Werkstuk: Dementie
Inhoudsopgave
Wat is dementie?
Hoe ontstaat dementie?
Oorzaken van dementie.
Symptomen van dementie.
Stadia van dementie.
Benadering van de zorgvrager met dementie.
Bronnen.
Wat is dementie?
Dementie is meer dan gewoon wel eens iets vergeten. We spreken pas van dementie als iemand lijdt aan ernstig geheugenverlies, niet meer goed kan (na)denken, zich nauwelijks meer kan oriënteren en als ook zijn gedrag verandert.
Dementie begint meestal met het verlies van het korte termijngeheugen. Mensen die dementeren vergeten dingen die net gebeurd zijn. Dat er net gebeld is bijvoorbeeld of dat u 's ochtends nog bent langs geweest. In een later stadium vergeten dementerenden ook hoe ze gewone, alledaagse dingen moeten doen. Ze kunnen zich niet meer aankleden, geen koffie meer zetten of de afwas doen.
Nog een verschil met gewone vergeetachtigheid is dat iemand die dement is hele gebeurtenissen vergeet in plaats van dat hij af en toe eens een detail kwijt is. Verder vlucht menig dementerende in het (bekende en vertrouwde) verleden. Op den duur raakt hij zijn greep op de wereld om zich heen kwijt.
Een ander verschijnsel van dementie is dat mensen vaak niet meer weten waar ze zijn. Ze verdwalen op plaatsen die ze vroeger als hun broekzak kenden. Ook kan iemand die altijd meegaand en geduldig is geweest nu ineens boos en kortaf reageren. Anders dan bij een gewone vergeetachtigheid verstoort het geheugenverlies bij dementie dus iemands hele leven.
Hoe ontstaat dementie?
Er zijn verschillende vormen van dementie. De bekendste is de ziekte van Alzheimer. Hierbij gaan hersencellen verloren, zonder dat we precies weten hoe dat komt. Daarnaast kan dementie optreden bij stoornissen in de bloedvaatjes van de hersenen. Sommige hersencellen krijgen daardoor minder bloed. Dit noemt men vasculaire dementie. Deze vormen komen vaak samen voor.
De ziekte van Parkinson of gebrek aan vitamine B12 kunnen bijdragen aan dementie. Een infectieziekte (bijvoorbeeld een blaasontsteking) kan tot een plotselinge verergering van de dementie leiden. Ook door onbekende situaties of verandering van omgeving kan de dementie verergeren, bijvoorbeeld tijdens een ziekenhuisopname of na overlijden van de partner. Bij het syndroom van Korsakov sterven er hersencellen af doordat er teveel alcohol is gedronken.
De ziekte van Parkinson of gebrek aan vitamine B12 kunnen bijdragen aan dementie. Een infectieziekte (bijvoorbeeld een blaasontsteking) kan tot een plotselinge verergering van de dementie leiden. Ook door onbekende situaties of verandering van omgeving kan de dementie verergeren, bijvoorbeeld tijdens een ziekenhuisopname of na overlijden van de partner. Bij het syndroom van Korsakov sterven er hersencellen af doordat er teveel alcohol is gedronken.
Oorzaken van dementie.
Dementie kan door verschillende oorzaken ontstaan. De bekendste is de ziekte van Alzheimer. Andere oorzaken zijn:
een vaataandoening (vasculaire dementie)
de ziekte van Parkinson
een tekort aan vitamines of langdurig alcoholmisbruik, zoals bij het Korsakov syndroom
ernstige lever- en nieraandoeningen
onbehandelde suikerziekte
Soms krijgt iemand door een infectieziekte, bloedarmoede, alcoholmisbruik of een narcose verschijnselen die op dementie lijken. Dat noemen we een delier. Dit verdwijnt meestal weer als de oorzaak weggenomen wordt. Ook een depressie kan dementieverschijnselen geven, maar anders dan bij echte dementie kunnen die verschijnselen weer over gaan.
Wat is de ziekte van Alzheimer?
Veel mensen denken dat de ziekte van Alzheimer hetzelfde is als dementie. Dat is begrijpelijk omdat dementie een heel belangrijk verschijnsel is van Alzheimer. Dementie komt echter ook bij andere ziekten dan Alzheimer voor.
Bij mensen met de ziekte van Alzheimer gaan bepaalde hersencellen verloren. Daardoor ontstaan allerlei dementieverschijnselen:
Bij mensen met de ziekte van Alzheimer gaan bepaalde hersencellen verloren. Daardoor ontstaan allerlei dementieverschijnselen:
« vergeetachtigheid
« problemen met de oriëntatie, bijvoorbeeld de weg naar huis niet meer kunnen vinden
« problemen met nadenken
« problemen met taal: moeilijk praten en steeds minder goed begrijpen wat iemand anders zegt
« karakterveranderingen (iemand wordt bijvoorbeeld heel achterdochtig)
Wat is vasculaire dementie?
Bij vasculaire dementie raken bloedvaten in de hersenen verstopt. De delen van de hersenen die geen bloed krijgen, sterven af. De hersenen werken daardoor steeds slechter. Bij 10 tot 15% van de mensen met dementie is dit de oorzaak van hun ziekte.
De ziekte begint meestal tussen het 65e en 75e jaar. De meeste patiënten hebben dan al jaren last van hart- en vaatziekten. Vasculaire dementie is niet te genezen.
Wat merkt u aan iemand met deze vorm van dementie?
De ziekte begint meestal tussen het 65e en 75e jaar. De meeste patiënten hebben dan al jaren last van hart- en vaatziekten. Vasculaire dementie is niet te genezen.
Wat merkt u aan iemand met deze vorm van dementie?
Geheugenproblemen: hij is vergeetachtig.
Taalproblemen (afasie): hij vergeet bijvoorbeeld woorden.
Apraxie: hij kan dagelijkse dingen niet meer, bijvoorbeeld zich aankleden.
Agnosie: hij weet niet meer waar hij alledaagse dingen voor moet gebruiken. Hij weet bijvoorbeeld niet meer waar een vork voor bedoeld is.
Lichamelijke problemen: lopen of slikken gaat niet meer goed, of de patiënt wordt incontinent.
Emotionele problemen, bijvoorbeeld depressie.
Wat is de ziekte van Parkinson?
Parkinson is een ziekte van de hersenen waarbij de hersenen en de spieren niet goed meer samenwerken. De hersenen maken te weinig dopamine aan, een chemisch stofje. Mensen die te weinig dopamine hebben, kunnen zich niet meer goed bewegen. De belangrijkste klachten bij Parkinson zijn dan ook beven, spierstijfheid en traagheid in de bewegingen.
De ziekte van Parkinson is niet te genezen en de ziekte verergert langzaam. Hoe snel dat gaat is bij iedereen weer anders. De ziekte kan jarenlang stabiel blijven. Medicijnen kunnen helpen en soms een operatie.
De levensverwachting voor mensen met Parkinson is niet korter dan voor andere mensen, mits de ziekte behandeld wordt.
Wat zijn schildklierziekten?
De schildklier is een kleine klier in uw nek. Hij maakt hormonen. Deze hormonen zorgen onder andere voor een goede lichaamstemperatuur en een goed gewicht.
Er kunnen verschillende dingen mis zijn met de schildklier. Hij kan te groot worden, te langzaam of juist te snel werken, en hij kan ontstoken raken. Er kan ook een tumor in de schildklier ontstaan.
Er kunnen verschillende dingen mis zijn met de schildklier. Hij kan te groot worden, te langzaam of juist te snel werken, en hij kan ontstoken raken. Er kan ook een tumor in de schildklier ontstaan.
{ Een te grote schildklier heet struma. Bij struma maakt de schildklier meestal nog gewoon hormonen aan.
{ Een te langzaam werkende schildklier heet hypothyreoïdie. Soms werkt de schildklier al bij de geboorte te langzaam. Dan noemt men de ziekte CHT.
{ Een te snel werkende schildklier is hyperthyreoïdie. Dit komt vaak voor bij de ziekte van Graves en de ziekte van Plummer.
{ Een ontsteking in de schildklier heet thyreoïditis. Er zijn verschillende soorten schildklierontstekingen. De belangrijkste zijn de ziekte van Hashimoto, de ziekte van de Quervain en de pijnloze of stille schildklierontsteking.
{ Bij een tumor in de schildklier is er sprake van schildklierkanker.
Vrouwen hebben vier tot acht keer meer kans om een schildklierziekte te krijgen dan mannen
Wat is het Korsakov syndroom?
Het Korsakov syndroom is een hersenbeschadiging. Dit komt vooral voor bij mensen die lange tijd veel te veel alcohol drinken, maar soms ook bij mensen met een eetstoornis. Korsakov-patiënten zijn vergeetachtig en kunnen niet meer voor zichzelf zorgen.
De hersenen beschadigen niet door de alcohol zelf, maar doordat ze te weinig vitamine B1 krijgen. Zware alcoholisten eten vaak heel slecht. Hoe meer ze drinken, hoe minder honger ze hebben. Bovendien beschadigt de alcohol de maag, darmen en lever.
Ook ondervoeding (door anorexia nervosa) of veel braken kan Korsakov veroorzaken.
In Nederland hebben ongeveer 8.000 mensen het Korsakov syndroom. De meeste van hen wonen in een verpleeghuis. De hersenbeschadiging gaat niet meer over, de ziekte is niet te genezen.
De hersenen beschadigen niet door de alcohol zelf, maar doordat ze te weinig vitamine B1 krijgen. Zware alcoholisten eten vaak heel slecht. Hoe meer ze drinken, hoe minder honger ze hebben. Bovendien beschadigt de alcohol de maag, darmen en lever.
Ook ondervoeding (door anorexia nervosa) of veel braken kan Korsakov veroorzaken.
In Nederland hebben ongeveer 8.000 mensen het Korsakov syndroom. De meeste van hen wonen in een verpleeghuis. De hersenbeschadiging gaat niet meer over, de ziekte is niet te genezen.
Symptomen van dementie
Er kan zich een grote verscheidenheid aan verschijnselen voordoen die niet bij iedereen hoeven op te treden. Kenmerkend is natuurlijk het geheugenverlies. Hiernavolgend noemen we een aantal verschijnselen op lichamelijk, sociaal, emotioneel en psychisch vlak.
Lichamelijk: vermagering, bewegingen worden houterig, wazige blik in de ogen, incontinentie, stijve vingers, reuk, tast en smaak vervlakken, motorische onrust, minder spierkracht, trage bewegingen.
Sociaal: belangstelling voor anderen en de wereld nemen af, desoriëntatie in persoon, vermijden van nieuwe situaties, decorumverlies.
Emotioneel/psychisch: een klein onderwerp kan in de beleving alles overheersend worden, frustraties wanneer men te veel dingen aan zijn hoofd heeft, ontstaan van irritatie, angst of depressie, achterdocht en claimend gedrag, problemen met het maken van plannen, omgaan met (nieuwe) situaties, beginnen van activiteiten, vermijden van keuzes, desoriëntatie in tijd en plaats, inprenting verloopt niet goed, intellectuele functies zoals rekenen, lezen, spreken, kennis en leervermogen nemen af.
Symptomen van de eerste orde (doen zich altijd voor).
ù Geheugenstoornissen, kortetermijn en langetermijn
ù Desorientatie in tijd, plaats en/of persoon
ù Tenminste een van de drie; afasie, agnosie of apraxie
Afasie= taalstoornis
Expressieve; woordvindproblemen
Receptieve; de woorden die men hoort niet meer herkennen. Men begrijpt niet wat je zegt. Vaak ook een schrijfstoornis.
Receptieve; de woorden die men hoort niet meer herkennen. Men begrijpt niet wat je zegt. Vaak ook een schrijfstoornis.
Agosie= voorwerpen niet meer herkennen.
Men kan een voorwerp wel zien, horen, voelen, ruiken of proeven - maar weet niet wat het is.
Apraxie= een handeling kan niet doelbewust uitgevoerd worden.
De vaardigheid die men heeft geleerd/ontwikkeld gaat verloren.
Symptomen van de tweede orde (kunnen zich voordoen).
ù Persevereren
ù Confabuleren
ù Verzamelzucht
ù Achterdocht
ù Decorumverlies
ù Stemmingsstoornissen
ù Hallucinaties
ù Denkstoornissen
ù Gedragsstoornissen
ù Persoonlijkheidsveranderingen
Stadia van dementie.
Stadium 1:
Wordt gekenmerkt door lichte desorientatie. Er is sprake van lichte verwarring, geheugenproblemen, inprentingsstoornissen, desorientatie in tijd en van een verminderd rekenvermogen.
Lichamelijke kenmerken:
- de spieren zijn gespannen
- de lippen zijn gespannnen
- de ogen staan helder
- de zorgvrager wijst veel met vingers en handen
Gedragskenmerken:
- de zorgvrager is zich bewust van optredende verwarring
Lichamelijke kenmerken:
- de spieren zijn gespannen
- de lippen zijn gespannnen
- de ogen staan helder
- de zorgvrager wijst veel met vingers en handen
Gedragskenmerken:
- de zorgvrager is zich bewust van optredende verwarring
de zorgvrager kan voor zichzelf zorgen
- de zorgvrager is gevoelig voor aandacht en begrip, maar wijst aanraking en intimiteit bijna altijd
- de zorgvrager is gevoelig voor aandacht en begrip, maar wijst aanraking en intimiteit bijna altijd
de zorgvrager ziet, hoort, beweegt en praat goed
- de zorgvrager verzet zich tegen verandering
- de zorgvrager verzet zich tegen verandering
Stadium 2:
Dit stadium wordt gekenmerkt door een verward tijdsbesef. De verwarring wordt ernstiger, het dag-nachtritme verdwijnt, er is sprake van desorientatie in plaats en er kunnen ontremmingen, depressies of agressie optreden.
Lichamelijke kenmerken:
- de houding en de spieren zijn ontspannen
- de ogen staan helder maar ongericht
- de schouders neigen voorover te hangen
- de voeten worden bij het lopen niet echt opgetild
Lichamelijke kenmerken:
- de houding en de spieren zijn ontspannen
- de ogen staan helder maar ongericht
- de schouders neigen voorover te hangen
- de voeten worden bij het lopen niet echt opgetild
Gedragskenmerken:
- de zorgvrager kan steeds minder rationeel denken
- de zorgvrager vergeet vrijwel direct namen, gezichten en feiten
- de zorgvrager kan zich bij spelletjes niet aan de regels houden
- de zorgvrager lijdt aan decorumverlies
- het vermogen tot zelfzorg wordt minder.
- de zorgvrager vergeet vrijwel direct namen, gezichten en feiten
- de zorgvrager kan zich bij spelletjes niet aan de regels houden
- de zorgvrager lijdt aan decorumverlies
- het vermogen tot zelfzorg wordt minder.
Stadium 3:
Wordt gekenmerkt door voortdurende beweging. Er is sprake van desorientatie in persoon, de lichamelijke functies gaan achteruit en de zorgvrager wordt ADL-afhankelijk.
Lichamelijke kenmerken:
- de ogen zijn vaak gesloten of ongericht
- het lopen is vaak doelloos
- het lopen is vaak doelloos
- de zorgvrager loopt schuifelend met voorovergebogen schouders
- zinnen vormen lukt niet meer
- zinnen vormen lukt niet meer
- de houding en de spieren zijn ontspannen
- meestal is er sprake van incontinentie
Gedragskenmerken:
- de zorgvrager tekt zich terug in zijn eigen innerlijke wereld
- de zorgvrager maakt met armen en benen herhaalde bewegingen (zoals schommelen, met de voeten stampen, met vingers trommelen)
- de zorgvrager kan soms nog verrassend helder uit de hoek komen
- het concentratievermogen is sterk verminderd
- aangezien de zorgvrager zich vaak in zijn innerlijke wereld bevindt, is het moeilijk om contact met hem te krijgen
- de zorgvrager staat naar verhouding het meeste open voor contact tijdens de dagelijkse verzorging en tijdens de maaltijden
- meestal is er sprake van incontinentie
Gedragskenmerken:
- de zorgvrager tekt zich terug in zijn eigen innerlijke wereld
- de zorgvrager maakt met armen en benen herhaalde bewegingen (zoals schommelen, met de voeten stampen, met vingers trommelen)
- de zorgvrager kan soms nog verrassend helder uit de hoek komen
- het concentratievermogen is sterk verminderd
- aangezien de zorgvrager zich vaak in zijn innerlijke wereld bevindt, is het moeilijk om contact met hem te krijgen
- de zorgvrager staat naar verhouding het meeste open voor contact tijdens de dagelijkse verzorging en tijdens de maaltijden
Stadium 4:
In dit stadium reageren zorgvragers niet meer op de omgeving, de zorgvrager vegeteert
Lichamelijke kenmerken:
- de ogen zijn gesloten of de zorgvrager start nietsziend voor zich uit
- de spieren zijn slap
- door langdurige bedlegerigheid kunnen ernstige contracturen ontstaan
Gedragskenmerken:
- de zorgvrager herkent familie en bekenden niet meer
- de zorgvrager reageert niet bij pogingen om contact te krijgen
- in sommige gevallen kan de zorgvrager in dit stadium toch nog verrassend reageren
Lichamelijke kenmerken:
- de ogen zijn gesloten of de zorgvrager start nietsziend voor zich uit
- de spieren zijn slap
- door langdurige bedlegerigheid kunnen ernstige contracturen ontstaan
Gedragskenmerken:
- de zorgvrager herkent familie en bekenden niet meer
- de zorgvrager reageert niet bij pogingen om contact te krijgen
- in sommige gevallen kan de zorgvrager in dit stadium toch nog verrassend reageren
Benadering van de zorgvrager met dementie.
ROB: Realiteitsorientatiebenadering
Bij de ROB ligt de nadruk op de orientatie op de werkelijkheid (zoals we die met z'n allen zien). Het benadrukken van realiteitsbesef is vooral voor zorgvragers die zich in het eerste stadium van het dementeringsproces bevinden functioneel. Vier doelstellingen:
1. Verwardheid verminderen
2. Leren omgaan met verlies van cognitieve functies
3. Zelfstandig functioneren bevorderen
4. Een hulpmiddel bieden voor zorgverleners die te maken krijgen met cognitieve stoornissen
Binnen de ROB wordt uitgegaan van drie basisprincipes namelijk: duidelijkheid; veiligheid; vertrouwen.
Validation
Validation gaat uit van het inleven van de belevingswereld van de zorgvrager met dementie. Empathie is in deze benaderingswijze het sleutelwoord.
De doelstellingen van validation zijn:
- Herstellen van gevoelens van eigenwaarde
- Verminderen van stress
- Helpen verwerken van onverwerkte ervaringen uit het verleden
- Vinden van een rechtvaardiging van het leven.
Bronnen;
http://www.trimbos.nl/default19397.html
http://www.ruginfo.be/productssimple73.html
http://www.e-gezondheid.be/nl/gezondheid_tijdschrift/gezondheid_vragen_en_antwoorden/Dementie-10564-541-art.htm
http://www.kennisring.nl/smartsite.dws?id=33577
http://femkehuij.web-log.nl/femkehuij/2005/05/wat_is_dementie.html