Gedichten: Echte vrienden
Op een dag zat ik alleen op straat.
Ik was verdrietig en kwaad.
Ik had niemand nodig, want ik was overbodig.
Nu weet ik dat het onzin is,
En dat ik altijd me vrienden mis.
Een gedaante stond voor me.
Met mijn gezicht vol tranen, keek ik op.
Het leek wel? Een engel?.
Ik zat vol met spanning en verdriet. Ik dacht: hopen dat ze het niet ziet.
Tot ze er opeens iets over zei en ging zitten naast mij.
Buiten werd het steeds kouder, de engel legde een hand op mijn schouder.
Een golf van rust overspoelde mij, ik was in een klap rustig en blij.
Toen vroeg ze aan mij wat er aan de hand was. Ik vertelde heel mijn verhaal.
Van de kinderen uit mijn klas, van mijn vriend, die nu bij hen was. Van het gepest.
En van alle andere rest.
We praten de hele nacht, dat had ik niet verwacht.
Toen stond ze op en zei: je voelt je nu vast weer blij.
Ik lachte en omhelsde haar, een vreemde, echt raar.
De laatste woorden zal ik nooit vergeten.:
Voel je je een keer onprettig, verlegen of niet fijn, weet dan dat er altijd iemand voor je zal zijn.
Ik zal er voor je zijn als een echte vriend, want iedereen heeft dat verdiend.
Ik stond op en liep naar huis, lekker naar mijn vertrouwde thuis.
Ik begon languit te gapen en heb de hele dag geslapen.
Ik droomde fijn, over wie er allemaal bij mij zouden zijn.
Ik was verdrietig en kwaad.
Ik had niemand nodig, want ik was overbodig.
Nu weet ik dat het onzin is,
En dat ik altijd me vrienden mis.
Een gedaante stond voor me.
Met mijn gezicht vol tranen, keek ik op.
Het leek wel? Een engel?.
Ik zat vol met spanning en verdriet. Ik dacht: hopen dat ze het niet ziet.
Tot ze er opeens iets over zei en ging zitten naast mij.
Buiten werd het steeds kouder, de engel legde een hand op mijn schouder.
Een golf van rust overspoelde mij, ik was in een klap rustig en blij.
Toen vroeg ze aan mij wat er aan de hand was. Ik vertelde heel mijn verhaal.
Van de kinderen uit mijn klas, van mijn vriend, die nu bij hen was. Van het gepest.
En van alle andere rest.
We praten de hele nacht, dat had ik niet verwacht.
Toen stond ze op en zei: je voelt je nu vast weer blij.
Ik lachte en omhelsde haar, een vreemde, echt raar.
De laatste woorden zal ik nooit vergeten.:
Voel je je een keer onprettig, verlegen of niet fijn, weet dan dat er altijd iemand voor je zal zijn.
Ik zal er voor je zijn als een echte vriend, want iedereen heeft dat verdiend.
Ik stond op en liep naar huis, lekker naar mijn vertrouwde thuis.
Ik begon languit te gapen en heb de hele dag geslapen.
Ik droomde fijn, over wie er allemaal bij mij zouden zijn.