Opdracht: Abortus
Eerbied voor het ongeboren leven - Abortus
Wat is abortus?
Er is sprake van abortus provocatus bij het opzettelijk be?ndigen van de zwangerschapsperiode.
Abortus provocatus kan op verschillende manieren uitgevoerd worden.
Voor je abortus pleegt, moet je eerst een paar stappen doorgaan.
De eerste consultatie in een abortuscentrum bestaat uit een gesprek en een medisch vooronderzoek.
Eerst en vooral moet men zeker zijn van de zwangerschap.
Als je de verwijsbrief van de gynaecoloog of huisarts, de uitslag van een zwangerschapstest of echoresultaten meebrengt, volstaat het dat de onthaalmedewerker de zwangerschap bevestigt. Indien er onzekerheid zou zijn over de zwangerschap wordt er eerst een urinaire zwangerschapstest gedaan. Het probleem hier is dat het zwangerschapshormoon dat je terugvindt in de urine, pas 14 dagen na de ovulatie duidelijk te meten is. Als de ovulatie dus een week later is gebeurd, zal het hormoon niet teruggevonden worden. Een andere mogelijkheid is het zwangerschapshormoon via een bloedonderzoek op te sporen. Dit hormoon is vlugger te terug te vinden in het bloed dan in de urine.
Als de zwangerschap bevestigd of vastgesteld werd, is er een gesprek met een psychosociaal medewerker. Men tracht in dit gesprek te achterhalen wat de oorzaak is van het falen van de anticonceptie en er wordt ook gezocht naar de meest geschikt voorbehoedmiddel in de toekomst.
Er zal ook gevraagd worden wat de motieven zijn die ertoe leiden om abortus te plegen. Op die manier krijgen de medewerkers duidelijkheid over de beweegredenen en kunnen ze ook andere alternatieven voorleggen in functie van je keuze.
Als je je bijvoorbeeld neerlegt bij je ongewenste zwangerschap, kunnen ze je helpen zoeken naar sociale ondersteuning, medische zorg, pedagogische ondersteuning bij de opvoeding van je kind, opvangmogelijkheden (moeder- en kindtehuizen, pleeggezinnenwerking). Ook als je je kind na de geboorte wilt afstaan voor adoptie kunnen ze je helpen.
De verschillende methoden om de zwangerschap te be?indigen, hoe ze verlopen, wat je kan voelen, hoeveel het kost en welke risico?s eraan verbonden zijn (er kunnen bloedingen optreden en de baarmoeder kan beschadigd worden), zullen ook ter sprake gebracht worden.
Na het gesprek heb je het medisch vooronderzoek.
De dokter zal je pas onderzoeken als hij er zeker van is dat je voor jezelf hebt uitgemaakt dat je de juiste oplossing hebt genomen. Indien er nog twijfels zijn zal de beslissing opnieuw of verder met je besproken worden.
Wanneer alle twijfels weg zijn zal de arts een gynaecologisch onderzoek uitvoeren, worden eventuele vaginale infecties opgespoord en wordt een echografie uitgevoerd. Dit is nodig om de precieze zwangerschapsduur te bepalen. Indien je bloedgroep niet gekend is zal deze ook nog via een bloedtest bepaald worden.
Na het vooronderzoek wordt de datum vastgelegd voor de ingreep of voor het verstrekken van de abortuspil. Vanwege de wettelijk bepaalde wachttijd zal deze afspraak minstens zes dagen na het vooronderzoek gepland zijn.
De ingreep: de verschillende methoden:
o De eerste 14 weken:
? Overtijdsbehandeling:
Deze behandeling kan tot de 4de week van de zwangerschapsperiode plaatsvinden. De vrucht wordt samen met het baarmoederslijmvlies met behulp van een slangetje weggezogen.
? Abortuspil:
Niet te verwarren met de morning-afterpil. Is in tegenstelling met de noodpil niet te verkrijgen in de apotheek. Het gaat niet om 1 pil maar om meerdere pillen die men op 2 verschillende dagen in het centrum zelf moet innemen. Omdat de eerste drie pillen ten laatste op de 49ste dag van de bevruchting ingenomen moeten worden, kan deze methode dus enkel gebruikt worden bij vrouwen die zich in een zeer vroeg stadium van de zwangerschap bevinden. Twee dagen na de iname van de eerste drie pillen moet je terug naar het abortuscentrum om prostaglandines in te nemen. De prostaglandines zullen ervoor zorgen dat je baarmoeder gaat samentrekken en zo het vruchtzakje zal uitstoten.
Twaalf tot veertien dagen na de ingreep van de prostaglandines zal worden gecontroleerd via een echografie of de baarmoeder volledig leeg is.
vruchtzakje van 7 weken
? Zuigcurettage:
Zuigcurettage is de meest gebruikte methode. Deze medische ingreep zal worden uitgevoerd onder plaatselijke verdoving in een abortuscentrum. Deze behandeling kan tot de 12de week na de bevruchting toegepast worden. Via de schede wordt de baarmoedermond geopend en opgerekt. De baarmoeder wordt met behulp van een vacu?mpomp leeggezogen. Wat niet weggezogen wordt, zal met behulp van een mesje weggeschraapt worden. Na 12 weken zijn de lichaamsdelen van de foetus te groot en is de beendervorming zo ver gevorderd dat deze methode niet meer bruikbaar is.
o Na de eerste 14 weken:
? Dilatatie en embryotomie:
Het hoofdje van de baby is na de 12de week van de zwangerschap al te groot om weg te zuigen. De vrouw wordt onder narcose gebracht en de baarmoederhals wordt verwijd. Hierna brengt de arts speciale instrumenten in waarmee hij de armen en de benen van het foetuslijf kan aftrekken, het hoofd doorboren, de hersens leegzuigen en de schedel verbrijzelen. De foetus zal daarna stukje per stukje verwijderd worden uit het lichaam van de vrouw (embryotomie).
Foetus na dilatatie en embryotomie.
? Inspuiting van een zoutoplossing:
Bij een zwangerschap van 16 weken of meer kan men ook een zeer geconcentreerde zoutoplossing in het vruchtwater inspuiten. Deze inspuiting gebeurt via een punctie met een lange, dunne naald die doorheen de buikwand tot in de baarmoederholte gebracht wordt. De uitstoting van de gedode foetus (met eventuele pijnstillende en wee?nopwekkende middelen) komt enkele uren later op gang. De baby zal er dikwijls zwaar verbrand en verschrompeld uit zien na abortus via deze methode.
Foetus na inspuiting van een zoutoplossing.
? Hyperotomie:
Foetus wordt verwijderd via een kleine keizersnede.
Foetus die verwijderd wordt via hyperotomie.
? Prostaglandine-methode:
Prostaglandines zijn de hormonen die de wee?n opwekken aan het eind van een zwangerschap. Door de toediening van deze hormonen zal de bevalling dus eerder op gang komen. Tot de 20ste week is de baby nog niet levensvruchtbaar en zal dus sterven.
Psychosociale gevolgen van de abortus?
Onder psychosociale gevolgen verstaan we alle positieve en negatieve gevolgen die zich na de abortus voordoen op emotioneel, lichamelijk en relationeel gebied.
Voorbeelden van positieve gevolgen:
- Gevoel van opluchting
- Tevredenheid over de genomen beslissing
Voorbeelden van negatieve gevolgen:
- depressie
- schuldgevoelens
- gevoel van hulpeloosheid
- gevoel van boosheid
- gevoel van spijt
- schaamtegevoelens
- verdriet
- angst
- Emotionele en fysische reacties op de dag de abortus werd uitgevoerd of op de datum waarop het kind geboren moest worden.
Deze negatieve gevolgen kunnen zich bijvoorbeeld uiten in eetproblemen en een toename van alcoholgebruik.
De meeste vrouwen ondervinden geen negatieve gevolgen na een abortus. 40% van de vrouwen heeft op korte termijn last van stemmingsstoornissen. Dit is een ?normale? reactie op een stresvolle situatie. Het vraagt tijd om de abortus een plaats te geven in het leven. 12 tot 29% echter ondervindt op langere termijn wel negatieve gevolgen.
Uit onderzoek is gebleken dat men risicofactoren kan aanwijzen voor een slechte verwerking: jonge leeftijd, geen steun in de omgeving, relationele problemen enzovoort.
Motieven bij abortus
Er zijn verschillende redenen waarom er voor abortus wordt gekozen.
? Niet aanvaarden van de zwangerschap omdat:
- de vrouw momenteel nog nog geen kinderwens heeft
- de vrouw zich te jong voelt
- het gezin voltooid is en ze dus geen kinderen meer willen
- de vrouw haar studies nog niet heeft be?indigd
- de vrouw alleenstaand is
- de vrouw zich te oud voelt
? Relationele of familiale redenen
? Financi?le of materi?le redenen
? Lichamelijke gezondheid moeder/kind in gevaar
? Politiek vluchteling
? Verkrachting of incest
Evolutie van de cijfergegevens
In 2003 hadden we een lichte stijging van het abortuscijfer. 1 op 125 Belgische vrouwen koos toen voor een abortus tegenover 1 op 160 vrouwen vijf jaar eerder. Ook de gemiddelde leeftijd waarop men abortus pleegt is lichtjes gestegen ( in 2003 27,5 jaar tegenover 27 jaar in 2000) Er is ook een stijging van 18 % in de periode van 2000 naar 2003 te bemerken van het aantal abortussen bij vrouwen tussen 20 en 24 jaar.
Het aantal abortussen bij tieners (jonger dan 20 jaar) lijkt zich voor het eerst sinds het begin van de abortusregistratie te stabiliseren. In 2002 en 2003 waren er respectievelijk 65 en 63 abortussen bij meisjes jonger van 15 jaar. Bij de 15 tot 19- jarigen waren er dit 2059 en 2097.
Verschillende visies op abortus
Wettelijk:
In Belgi? werd abortus provocatus op 3 april 1990 geliberaliseerd. De liberalisering heeft destijds geleid tot een minikoningskwestie. Koning Boudewijn weigerde wegens gewetensbezwaren de abortuswet te ondertekenen. De koning werd op 3 april 1990 gedurende twee dagen ?in de morele onmogelijkheid op te regeren? gesteld door de regering. Het parlement bekrachtigde en ondertekende de wet en sindsdien had ook Belgi? een geliberaliseerde abortuswet.
Abortus staat wel nog altijd vermeld in het strafwetboek, maar is geen strafbaar feit onder bepaalde voorwaarden:
- De eerst consultatie en ingreep moeten gebeuren in medisch verantwoorde omstandigheden en door een arts.
- Abortusklinieken of ziekenhuizen die abortusverlening aanbieden, moeten over een voorlichtingsdienst beschikken en er moet ook een disciplinair team beschikbaar zijn dat de vrouw kan begeleiden en kan inlichten over alle wetten en decreten waar ze een beroep op kan doen om haar noodsituatie op te lossen.
- De vrouw moet verklaren dat ze zich in een noodsituatie bevindt. De wet geeft geen duidelijke omschrijving van het begrip noodsituatie. De beslissing ligt volledig bij de vrouw. Ook minderjarige meisjes kunnen zonder voogd of ouder over abortus beslissen.
- Tijdens de eerste consulatie wordt de situatie van de vrouw besproken en wordt zij ingelicht over de ovangmogelijkheden waarop zij een beroep kan doen indien zij beslist toch geen abortus te plegen. Er wordt ook nagegaan wat er misgelopen met het anticonceptiegebruik en er wordt een geschikt voorbehoedsmiddel gezocht voor in de toekomst. Op de dag van de zwangerschapsafbraak moet de vrouw haar aanvraag schriftelijk bevestigen.
- Tussen de eerste consultatie en de dag van de behandeling in het centrum, is er een verplichte wachttijd van zes dagen.
- Na de veertiende zwangerschapsweek kan in Belgi? enkel nog abortus worden uitgevoerd als de zwangerschap een groot gevaar inhoudt voor het leven van de vrouw of als blijkt dat het kind zal lijden aan een ongeneeselijke kwaal. In dit geval moet de ingreep gebeuren in een ziekenhuis en is het advies van een tweede geneesheer noodzakelijk.
Als een vrouw de zwangerschap om een persoonlijke noodsituatie na deze veertien weken, kan ze op dit moment enkel in het buitenland geholpen worden. (Nederland ? abortus mogelijk tot zwangerschapsduur van 22 weken, Groot-Brittanni?? abortus mogelijk tot een zwangerschapsduur van 24 weken.)
Wat is abortus?
Er is sprake van abortus provocatus bij het opzettelijk be?ndigen van de zwangerschapsperiode.
Abortus provocatus kan op verschillende manieren uitgevoerd worden.
Voor je abortus pleegt, moet je eerst een paar stappen doorgaan.
De eerste consultatie in een abortuscentrum bestaat uit een gesprek en een medisch vooronderzoek.
Eerst en vooral moet men zeker zijn van de zwangerschap.
Als je de verwijsbrief van de gynaecoloog of huisarts, de uitslag van een zwangerschapstest of echoresultaten meebrengt, volstaat het dat de onthaalmedewerker de zwangerschap bevestigt. Indien er onzekerheid zou zijn over de zwangerschap wordt er eerst een urinaire zwangerschapstest gedaan. Het probleem hier is dat het zwangerschapshormoon dat je terugvindt in de urine, pas 14 dagen na de ovulatie duidelijk te meten is. Als de ovulatie dus een week later is gebeurd, zal het hormoon niet teruggevonden worden. Een andere mogelijkheid is het zwangerschapshormoon via een bloedonderzoek op te sporen. Dit hormoon is vlugger te terug te vinden in het bloed dan in de urine.
Als de zwangerschap bevestigd of vastgesteld werd, is er een gesprek met een psychosociaal medewerker. Men tracht in dit gesprek te achterhalen wat de oorzaak is van het falen van de anticonceptie en er wordt ook gezocht naar de meest geschikt voorbehoedmiddel in de toekomst.
Er zal ook gevraagd worden wat de motieven zijn die ertoe leiden om abortus te plegen. Op die manier krijgen de medewerkers duidelijkheid over de beweegredenen en kunnen ze ook andere alternatieven voorleggen in functie van je keuze.
Als je je bijvoorbeeld neerlegt bij je ongewenste zwangerschap, kunnen ze je helpen zoeken naar sociale ondersteuning, medische zorg, pedagogische ondersteuning bij de opvoeding van je kind, opvangmogelijkheden (moeder- en kindtehuizen, pleeggezinnenwerking). Ook als je je kind na de geboorte wilt afstaan voor adoptie kunnen ze je helpen.
De verschillende methoden om de zwangerschap te be?indigen, hoe ze verlopen, wat je kan voelen, hoeveel het kost en welke risico?s eraan verbonden zijn (er kunnen bloedingen optreden en de baarmoeder kan beschadigd worden), zullen ook ter sprake gebracht worden.
Na het gesprek heb je het medisch vooronderzoek.
De dokter zal je pas onderzoeken als hij er zeker van is dat je voor jezelf hebt uitgemaakt dat je de juiste oplossing hebt genomen. Indien er nog twijfels zijn zal de beslissing opnieuw of verder met je besproken worden.
Wanneer alle twijfels weg zijn zal de arts een gynaecologisch onderzoek uitvoeren, worden eventuele vaginale infecties opgespoord en wordt een echografie uitgevoerd. Dit is nodig om de precieze zwangerschapsduur te bepalen. Indien je bloedgroep niet gekend is zal deze ook nog via een bloedtest bepaald worden.
Na het vooronderzoek wordt de datum vastgelegd voor de ingreep of voor het verstrekken van de abortuspil. Vanwege de wettelijk bepaalde wachttijd zal deze afspraak minstens zes dagen na het vooronderzoek gepland zijn.
De ingreep: de verschillende methoden:
o De eerste 14 weken:
? Overtijdsbehandeling:
Deze behandeling kan tot de 4de week van de zwangerschapsperiode plaatsvinden. De vrucht wordt samen met het baarmoederslijmvlies met behulp van een slangetje weggezogen.
? Abortuspil:
Niet te verwarren met de morning-afterpil. Is in tegenstelling met de noodpil niet te verkrijgen in de apotheek. Het gaat niet om 1 pil maar om meerdere pillen die men op 2 verschillende dagen in het centrum zelf moet innemen. Omdat de eerste drie pillen ten laatste op de 49ste dag van de bevruchting ingenomen moeten worden, kan deze methode dus enkel gebruikt worden bij vrouwen die zich in een zeer vroeg stadium van de zwangerschap bevinden. Twee dagen na de iname van de eerste drie pillen moet je terug naar het abortuscentrum om prostaglandines in te nemen. De prostaglandines zullen ervoor zorgen dat je baarmoeder gaat samentrekken en zo het vruchtzakje zal uitstoten.
Twaalf tot veertien dagen na de ingreep van de prostaglandines zal worden gecontroleerd via een echografie of de baarmoeder volledig leeg is.
vruchtzakje van 7 weken
? Zuigcurettage:
Zuigcurettage is de meest gebruikte methode. Deze medische ingreep zal worden uitgevoerd onder plaatselijke verdoving in een abortuscentrum. Deze behandeling kan tot de 12de week na de bevruchting toegepast worden. Via de schede wordt de baarmoedermond geopend en opgerekt. De baarmoeder wordt met behulp van een vacu?mpomp leeggezogen. Wat niet weggezogen wordt, zal met behulp van een mesje weggeschraapt worden. Na 12 weken zijn de lichaamsdelen van de foetus te groot en is de beendervorming zo ver gevorderd dat deze methode niet meer bruikbaar is.
o Na de eerste 14 weken:
? Dilatatie en embryotomie:
Het hoofdje van de baby is na de 12de week van de zwangerschap al te groot om weg te zuigen. De vrouw wordt onder narcose gebracht en de baarmoederhals wordt verwijd. Hierna brengt de arts speciale instrumenten in waarmee hij de armen en de benen van het foetuslijf kan aftrekken, het hoofd doorboren, de hersens leegzuigen en de schedel verbrijzelen. De foetus zal daarna stukje per stukje verwijderd worden uit het lichaam van de vrouw (embryotomie).
Foetus na dilatatie en embryotomie.
? Inspuiting van een zoutoplossing:
Bij een zwangerschap van 16 weken of meer kan men ook een zeer geconcentreerde zoutoplossing in het vruchtwater inspuiten. Deze inspuiting gebeurt via een punctie met een lange, dunne naald die doorheen de buikwand tot in de baarmoederholte gebracht wordt. De uitstoting van de gedode foetus (met eventuele pijnstillende en wee?nopwekkende middelen) komt enkele uren later op gang. De baby zal er dikwijls zwaar verbrand en verschrompeld uit zien na abortus via deze methode.
Foetus na inspuiting van een zoutoplossing.
? Hyperotomie:
Foetus wordt verwijderd via een kleine keizersnede.
Foetus die verwijderd wordt via hyperotomie.
? Prostaglandine-methode:
Prostaglandines zijn de hormonen die de wee?n opwekken aan het eind van een zwangerschap. Door de toediening van deze hormonen zal de bevalling dus eerder op gang komen. Tot de 20ste week is de baby nog niet levensvruchtbaar en zal dus sterven.
Psychosociale gevolgen van de abortus?
Onder psychosociale gevolgen verstaan we alle positieve en negatieve gevolgen die zich na de abortus voordoen op emotioneel, lichamelijk en relationeel gebied.
Voorbeelden van positieve gevolgen:
- Gevoel van opluchting
- Tevredenheid over de genomen beslissing
Voorbeelden van negatieve gevolgen:
- depressie
- schuldgevoelens
- gevoel van hulpeloosheid
- gevoel van boosheid
- gevoel van spijt
- schaamtegevoelens
- verdriet
- angst
- Emotionele en fysische reacties op de dag de abortus werd uitgevoerd of op de datum waarop het kind geboren moest worden.
Deze negatieve gevolgen kunnen zich bijvoorbeeld uiten in eetproblemen en een toename van alcoholgebruik.
De meeste vrouwen ondervinden geen negatieve gevolgen na een abortus. 40% van de vrouwen heeft op korte termijn last van stemmingsstoornissen. Dit is een ?normale? reactie op een stresvolle situatie. Het vraagt tijd om de abortus een plaats te geven in het leven. 12 tot 29% echter ondervindt op langere termijn wel negatieve gevolgen.
Uit onderzoek is gebleken dat men risicofactoren kan aanwijzen voor een slechte verwerking: jonge leeftijd, geen steun in de omgeving, relationele problemen enzovoort.
Motieven bij abortus
Er zijn verschillende redenen waarom er voor abortus wordt gekozen.
? Niet aanvaarden van de zwangerschap omdat:
- de vrouw momenteel nog nog geen kinderwens heeft
- de vrouw zich te jong voelt
- het gezin voltooid is en ze dus geen kinderen meer willen
- de vrouw haar studies nog niet heeft be?indigd
- de vrouw alleenstaand is
- de vrouw zich te oud voelt
? Relationele of familiale redenen
? Financi?le of materi?le redenen
? Lichamelijke gezondheid moeder/kind in gevaar
? Politiek vluchteling
? Verkrachting of incest
Evolutie van de cijfergegevens
In 2003 hadden we een lichte stijging van het abortuscijfer. 1 op 125 Belgische vrouwen koos toen voor een abortus tegenover 1 op 160 vrouwen vijf jaar eerder. Ook de gemiddelde leeftijd waarop men abortus pleegt is lichtjes gestegen ( in 2003 27,5 jaar tegenover 27 jaar in 2000) Er is ook een stijging van 18 % in de periode van 2000 naar 2003 te bemerken van het aantal abortussen bij vrouwen tussen 20 en 24 jaar.
Het aantal abortussen bij tieners (jonger dan 20 jaar) lijkt zich voor het eerst sinds het begin van de abortusregistratie te stabiliseren. In 2002 en 2003 waren er respectievelijk 65 en 63 abortussen bij meisjes jonger van 15 jaar. Bij de 15 tot 19- jarigen waren er dit 2059 en 2097.
Verschillende visies op abortus
Wettelijk:
In Belgi? werd abortus provocatus op 3 april 1990 geliberaliseerd. De liberalisering heeft destijds geleid tot een minikoningskwestie. Koning Boudewijn weigerde wegens gewetensbezwaren de abortuswet te ondertekenen. De koning werd op 3 april 1990 gedurende twee dagen ?in de morele onmogelijkheid op te regeren? gesteld door de regering. Het parlement bekrachtigde en ondertekende de wet en sindsdien had ook Belgi? een geliberaliseerde abortuswet.
Abortus staat wel nog altijd vermeld in het strafwetboek, maar is geen strafbaar feit onder bepaalde voorwaarden:
- De eerst consultatie en ingreep moeten gebeuren in medisch verantwoorde omstandigheden en door een arts.
- Abortusklinieken of ziekenhuizen die abortusverlening aanbieden, moeten over een voorlichtingsdienst beschikken en er moet ook een disciplinair team beschikbaar zijn dat de vrouw kan begeleiden en kan inlichten over alle wetten en decreten waar ze een beroep op kan doen om haar noodsituatie op te lossen.
- De vrouw moet verklaren dat ze zich in een noodsituatie bevindt. De wet geeft geen duidelijke omschrijving van het begrip noodsituatie. De beslissing ligt volledig bij de vrouw. Ook minderjarige meisjes kunnen zonder voogd of ouder over abortus beslissen.
- Tijdens de eerste consulatie wordt de situatie van de vrouw besproken en wordt zij ingelicht over de ovangmogelijkheden waarop zij een beroep kan doen indien zij beslist toch geen abortus te plegen. Er wordt ook nagegaan wat er misgelopen met het anticonceptiegebruik en er wordt een geschikt voorbehoedsmiddel gezocht voor in de toekomst. Op de dag van de zwangerschapsafbraak moet de vrouw haar aanvraag schriftelijk bevestigen.
- Tussen de eerste consultatie en de dag van de behandeling in het centrum, is er een verplichte wachttijd van zes dagen.
- Na de veertiende zwangerschapsweek kan in Belgi? enkel nog abortus worden uitgevoerd als de zwangerschap een groot gevaar inhoudt voor het leven van de vrouw of als blijkt dat het kind zal lijden aan een ongeneeselijke kwaal. In dit geval moet de ingreep gebeuren in een ziekenhuis en is het advies van een tweede geneesheer noodzakelijk.
Als een vrouw de zwangerschap om een persoonlijke noodsituatie na deze veertien weken, kan ze op dit moment enkel in het buitenland geholpen worden. (Nederland ? abortus mogelijk tot zwangerschapsduur van 22 weken, Groot-Brittanni?? abortus mogelijk tot een zwangerschapsduur van 24 weken.)