In een andere machine worden de munten uit een plaat gesneden.
HOE BILJETTEN WORDEN GEMAAKT
Het drukken van een biljet is een moeilijke zaak omdat de drukkers ervoor moeten zorgen dat hij niet nagemaakt kan worden. Papiergeld wordt van de katoenplant gemaakt. Het katoen wordt nat gemaakt en machines maken er papier van. Dan laten ze het papier drogen. Als het droog is maken ze het weer nat gemaakt en wordt het in een machine plat gemaakt. Dan maken ze er een watermerk in, dat doen ze met stempels. Maar hoe het precies gaat blijft geheim. Het ontwerp van het biljet wordt in een stalen plaat gedrukt. Met gereedschap worden de kleine details in de plaat gesneden. Als dat af is wordt het op papier gedrukt. Er worden verhogingen in het papier gemaakt zodat blinden kunnen voelen hoeveel het biljet waard is.
Ze maken er ook een veiligheidsdraad in, vroeger van metaal tegenwoordig van plastic. Zo is het moeilijker om het biljet na te maken.
VALSMUNTERIJ
Vroeger werd het namaken van geld als een zware misdaad beschouwd. Het werd bestraft met het afhakken van je vingers, de doodstraf of soms werd de schuldige levend gekookt. Tegenwoordig kom je eraf met een boete of een celstraf. Ieder bankbiljet heeft een echtheidskenmerk, een watermerk. Vals geld wordt gemaakt door een kopieermachine. Gekopieerd geld lijkt veel op echt geld maar in vals geld staan geen kleine lettertjes geen doorzichtregister en geen watermerk.
GELD EN OORLOG
Geld is belangrijk voor een oorlog, om wapens te kopen en soldaten te huren. Huursoldaten kregen grote bedragen om voor een ander land te vechten. Ook ontstonden hierdoor andere betaalmiddelen zoals sigaretten. In het verleden werden soldaten betaald uit het geld en goederen die op de vijand werden buitgemaakt.
De EURO
In 2002 komen de euro munten en biljetten. Er zijn 8 euro munten en 7 euro bankbiljetten. Hij gaat naar 11 Europese landen, namelijk: Duitsland, Belgie, Finland, Frankrijk, Ierland, Italie, Luxemburg, Oostenrijk, Portugal, Spanje en Nederland. De euro zal ongeveer f 2,20 waard zijn. In 2002 wordt ook al je geld op de bank omgezet in euro?s. Er is ook een teken dat voor een bedrag staat, net zoals nu nog het f-teken. De euro munten zijn aan de achterzijde in alle landen hetzelfde. Op de voorzijde mag ieder land een eigen ontwerp zetten. In Nederland is dat koningin Beatrix. Je mag daarmee in alle euro landen betalen.