Boekverslag: Hasse Simonsdochter
A Zakelijke gegevens
Titel: Hasse Simonsdochter
Schrijfster: Thea Beckman
Uitgeverij: Lemniscaat 'Rotterdam
Jaar van verschijnen: 1983
B Inhoud
Inleiding
Hasse Simonsdochter is een historisch jeugdboek met een avonturenverhaal, waarin een deel van het leven van Hasse Simonsdochter wordt verteld. Het verhaal speelt zich af in de periode 1462 / 1483, met nadruk op de laatste zes jaar.
Samenvatting
In 1462 wordt Hasse geboren in een arm rietsnijdersgezin dat even buiten Kampen woont. Al snel blijkt dat ze een moeilijk kind is. Als ze ouder wordt nemen haar driftbuien eerder toe dan af. Op aandringen van de pastoor pakken haar ouders haar hard aan. Die aanpak werkt niet. Vaak verdwijnt Hasse dagenlang om rond te zwerven in de rietbossen langs de rivier. Daar woont ze 's zomers in een hutje en ze jaagt er met pijl en boog op klein wild.
In het voor jaar van 1477 proberen drie ruwe veedrijvers Hasse aan te randen. Juist op dat moment komt er een soldaat te paard voorbij. Hij redt Hasse en steekt één van de aanranders dood. De anderen gaan ervan door. Hasse en de soldaat raken aan de praat. De soldaat blijkt Jan van Schaffelaar te heten. Hij is voor de helft van adel en verdient als huurling de kost. Het valt Hasse op dat hij haar heel vriendelijk behandelt. Dat is haar nog nooit overkomen.
Een week later hoort Hasse bij toeval dat Jan van Schaffelaar in Kampen is gearresteerd en zal worden onthoofd. De gevluchte veedrijvers hebben hem aangegeven. Op de dag van de terechtstelling gaat Hasse naar de stad en redt Jan door gebruik te maken van een oud recht: als een vrouw trouwen met de veroordeelde, wordt deze vrijgelaten. Dit heet 'verbidden'.
Jan en Hasse moeten daarna meteen weer vertrekken. Ze gaan naar Zutphen, waar Jan wordt verwacht. Hij neemt daar de leiding op zich van een groep huurlingen en vertrekt naar Doornik.
Hasse blijft in Zutphen achter. Jan huurt een huisje voor haar. Ze houdt het niet lang uit in de vieze, stinkende stad en besluit de omliggende bossen in te trekken en daar te leven zoals ze eerder in de rietlanden rond Kampen leefde.
Tegen de tijd dat Jan zal terugkeren, zoekt Hasse de stad weer op. Daar hoort ze van Jans opdrachtgever (heer Wijnand) dat de strijd bij Doornik slecht is afgelopen. Hij vermoedt dat jan is omgekomen. Diep bedroefd verlaat Hasse de stad. Twee dagen later duikt Jan plotseling in Zutphen op en zet onmiddellijk een zoekactie naar Hasse op touw. Ze wordt gevonden.
Jan Krijgt een nieuwe opdracht. Hij moet geldtransporten van belastinginners overvallen. Jan en Hasse vertrekken met een groep huurlingen naar de Veluwe. Ze nemen hun intrek in een boerenhoeve en hebben veel succes met hun overvallen.
Op een avond komen bij de hoeve twee monniken aan: Thomas en Egidius. Ze krijgen onderdak maar de mannen van Van Schaffelaar krijgen mot met de broeders. Vooral Egidius bijt stevig van zich af en waarschuwt dat ze nog niet van hem af zijn. Hasse krijgt een onbehaaglijk gevoel. Omstreeks diezelfde tijd zoekt de zestienjarige Gerrit van Wou zijn oom Geert in 's-Hertogenbosch op. Gerrit wil bij zijn oom, die klokkengieter is, het vak leren. Kort daarop krijgt de klokkengieter de opdracht van de gemeente Kampen nieuwe klokken te gieten voor de kerk. Die opdracht neemt hij aan en ze vertrekken naar Kampen. Het bevalt Geert daar zo goed, dat hij van plan is daar te wonen. Het stadsbestuur gaat ermee akkoord. Omdat Geert voor zijn nieuwe opdrachten een grote hoeveelheid brons nodig heeft, reist hij samen met Gerrit over land naar Amsterdam om daar het materiaal te kopen.
Op de veluwe worden ze overvallen en gegijzeld door de bende van Jan van Schaffelaar. Gerrit maakt grote indruk op Hasse. Zij wordt echter woedend als hij vraagt hoe zij tussen een bende schurken kan leven. Tegen dat soort gepreek kan ze niet.
Jan moet Gerrit en Geert uiteindelijk laten gaan als de stad Kampen geen losgeld wil betalen voor de klokkengieter en zijn leerling. Enkele maanden later verandert de politieke situatie plotseling, waardoor Jan met zijn groep een andere opdrachtgever moeten gaan zoeken. Het is dan inmiddels 1481.
Ze worden huurlingen van de bisschop van Utrecht en vestigen zich in Achterveld, niet ver van Barneveld. Hasse krijgt in die periode een kind; Lysken.
In Amersfoort duikt plotseling de monnik Egidius op, die de burgemeester zover krijgt dat hij een legermacht samenstelt om Jan aan te vallen. Tijdens die aanval trekt Jan met zijn mannen terug in de kerk van Barneveld. Te laat beseft hij zijn fout. Als de tegenstanders de de kerk en de toren met kanonnen beginnen te schieten, wordt snel duidelijk dat Jan verloren is. Er volgen onderhandelingen. Als Jan zich overgeeft, krijgen zijn mannen vrije aftocht. Nadat Jan afscheid heeft genomen van Hasse, springt hij volkomen onverwacht van de toren. Zijn over-gebleven manschappen mogen inderdaad vertrekken, samen met Hasse. Ze kan op het nippertje ontsnappen aan Egidius.
De daaropvolgende nacht besluit Hasse met haar dochtertje terug te keren naar Kampen. Daar vestigt zij onder een andere naam als waarzegster. Hasse is vooral bang voor Egidius, die nog steeds naar haar op jacht is.
In Kampen komt Gerrit er ten slotte achter dat de geheimzinnige en altijd gesluierde waarzegster, Hasse is. Hij doet haar een huwelijksaanzoek. Hasse wijst dat eerst af, maar na lang aandringen zegt ze er nog eens over na te denken.
Hoofdpersoon en bijfiguren
De hoofdpersoon van het verhaal is Hasse, van haar uiterlijk kom je weinig te weten. Haar karaktereigenschap-pen zijn: onafhankelijk, verdraagzaam, durft op te komen voor zichzelf en wenst zichzelf te zijn. Ze valt op door haar eigengereide en onafhankelijk gedrag.
Haar probleem is dat ze niet zichzelf kan zijn en dat ze niet geaccepteerd wordt door haar omgeving. Haar pro-bleem wordt opgelost waarneer ze Jan ontmoet. Door hem wordt ze wel geaccepteerd en hij neemt haar zelfs in bescherming.
De verhoudingen tussen de hoofdpersoon en de bijfiguren zijn:
Hasse - Jan: hun relatie onder elkaar is heel goed.
Hasse - ouders: Hasse werd vroeger door haar ouders verwaarloosd.
Hasse - Egidius: Egidius probeert Hasse later in het boek te vangen en jaagt haar op.
Hasse - Gerrit: Gerrit heeft een oogje op Hasse, maar Hasse vindt dat eigenlijk niet leuk.
Hasse - Geert : Hasse gaat niet zo veel om met Geert. Ze krijgt weinig met hem te maken.
In het verhaal komen verder een groot aantal personen voor, maar die spelen nauwelijks of weinig een rol. Al-leen Hasse leer je van de binnenkant en weinig van de buitenkant kennen. De rest leer je alleen of heel veel van de buitenkant kennen door wat andere personen over hen zeggen en wat de persoon zelf zegt.
Tijdsverloop en opbouwing van het boek
Tussen het begin en het eind van het boek zit 21 jaar, in dit boek wordt de nadruk gelegd op de laatste 6 jaar.
Het verhaal is opgebouwd uit een hoofdlijn en zijlijn. De hoofdlijn vertelt de gebeurtenissen uit het leven van Hasse. De zijlijn vertelt de gebeurtenissen over Gerrit. Op een bepaald moment komen de hoofdlijn en de zijlijn samen. Het boek bestaat uit 13 hoofdstukken.
In de hoofdstukken 1 t/m 5 begint de hoofdlijn. In hoofdstuk 6 begint de zijlijn. In hoofdstuk 7 keer je naar Has-se terug. In hoofdstuk 8 gaat het weer verder met de zijlijn. De zijlijn wordt in dit hoofdstuk verbonden met de hoofdlijn. Na de gijzeling blijf je in het verhaal verder de gebeurtenissen rond Hasse volgen (hoofdstukken 9, 10, 11 en 12). In hoofdstuk 13, het laatste hoofdstuk, waarin Hasse zich als waarzegster in Kampen vestigt, duikt Gerrit plotseling op. Hij is op zoek naar Hasse en vindt haar tenslotte.
Bedoeling van de Schrijfster
Het verhaal heeft een duidelijke boodschap, die verbonden is met het karakter van Hasse. In de beschrijving van Hasse heeft Thea Beckman namelijk haar ideeën over de ideale vrouw verwerkt, die de volgende eigenschappen en verlangens heeft: onafhankelijk, verdraagzaam, durven opkomen voor je zelf, behoefte aan liefde en de wens jezelf te zijn. Met Hasse heeft Beckman een modelpersoon geschapen: een persoon die als voorbeeld kan dienen en in wie je je op een positieve manier kunt herkennen. Dit doet Beckman in haar werk wel vaker.
Zoals Hasse wordt beschreven als de ideale vrouw, zo wordt Jan van Schaffelaar beschreven als de ideale man. Jan wordt getekend als een dappere, ridderlijke held die verdraagzaam en verstanding is. Hij behandelt Hasse met respect en tederheid. Hij houdt zielsveel van haar en beschermt haar als dat nodig is. Het voornaamste is dat hij haar veel vrijheid geeft. Op die manier kunnen Hasses drang naar vrijheid en onafhankelijkheid volledig tot zijn recht komen. Jan is de enige die Hasse niet wil veranderen. Als Hasse domme dingen doet, verdedigt hij haar hartstochtelijk.
Door de figuur van Egidius krijg je in dit boek een zeer negatief beeld van de rooms-katholieke geestelijkheid.
Uit datgene wat Hasse meemaakt en uit de manier waarop de omgeving op haar reageert, kunnen we ook aflei-den welke ideeën Beckman over de ideale samenleving heeft. Dit gebeurt voornamelijk door kritiek op de be-staande maatschappij te leveren.
C Mening
1 Ik vond het een leuk boek om te lezen omdat er veel gebeurde en er veel spanning in het boek zat bijv. dat je van Egidius weinig kwam te weten omdat de verteller niet veel over hem zij zodat hij een beetje onvoorspelbaar was. Verder vond ik het boek best wel makkelijk om te begrijpen omdat er geen moei-lijke woorden werden gebruikt, het boek makkelijk in elkaar zat en dat het boek voor mijn leeftijd is ge-schreven.
2 De situatie die ik heb uitgekozen is de situatie waarbij Jan van de toren springt. Dat kwam volkomen onverwacht ik had niet gedacht dat hij uiteindelijk van de toren zou springen en dat hij Hasse achter zou laten met haar dochtertje.
Titel: Hasse Simonsdochter
Schrijfster: Thea Beckman
Uitgeverij: Lemniscaat 'Rotterdam
Jaar van verschijnen: 1983
B Inhoud
Inleiding
Hasse Simonsdochter is een historisch jeugdboek met een avonturenverhaal, waarin een deel van het leven van Hasse Simonsdochter wordt verteld. Het verhaal speelt zich af in de periode 1462 / 1483, met nadruk op de laatste zes jaar.
Samenvatting
In 1462 wordt Hasse geboren in een arm rietsnijdersgezin dat even buiten Kampen woont. Al snel blijkt dat ze een moeilijk kind is. Als ze ouder wordt nemen haar driftbuien eerder toe dan af. Op aandringen van de pastoor pakken haar ouders haar hard aan. Die aanpak werkt niet. Vaak verdwijnt Hasse dagenlang om rond te zwerven in de rietbossen langs de rivier. Daar woont ze 's zomers in een hutje en ze jaagt er met pijl en boog op klein wild.
In het voor jaar van 1477 proberen drie ruwe veedrijvers Hasse aan te randen. Juist op dat moment komt er een soldaat te paard voorbij. Hij redt Hasse en steekt één van de aanranders dood. De anderen gaan ervan door. Hasse en de soldaat raken aan de praat. De soldaat blijkt Jan van Schaffelaar te heten. Hij is voor de helft van adel en verdient als huurling de kost. Het valt Hasse op dat hij haar heel vriendelijk behandelt. Dat is haar nog nooit overkomen.
Een week later hoort Hasse bij toeval dat Jan van Schaffelaar in Kampen is gearresteerd en zal worden onthoofd. De gevluchte veedrijvers hebben hem aangegeven. Op de dag van de terechtstelling gaat Hasse naar de stad en redt Jan door gebruik te maken van een oud recht: als een vrouw trouwen met de veroordeelde, wordt deze vrijgelaten. Dit heet 'verbidden'.
Jan en Hasse moeten daarna meteen weer vertrekken. Ze gaan naar Zutphen, waar Jan wordt verwacht. Hij neemt daar de leiding op zich van een groep huurlingen en vertrekt naar Doornik.
Hasse blijft in Zutphen achter. Jan huurt een huisje voor haar. Ze houdt het niet lang uit in de vieze, stinkende stad en besluit de omliggende bossen in te trekken en daar te leven zoals ze eerder in de rietlanden rond Kampen leefde.
Tegen de tijd dat Jan zal terugkeren, zoekt Hasse de stad weer op. Daar hoort ze van Jans opdrachtgever (heer Wijnand) dat de strijd bij Doornik slecht is afgelopen. Hij vermoedt dat jan is omgekomen. Diep bedroefd verlaat Hasse de stad. Twee dagen later duikt Jan plotseling in Zutphen op en zet onmiddellijk een zoekactie naar Hasse op touw. Ze wordt gevonden.
Jan Krijgt een nieuwe opdracht. Hij moet geldtransporten van belastinginners overvallen. Jan en Hasse vertrekken met een groep huurlingen naar de Veluwe. Ze nemen hun intrek in een boerenhoeve en hebben veel succes met hun overvallen.
Op een avond komen bij de hoeve twee monniken aan: Thomas en Egidius. Ze krijgen onderdak maar de mannen van Van Schaffelaar krijgen mot met de broeders. Vooral Egidius bijt stevig van zich af en waarschuwt dat ze nog niet van hem af zijn. Hasse krijgt een onbehaaglijk gevoel. Omstreeks diezelfde tijd zoekt de zestienjarige Gerrit van Wou zijn oom Geert in 's-Hertogenbosch op. Gerrit wil bij zijn oom, die klokkengieter is, het vak leren. Kort daarop krijgt de klokkengieter de opdracht van de gemeente Kampen nieuwe klokken te gieten voor de kerk. Die opdracht neemt hij aan en ze vertrekken naar Kampen. Het bevalt Geert daar zo goed, dat hij van plan is daar te wonen. Het stadsbestuur gaat ermee akkoord. Omdat Geert voor zijn nieuwe opdrachten een grote hoeveelheid brons nodig heeft, reist hij samen met Gerrit over land naar Amsterdam om daar het materiaal te kopen.
Op de veluwe worden ze overvallen en gegijzeld door de bende van Jan van Schaffelaar. Gerrit maakt grote indruk op Hasse. Zij wordt echter woedend als hij vraagt hoe zij tussen een bende schurken kan leven. Tegen dat soort gepreek kan ze niet.
Jan moet Gerrit en Geert uiteindelijk laten gaan als de stad Kampen geen losgeld wil betalen voor de klokkengieter en zijn leerling. Enkele maanden later verandert de politieke situatie plotseling, waardoor Jan met zijn groep een andere opdrachtgever moeten gaan zoeken. Het is dan inmiddels 1481.
Ze worden huurlingen van de bisschop van Utrecht en vestigen zich in Achterveld, niet ver van Barneveld. Hasse krijgt in die periode een kind; Lysken.
In Amersfoort duikt plotseling de monnik Egidius op, die de burgemeester zover krijgt dat hij een legermacht samenstelt om Jan aan te vallen. Tijdens die aanval trekt Jan met zijn mannen terug in de kerk van Barneveld. Te laat beseft hij zijn fout. Als de tegenstanders de de kerk en de toren met kanonnen beginnen te schieten, wordt snel duidelijk dat Jan verloren is. Er volgen onderhandelingen. Als Jan zich overgeeft, krijgen zijn mannen vrije aftocht. Nadat Jan afscheid heeft genomen van Hasse, springt hij volkomen onverwacht van de toren. Zijn over-gebleven manschappen mogen inderdaad vertrekken, samen met Hasse. Ze kan op het nippertje ontsnappen aan Egidius.
De daaropvolgende nacht besluit Hasse met haar dochtertje terug te keren naar Kampen. Daar vestigt zij onder een andere naam als waarzegster. Hasse is vooral bang voor Egidius, die nog steeds naar haar op jacht is.
In Kampen komt Gerrit er ten slotte achter dat de geheimzinnige en altijd gesluierde waarzegster, Hasse is. Hij doet haar een huwelijksaanzoek. Hasse wijst dat eerst af, maar na lang aandringen zegt ze er nog eens over na te denken.
Hoofdpersoon en bijfiguren
De hoofdpersoon van het verhaal is Hasse, van haar uiterlijk kom je weinig te weten. Haar karaktereigenschap-pen zijn: onafhankelijk, verdraagzaam, durft op te komen voor zichzelf en wenst zichzelf te zijn. Ze valt op door haar eigengereide en onafhankelijk gedrag.
Haar probleem is dat ze niet zichzelf kan zijn en dat ze niet geaccepteerd wordt door haar omgeving. Haar pro-bleem wordt opgelost waarneer ze Jan ontmoet. Door hem wordt ze wel geaccepteerd en hij neemt haar zelfs in bescherming.
De verhoudingen tussen de hoofdpersoon en de bijfiguren zijn:
Hasse - Jan: hun relatie onder elkaar is heel goed.
Hasse - ouders: Hasse werd vroeger door haar ouders verwaarloosd.
Hasse - Egidius: Egidius probeert Hasse later in het boek te vangen en jaagt haar op.
Hasse - Gerrit: Gerrit heeft een oogje op Hasse, maar Hasse vindt dat eigenlijk niet leuk.
Hasse - Geert : Hasse gaat niet zo veel om met Geert. Ze krijgt weinig met hem te maken.
In het verhaal komen verder een groot aantal personen voor, maar die spelen nauwelijks of weinig een rol. Al-leen Hasse leer je van de binnenkant en weinig van de buitenkant kennen. De rest leer je alleen of heel veel van de buitenkant kennen door wat andere personen over hen zeggen en wat de persoon zelf zegt.
Tijdsverloop en opbouwing van het boek
Tussen het begin en het eind van het boek zit 21 jaar, in dit boek wordt de nadruk gelegd op de laatste 6 jaar.
Het verhaal is opgebouwd uit een hoofdlijn en zijlijn. De hoofdlijn vertelt de gebeurtenissen uit het leven van Hasse. De zijlijn vertelt de gebeurtenissen over Gerrit. Op een bepaald moment komen de hoofdlijn en de zijlijn samen. Het boek bestaat uit 13 hoofdstukken.
In de hoofdstukken 1 t/m 5 begint de hoofdlijn. In hoofdstuk 6 begint de zijlijn. In hoofdstuk 7 keer je naar Has-se terug. In hoofdstuk 8 gaat het weer verder met de zijlijn. De zijlijn wordt in dit hoofdstuk verbonden met de hoofdlijn. Na de gijzeling blijf je in het verhaal verder de gebeurtenissen rond Hasse volgen (hoofdstukken 9, 10, 11 en 12). In hoofdstuk 13, het laatste hoofdstuk, waarin Hasse zich als waarzegster in Kampen vestigt, duikt Gerrit plotseling op. Hij is op zoek naar Hasse en vindt haar tenslotte.
Bedoeling van de Schrijfster
Het verhaal heeft een duidelijke boodschap, die verbonden is met het karakter van Hasse. In de beschrijving van Hasse heeft Thea Beckman namelijk haar ideeën over de ideale vrouw verwerkt, die de volgende eigenschappen en verlangens heeft: onafhankelijk, verdraagzaam, durven opkomen voor je zelf, behoefte aan liefde en de wens jezelf te zijn. Met Hasse heeft Beckman een modelpersoon geschapen: een persoon die als voorbeeld kan dienen en in wie je je op een positieve manier kunt herkennen. Dit doet Beckman in haar werk wel vaker.
Zoals Hasse wordt beschreven als de ideale vrouw, zo wordt Jan van Schaffelaar beschreven als de ideale man. Jan wordt getekend als een dappere, ridderlijke held die verdraagzaam en verstanding is. Hij behandelt Hasse met respect en tederheid. Hij houdt zielsveel van haar en beschermt haar als dat nodig is. Het voornaamste is dat hij haar veel vrijheid geeft. Op die manier kunnen Hasses drang naar vrijheid en onafhankelijkheid volledig tot zijn recht komen. Jan is de enige die Hasse niet wil veranderen. Als Hasse domme dingen doet, verdedigt hij haar hartstochtelijk.
Door de figuur van Egidius krijg je in dit boek een zeer negatief beeld van de rooms-katholieke geestelijkheid.
Uit datgene wat Hasse meemaakt en uit de manier waarop de omgeving op haar reageert, kunnen we ook aflei-den welke ideeën Beckman over de ideale samenleving heeft. Dit gebeurt voornamelijk door kritiek op de be-staande maatschappij te leveren.
C Mening
1 Ik vond het een leuk boek om te lezen omdat er veel gebeurde en er veel spanning in het boek zat bijv. dat je van Egidius weinig kwam te weten omdat de verteller niet veel over hem zij zodat hij een beetje onvoorspelbaar was. Verder vond ik het boek best wel makkelijk om te begrijpen omdat er geen moei-lijke woorden werden gebruikt, het boek makkelijk in elkaar zat en dat het boek voor mijn leeftijd is ge-schreven.
2 De situatie die ik heb uitgekozen is de situatie waarbij Jan van de toren springt. Dat kwam volkomen onverwacht ik had niet gedacht dat hij uiteindelijk van de toren zou springen en dat hij Hasse achter zou laten met haar dochtertje.
Drs. Thea Beckman was een Nederlands schrijfster van kinder- en jeugdboeken.
Boek informatie
- Hasse Simonsdochter
- Thea Beckman
- Nederlands
Handige opties
- Meer boeken van:Thea Beckmann