Werkstuk: De Vikingen
De mannen uit het noorden
Bij het woord ?Vikingen? denk je misschien aan grote woeste mannen met een baard en helm, varend op een zeilschip met drakenkoppen. In boeken lees je meestal dat de Vikingen overal in Europa de zee?n en kusten onveilig maakten. Toch waren Vikingen niet alleen maar rovers en moordenaars. De Vikingen, die ook de Noormannen werden genoemd, leefden ruim duizend jaar geleden. Ze woonden in het hoge noorden van Europa, in de Scandinavische landen Noorwegen, Zweden en Denemarken.
- Hoe het allemaal begon
Lang geleden, begin 800, waren de bewoners van Scandinavi? ??n volk. Ze spraken dezelfde taal, Oudnoors. De meeste mensen waren boer. Ze verbouwden graan en kool om te eten en vlas om linnen van te maken. Ze hielden koeien, varkens, geiten en schapen voor het vlees, de melk en de wol. Ze vingen vis, en ze jaagden op herten, beren, konijnen en zeehonden. In de zomer voeren de boeren met hun boten naar andere landen. Daar ruilden ze hun handelswaar voor wijn, zout, sieraden en wapens.
Langzamerhand werd het klimaat zachter. Daardoor werden de oogsten beter.
De mensen hadden meer te eten. Ze leefden gezonder en werden ouder. Er bleven meer baby?s leven. Daardoor groeide de bevolking. Maar er was niet genoeg land voor al die mensen. Want als een boer stierf, nam de oudste zoon de boerderij over. Voor zijn broers was er gewoon geen plaats meer. Ze moesten hun geluk ergens anders zoeken. Veel Vikingen trokken met hun schepen de zee op. Ze ontdekten allerlei landen die ze nog niet kenden. En ze kwamen erachter dat het gemakkelijker was spullen te roven, dan ze te ruilen of te kopen. Zo begon het tijdperk van de Vikingen. Het duurde ruim driehonderd jaar.
- Waar komt het woord Vikingen vandaan?
Niemand weet precies wat het woord Viking betekent. Het kan afgeleid zijn van vik, het Oudnoorse woord voor baai of inham. In het Noors was een vikingr een piraat of plunderaar. Door de door hen verslagen volken werden ze ook wel heidenen, Denen of Noormannen genoemd.
Het geloof van de Vikingen
Vikingen geloofden in goden. Ze geloofden als ze dood gingen dat ze dan in de Walhalla zouden komen, de hemel van de Vikingen. De allermooiste dood voor een Viking was tijdens een gevecht sterven met het zwaard in de hand!
Vikingen vonden het een schande wanneer iemand stierf op een matras van stro. Dat noemden ze een ?strooien dood?.
- Goden en godinnen
Odin: Odin was de oppergod van de Vikingen. Wij kennen hem als Wodan. Hij was belangrijk voor de dichtkunst en de magie. Hij verloor ??n oog, bij zijn zoektocht naar de wijsheid.
Frigg: Frigg was de vrouw van Odin. Zij had een eigen paleis, waar ze volgens de Vikingen draad aan het spinnen was. Van de gesponnen draden maakte ze wolken.
Thor: Thor was de zoon van Odin. De mensen vonden Thor erg belangrijk, ze riepen hem als ze in nood zaten, bijv. als hun land droog was. Hij hield met zijn magische hamer de reuzen op afstand.
Loki: Loki was een boze god die zich in verschillende mensen en dieren kon veranderen.
Frey of Freya: Zij was de godin van de liefde. Zij zorgde ervoor dat mensen en dieren vruchtbaar werden.
Balder of Baldur: Deze god werd door iedereen aardig gevonden, behalve door Loki. Door een list van Loki werd hij gedood met een maretakpijl.
Njord: Hij was de heerser over de zee en wind.
Idun: Zij hield alle goden eeuwig jong met haar gouden appels.
- Het Christendom
Rond het jaar 600, het begin van de Middeleeuwen, geloofde heel West-Europa in Christus. Alleen Scandinavi? niet. Daar hadden ze hun eigen goden. Toen de Vikingen in West-Europa de andere landen bezochten, leerden ze het christendom kennen. Ze maakten daar handig gebruik van. Als ze bijvoorbeeld handel dreven in het katholieke Engeland en Ierland droegen zij een kruis om hun hals. Als ?christenen? mochten ze dan meestal overal door! Vikingen waren er van overtuigd dat de christelijke god erg machtig was. Christenen hadden inmiddels grote en prachtige kerken. Dat was voldoende reden voor Harald Blaatand om Denemarken in Christus te laten geloven. Noorwegen en Zweden volgden daarna. Nadat de Vikingen in Christus gingen geloven, bleven ze ook nog jaren in hun eigen goden geloven.
De rooftochten van de Vikingen
De Vikingen gingen als eerste op rooftocht naar Engeland. Daar gingen ze kloosters en kerken plunderen.
Wanneer de Vikingen een stad of klooster plunderden, namen ze alle kostbaarheden mee die ze konden vinden.
De Vikingen plunderden niet alleen Engeland. De Noren gingen naar het westen, naar Ierland en het eiland Mann. De Zweden gingen liever naar het oosten, en gingen over de Oostzee naar Rusland en de landen daarachter. De Denen voeren naar de Lage Landen en Noord-Frankrijk om te plunderen. Met hun goede schepen konden de Vikingen snel en ver varen en plotseling opduiken voor de dorpen aan de kust. Aan het eind van de zomer gingen de Vikingen met hun schepen vol buit naar huis.
- Slaven
Vikingen hadden hun eigen slaven. Slaven moesten het vuile werk doen. Ze hadden net zoveel rechten als een hond of paard. Ze moesten hun meester gehoorzamen.
Als een vrije man zijn schulden niet kon betalen, kon hij tot slaaf worden veroordeeld. Maar de meeste slaven kwamen uit een ver land.
Ze waren door de Vikingen op hun rooftochten en handelsreizen gevangen genomen. Als de Vikingen hun slaven niet nodig hadden, verkochten ze hen op de markt.
Slaven mochten weinig. Ze mochten wel trouwen, met een andere slavin. De kinderen die ze kregen werden ook slaaf.
- Waar gingen de rooftochten allemaal langs?
Vikingschepen
De Vikingen waren de beste scheepsbouwers van hun tijd. De oorspronkelijke landen van de Vikingen waren omringd door water. Ook waren er veel bossen, dus genoeg hout om schepen te bouwen.
De Vikingen bouwden prachtige boten gemaakt van hout. De boten zagen eruit als een erg grote roeiboot. De voor- en achtersteven liepen omhoog en waren prachtig versierd. De schepen waren erg goed gebouwd. De schepen waren snel en stevig en konden makkelijk tegen grote golven invaren.
Er waren geen kajuiten aan boord. Men moest op het dek slapen. Er werd op het land gekookt.
Het roer bestond uit een lange riem en langs het schip waren schilden geplaatst. Een schip had maar ??n mast. Het zeil was gemaakt van stof, en versierd met strepen en ruiten. Het was meestal vierkant. Als er geen wind was roeiden de Vikingen zelf. De kinderen konden al op vroege leeftijd varen, dat leerden ze van hun ouders.
- Verschillende soorten schepen
De Vikingen bouwden verschillende soorten schepen.
* Oorlogsschepen. In een oorlogsschip konden wel 80 strijders zitten.
met deze schepen voeren de Vikingen naar andere landen om
rooftocht te gaan. De voorsteven was versierd met een drakenkop
van hout
* Knorrs. Dat waren stevige vrachtschepen. Ze waren breder en lagen diep
in het water. In het midden van het schip was een groot, open ruim om
dieren en goederen te vervoeren.
* Een veerboot. Dit was een ondiepe, kleine boot.
* Rivierboten. Dit waren kleine werkboten.
* Langschepen. De langschepen waren soms wel 30 meter lang. Als er
gevaar dreigde konden de Vikingen snel ontsnappen, omdat deze schepen zo waren ontworpen dat men er niet alleen mee kon zeilen maar ook mee kon roeien.
- Een langschip
De schepen van kooplieden waren korter en breder dan langschepen en er konden minder mensen op. Ze hadden een beperkt aantal roeiriemen zodat ze toch vooruit konden komen wanneer er bijna geen wind was. Meestal maakte men gebruik van zeilen.
- Begraven in je eigen schip.
Enkele Vikingschepen zijn bewaard gebleven. Dat zijn de grafschepen die werden ontdekt in grafheuvels. Rijke Vikingen werden namelijk in hun eigen schip begraven. Het schip van Oseberg is het bekendste. Het werd in 1903 in Noorwegen ontdekt. Dit grafschip was bedekt met een grote laag stenen. Die stenen waren weer afgedekt met een laag turf. Doordat het schip luchtdicht was afgesloten, was het hout nauwelijks verrot. Dit grafschip is het rijkste Vikinggraf dat ooit is gevonden.
Archeologen vonden vanalles op het schip, zoals: schoenen, kleden, keukengerei, bedden, kisten, rustbanken en een emmer met appels. Al deze spullen konden de doden in de Walhalla gebruiken.
Wanneer een stamhoofd stierf moest een slaaf zich soms vrijwillig melden om ook gedood te worden. De slaaf werd dan gelijk met het stamhoofd begraven.
Het lichaam van een belangrijke strijder werd op het dek van een schip gelegd en in brand gestoken.
Landbouw en voedsel
De Vikingen moesten hard werken om genoeg voedsel te verbouwen. In het noorden van Scandinavi?, heerste een ijskoud klimaat. In de winter waren de rivieren soms maandenlang bevroren, en de zomers waren vaak zo kort dat de gewassen niet de kans kregen goed rijp te worden. Meer naar het zuiden was het klimaat iets zachter en konden de boeren allerlei gewassen verbouwen zoals gerst, rogge en bonen.
- Het leven op een boerderij
De Vikingen woonden in grote, houten boerderijen, die dicht bij elkaar stonden.
De meeste huizen bestonden uit ??n groot vertrek. Daarin werd gegeten en geslapen. In het midden van het vertrek stond een stenen kachel. Daarop werd gekookt en de kachel gaf warmte.
Langs de kanten, vlak boven de vloer, waren zit- en slaapplaatsen.
Een boerderij
Ook stond er een groot weefgetouw in de leefruimte. Daarop weefden de vrouwen wollen en linnen stoffen. Van de stoffen maakten ze kleren voor het hele gezin. Zo?n gezin bestond uit ouders, kinderen en slaven.
Als een man rijk was trouwde hij met meer vrouwen. De Vikingvrouwen moesten flink en zelfstandig zijn. Zij hadden de leiding over de boerderij als hun man op zee was.
- Eten
Als de oogst tegenviel was er vaak weinig te eten. Voor de meeste mensen bestond de dagelijkse maaltijd uit pap en brood gemaakt van gerst en haver. Schapen, koeien, varkens en geiten leverden behalve vlees en melk ook kleding. In de wintermaanden was er niet altijd genoeg voer voor het vee, dus werden alle dieren op de allersterkste na in de herfst geslacht. Het vlees werd gerookt of gezouten voor in de winter.
De (rijke) Vikingen gaven graag grote feesten, vooral om geslaagde handel- en roofreizen te vieren. De feestgangers zaten aan lange tafels, met hun gezicht naar het midden van de hal. Het vlees (rund- varkens- en lamsvlees) werd in het kookgedeelte gestoofd of aan het spit geroosterd en dan de hal in gedragen.
Het eten werd gekruid met knoflook en mosterd of bij heel rijke families, met oosterse specerijen.
Aardappelen en suiker kenden de Vikingen niet. Als zoetstof gebruikten ze honing, waarvan ze ook een drank maakten. Ze aten ook veel kleine broden, die ze bakten in ronde bakblikken.
- Drinken
Bier werd gebrouwen van gerst. Bij bijzondere gelegenheden dronken de rijken wijn uit Duitsland en Frankrijk. De Vikingen zullen wel verschrikkelijk dronken zijn geworden op grote feesten, om hun bloedige veldslagen te vieren of te vergeten.
Kleding en sieraden
Ondanks hun moeilijke en vaak onhygi?nsche levensomstandigheden besteedden veel Vikingen de nodige aandacht aan hun uiterlijk. De rijken droegen net als iedereen kleren die thuis waren gemaakt, maar ze droegen ook kleding afkomstig uit de Westereuropese mode.
- Kleren maken
De vrouwen konden goed spinnen en weven en maakten bijna alle kleren zelf. De wol kwam van de schapen van de familie, die laat in de lente werden geschoren. De wol werd ontdaan van vuil en vet en dan gekamd met de kaarde, een speciale kam met ijzeren tanden.
Vervolgens werd de wol gesponnen met een spinklos, die was verzwaard met een spinwieltje van klei, steen of bot.
De Vikingen waren gek op felle kleuren en verfden de wol in allerlei kleuren rood, groen, geel, paars en bruin. Daarvan weefden ze lappen stof op een staand weefgetouw.
- Een weefgetouw, vrouwen zijn kleding aan het maken.
- Vrouwen- en mannen kleding
De Vikingmannen droegen verschillende soorten kleding. Sommige Vikingmannen droegen wijde broeken met strakke tunieken, tunieken zijn een soort lange jurken. Andere droegen felgekleurde mantels met puntige uiteinden. We weten dat mannen ook broeken droegen met smalle pijpen, een soort maillots. Ze hielden hun broek omhoog met een sjerp (een soort sjaal) of een leren riem met een gesp.
Over hun tuniek droegen ze bontvellen, huiden en zware wollen mantels. Als de eigenaar rijk was, was er soms gouddraad in verwerkt. De mantel zat op ??n schouder vast met een speld, zodat hij zijn andere arm vrij had om zijn mes te pakken dat hij aan zijn riem droeg.
In een gedicht uit de 10e eeuw werden de kleren van een Vikingvrouw beschreven:
Een jurk met spelden op de schouders, een halsdoek en een hoofddoek. Over de jurk, een lange ondertuniek van linnen of wol, droeg ze een schort met plooien. De spelden waren niet alleen voor de sier, maar hielden ook de schouderbandjes van de jurk op hun plaats. Als een vrouw naar buiten ging sloeg ze een dikke omslagdoek of een mantel om, om warm en droog te blijven
Voor ze trouwden droegen meisjes hun haar los met een haarband, maar getrouwde vrouwen bedekten hun haar altijd met een sjaaltje of een hoofddoek. Ze droegen hun haar ook wel lang, maar staken het dan op in een losse knot in hun nek.
- Sieraden
Bij de Vikingen was het net zo als bij de andere volken: wie rijk en belangrijk was liet dat graag zien door goede kleren en dure sieraden te dragen. Sommige sieraden, zoals mantelspelden, hadden ook nog nut, andere waren puur voor de sier.
Vikingvrouwen droegen doosjes van ijzer, zilver, koper of goud om hun nek. De grootte, en het materiaal hiervan waren afhankelijk van de rijkdom van hun man. Aan het doosje was een ring bevestigd waar een mes aan hing.
Vrouwen droegen ook weleens halsringen. Veder weten we ook dat mannen en vrouwen ringen om hun armen en vingers droegen.
Aan de goede kwalitieit van de sieraden te zien, moet het maken van sieraden een apart beroep zijn geweest. De meeste sieraden werden gemaakt door de ambachtslieden in de steden.
Het meest praktische sieraad was de speld. De rijken konden een zilveren en gouden speld betalen. Mensen met wat minder geld moesten maar genoegen nemen met goedkopere spelden van brons, of een van loodlegering (een metaal mengsel) die op zilver leek. Zulke spelden werden vaak verguld of vertind, zodat ze meer op duurdere exemplaren leken.
Goud en zilver werd ge?mporteerd uit het Oosten, gekocht, geruild of geroofd.
Tussen de spelden hing vaak een kralenketting. De kralen waren een mengeling van kornalijn, kristal, barnsteen, zilver of gekleurd glas.
Aan de ketting kon je allerlei dingen hangen, zoals naalden en kammen.
Het maken van kralen was ook een apart vak. Glas werd in blokjes en klompjes ge?mporteerd uit West-Europa. Het glas werd gesmolten en in lange staven getrokken, die vervolgens om metalen stangen werden gewikkeld. Door het te mengen met slierten glas van een andere kleur ontstonden glanzende, veelkleurige kralen.
- Kralen
Vikingfamilies
De familie was voor een Viking het allerbelangrijkste op aarde. Zonder familie betekende je niks. Het ergste wat een Viking kon overkomen, was uit zijn familie worden weggejaagd. Vikingen waren dus erg gehecht aan hun familie, en familieleden zorgden goed voor elkaar.
- Vikingkinderen
Pasgeboren Vikingbaby?s werden meteen naar hun vader gebracht. Hij keek of de baby gezond en sterk was. Zwakke en ongezonde kinderen moesten volgens de Vikingen sterven. Zo?n baby zou alleen maar tot last van de familie zijn. De Vikingbaby werd buiten in de vrieskou gelegd, of in de zee gegooid.
Vikingkinderen waren de trots van hun ouders. Omdat het leven zo zwaar was stierven veel kinderen waarschijnlijk nog voor ze volwassen waren. Wie in leven bleef moet wel heel sterk en zelfstandig zijn geweest.
Zodra de kinderen oud genoeg waren, leerden hun ouders hen alles wat ze wisten. De meisjes leerden spinnen en weven van hun moeder en de jongens gingen met hun vader mee in de vissersboot. Ze hielpen allemaal mee op de boerderij. Ze brachten de varkens naar de markt, joegen de vogels weg van de velden en hielpen thuis bij het bakken, weven, vis roken, boter maken enzovoort. Ook leerden ze runen lezen, want naar school gingen ze niet. Naast al het harde werk vonden de kinderen ook nog tijd om te spelen. In de koude winters schaatsten ze op bevroren meertjes, op schaatsen van been die ze onder hun schoenen bonden.
We weten dat ze ballen hadden en speelgoed van hout en stof, maar daar is bijna niets van bewaard gebleven.
- Trouwe families
Leden van Vikingfamilies (ook de tantes, ooms, neven en nichten) waren elkaar erg trouw. Bij ruzie met andere families stonden ze als ??n man achter hun familieleden. Moord op iemand van een andere familie was het begin van de ergste ruzie van allemaal: De bloedvete.
Vetes leidden vaak tot moorden uit wraak (bloedwraak) en verbeten gevechten. Vetes konden soms jarenlang duren.
Wist je dat?
* De Vikingen een eigen alfabet hadden, het runenalfabet.
* De runen af en toe erg verwarrend waren, omdat sommige tekens meer
dingen betekenden.
* Dit het runenalfabet is:
* Er nog erg veel dingen van de Vikingen bewaard zijn gebleven, die nu
in musea te bewonderen zijn.
* De Vikingen onder andere bekend stonden
om hun helmen.
* Dat dit een plaatje van die helmen is:
* Dat de Vikingen ook bekend stonden om hun schepen met draken-
koppen voorop.
* Dat er vroeger altijd een tekenfilm op tv was die Wicky de Viking heette.
* Dat dit Wicky de Viking is:
* Dit werkstuk is gemaakt door Iris van Zundert, april 2003
Waar komt de informatie vandaan?
Sites:
http://home.hetnet.nl/~llanos/vikingen/werkstuk.htm
http://home.wanadoo.nl/lionne/viking.htm
Boeken:
De Vikingen
ISBN: 90-5426-811-5
Vikingen (Nummer 79)
De Ruiter?s Documentatiecentrum
ISBN: 90 01 14914 6
Bij het woord ?Vikingen? denk je misschien aan grote woeste mannen met een baard en helm, varend op een zeilschip met drakenkoppen. In boeken lees je meestal dat de Vikingen overal in Europa de zee?n en kusten onveilig maakten. Toch waren Vikingen niet alleen maar rovers en moordenaars. De Vikingen, die ook de Noormannen werden genoemd, leefden ruim duizend jaar geleden. Ze woonden in het hoge noorden van Europa, in de Scandinavische landen Noorwegen, Zweden en Denemarken.
- Hoe het allemaal begon
Lang geleden, begin 800, waren de bewoners van Scandinavi? ??n volk. Ze spraken dezelfde taal, Oudnoors. De meeste mensen waren boer. Ze verbouwden graan en kool om te eten en vlas om linnen van te maken. Ze hielden koeien, varkens, geiten en schapen voor het vlees, de melk en de wol. Ze vingen vis, en ze jaagden op herten, beren, konijnen en zeehonden. In de zomer voeren de boeren met hun boten naar andere landen. Daar ruilden ze hun handelswaar voor wijn, zout, sieraden en wapens.
Langzamerhand werd het klimaat zachter. Daardoor werden de oogsten beter.
De mensen hadden meer te eten. Ze leefden gezonder en werden ouder. Er bleven meer baby?s leven. Daardoor groeide de bevolking. Maar er was niet genoeg land voor al die mensen. Want als een boer stierf, nam de oudste zoon de boerderij over. Voor zijn broers was er gewoon geen plaats meer. Ze moesten hun geluk ergens anders zoeken. Veel Vikingen trokken met hun schepen de zee op. Ze ontdekten allerlei landen die ze nog niet kenden. En ze kwamen erachter dat het gemakkelijker was spullen te roven, dan ze te ruilen of te kopen. Zo begon het tijdperk van de Vikingen. Het duurde ruim driehonderd jaar.
- Waar komt het woord Vikingen vandaan?
Niemand weet precies wat het woord Viking betekent. Het kan afgeleid zijn van vik, het Oudnoorse woord voor baai of inham. In het Noors was een vikingr een piraat of plunderaar. Door de door hen verslagen volken werden ze ook wel heidenen, Denen of Noormannen genoemd.
Het geloof van de Vikingen
Vikingen geloofden in goden. Ze geloofden als ze dood gingen dat ze dan in de Walhalla zouden komen, de hemel van de Vikingen. De allermooiste dood voor een Viking was tijdens een gevecht sterven met het zwaard in de hand!
Vikingen vonden het een schande wanneer iemand stierf op een matras van stro. Dat noemden ze een ?strooien dood?.
- Goden en godinnen
Odin: Odin was de oppergod van de Vikingen. Wij kennen hem als Wodan. Hij was belangrijk voor de dichtkunst en de magie. Hij verloor ??n oog, bij zijn zoektocht naar de wijsheid.
Frigg: Frigg was de vrouw van Odin. Zij had een eigen paleis, waar ze volgens de Vikingen draad aan het spinnen was. Van de gesponnen draden maakte ze wolken.
Thor: Thor was de zoon van Odin. De mensen vonden Thor erg belangrijk, ze riepen hem als ze in nood zaten, bijv. als hun land droog was. Hij hield met zijn magische hamer de reuzen op afstand.
Loki: Loki was een boze god die zich in verschillende mensen en dieren kon veranderen.
Frey of Freya: Zij was de godin van de liefde. Zij zorgde ervoor dat mensen en dieren vruchtbaar werden.
Balder of Baldur: Deze god werd door iedereen aardig gevonden, behalve door Loki. Door een list van Loki werd hij gedood met een maretakpijl.
Njord: Hij was de heerser over de zee en wind.
Idun: Zij hield alle goden eeuwig jong met haar gouden appels.
- Het Christendom
Rond het jaar 600, het begin van de Middeleeuwen, geloofde heel West-Europa in Christus. Alleen Scandinavi? niet. Daar hadden ze hun eigen goden. Toen de Vikingen in West-Europa de andere landen bezochten, leerden ze het christendom kennen. Ze maakten daar handig gebruik van. Als ze bijvoorbeeld handel dreven in het katholieke Engeland en Ierland droegen zij een kruis om hun hals. Als ?christenen? mochten ze dan meestal overal door! Vikingen waren er van overtuigd dat de christelijke god erg machtig was. Christenen hadden inmiddels grote en prachtige kerken. Dat was voldoende reden voor Harald Blaatand om Denemarken in Christus te laten geloven. Noorwegen en Zweden volgden daarna. Nadat de Vikingen in Christus gingen geloven, bleven ze ook nog jaren in hun eigen goden geloven.
De rooftochten van de Vikingen
De Vikingen gingen als eerste op rooftocht naar Engeland. Daar gingen ze kloosters en kerken plunderen.
Wanneer de Vikingen een stad of klooster plunderden, namen ze alle kostbaarheden mee die ze konden vinden.
De Vikingen plunderden niet alleen Engeland. De Noren gingen naar het westen, naar Ierland en het eiland Mann. De Zweden gingen liever naar het oosten, en gingen over de Oostzee naar Rusland en de landen daarachter. De Denen voeren naar de Lage Landen en Noord-Frankrijk om te plunderen. Met hun goede schepen konden de Vikingen snel en ver varen en plotseling opduiken voor de dorpen aan de kust. Aan het eind van de zomer gingen de Vikingen met hun schepen vol buit naar huis.
- Slaven
Vikingen hadden hun eigen slaven. Slaven moesten het vuile werk doen. Ze hadden net zoveel rechten als een hond of paard. Ze moesten hun meester gehoorzamen.
Als een vrije man zijn schulden niet kon betalen, kon hij tot slaaf worden veroordeeld. Maar de meeste slaven kwamen uit een ver land.
Ze waren door de Vikingen op hun rooftochten en handelsreizen gevangen genomen. Als de Vikingen hun slaven niet nodig hadden, verkochten ze hen op de markt.
Slaven mochten weinig. Ze mochten wel trouwen, met een andere slavin. De kinderen die ze kregen werden ook slaaf.
- Waar gingen de rooftochten allemaal langs?
Vikingschepen
De Vikingen waren de beste scheepsbouwers van hun tijd. De oorspronkelijke landen van de Vikingen waren omringd door water. Ook waren er veel bossen, dus genoeg hout om schepen te bouwen.
De Vikingen bouwden prachtige boten gemaakt van hout. De boten zagen eruit als een erg grote roeiboot. De voor- en achtersteven liepen omhoog en waren prachtig versierd. De schepen waren erg goed gebouwd. De schepen waren snel en stevig en konden makkelijk tegen grote golven invaren.
Er waren geen kajuiten aan boord. Men moest op het dek slapen. Er werd op het land gekookt.
Het roer bestond uit een lange riem en langs het schip waren schilden geplaatst. Een schip had maar ??n mast. Het zeil was gemaakt van stof, en versierd met strepen en ruiten. Het was meestal vierkant. Als er geen wind was roeiden de Vikingen zelf. De kinderen konden al op vroege leeftijd varen, dat leerden ze van hun ouders.
- Verschillende soorten schepen
De Vikingen bouwden verschillende soorten schepen.
* Oorlogsschepen. In een oorlogsschip konden wel 80 strijders zitten.
met deze schepen voeren de Vikingen naar andere landen om
rooftocht te gaan. De voorsteven was versierd met een drakenkop
van hout
* Knorrs. Dat waren stevige vrachtschepen. Ze waren breder en lagen diep
in het water. In het midden van het schip was een groot, open ruim om
dieren en goederen te vervoeren.
* Een veerboot. Dit was een ondiepe, kleine boot.
* Rivierboten. Dit waren kleine werkboten.
* Langschepen. De langschepen waren soms wel 30 meter lang. Als er
gevaar dreigde konden de Vikingen snel ontsnappen, omdat deze schepen zo waren ontworpen dat men er niet alleen mee kon zeilen maar ook mee kon roeien.
- Een langschip
De schepen van kooplieden waren korter en breder dan langschepen en er konden minder mensen op. Ze hadden een beperkt aantal roeiriemen zodat ze toch vooruit konden komen wanneer er bijna geen wind was. Meestal maakte men gebruik van zeilen.
- Begraven in je eigen schip.
Enkele Vikingschepen zijn bewaard gebleven. Dat zijn de grafschepen die werden ontdekt in grafheuvels. Rijke Vikingen werden namelijk in hun eigen schip begraven. Het schip van Oseberg is het bekendste. Het werd in 1903 in Noorwegen ontdekt. Dit grafschip was bedekt met een grote laag stenen. Die stenen waren weer afgedekt met een laag turf. Doordat het schip luchtdicht was afgesloten, was het hout nauwelijks verrot. Dit grafschip is het rijkste Vikinggraf dat ooit is gevonden.
Archeologen vonden vanalles op het schip, zoals: schoenen, kleden, keukengerei, bedden, kisten, rustbanken en een emmer met appels. Al deze spullen konden de doden in de Walhalla gebruiken.
Wanneer een stamhoofd stierf moest een slaaf zich soms vrijwillig melden om ook gedood te worden. De slaaf werd dan gelijk met het stamhoofd begraven.
Het lichaam van een belangrijke strijder werd op het dek van een schip gelegd en in brand gestoken.
Landbouw en voedsel
De Vikingen moesten hard werken om genoeg voedsel te verbouwen. In het noorden van Scandinavi?, heerste een ijskoud klimaat. In de winter waren de rivieren soms maandenlang bevroren, en de zomers waren vaak zo kort dat de gewassen niet de kans kregen goed rijp te worden. Meer naar het zuiden was het klimaat iets zachter en konden de boeren allerlei gewassen verbouwen zoals gerst, rogge en bonen.
- Het leven op een boerderij
De Vikingen woonden in grote, houten boerderijen, die dicht bij elkaar stonden.
De meeste huizen bestonden uit ??n groot vertrek. Daarin werd gegeten en geslapen. In het midden van het vertrek stond een stenen kachel. Daarop werd gekookt en de kachel gaf warmte.
Langs de kanten, vlak boven de vloer, waren zit- en slaapplaatsen.
Een boerderij
Ook stond er een groot weefgetouw in de leefruimte. Daarop weefden de vrouwen wollen en linnen stoffen. Van de stoffen maakten ze kleren voor het hele gezin. Zo?n gezin bestond uit ouders, kinderen en slaven.
Als een man rijk was trouwde hij met meer vrouwen. De Vikingvrouwen moesten flink en zelfstandig zijn. Zij hadden de leiding over de boerderij als hun man op zee was.
- Eten
Als de oogst tegenviel was er vaak weinig te eten. Voor de meeste mensen bestond de dagelijkse maaltijd uit pap en brood gemaakt van gerst en haver. Schapen, koeien, varkens en geiten leverden behalve vlees en melk ook kleding. In de wintermaanden was er niet altijd genoeg voer voor het vee, dus werden alle dieren op de allersterkste na in de herfst geslacht. Het vlees werd gerookt of gezouten voor in de winter.
De (rijke) Vikingen gaven graag grote feesten, vooral om geslaagde handel- en roofreizen te vieren. De feestgangers zaten aan lange tafels, met hun gezicht naar het midden van de hal. Het vlees (rund- varkens- en lamsvlees) werd in het kookgedeelte gestoofd of aan het spit geroosterd en dan de hal in gedragen.
Het eten werd gekruid met knoflook en mosterd of bij heel rijke families, met oosterse specerijen.
Aardappelen en suiker kenden de Vikingen niet. Als zoetstof gebruikten ze honing, waarvan ze ook een drank maakten. Ze aten ook veel kleine broden, die ze bakten in ronde bakblikken.
- Drinken
Bier werd gebrouwen van gerst. Bij bijzondere gelegenheden dronken de rijken wijn uit Duitsland en Frankrijk. De Vikingen zullen wel verschrikkelijk dronken zijn geworden op grote feesten, om hun bloedige veldslagen te vieren of te vergeten.
Kleding en sieraden
Ondanks hun moeilijke en vaak onhygi?nsche levensomstandigheden besteedden veel Vikingen de nodige aandacht aan hun uiterlijk. De rijken droegen net als iedereen kleren die thuis waren gemaakt, maar ze droegen ook kleding afkomstig uit de Westereuropese mode.
- Kleren maken
De vrouwen konden goed spinnen en weven en maakten bijna alle kleren zelf. De wol kwam van de schapen van de familie, die laat in de lente werden geschoren. De wol werd ontdaan van vuil en vet en dan gekamd met de kaarde, een speciale kam met ijzeren tanden.
Vervolgens werd de wol gesponnen met een spinklos, die was verzwaard met een spinwieltje van klei, steen of bot.
De Vikingen waren gek op felle kleuren en verfden de wol in allerlei kleuren rood, groen, geel, paars en bruin. Daarvan weefden ze lappen stof op een staand weefgetouw.
- Een weefgetouw, vrouwen zijn kleding aan het maken.
- Vrouwen- en mannen kleding
De Vikingmannen droegen verschillende soorten kleding. Sommige Vikingmannen droegen wijde broeken met strakke tunieken, tunieken zijn een soort lange jurken. Andere droegen felgekleurde mantels met puntige uiteinden. We weten dat mannen ook broeken droegen met smalle pijpen, een soort maillots. Ze hielden hun broek omhoog met een sjerp (een soort sjaal) of een leren riem met een gesp.
Over hun tuniek droegen ze bontvellen, huiden en zware wollen mantels. Als de eigenaar rijk was, was er soms gouddraad in verwerkt. De mantel zat op ??n schouder vast met een speld, zodat hij zijn andere arm vrij had om zijn mes te pakken dat hij aan zijn riem droeg.
In een gedicht uit de 10e eeuw werden de kleren van een Vikingvrouw beschreven:
Een jurk met spelden op de schouders, een halsdoek en een hoofddoek. Over de jurk, een lange ondertuniek van linnen of wol, droeg ze een schort met plooien. De spelden waren niet alleen voor de sier, maar hielden ook de schouderbandjes van de jurk op hun plaats. Als een vrouw naar buiten ging sloeg ze een dikke omslagdoek of een mantel om, om warm en droog te blijven
Voor ze trouwden droegen meisjes hun haar los met een haarband, maar getrouwde vrouwen bedekten hun haar altijd met een sjaaltje of een hoofddoek. Ze droegen hun haar ook wel lang, maar staken het dan op in een losse knot in hun nek.
- Sieraden
Bij de Vikingen was het net zo als bij de andere volken: wie rijk en belangrijk was liet dat graag zien door goede kleren en dure sieraden te dragen. Sommige sieraden, zoals mantelspelden, hadden ook nog nut, andere waren puur voor de sier.
Vikingvrouwen droegen doosjes van ijzer, zilver, koper of goud om hun nek. De grootte, en het materiaal hiervan waren afhankelijk van de rijkdom van hun man. Aan het doosje was een ring bevestigd waar een mes aan hing.
Vrouwen droegen ook weleens halsringen. Veder weten we ook dat mannen en vrouwen ringen om hun armen en vingers droegen.
Aan de goede kwalitieit van de sieraden te zien, moet het maken van sieraden een apart beroep zijn geweest. De meeste sieraden werden gemaakt door de ambachtslieden in de steden.
Het meest praktische sieraad was de speld. De rijken konden een zilveren en gouden speld betalen. Mensen met wat minder geld moesten maar genoegen nemen met goedkopere spelden van brons, of een van loodlegering (een metaal mengsel) die op zilver leek. Zulke spelden werden vaak verguld of vertind, zodat ze meer op duurdere exemplaren leken.
Goud en zilver werd ge?mporteerd uit het Oosten, gekocht, geruild of geroofd.
Tussen de spelden hing vaak een kralenketting. De kralen waren een mengeling van kornalijn, kristal, barnsteen, zilver of gekleurd glas.
Aan de ketting kon je allerlei dingen hangen, zoals naalden en kammen.
Het maken van kralen was ook een apart vak. Glas werd in blokjes en klompjes ge?mporteerd uit West-Europa. Het glas werd gesmolten en in lange staven getrokken, die vervolgens om metalen stangen werden gewikkeld. Door het te mengen met slierten glas van een andere kleur ontstonden glanzende, veelkleurige kralen.
- Kralen
Vikingfamilies
De familie was voor een Viking het allerbelangrijkste op aarde. Zonder familie betekende je niks. Het ergste wat een Viking kon overkomen, was uit zijn familie worden weggejaagd. Vikingen waren dus erg gehecht aan hun familie, en familieleden zorgden goed voor elkaar.
- Vikingkinderen
Pasgeboren Vikingbaby?s werden meteen naar hun vader gebracht. Hij keek of de baby gezond en sterk was. Zwakke en ongezonde kinderen moesten volgens de Vikingen sterven. Zo?n baby zou alleen maar tot last van de familie zijn. De Vikingbaby werd buiten in de vrieskou gelegd, of in de zee gegooid.
Vikingkinderen waren de trots van hun ouders. Omdat het leven zo zwaar was stierven veel kinderen waarschijnlijk nog voor ze volwassen waren. Wie in leven bleef moet wel heel sterk en zelfstandig zijn geweest.
Zodra de kinderen oud genoeg waren, leerden hun ouders hen alles wat ze wisten. De meisjes leerden spinnen en weven van hun moeder en de jongens gingen met hun vader mee in de vissersboot. Ze hielpen allemaal mee op de boerderij. Ze brachten de varkens naar de markt, joegen de vogels weg van de velden en hielpen thuis bij het bakken, weven, vis roken, boter maken enzovoort. Ook leerden ze runen lezen, want naar school gingen ze niet. Naast al het harde werk vonden de kinderen ook nog tijd om te spelen. In de koude winters schaatsten ze op bevroren meertjes, op schaatsen van been die ze onder hun schoenen bonden.
We weten dat ze ballen hadden en speelgoed van hout en stof, maar daar is bijna niets van bewaard gebleven.
- Trouwe families
Leden van Vikingfamilies (ook de tantes, ooms, neven en nichten) waren elkaar erg trouw. Bij ruzie met andere families stonden ze als ??n man achter hun familieleden. Moord op iemand van een andere familie was het begin van de ergste ruzie van allemaal: De bloedvete.
Vetes leidden vaak tot moorden uit wraak (bloedwraak) en verbeten gevechten. Vetes konden soms jarenlang duren.
Wist je dat?
* De Vikingen een eigen alfabet hadden, het runenalfabet.
* De runen af en toe erg verwarrend waren, omdat sommige tekens meer
dingen betekenden.
* Dit het runenalfabet is:
* Er nog erg veel dingen van de Vikingen bewaard zijn gebleven, die nu
in musea te bewonderen zijn.
* De Vikingen onder andere bekend stonden
om hun helmen.
* Dat dit een plaatje van die helmen is:
* Dat de Vikingen ook bekend stonden om hun schepen met draken-
koppen voorop.
* Dat er vroeger altijd een tekenfilm op tv was die Wicky de Viking heette.
* Dat dit Wicky de Viking is:
* Dit werkstuk is gemaakt door Iris van Zundert, april 2003
Waar komt de informatie vandaan?
Sites:
http://home.hetnet.nl/~llanos/vikingen/werkstuk.htm
http://home.wanadoo.nl/lionne/viking.htm
Boeken:
De Vikingen
ISBN: 90-5426-811-5
Vikingen (Nummer 79)
De Ruiter?s Documentatiecentrum
ISBN: 90 01 14914 6