Boekverslag: Hasse Simonsdochter
Titel: Hasse Simonsdochter
Schrijver: Thea Beckman
Druk:
Verslag:
Holland, omstreeks 1480. Hasse Simonsdochter is de dochter van een mandenvlechter. Haar ouders willen het liefst dat ze hard werkt en dat ze trouwt met een goede man. Maar Rasse zelf is het liefst buiten, en als het even kan ontvlucht ze de hut van haar ouders.
Omdat Hasse heel anders is dan haar andere broertje en haar zusjes denken de mensen dat Hasse een elfenkind is, dat vroeger stem met een ander kind verwisseld is. Daarom wordt Hasse altijd heel slecht behandeld. Op een dag, als Hasse weer eens door de rietlanden van Kampen zwerft, wordt ze lastig gevallen door een stel veedrijvers. Op dat moment komt er juist een ruiter langs. Hij komt onmiddellijk Hasse te hulp. Bij het gevecht komt er een van de veedrijvers om.
De ruiter, die Jan van Schaffelaar heet, brengt Hasse weer thuis. Eenmaal thuisgekomen wil Hasse niets zeggen. Later hoort ze tot haar schrik dat Jan van Schaffelaar onthoofd zal worden in Kampen, omdat hij een veedrijver heeft omgebracht. Op de morgen dat Jan onthoofd zal worden, gaat Hasse ook naar de plek waar het gebeuren zal.
Maar op het laatste moment verbidt Hasse Jan van Schaffelaar (d.w.z. ze redt h?m van het schavot door met hem te trouwen). Samen gaan ze naar Zutphen. Jan van Schaffelaar blijkt een aanvoerder van een troep huurlingen te zijn. Met zijn allen vechten ze voor iedereen die maar geld geeft. Als Hasse en Jan pas in Zutphen zijn, moet Jan weer weg. Hasse blijft die zomer in een huisje, dat Jan voor haar gehuurd heeft, maar dat bevalt haar al snel niet meer. Samen met haar hond Tieske, die ze pas gekocht heeft, trekt ze naar de bossen vlak bij Zutphen. Daar verblijft ze de hele zomer. Als ze terugkomt in Zutphen, zegt Heer Wijnand, voor wie Jan van Schaffelaar werkt, dat Jan is omgekomen. Dat denkt Heer Wijnand tenminste. Hasse is zo geschokt, dat ze terugkeert naar Kampen, waar ze vroeger gewoond heeft. Eenmaal daar gekomen, ontmoet Hasse Jan van Schaffelaar weer. Hij is helemaal niet dood, maar had plotseling oponthoud gekregen.
Intussen is in Kampen een jongeman, Gerrit geheten, aangekomen. Hij leert voor klokkengieter. Inmiddels is de winter aangebroken en bij de boerderij die de huurlingen veroverd hebben komen twee monniken langs, die het een schande vinden dat er een meisje tussen de huurlingen en hun kapitein zit. (Rasse doet volop mee met de roverijen).
Ondertussen is Gerrit de klokkengieter met zijn oom op weg naar Zutphen gegaan om daar klokken te gaan gieten, maar onderweg worden ze overvallen door de bende van Jan van Schaffelaar. Later worden ze wel weer vrijgelaten, maar Gerrit is verliefd geworden op Hasse. Jan en Rasse en de andere huurlingen zijn inmiddels in plaats van voor Heer Wijnand voor Bisschop David van Bourgondi? gaan werken en zijn in de buurt van Barneveld gaan wonen. Daar krijgt Hasse een kind De Barnevelders echter krijgen genoeg van Jan van Schaffelaar en zijn huurlingen en opgestookt door een van de monniken die bij de boerderij waren geweest, willen ze hem belegeren.
Jan en de anderen merken het en vluchten de kerk binnen. De dorpelingen beschieten de kerk met kanonnen. Er zit niets anders op dan zich over te geven. Jan van Schaffelaar springt van de toren. De huurlingen mogen ongedeerd vertrekken en Hasse gaat met haar kind en de erfenis van Jan naar Kampen terug. Later ontmoet ze Gerrit opnieuw en trouwt dan met hem.
Schrijver: Thea Beckman
Druk:
Verslag:
Holland, omstreeks 1480. Hasse Simonsdochter is de dochter van een mandenvlechter. Haar ouders willen het liefst dat ze hard werkt en dat ze trouwt met een goede man. Maar Rasse zelf is het liefst buiten, en als het even kan ontvlucht ze de hut van haar ouders.
Omdat Hasse heel anders is dan haar andere broertje en haar zusjes denken de mensen dat Hasse een elfenkind is, dat vroeger stem met een ander kind verwisseld is. Daarom wordt Hasse altijd heel slecht behandeld. Op een dag, als Hasse weer eens door de rietlanden van Kampen zwerft, wordt ze lastig gevallen door een stel veedrijvers. Op dat moment komt er juist een ruiter langs. Hij komt onmiddellijk Hasse te hulp. Bij het gevecht komt er een van de veedrijvers om.
De ruiter, die Jan van Schaffelaar heet, brengt Hasse weer thuis. Eenmaal thuisgekomen wil Hasse niets zeggen. Later hoort ze tot haar schrik dat Jan van Schaffelaar onthoofd zal worden in Kampen, omdat hij een veedrijver heeft omgebracht. Op de morgen dat Jan onthoofd zal worden, gaat Hasse ook naar de plek waar het gebeuren zal.
Maar op het laatste moment verbidt Hasse Jan van Schaffelaar (d.w.z. ze redt h?m van het schavot door met hem te trouwen). Samen gaan ze naar Zutphen. Jan van Schaffelaar blijkt een aanvoerder van een troep huurlingen te zijn. Met zijn allen vechten ze voor iedereen die maar geld geeft. Als Hasse en Jan pas in Zutphen zijn, moet Jan weer weg. Hasse blijft die zomer in een huisje, dat Jan voor haar gehuurd heeft, maar dat bevalt haar al snel niet meer. Samen met haar hond Tieske, die ze pas gekocht heeft, trekt ze naar de bossen vlak bij Zutphen. Daar verblijft ze de hele zomer. Als ze terugkomt in Zutphen, zegt Heer Wijnand, voor wie Jan van Schaffelaar werkt, dat Jan is omgekomen. Dat denkt Heer Wijnand tenminste. Hasse is zo geschokt, dat ze terugkeert naar Kampen, waar ze vroeger gewoond heeft. Eenmaal daar gekomen, ontmoet Hasse Jan van Schaffelaar weer. Hij is helemaal niet dood, maar had plotseling oponthoud gekregen.
Intussen is in Kampen een jongeman, Gerrit geheten, aangekomen. Hij leert voor klokkengieter. Inmiddels is de winter aangebroken en bij de boerderij die de huurlingen veroverd hebben komen twee monniken langs, die het een schande vinden dat er een meisje tussen de huurlingen en hun kapitein zit. (Rasse doet volop mee met de roverijen).
Ondertussen is Gerrit de klokkengieter met zijn oom op weg naar Zutphen gegaan om daar klokken te gaan gieten, maar onderweg worden ze overvallen door de bende van Jan van Schaffelaar. Later worden ze wel weer vrijgelaten, maar Gerrit is verliefd geworden op Hasse. Jan en Rasse en de andere huurlingen zijn inmiddels in plaats van voor Heer Wijnand voor Bisschop David van Bourgondi? gaan werken en zijn in de buurt van Barneveld gaan wonen. Daar krijgt Hasse een kind De Barnevelders echter krijgen genoeg van Jan van Schaffelaar en zijn huurlingen en opgestookt door een van de monniken die bij de boerderij waren geweest, willen ze hem belegeren.
Jan en de anderen merken het en vluchten de kerk binnen. De dorpelingen beschieten de kerk met kanonnen. Er zit niets anders op dan zich over te geven. Jan van Schaffelaar springt van de toren. De huurlingen mogen ongedeerd vertrekken en Hasse gaat met haar kind en de erfenis van Jan naar Kampen terug. Later ontmoet ze Gerrit opnieuw en trouwt dan met hem.
Drs. Thea Beckman was een Nederlands schrijfster van kinder- en jeugdboeken.
Boek informatie
- Hasse Simonsdochter
- Thea Beckman
- Nederlands
Handige opties
- Meer boeken van:Thea Beckmann