Spreekbeurt: Boeren
Boeren
De meeste mensen in de Middeleeuwen waren boer. Er waren boeren en horigen. Horigen waren boeren die bij de kasteelheer en het land hoorden. Je zou dus kunnen zeggen dat horigen een stukje grond van de heer mochten lenen. De boerenschuren waren van hout en klei gemaakt. Het dak was van stro gemaakt. Er zaten geen ramen in de schuur en er was maar 1 deur. In de winter sliep het vee (koeien, schapen enz.) ook in de schuur. Mensen en dieren sliepen dus samen. Boeren droegen eenvoudige kleren. Ze maakten die meestal zelf. Als je een gat in je broek had, werd er gewoon een lapje opgenaaid. Hierboven zie je hoe zo'n woning er vanbinnen uitzag. Geen meubels, alleen een tafel en 1 bed. Als er een vuurtje gemaakt werd, ontsnapte de rook door het rieten dak. Toch gaf dat ook brandgevaar. Je ziet een stuk vlees ophangen, maar boeren aten dit niet zo heel vaak. In de Middeleeuwen spreken we van een agrarische maatschappij. Dat betekent dat de boeren het belangrijkst waren. Men leefde van wat de grond opleverde. Was de oogst slecht, dan was er hongersnood. Vroeger kon men eten niet lang bewaren. Alles dat op het land verbouwd werd, was van de heer. De boeren mochten alleen een klein gedeelte van hun opbrengst houden. Er moest ook cijns (belasting) betaald worden. Soms kwamen boeren in opstand omdat ze vonden dat ze zelf te weinig te eten hadden of teveel belasting moesten betalen. Er was bijna geen geld in dorpen. Belasting werd dus meestal betaald met eten, vee (dieren) of voorwerpen. In het Archeon in Alphen aan den Rijn kun je zien hoe een boerenwoning in de Middeleeuwen eruit zag. Je kunt daar zelfs Middeleeuws eten en spelletjes doen!
De meeste mensen in de Middeleeuwen waren boer. Er waren boeren en horigen. Horigen waren boeren die bij de kasteelheer en het land hoorden. Je zou dus kunnen zeggen dat horigen een stukje grond van de heer mochten lenen. De boerenschuren waren van hout en klei gemaakt. Het dak was van stro gemaakt. Er zaten geen ramen in de schuur en er was maar 1 deur. In de winter sliep het vee (koeien, schapen enz.) ook in de schuur. Mensen en dieren sliepen dus samen. Boeren droegen eenvoudige kleren. Ze maakten die meestal zelf. Als je een gat in je broek had, werd er gewoon een lapje opgenaaid. Hierboven zie je hoe zo'n woning er vanbinnen uitzag. Geen meubels, alleen een tafel en 1 bed. Als er een vuurtje gemaakt werd, ontsnapte de rook door het rieten dak. Toch gaf dat ook brandgevaar. Je ziet een stuk vlees ophangen, maar boeren aten dit niet zo heel vaak. In de Middeleeuwen spreken we van een agrarische maatschappij. Dat betekent dat de boeren het belangrijkst waren. Men leefde van wat de grond opleverde. Was de oogst slecht, dan was er hongersnood. Vroeger kon men eten niet lang bewaren. Alles dat op het land verbouwd werd, was van de heer. De boeren mochten alleen een klein gedeelte van hun opbrengst houden. Er moest ook cijns (belasting) betaald worden. Soms kwamen boeren in opstand omdat ze vonden dat ze zelf te weinig te eten hadden of teveel belasting moesten betalen. Er was bijna geen geld in dorpen. Belasting werd dus meestal betaald met eten, vee (dieren) of voorwerpen. In het Archeon in Alphen aan den Rijn kun je zien hoe een boerenwoning in de Middeleeuwen eruit zag. Je kunt daar zelfs Middeleeuws eten en spelletjes doen!