Gedichten: Gedicht
wonen op een belt,
een vuilnisbelt,
elke dag zoek jij,
daar je eten op.
je stinkt als een rat,
je bent brood mager,
de ribben zijn te tellen,
door je versleten shirt.
elke dag zoek je weer,
naar eten en spullen,
om te verkopen,
met hoop en hopeloos.
kinderen van de belt,
de vuilnisbelt,
wegwerp kinderen van de maatschappij.
een andere bewoner,
van de vuilnisbelt,
een meisje opgetut,
met te veel make-up.
zij heeft geld,
door het verhuren van,
haar lichaam aan,
grote rijke kerels.
ze lacht hard en,
loopt erbij speelt het,
spel van geluk,
terwijl ze zichzelf minacht.