Werkstuk: Aardbevingen
Alles over aardbevingen
Aardbevingen zijn erg gevaarlijk. Ze kunnen een hele stad verwoesten. Maar ze zijn ook erg interessant. Om zelf meer over te weten. En om meer over te vertellen in een spreekbeurt of werkstuk. Daarbij komt deze site goed van pas.
Vroeger
Oude verhalen
Aardbevingen bestaan al zolang de aarde bestaat. En dat is heel wat langer dan dat de mensen bestaan. De dino's hebben dus al aardbevingen meegemaakt en de oermensen ook. Wat ze ervan dachten kunnen we alleen maar raden. Maar er zijn nog wel verhalen bekend van vroeger. Met die verhalen probeerden de mensen aardbevingen te verklaren. Wij vinden die verhalen nu maar gek, maar vroeger geloofden de mensen ze echt. Hier lees je er een paar.
Reuzenspin
Volgens een oud Japans verhaal leeft er diep in de aardbol een reusachtige spin. Als zij rondschuifelt met haar acht poten, beeft de aarde. Een ander verhaal uit Japan gaat over Namazu: een enorme vis die onder de grond zou leven. Af en toe schudde de vis zijn lichaam: een aardbeving.
Krabbende honden
In Siberië vertellen de mensen een oud verhaal over de god Tuli. Hij vervoert de aarde op een hondenslee. Telkens als de honden stoppen om te krabben, beeft de aarde.
Circus-kunstje
Boven op de rug van een olifant ligt de aarde. De olifant staat op een schildpad en die staat weer op een grote slang. Tenminste, als jij dit oude Hindoeïstische verhaal gelooft. Als één van de dieren zijn evenwicht verliest en beweegt, beeft de aarde.
Opbouw aarde
Een rotte avocado
De aarde lijkt een grote, harde, stenen bal. Maar dat is niet zo. Hoe dieper je in de aarde komt, hoe warmer het wordt. Als steen erg heet wordt, smelt het. Steen wordt vloeibaar bij 1300 graden en zo heet is het al op een diepte van 50 kilometer. Het binnenste van de aarde is nog veel heter: bijna 4000 graden! Maar het wordt zo in elkaar gedrukt dat het toch hard is. Dus: de aarde is niet als een biljartbal maar als een rotte avocado: een stevige schil, dan een dikke laag slap spul en binnenin een pit.
Aardkorst
Schil met dunne plekken
Het meest hebben we te maken met de koele harde schil: de aardkorst. Daar wonen we op. De aardkorst is niet overal even dik. Op de dikste plekken is de aardkorst negentig kilometer dik. Maar op de meeste plekken is de aardkorst veel dunner: vaak minder dan tien kilometer. Dat lijkt veel, maar het is in vergelijking veel dunner dan de schaal van een ei. En net als een eierschaal kan breken, zo kan de aardkorst dat ook. Op de allerdunste plekken komt er zelfs gesmolten steen naar buiten. Dat kennen we als lava.
Ga naar 'Plaatjes', plaatje 1
Bergen en oceanen
Van buitenaf kun je zien hoe dik de aardkorst is. Dat komt doordat de aardkorst drijft. De stukken die het dunst zijn, liggen ook het laagst. De stukken aardkorst die het dikst zijn, liggen het hoogst. Net als een ijsberg. De lage delen staan onder water. Dus waar je nu zee ziet, is de aardkorst dun. De dikste stukken aardkorst zijn gebergten.
Aardschotsen
Twintig stukken
De aardkorst is gebarsten in ongeveer twintig stukken. Veel brokken zijn zo groot als een heel werelddeel met soms nog een stuk zeebodem erbij! Het lijken enorme ijsschotsen. Deze 'aardschotsen' liggen niet stil. Dat is niet zo vreemd. Ze drijven immers op de dikke laag gesmolten steen.
Dag Amerika!
Aardschotsen drijven uit elkaar. Heel langzaam: ongeveer even snel als jouw teennagels groeien. Maar het gebeurt wel en je houdt ze niet tegen. En over een hele lange tijd kunnen ze zo toch een grote afstand afleggen. Afrika en Zuid-Amerika lagen ongeveer 200 miljoen jaar geleden bijvoorbeeld tegen elkaar! Toen kwam er een scheur in de aardkorst. Amerika en Zuid-Amerika begonnen uit elkaar te drijven. Op de bodem van de Atlantische Oceaan zit nog steeds een enorme scheur. Daar komt elk jaar weer een nieuw stukje oceaanbodem tussen. Dus drijven de twee werelddelen nog steeds verder uit elkaar.
Ga naar 'Plaatjes', plaatje 2
Botsende landen
Op andere plaatsen bewegen de schotsen juist naar elkaar toe. Héél langzaam, maar wel met grote kracht. Uiteindelijk botsen ze dan tegen elkaar. Zo ontstaan bergen en kloven. Soms gaat dat zo langzaam dat niemand er iets van merkt. Maar het gaat ook vaak met schokken. Zulke schokken heten aardbevingen.
Aardbevings-gebieden
Te land en ter zee
Er zijn gebieden op aarde waar aardbevingen vaak voorkomen. Californië en Japan bijvoorbeeld. Maar ook dichter in de buurt, zoals Griekenland, Italië en Turkije. Zulke gebieden noem je aardbevings-gebieden. Aardbevingen hoeven niet altijd op het land te zijn. Ook de bodem van de zee kan beven. Dat zijn dus eigenlijk zeebodem-bevingen. Als je voor elke aardbeving (en zeebodem-beving) een stip op de wereldkaart zou zetten, zie je dat die niet zomaar verspreid zijn. Ze liggen in rijen. Dat is niet zo heel vreemd: dat zijn de plekken waar de aardschotsen tegen elkaar aan botsen.
Ga naar 'Plaatjes', plaatje 3
Aardbevingen in Nederland
Nederland ligt stil
Nederland ligt niet aan de rand van een aardschots. Dus ook niet in een aardbevings-gebied. Toch komen ze hier heel soms wel voor. Door de aardschots waarop wij wonen lopen namelijk wel wat kleinere scheuren. Onder Oost-Brabant bijvoorbeeld. Ook daar beweegt de aardkorst wel eens. Dat kan dan een aardbeving geven. Meestal zo licht dat bijna niemand ze opmerkt. Maar in de nacht van 1992 was er een aardbeving waardoor veel Nederlanders wakker geschud werden. In Limburg was er veel schade aan huizen. Gelukkig raakte niemand gewond.
Hoe vaak
Geen kwartier zonder beving
Een aardbeving lijkt iets bijzonders. Maar dat is het niet. Elke minuut is er wel één ergens op aarde. Meer dan duizend per dag! De meeste zijn kleintjes. Daarover lees je niet in de krant. Van echte zware aardbevingen zijn er zo'n twintig per jaar. Toch zie je ook die niet allemaal op het Jeugdjournaal. Als ze in een onbewoond gebied zijn of op de zeebodem merkt bijna niemand er iets van.
Epicentrum
Boven op de beving
Het echte schuiven en botsen gebeurt diep onder de grond. Meestal een kilometer of dertig diep. Aan de onderkant van de aardkorst. Recht boven de plek van de botsing gaat de aarde het hardst tekeer. En daar wordt de aardbeving ook het eerst gevoeld en gemeten. Dat punt heet het epicentrum. Hoe verder je van het middelpunt af bent, hoe minder je de trillingen voelt. En daar wordt de aardbeving ook net iets later gemeten. Jammer genoeg niet zoveel later dat de mensen nog gewaarschuwd kunnen worden.
Onderzoek
Knikkerende Chinezen
De Chinezen waren de eersten die onderzoek aan aardbevingen deden. Dat was al meer dan 2000 jaar geleden. Ze wilden aardbevingen voorspellen. Om dat te kunnen, wilden ze weten waar een aardbeving was geweest. Daarvoor had een Chinese geleerde een speciaal apparaat gemaakt. Er hing een gewicht in dat al bij een hele lichte aardbeving ging slingeren. Aan de kant waar de schok vandaan kwam viel dan een knikkertje naar beneden.
Gevoelige apparaten
Hoe sterk een aardbeving is, kun je meten met een seismograaf. Dat is een trillingsmeter. Zo'n meter zit stevig vast in de grond en voelt alle schokken. Een stift wiebelt mee op het ritme van de aardbeving en tekent zo lijntjes op een strook papier. Tegenwoordig staan er seismografen op veel verschillende plekken op aarde. Als een aardbeving van verschillende kanten gemeten wordt, kunnen de onderzoekers van alles berekenen. Hoe diep de aardbeving zat. Welke kant de aarde op schoof. En nog meer.
Meten
De schaal van Richter
Meneer Richter was een Amerikaanse geleerde. Hij bestudeerde aardbevingen. In 1935 verzon hij een 'schaal': getallen die aangeven hoe sterk een aardbeving is. De schaal begint bij 1 en eindigt bij 8. Je zou denken dat een aardbeving van 2 ook twee keer zo sterk is als een aardbeving van 1. Maar dat is niet zo. Eén hoger betekent 30x zo sterk. Twee hoger betekent 30 keer 30 zo sterk. Zes op de schaal van Richter is dus 900 keer zo sterk als vier! Soms hoor je op het nieuws: 'zes komma vijf op de schaal van Richter'. Dat betekent tussen zes en zeven in.
De schaal van Richter
1 = niet te voelen maar apparaten kunnen de aardbeving wel meten
2 = je kunt hem net voelen (alsof er een trein langsrijdt)
3 = in het middelpunt goed te voelen; bijna geen schade
4 tot 5 = te voelen tot 30 kilometer vanaf het middelpunt; lichte schade
6 = behoorlijke schade
7 = ernstige aardbeving
8 = verschrikkelijke aardbeving
Hoe sterk waren ze?
Brabant (september 1999): 3,4
Limburg (april 1992): 5,8
Griekenland (september 1999): 6,0
Turkije (augustus 1999): 7,5
Voorspellen
Pas op! Morgen een aardbeving!
Jammer genoeg kunnen we aardbevingen nog steeds niet aan zien komen. Maar soms zijn er aanwijzingen. Zo zagen mensen in de Japanse stad Kobe een uur voor een ernstige aardbeving rode en blauwe lichtflitsen. Misschien doordat stenen gingen barsten. Ook is bekend dat honden en andere dieren onrustig worden voor een aardbeving. Misschien dat ze iets horen wat wij niet kunnen horen. Wie weet vinden onderzoekers nog eens iets waardoor ze aardbevingen kunnen voorspellen. Dat zou fantastisch zijn!
Zelf meemaken
Geen lolletje
Om een keer een lichte aardbeving te voelen, is een belevenis. Een beetje griezelig, maar ook wel erg bijzonder. Een zware aardbeving meemaken is beslist geen lolletje. Dat wil niemand. Zeker niet als je in een stad bent. Als de aarde gaat bewegen, kunnen de gebouwen kapot gaan. Of zelfs instorten. Rondvliegende bakstenen, stukken beton, glassplinters. Je kunt zwaar gewond raken of bedolven worden onder een berg puin.
Naschokken
Een beving komt zelden alleen
Een aardbeving duurt meestal maar enkele seconden, héél soms een paar minuten. Binnen een mum van tijd kan een hele stad verwoest worden. Maar als de aardbeving achter de rug is, betekent het niet dat je al veilig bent. Vaak verschuift de aarde nog eens. Dat heet een naschok. Naschokken zijn meestal wel lichter maar als gebouwen al beschadigd zijn, kunnen ze toch veel schade aanrichten.
Gevolgen
Ramp op ramp
Niet alleen huizen en bruggen storten in, er gaat nog veel meer kapot! De stroom kan uitvallen. Ook gasleidingen kunnen stuk gaan. Eén vonkje en het gas ontploft! Een aardbeving kan zelfs zorgen voor een overstroming! Want door het trillen kan een dam breken en zo het water over het land uitspuwen. Of losse zandbodems zakken in. Het grondwater wordt dan naar boven geduwd en zorgt voor spuitende grondwater of drijfzand. En in de bergen veroorzaakt een beving vaak een lawine. Bij een zware aardbeving gebeuren dus allerlei rampen achter elkaar.
Hulp
Honden redden mensen
Na een zware aardbeving moeten de mensen snel geholpen worden. Als er mensen onder het puin zijn gekomen, moeten die natuurlijk gered worden. Dat is niet makkelijk. Je moet de mensen kunnen vinden. Honden kunnen daarbij goed helpen. Als iemand gevonden is, moet het puin opgeruimd worden. Heel voorzichtig. En natuurlijk moeten de gewonde mensen snel door een dokter geholpen worden. Doktors uit de omgeving en uit andere landen helpen mee.
Wereld in actie
Ook de mensen die niet gewond zijn, moeten geholpen worden. Zeker als hun huis kapot is. Meestal worden snel tenten gestuurd waarin die mensen kunnen overnachten. Dat is ook veiliger. Er kunnen namelijk nog naschokken komen. Dan zit je beter in een tent zitten dan in een huis van steen. Zeker als daar al scheuren inzitten. Hulp van andere landen is hard nodig. Landen over de hele wereld zamelen geld in. Daar worden medicijnen, bedden en dekens voor gekocht. En eten natuurlijk!
Voorzorg
Wiegende wolkenkrabber
Het lijkt alsof er niets tegen het geweld van aardbevingen te doen is. Gelukkig kun je er wel een beetje rekening mee houden. Door de manier van bouwen. Vooral in steden waar vaak aardbevingen zijn wordt daar steeds beter op gelet. Lage gebouwen zijn het veiligst. Of gebouwen van hout. Maar je kunt hoge gebouwen ook zo maken dat ze veel beter tegen aardbevingen kunnen. Een zwembad op de bovenste verdieping helpt. Het water kan de bevingen dempen. Of je legt tussen elke verdieping rubberen platen. Die vangen de schokken op.
Les in aardbevingen
Het is belangrijk dat mensen tijdens een aardbeving niet in paniek raken. Als je weet wat je moet doen, kun je vaak nog een veilige plek bereiken. Daarom worden er op scholen in gevaarlijke gebieden oefeningen gehouden. De kinderen leren wat ze moeten doen als de aarde gaat trillen en beven. Laag bij de grond ben je het veiligst. Maar iets boven je hoofd is wel handig met al die vallende stenen. Het beste kun je de kelder invluchten. Of onder je schoolbankje kruipen.
De ergste
Een triest record
De allerzwaarste aardbeving was waarschijnlijk ver voordat er mensen op aarde waren. Maar de zwaarste ooit gemeten was de aardbeving van 1960 in Chili (Zuid-Amerika). Toen kwam er een scheur in de grond van 300 kilometer lang. En in de zee een golf van tien meter hoog. Er waren duizenden doden. Nog veel meer doden waren er in 1976 in China. De grote stad Tangshan lag helemaal in puin. Waarschijnlijk waren er meer dan een half miljoen mensen dood. Maar 400 jaar eerder was het nog erger. Toen kwamen bij een aardbeving in China meer mensen om dan nu in Amsterdam wonen: bijna 800.000.
Woordenlijst
Moeilijke woorden
* aardkorst: harde, koele schil om de zachte, hete aarde.
* aardschots: stuk van de aardkorst, vaak zo groot als een werelddeel met nog een stuk zeebodem erbij.
* breuklijn: een scheur in de aardkorst.
* epicentrum: middelpunt van een aardbeving. Van daaruit verspreiden de schokken zich.
* seismograaf: instrument dat alle trillingen van een aardbeving weergeeft en meet.
* seismoloog: aardbevingsdeskundige.
* tsoenami: grote golf veroorzaakt door een aardbeving op de zeebodem.
tekst: Geert-Jan Roebers
1. Zo dun is het schilletje van de aardbol.
2. Zo zijn de aardschotsen verschoven.
3. De Japanse stad Kobe na een aardbeving.
Aardbevingen zijn erg gevaarlijk. Ze kunnen een hele stad verwoesten. Maar ze zijn ook erg interessant. Om zelf meer over te weten. En om meer over te vertellen in een spreekbeurt of werkstuk. Daarbij komt deze site goed van pas.
Vroeger
Oude verhalen
Aardbevingen bestaan al zolang de aarde bestaat. En dat is heel wat langer dan dat de mensen bestaan. De dino's hebben dus al aardbevingen meegemaakt en de oermensen ook. Wat ze ervan dachten kunnen we alleen maar raden. Maar er zijn nog wel verhalen bekend van vroeger. Met die verhalen probeerden de mensen aardbevingen te verklaren. Wij vinden die verhalen nu maar gek, maar vroeger geloofden de mensen ze echt. Hier lees je er een paar.
Reuzenspin
Volgens een oud Japans verhaal leeft er diep in de aardbol een reusachtige spin. Als zij rondschuifelt met haar acht poten, beeft de aarde. Een ander verhaal uit Japan gaat over Namazu: een enorme vis die onder de grond zou leven. Af en toe schudde de vis zijn lichaam: een aardbeving.
Krabbende honden
In Siberië vertellen de mensen een oud verhaal over de god Tuli. Hij vervoert de aarde op een hondenslee. Telkens als de honden stoppen om te krabben, beeft de aarde.
Circus-kunstje
Boven op de rug van een olifant ligt de aarde. De olifant staat op een schildpad en die staat weer op een grote slang. Tenminste, als jij dit oude Hindoeïstische verhaal gelooft. Als één van de dieren zijn evenwicht verliest en beweegt, beeft de aarde.
Opbouw aarde
Een rotte avocado
De aarde lijkt een grote, harde, stenen bal. Maar dat is niet zo. Hoe dieper je in de aarde komt, hoe warmer het wordt. Als steen erg heet wordt, smelt het. Steen wordt vloeibaar bij 1300 graden en zo heet is het al op een diepte van 50 kilometer. Het binnenste van de aarde is nog veel heter: bijna 4000 graden! Maar het wordt zo in elkaar gedrukt dat het toch hard is. Dus: de aarde is niet als een biljartbal maar als een rotte avocado: een stevige schil, dan een dikke laag slap spul en binnenin een pit.
Aardkorst
Schil met dunne plekken
Het meest hebben we te maken met de koele harde schil: de aardkorst. Daar wonen we op. De aardkorst is niet overal even dik. Op de dikste plekken is de aardkorst negentig kilometer dik. Maar op de meeste plekken is de aardkorst veel dunner: vaak minder dan tien kilometer. Dat lijkt veel, maar het is in vergelijking veel dunner dan de schaal van een ei. En net als een eierschaal kan breken, zo kan de aardkorst dat ook. Op de allerdunste plekken komt er zelfs gesmolten steen naar buiten. Dat kennen we als lava.
Ga naar 'Plaatjes', plaatje 1
Bergen en oceanen
Van buitenaf kun je zien hoe dik de aardkorst is. Dat komt doordat de aardkorst drijft. De stukken die het dunst zijn, liggen ook het laagst. De stukken aardkorst die het dikst zijn, liggen het hoogst. Net als een ijsberg. De lage delen staan onder water. Dus waar je nu zee ziet, is de aardkorst dun. De dikste stukken aardkorst zijn gebergten.
Aardschotsen
Twintig stukken
De aardkorst is gebarsten in ongeveer twintig stukken. Veel brokken zijn zo groot als een heel werelddeel met soms nog een stuk zeebodem erbij! Het lijken enorme ijsschotsen. Deze 'aardschotsen' liggen niet stil. Dat is niet zo vreemd. Ze drijven immers op de dikke laag gesmolten steen.
Dag Amerika!
Aardschotsen drijven uit elkaar. Heel langzaam: ongeveer even snel als jouw teennagels groeien. Maar het gebeurt wel en je houdt ze niet tegen. En over een hele lange tijd kunnen ze zo toch een grote afstand afleggen. Afrika en Zuid-Amerika lagen ongeveer 200 miljoen jaar geleden bijvoorbeeld tegen elkaar! Toen kwam er een scheur in de aardkorst. Amerika en Zuid-Amerika begonnen uit elkaar te drijven. Op de bodem van de Atlantische Oceaan zit nog steeds een enorme scheur. Daar komt elk jaar weer een nieuw stukje oceaanbodem tussen. Dus drijven de twee werelddelen nog steeds verder uit elkaar.
Ga naar 'Plaatjes', plaatje 2
Botsende landen
Op andere plaatsen bewegen de schotsen juist naar elkaar toe. Héél langzaam, maar wel met grote kracht. Uiteindelijk botsen ze dan tegen elkaar. Zo ontstaan bergen en kloven. Soms gaat dat zo langzaam dat niemand er iets van merkt. Maar het gaat ook vaak met schokken. Zulke schokken heten aardbevingen.
Aardbevings-gebieden
Te land en ter zee
Er zijn gebieden op aarde waar aardbevingen vaak voorkomen. Californië en Japan bijvoorbeeld. Maar ook dichter in de buurt, zoals Griekenland, Italië en Turkije. Zulke gebieden noem je aardbevings-gebieden. Aardbevingen hoeven niet altijd op het land te zijn. Ook de bodem van de zee kan beven. Dat zijn dus eigenlijk zeebodem-bevingen. Als je voor elke aardbeving (en zeebodem-beving) een stip op de wereldkaart zou zetten, zie je dat die niet zomaar verspreid zijn. Ze liggen in rijen. Dat is niet zo heel vreemd: dat zijn de plekken waar de aardschotsen tegen elkaar aan botsen.
Ga naar 'Plaatjes', plaatje 3
Aardbevingen in Nederland
Nederland ligt stil
Nederland ligt niet aan de rand van een aardschots. Dus ook niet in een aardbevings-gebied. Toch komen ze hier heel soms wel voor. Door de aardschots waarop wij wonen lopen namelijk wel wat kleinere scheuren. Onder Oost-Brabant bijvoorbeeld. Ook daar beweegt de aardkorst wel eens. Dat kan dan een aardbeving geven. Meestal zo licht dat bijna niemand ze opmerkt. Maar in de nacht van 1992 was er een aardbeving waardoor veel Nederlanders wakker geschud werden. In Limburg was er veel schade aan huizen. Gelukkig raakte niemand gewond.
Hoe vaak
Geen kwartier zonder beving
Een aardbeving lijkt iets bijzonders. Maar dat is het niet. Elke minuut is er wel één ergens op aarde. Meer dan duizend per dag! De meeste zijn kleintjes. Daarover lees je niet in de krant. Van echte zware aardbevingen zijn er zo'n twintig per jaar. Toch zie je ook die niet allemaal op het Jeugdjournaal. Als ze in een onbewoond gebied zijn of op de zeebodem merkt bijna niemand er iets van.
Epicentrum
Boven op de beving
Het echte schuiven en botsen gebeurt diep onder de grond. Meestal een kilometer of dertig diep. Aan de onderkant van de aardkorst. Recht boven de plek van de botsing gaat de aarde het hardst tekeer. En daar wordt de aardbeving ook het eerst gevoeld en gemeten. Dat punt heet het epicentrum. Hoe verder je van het middelpunt af bent, hoe minder je de trillingen voelt. En daar wordt de aardbeving ook net iets later gemeten. Jammer genoeg niet zoveel later dat de mensen nog gewaarschuwd kunnen worden.
Onderzoek
Knikkerende Chinezen
De Chinezen waren de eersten die onderzoek aan aardbevingen deden. Dat was al meer dan 2000 jaar geleden. Ze wilden aardbevingen voorspellen. Om dat te kunnen, wilden ze weten waar een aardbeving was geweest. Daarvoor had een Chinese geleerde een speciaal apparaat gemaakt. Er hing een gewicht in dat al bij een hele lichte aardbeving ging slingeren. Aan de kant waar de schok vandaan kwam viel dan een knikkertje naar beneden.
Gevoelige apparaten
Hoe sterk een aardbeving is, kun je meten met een seismograaf. Dat is een trillingsmeter. Zo'n meter zit stevig vast in de grond en voelt alle schokken. Een stift wiebelt mee op het ritme van de aardbeving en tekent zo lijntjes op een strook papier. Tegenwoordig staan er seismografen op veel verschillende plekken op aarde. Als een aardbeving van verschillende kanten gemeten wordt, kunnen de onderzoekers van alles berekenen. Hoe diep de aardbeving zat. Welke kant de aarde op schoof. En nog meer.
Meten
De schaal van Richter
Meneer Richter was een Amerikaanse geleerde. Hij bestudeerde aardbevingen. In 1935 verzon hij een 'schaal': getallen die aangeven hoe sterk een aardbeving is. De schaal begint bij 1 en eindigt bij 8. Je zou denken dat een aardbeving van 2 ook twee keer zo sterk is als een aardbeving van 1. Maar dat is niet zo. Eén hoger betekent 30x zo sterk. Twee hoger betekent 30 keer 30 zo sterk. Zes op de schaal van Richter is dus 900 keer zo sterk als vier! Soms hoor je op het nieuws: 'zes komma vijf op de schaal van Richter'. Dat betekent tussen zes en zeven in.
De schaal van Richter
1 = niet te voelen maar apparaten kunnen de aardbeving wel meten
2 = je kunt hem net voelen (alsof er een trein langsrijdt)
3 = in het middelpunt goed te voelen; bijna geen schade
4 tot 5 = te voelen tot 30 kilometer vanaf het middelpunt; lichte schade
6 = behoorlijke schade
7 = ernstige aardbeving
8 = verschrikkelijke aardbeving
Hoe sterk waren ze?
Brabant (september 1999): 3,4
Limburg (april 1992): 5,8
Griekenland (september 1999): 6,0
Turkije (augustus 1999): 7,5
Voorspellen
Pas op! Morgen een aardbeving!
Jammer genoeg kunnen we aardbevingen nog steeds niet aan zien komen. Maar soms zijn er aanwijzingen. Zo zagen mensen in de Japanse stad Kobe een uur voor een ernstige aardbeving rode en blauwe lichtflitsen. Misschien doordat stenen gingen barsten. Ook is bekend dat honden en andere dieren onrustig worden voor een aardbeving. Misschien dat ze iets horen wat wij niet kunnen horen. Wie weet vinden onderzoekers nog eens iets waardoor ze aardbevingen kunnen voorspellen. Dat zou fantastisch zijn!
Zelf meemaken
Geen lolletje
Om een keer een lichte aardbeving te voelen, is een belevenis. Een beetje griezelig, maar ook wel erg bijzonder. Een zware aardbeving meemaken is beslist geen lolletje. Dat wil niemand. Zeker niet als je in een stad bent. Als de aarde gaat bewegen, kunnen de gebouwen kapot gaan. Of zelfs instorten. Rondvliegende bakstenen, stukken beton, glassplinters. Je kunt zwaar gewond raken of bedolven worden onder een berg puin.
Naschokken
Een beving komt zelden alleen
Een aardbeving duurt meestal maar enkele seconden, héél soms een paar minuten. Binnen een mum van tijd kan een hele stad verwoest worden. Maar als de aardbeving achter de rug is, betekent het niet dat je al veilig bent. Vaak verschuift de aarde nog eens. Dat heet een naschok. Naschokken zijn meestal wel lichter maar als gebouwen al beschadigd zijn, kunnen ze toch veel schade aanrichten.
Gevolgen
Ramp op ramp
Niet alleen huizen en bruggen storten in, er gaat nog veel meer kapot! De stroom kan uitvallen. Ook gasleidingen kunnen stuk gaan. Eén vonkje en het gas ontploft! Een aardbeving kan zelfs zorgen voor een overstroming! Want door het trillen kan een dam breken en zo het water over het land uitspuwen. Of losse zandbodems zakken in. Het grondwater wordt dan naar boven geduwd en zorgt voor spuitende grondwater of drijfzand. En in de bergen veroorzaakt een beving vaak een lawine. Bij een zware aardbeving gebeuren dus allerlei rampen achter elkaar.
Hulp
Honden redden mensen
Na een zware aardbeving moeten de mensen snel geholpen worden. Als er mensen onder het puin zijn gekomen, moeten die natuurlijk gered worden. Dat is niet makkelijk. Je moet de mensen kunnen vinden. Honden kunnen daarbij goed helpen. Als iemand gevonden is, moet het puin opgeruimd worden. Heel voorzichtig. En natuurlijk moeten de gewonde mensen snel door een dokter geholpen worden. Doktors uit de omgeving en uit andere landen helpen mee.
Wereld in actie
Ook de mensen die niet gewond zijn, moeten geholpen worden. Zeker als hun huis kapot is. Meestal worden snel tenten gestuurd waarin die mensen kunnen overnachten. Dat is ook veiliger. Er kunnen namelijk nog naschokken komen. Dan zit je beter in een tent zitten dan in een huis van steen. Zeker als daar al scheuren inzitten. Hulp van andere landen is hard nodig. Landen over de hele wereld zamelen geld in. Daar worden medicijnen, bedden en dekens voor gekocht. En eten natuurlijk!
Voorzorg
Wiegende wolkenkrabber
Het lijkt alsof er niets tegen het geweld van aardbevingen te doen is. Gelukkig kun je er wel een beetje rekening mee houden. Door de manier van bouwen. Vooral in steden waar vaak aardbevingen zijn wordt daar steeds beter op gelet. Lage gebouwen zijn het veiligst. Of gebouwen van hout. Maar je kunt hoge gebouwen ook zo maken dat ze veel beter tegen aardbevingen kunnen. Een zwembad op de bovenste verdieping helpt. Het water kan de bevingen dempen. Of je legt tussen elke verdieping rubberen platen. Die vangen de schokken op.
Les in aardbevingen
Het is belangrijk dat mensen tijdens een aardbeving niet in paniek raken. Als je weet wat je moet doen, kun je vaak nog een veilige plek bereiken. Daarom worden er op scholen in gevaarlijke gebieden oefeningen gehouden. De kinderen leren wat ze moeten doen als de aarde gaat trillen en beven. Laag bij de grond ben je het veiligst. Maar iets boven je hoofd is wel handig met al die vallende stenen. Het beste kun je de kelder invluchten. Of onder je schoolbankje kruipen.
De ergste
Een triest record
De allerzwaarste aardbeving was waarschijnlijk ver voordat er mensen op aarde waren. Maar de zwaarste ooit gemeten was de aardbeving van 1960 in Chili (Zuid-Amerika). Toen kwam er een scheur in de grond van 300 kilometer lang. En in de zee een golf van tien meter hoog. Er waren duizenden doden. Nog veel meer doden waren er in 1976 in China. De grote stad Tangshan lag helemaal in puin. Waarschijnlijk waren er meer dan een half miljoen mensen dood. Maar 400 jaar eerder was het nog erger. Toen kwamen bij een aardbeving in China meer mensen om dan nu in Amsterdam wonen: bijna 800.000.
Woordenlijst
Moeilijke woorden
* aardkorst: harde, koele schil om de zachte, hete aarde.
* aardschots: stuk van de aardkorst, vaak zo groot als een werelddeel met nog een stuk zeebodem erbij.
* breuklijn: een scheur in de aardkorst.
* epicentrum: middelpunt van een aardbeving. Van daaruit verspreiden de schokken zich.
* seismograaf: instrument dat alle trillingen van een aardbeving weergeeft en meet.
* seismoloog: aardbevingsdeskundige.
* tsoenami: grote golf veroorzaakt door een aardbeving op de zeebodem.
tekst: Geert-Jan Roebers
1. Zo dun is het schilletje van de aardbol.
2. Zo zijn de aardschotsen verschoven.
3. De Japanse stad Kobe na een aardbeving.