Opdracht: Suriname onafhankelijk
Suriname onafhankelijk, was 1975 te vroeg?
Suriname ligt in Zuid-Amerika. Het heeft een oppervlakte van 181 455 km?. Dat is 4x zo groot als Nederland. De noordkant van Suriname wordt begrensd door de zee, de zuidkant door Brazili?, de westkant door Guyana en de oostkant door Frans-Guyana. Suriname heeft ? 400.000 inwoners die allemaal Nederlands of Surinaams spreken. Zo rond de 16e eeuw begon in Europa de expansie. Ook Nederland deed hier aan mee. Al snel had Nederland een aantal kolonies. Een daarvan was Suriname. Zo rond de jaren ’70 vonden veel mensen in Europa het ongepast om als land nog kolonies te hebben. Nederland was ook niet tegen het onafhankelijk worden van kolonies. Wel wilden ze eerst hun kolonies goed voorbereiden op de onafhankelijkheid.
Er waren een aantal verschillende groepen betrokken bij de onafhankelijkheid van Suriname, maar elke groep dacht er anders over omdat zij elk in andere omstandigheden verkeerden. Het kabinet-Den Uyl zei in het begin van de jaren ’70 tegen de Surinaamse politici dat ze het maar moesten zeggen als ze onafhankelijk wilden worden. Maar Lachmon, een belangrijke politicus in die tijd, wou er weinig van weten. Lachmon was namelijk een Hindoestaanse leider en de Hindoestanen waren tegen de onafhankelijkheid. Toen de Creolen in 1973 de verkiezingen wonnen kwam de zaak in een stroomversnelling terecht. De Creolen waren namelijk wel voor de onafhankelijkheid. De nieuwe minister-president die er toen kwam was Arron. Arron wilde dat Suriname voor 1975 onafhankelijk werd. De Nederlanders adviseerden Arron nog even te wachten met de onafhankelijkheid zodat Suriname zich eerst kon voorbereiden. Maar Arron volgde hun advies niet op en dus was Suriname vanaf25 november 1975 onafhankelijk. Na de onafhankelijkheid zijn er een aantal dingen misgegaan.
Het parlementair democratisch stelsel was op politiek gebied het probleem. Het functioneerde zeer gebrekkig. Er was corruptie, vriendjespolitiek en een verkiezingszwendel. De bevolking verloor daardoor het geloof in het parlementair democratisch systeem. Maar Desi Bouterse en zijn sergeanten deden op 25 februari 1980 een staatsgreep. En met succes! Vanaf toen was er een militaire dictatuur.
Ook op economisch gebied ging er het een en ander mis. De doelstellingen van het Nederlands-Surinaams verdrag waren volledig mislukt. Suriname kwam door de verkwisting van de ontwikkelingsgelden in een zeer zwakke, kwetsbare en afhankelijke positie terecht. De Nederlandse overheid had veel invloed op de uitvoering van de projecten en op ontwikkelingsgebied. Door het grote bedrag aan ontwikkelingshulp dat was afgesproken in het verdrag van 1975 werd Surinames afhankelijkheid van Nederland nog groter dan voor 1975. Van opleidingen en blijvende werkgelegenheid is voor de Surinamers weinig terecht gekomen. Dat kwam door dat Minister Pronk (van ontwikkelingssamenwerking) gechanteerd werd om geld te besteden aan zaken voor het buitenlandse bedrijfsleven. Van het ontwikkelingsgeld bleef slechts een klein deel in Suriname. De rest van het geld vloeide weer terug naar het Nederlandse bedrijfsleven.
Het sociale gevolg van de onafhankelijkheid is dat veel mensen kort voor de datum van de onafhankelijkheid ge?migreerd zijn naar Nederland. Zij hadden geen vertrouwen meer in de onafhankelijkheid van Suriname. Veel jongeren maakten deel uit van die emigranten. Dus de beroepsbevolking werd kleiner.
De onafhankelijkheid van Suriname in 1975 was te vroeg. Suriname was niet goed voorbereid waardoor veel zaken misgelopen waren. Toch kun je zoiets niet helemaal voorkomen. Het land zal er dus ook veel van geleerd hebben. Als Suriname iets meer geduld had gehad voor afhankelijk te worden hadden zij zich langzaam kunnen voorbereiden en was er waarschijnlijk minder mis gegaan.
1975 was dus te vroeg.
Suriname ligt in Zuid-Amerika. Het heeft een oppervlakte van 181 455 km?. Dat is 4x zo groot als Nederland. De noordkant van Suriname wordt begrensd door de zee, de zuidkant door Brazili?, de westkant door Guyana en de oostkant door Frans-Guyana. Suriname heeft ? 400.000 inwoners die allemaal Nederlands of Surinaams spreken. Zo rond de 16e eeuw begon in Europa de expansie. Ook Nederland deed hier aan mee. Al snel had Nederland een aantal kolonies. Een daarvan was Suriname. Zo rond de jaren ’70 vonden veel mensen in Europa het ongepast om als land nog kolonies te hebben. Nederland was ook niet tegen het onafhankelijk worden van kolonies. Wel wilden ze eerst hun kolonies goed voorbereiden op de onafhankelijkheid.
Er waren een aantal verschillende groepen betrokken bij de onafhankelijkheid van Suriname, maar elke groep dacht er anders over omdat zij elk in andere omstandigheden verkeerden. Het kabinet-Den Uyl zei in het begin van de jaren ’70 tegen de Surinaamse politici dat ze het maar moesten zeggen als ze onafhankelijk wilden worden. Maar Lachmon, een belangrijke politicus in die tijd, wou er weinig van weten. Lachmon was namelijk een Hindoestaanse leider en de Hindoestanen waren tegen de onafhankelijkheid. Toen de Creolen in 1973 de verkiezingen wonnen kwam de zaak in een stroomversnelling terecht. De Creolen waren namelijk wel voor de onafhankelijkheid. De nieuwe minister-president die er toen kwam was Arron. Arron wilde dat Suriname voor 1975 onafhankelijk werd. De Nederlanders adviseerden Arron nog even te wachten met de onafhankelijkheid zodat Suriname zich eerst kon voorbereiden. Maar Arron volgde hun advies niet op en dus was Suriname vanaf25 november 1975 onafhankelijk. Na de onafhankelijkheid zijn er een aantal dingen misgegaan.
Het parlementair democratisch stelsel was op politiek gebied het probleem. Het functioneerde zeer gebrekkig. Er was corruptie, vriendjespolitiek en een verkiezingszwendel. De bevolking verloor daardoor het geloof in het parlementair democratisch systeem. Maar Desi Bouterse en zijn sergeanten deden op 25 februari 1980 een staatsgreep. En met succes! Vanaf toen was er een militaire dictatuur.
Ook op economisch gebied ging er het een en ander mis. De doelstellingen van het Nederlands-Surinaams verdrag waren volledig mislukt. Suriname kwam door de verkwisting van de ontwikkelingsgelden in een zeer zwakke, kwetsbare en afhankelijke positie terecht. De Nederlandse overheid had veel invloed op de uitvoering van de projecten en op ontwikkelingsgebied. Door het grote bedrag aan ontwikkelingshulp dat was afgesproken in het verdrag van 1975 werd Surinames afhankelijkheid van Nederland nog groter dan voor 1975. Van opleidingen en blijvende werkgelegenheid is voor de Surinamers weinig terecht gekomen. Dat kwam door dat Minister Pronk (van ontwikkelingssamenwerking) gechanteerd werd om geld te besteden aan zaken voor het buitenlandse bedrijfsleven. Van het ontwikkelingsgeld bleef slechts een klein deel in Suriname. De rest van het geld vloeide weer terug naar het Nederlandse bedrijfsleven.
Het sociale gevolg van de onafhankelijkheid is dat veel mensen kort voor de datum van de onafhankelijkheid ge?migreerd zijn naar Nederland. Zij hadden geen vertrouwen meer in de onafhankelijkheid van Suriname. Veel jongeren maakten deel uit van die emigranten. Dus de beroepsbevolking werd kleiner.
De onafhankelijkheid van Suriname in 1975 was te vroeg. Suriname was niet goed voorbereid waardoor veel zaken misgelopen waren. Toch kun je zoiets niet helemaal voorkomen. Het land zal er dus ook veel van geleerd hebben. Als Suriname iets meer geduld had gehad voor afhankelijk te worden hadden zij zich langzaam kunnen voorbereiden en was er waarschijnlijk minder mis gegaan.
1975 was dus te vroeg.