Boekverslag: Wonderkinderen
2.Naam en voorletters van de schrijfer = Thea Beckman
3.De titel van het boek = Wonderkinderen
4.Ondertitel = Er is geen ondertitel.
5.Plaats en jaar van de uitgave = Amsterdam ? 1996
6.De illustrator = Er zijn geen illustraties.
7.Het soort verhaal = Het is een verhaal wat je zelf kan meemaken, want iedereen kan door zijn ouders naar een school gestuurd worden waar je niet naar toe wil.
8.Waar speelt het verhaal = Volgens mij speelt het zich af in Hilversum want ik herken de scholen erin.
9.Waarneer speelt het zich af = Volgens mij speelt het zich af in de jaren 90,dat weet ik door de manier van schrijfen en door de manier hoe de mensen er in spreken en denken.
10.Wat betekent de titel = De titel betekent dat de twee hoofdpersonen heel slim zijn en dat ze samen uit veel problemen kunnen geven.
11.Heb je het boek met plezier gelezen = Ik heb het boek met plezier gelezen, want ik hou veel van boeken die een spoor hebben en dat vele vreemde ontwikkelingen.
12.Liep het verhaal zoals je had gedacht = Het verhaal liep anders dan ik had gedacht, want de ontwikkelingen waren zeer onverwacht en van een brave leerling werd Tom een vervelend rotjog.
13.Heeft de hoofdpersoon (veel) problemen = De hoofdpersoon heeft veel problemen en zorcht zelf voor (soms vreemde) oplossingen.
14.Zal je nog lang over het boek nadenken = Nee ik zal niet lang over het boek nadenken, want dat doe ik nooit.
15.Zouden de dingen in het echt ook kunnen gebeuren = Ja de dingen zouden ook in het echt kunnen gebeuren.
16.Waarom zou je het boek aan of af willen raden = Ik zou het boek willen aanraden omdat ik denk dat iedereen het leuk zou kunnen vinden.
17.Vertel in het kort waar het boek over gaat = Het boek gaat over de rijke Wijntje en de wat armere Tom die al bevriend zijn vanaf de kleuter school en superslim zijn. Als ze 10 jaar oud zijn gaan ze naar de brugklas, ze willen samen graag naar het Comenius gaan, maar Tom wordt door zijn vader gedwongen om naar het L.T.S. te gaan. Als de rest van de klas dat te horen krijgt proberen ze een paar acties om hem ook naar het Comenius te gaan, allemaal mislukt. Als Tom dan uiteindelijk op het L.T.S. zit (en Wijntje op het Comenius) wordt hij verveeldt en haalt hij tienen voor de leervakken en vijfs voor de vakken waar ze iets moeten maken. uiteindelijk wordt hij boos op een leerling uit zijn klas en smijt een knijptang naar zijn hoofd. Als zijn vader dat te horen krijgt wordt die woest. Tom, die dan intussen zwaar depressief is, gaat in een hongerstaking. Als hij uiteindelijk voor de zoveelste keer in 1 week naar de dokter is geweest valt hij flauw. Dan begrijpen zijn ouders dat hij echt graag naar het Comenius wil.Dus het volgende jaar gaat Tom naar de brugklas van het Comenius.
3.De titel van het boek = Wonderkinderen
4.Ondertitel = Er is geen ondertitel.
5.Plaats en jaar van de uitgave = Amsterdam ? 1996
6.De illustrator = Er zijn geen illustraties.
7.Het soort verhaal = Het is een verhaal wat je zelf kan meemaken, want iedereen kan door zijn ouders naar een school gestuurd worden waar je niet naar toe wil.
8.Waar speelt het verhaal = Volgens mij speelt het zich af in Hilversum want ik herken de scholen erin.
9.Waarneer speelt het zich af = Volgens mij speelt het zich af in de jaren 90,dat weet ik door de manier van schrijfen en door de manier hoe de mensen er in spreken en denken.
10.Wat betekent de titel = De titel betekent dat de twee hoofdpersonen heel slim zijn en dat ze samen uit veel problemen kunnen geven.
11.Heb je het boek met plezier gelezen = Ik heb het boek met plezier gelezen, want ik hou veel van boeken die een spoor hebben en dat vele vreemde ontwikkelingen.
12.Liep het verhaal zoals je had gedacht = Het verhaal liep anders dan ik had gedacht, want de ontwikkelingen waren zeer onverwacht en van een brave leerling werd Tom een vervelend rotjog.
13.Heeft de hoofdpersoon (veel) problemen = De hoofdpersoon heeft veel problemen en zorcht zelf voor (soms vreemde) oplossingen.
14.Zal je nog lang over het boek nadenken = Nee ik zal niet lang over het boek nadenken, want dat doe ik nooit.
15.Zouden de dingen in het echt ook kunnen gebeuren = Ja de dingen zouden ook in het echt kunnen gebeuren.
16.Waarom zou je het boek aan of af willen raden = Ik zou het boek willen aanraden omdat ik denk dat iedereen het leuk zou kunnen vinden.
17.Vertel in het kort waar het boek over gaat = Het boek gaat over de rijke Wijntje en de wat armere Tom die al bevriend zijn vanaf de kleuter school en superslim zijn. Als ze 10 jaar oud zijn gaan ze naar de brugklas, ze willen samen graag naar het Comenius gaan, maar Tom wordt door zijn vader gedwongen om naar het L.T.S. te gaan. Als de rest van de klas dat te horen krijgt proberen ze een paar acties om hem ook naar het Comenius te gaan, allemaal mislukt. Als Tom dan uiteindelijk op het L.T.S. zit (en Wijntje op het Comenius) wordt hij verveeldt en haalt hij tienen voor de leervakken en vijfs voor de vakken waar ze iets moeten maken. uiteindelijk wordt hij boos op een leerling uit zijn klas en smijt een knijptang naar zijn hoofd. Als zijn vader dat te horen krijgt wordt die woest. Tom, die dan intussen zwaar depressief is, gaat in een hongerstaking. Als hij uiteindelijk voor de zoveelste keer in 1 week naar de dokter is geweest valt hij flauw. Dan begrijpen zijn ouders dat hij echt graag naar het Comenius wil.Dus het volgende jaar gaat Tom naar de brugklas van het Comenius.
Drs. Thea Beckman was een Nederlands schrijfster van kinder- en jeugdboeken.
Boek informatie
- Wonderkinderen
- Thea Beckman
- Nederlands
Handige opties
- Meer boeken van:Thea Beckmann