Boekverslag: De meisjes van de suikerwerkfabriek
Samenvatting:
Het boek bevat vijf losse verhalen.
Verhaal 1: "Muziekles"
De blokfluit van Tom is stukgemaakt door een aantal jongens toen hij terug kwam van zijn muziekexamen. Van zijn vader, Johan, moet hij maar eens een echt instrument gaan bespelen. Tom stelt verschillende instrumenten voor maar niets wordt door zijn ouders goed gekeurd. Op een dag ziet Johan zijn zoon playbacken. Met de gitaar van zijn vader imiteert Tom Chuck Berry. Op dat moment beslist vader dat zijn zoon op gitaarles gaat. Johan projecteert al zijn onvervulde verlangens op Tom. Er wordt een gitaar gekocht en Tom krijgt al snel lessen. Wanneer de offici?le lessen niet snel genoeg gaan, gaat Johan zijn zoon zelf les in rock- en bluesschema's geven. Tom is het zo zat, dat hij echter op een gegeven moment liever gaat voetballen met de jongens die zijn blokfluit hebben stukgemaakt dan zich nog langer te laten op jutten door zijn vader.
Verhaal 2: "De meisjes van de suikerwerkfabriek"
Vier vrouwen, Cora, Lien, Trix en de ik-figuur reizen op maandag naar hun werk. Alle vier werken ze in de suikerwerkfabriek. Het zijn vier verschillende vrouwen, die ??n ding gemeen hebben. Ze hebben allemaal een probleem met mannen. Cora's echtgenoot, die de ziekte van parkinson heeft, moet constant verzorgd worden. Trix' echtgenoot heeft haar mishandeld en verkracht. Lien moet haar man steeds in de gaten houden en daarom moet ze overal mee heen, en ook de ik-persoon heeft geen prettige ervaringen met mannen. Ze wordt doodmoe van haar belerende vader die haar moeder volkomen onder de duim houdt. Daar komt ook eens bij dat ze ook haar 'eerste keer' als slecht ervaren heeft. De vier vrouwen hebben zich, omdat ze al zolang met deze trein reizen, een eigen coup? toegekend. Op een dag komt er een nieuwe conducteur de kaartjes controleren. Een van de vrouwen heeft haar maandkaart nog niet verlengd en dit wordt -anders dan de vrouwen gewend zijn- niet door de vingers gezien. Hij eist de aanschaf van een nieuwe maandkaart en schrijft bovendien nog een boete uit. De vrouwen worden woedend. Ze pakken zijn pet af en kleden hem vervolgens uit. Wanneer hij helemaal naakt is veranderd het gevoel van de vrouwen van wraak in liefkozing. Vervolgens houdt de conducteur op zich te verzetten. Hij krijgt een erectie en begint te huilen. Geschrokken laten de vrouwen hem gaan. Verward loopt de naakte man het perron op.
Verhaal 3: "Roze met bizarre stukjes geel ertussen"
De kater, Parel, van de ik-figuur is al een tijdje weg. De vader van de ik-figuur trekt het zich niet zo aan. Hij houdt zich meer bezig met zijn carri?re. Op een avond vinden de ouders Parel in een greppel met een steen naast zijn kop. Vader begraaft de kater snel in de tuin. Vroeg in de ochtend daarna, wanneer de lucht er "roze (van de opkomende zon) met bizarre stukjes geel" eruit ziet, begraaft de ik-figuur samen met haar broertje en zusje de kater opnieuw maar dan plechtig. Later op de dag komt een concurrent van haar vader, de Gaai, met zijn vrouw op bezoek. Als hij even met haar komt praten zegt ze tegen hem dat hij vast wel van dieren houdt omdat hij (heeft ze haar ouders horen zeggen) graag 'met andermans veren pronkt'. Het meisje denkt dat ze iets vreselijks heeft gezegd als ze merkt dat hij zo schrikt. Later blijken haar woorden toch weinig te weeg hebben gebracht. Ze is opgelucht, maar toch ook boos op haar vader. Ze begrijpt niet waarom hij slijmt bij de Gaai en niet gewoon ontslag neemt.
Verhaal 4: "De grote moeder"
Wanneer haar ouders hun vakantie doorbrengen in Parijs, is Lise door hen op padvinderskamp gestuurd. Ze vindt het vreselijk, ze voelt zich op gesloten in een vreemde vijandige wereld. De kampleidster, Guido Ravenhorst is een vreselijk mens.
Ze moet van haar allemaal stomme opdrachten doen. Lise is in de puberteit en komt in het kamp op allerlei manieren in aanraking met seksualiteit. Ze vertrouwt alleen Maritha, het hulpje van Ravenhorst. Dit vertrouwen blijkt misplaatst als ze Maritha mee ziet doen aan een luguber nachtelijk offerritueel, waarbij de meisjes bloed moeten drinken (later blijkt dit ranja met zout te zijn).
Tijdens een 'bisonjacht' verdwaalt Lise en komt ze terecht in een jongenskamp. Wanneer ze de volgende morgen wordt teruggebracht is Ravenhorst woedend en draagt de uitgeputte Lise op om het ontbijt te verzorgen, als straf. De ellende is helemaal compleet als ze op het einde een kaart krijgt van haar ouders waarop staat dat ze het heel erg naar hun zin hebben in Parijs.
Verhaal 5: "Op hoge hakken"
Richard en Berber zijn op vakantie naar het Griekse eiland Korfoe. Berber is een meisje dat voortdurend met haar uiterlijk bezig is en zich afvraagt of ze wel aantrekkelijk genoeg is. Ze blijkt een gigantisch zelfcomplex te hebben. Op een dag gaan ze een uitstapje maken naar het ongerepte eilandje Paxos. Berber heeft heel mooie kleren aangetrokken, een mooie jurk met hoge hakken. Dit had ze beter niet kunnen doen want door het wandelen over de rotsen krijgt ze al snel blaren. Ze missen hierdoor de boot en hebben niet genoeg geld bij zich om in een hotel te kunnen overnachten. Uiteindelijk gaan ze slapen op een kiezelstrandje. Berber geeft zichzelf er de schuld van. De volgende ochtend wordt ze echter wakker met frisse moed. Opgewekt springt ze op de boot en alles is weer goed, want Richard heeft tegen haar gezegd dat hij haar heel mooi vindt. De schoenen die het symbool zijn geworden van alle ellende laat Berber achter op de steiger.
Verhaal 6: "Mottenballen en parfum"
De ik-figuur, een middelbaar schoolmeisje, heeft een heel erg slecht rapport. Ze durft het niet aan haar ouders te laten zien. Ze vraagt zich af of ze dan nog wel van haar houden.
Ze wacht op een geschikt moment. Haar moeder heeft bezoek van mevrouw Leifbrand, die klaagt over een man die haar steeds lastig valt, maar met wie ze later, toch maat al te graag het bed in duikt. De ik-figuur begrijpt het niet. Als ze later het rapport aan haar ouders laten zien zijn die erg geschokt. Ze ziet geen kans om hen te vertellen wat haar echt bezig houdt. Haar ouders zijn direct afgeleid door wat er steeds met mevrouw Leifbrand gebeurd.
Daarom vinden ze het wel een goed idee als de ik-figuur een tijdje bij mevrouw Leifbrand gaat logeren. Als ze daar eenmaal is merkt ze dat het huis en de kamers stinken naar een mengsel van mottenballen en parfum. Ze wil er meteen weer weg, maar dat gaat niet, ze zal er een tijdje moeten blijven.
Eerste persoonlijke reactie:
Ik moest een boek zoeken in de bibliotheek van Tessa de Loo. Eerst had ik het boek "Meander" te pakken en was ik erin begonnen. Ik lees altijd de eerste twee hoofdstukken om te kijken of het boek me interesseert. Dit was in dit geval dus niet zo. Het was erg moeilijk geschreven en ik begreep het niet goed en kwam niet in het verhaal, dus ging ik op zoek naar een ander boek van haar.
Mijn oog viel op het boek "Meisjes van de suikerwerkfabriek". Het boek zag er leuk uit en achterop stond dat het boek zes losse verhalen bevatte. Dit sprak mij erg aan omdat ik niet van dikke pillen (lange verhalen) houd. Ook de inhoud van de verhalen sprak mij erg aan, dacht ik, omdat het allemaal wel realistische verhalen zijn.
Verdieping:
Tessa de Loo is een pseudoniem voor Tineke Duyven? de Wit. Ze werd geboren op 15 oktober 1946 in Bussum. Haar vader was chemicus bij een farmaceutisch bedrijf en in zijn vrije tijd amateur-cellobouwer. Haar moeder was huisvrouw. Het gezin bleef enige tijd in 'het Gooi' wonen, verhuisde toen naar Amsterdam en vervolgens naar Oss. Daar werden tevens haar broer en zus geboren. In Brabant ging Tineke ook naar school: eerst naar het gymnasium en daarna naar de HBS. Op beide scholen haalde zij echter zulke slechte cijfers, dat zij tenslotte naar een derde school, het Maaslandcollege, werd gestuurd. Daar haalde zij in 1965 haar MMS-diploma.
Na school ging Tineke Nederlands studeren in Utrecht. Eigenlijk wilde ze naar de kunstacademie, maar haar ouders vonden dat geen goed idee: als kunstenaar zou zij een onzeker en armoedig bestaan tegemoet gaan. Tijdens haar studie trouwde zij met een bouwkundige, van wie zij later nog zou scheiden, en in 1971 werd haar zoon geboren. Tineke stond nog enige tijd voor de klas als docente Nederlands en schreef tussendoor verhalen. Tijdens haar leven verhuisde Tineke erg vaak: na Utrecht woonde ze in de Achterhoek, op Texel, in het Groningse Pieterburen, en in Amsterdam. Tegenwoordig woont ze Co?mbra, Portugal.
Haar eerste twee verhalen publiceerde zij, onder haar eigen naam, in 1979 in Vrij Nederland en in Opzij. Daarna publiceerde zij onder het pseudoniem Tessa de Loo; Tessa is afgeleid van Texel, waar zij heeft gewoond, en haar grootmoeder heette van Loo.
In januari 1983 verscheen haar verhaal "De muziekles" in het literaire tijdschrift Maatstaf, waarin maanden later ook het verhaal "De meisjes van de suikerwerkfabriek" verscheen.
In november 1983 verscheen haar debuutbundel: "De meisjes van de suikerwerkfabriek". Haar tweede boek, de roman "Meander" verscheen in 1987. De roman beschrijft de ondergang van een alternatieve gemeenschap onder leiding van een valse profeet in Zeeland. In 1987 mocht "de Loo" het boekenweekgeschenk schrijven. Het werd "Het rookoffer", een novelle over de onmogelijke liefde tussen een docente Frans en haar achtien jaar jongere leerling. Twee jaar later verscheen "Isabelle", een thrillerachtige roman over een ontvoeringszaak, waarin de tegenstellingen tussen mooi en lelijk, macht en onmacht de twee thema's zijn. In 1993 verscheen de Loo's buitengewone succesvolle roman "De tweeling". Deze roman, waarin de lotgevallen van twee zussen tijdens de 2e wereldoorlog worden beschreven, werd bekroond met de Trouw publieksprijs is 1994 en de Duitse Otto vor der Gablenzprijs. De roman is inmiddels al vele malen herdrukt. De Loo's laatste boek, "Alle verhalen tot morgen", verscheen in 1995.
Verwerking:
? Boeken van Tessa de Loo:
-De tweeling (Carin)
-Isabelle (Wendy)
-Het rookoffer (Joost)
-De meisjes van de suikerwerkfabriek (Myriam)
? Ik deed van de volgende onderwerpen de eerste:
-Over de schrijver
-Verband tussen leven en werk
-Belangrijkste thema's in haar werk
-Algemene reacties van de boekbesprekers/ belangstelling van het publiek
Over de schrijver heb ik verteld in de les dat wat ik ook heb opgeschreven bij "verdiepen". Ik kan hierover dus niets nieuws meer melden.
Evalueren:
Persoonlijke leeservaring:
Zoals ik al in de eerste reactie zei sprak het boek me erg aan. Dit was nog steeds zo toen ik al op de helft van het boek was. De verhalen zijn erg makkelijk om te lezen, en het boek bevat een eenvoudig taalgebruik. Ik vind het prettig om verhalen te lezen die verzonnen, maar toch heel realistisch zijn. Niet alle verhalen vond ik even mooi. Het verhaal "mottenballen en parfum" vond ik het minst mooi, het is een beetje een opvulverhaal.
Het heeft voor mij niet echt een betekenis. Ik denk omdat het ik me niet zo goed kon inleven en er ook niet zoveel bijzonders/ spectakulairs in gebeurde. Er was niet ??n moment dat dan direct vanaf daar in je geheugen zit gegrift. Soms zijn dat momenten in een boek waarop er iets gebeurt wat je aanspreekt of juist afschrikt. Dat was in dit verhaal niet zo.
In het verhaal "De meisjes van de suikerwerkfabriek" was dit echter wel zo. Het moment wanneer de vier vrouwen de conducteur aanvallen is heel erg blijven hangen bij mij omdat ik het me haast niet kan voorstellen. Ook vind ik dat ze een hele rare manier van handelen hebben. Ik zou het zelf nooit kunnen. Bovendien merk je dat de gevoelens van de conducteur goed naar boven komen. Ik vind het in dit geval leuk om te lezen hoe de conducteur zich voelt en hoe dat zich uit. Dit vond ik ook het beste verhaal.
De andere verhalen waren wel goed, leuk om te lezen als kort verhaal, maar nooit interessant genoeg om een heel boek over te schrijven.
Presentatie:
Vond ik erg leuk om te doen. Ik vind het leuk om voor de klas iets aan anderen te laten zien waar ik mee bezig ben geweest en wat mij interesseert. Ik vind het ook niet eng en ben bijna niet zenuwachtig. Dit is wel fijn want je maakt je dan veel minder zorgen.
Ik vond het ook leuk om naar de p[presentaties van anderen te luisteren want dan hoor je ook hun mening. Misschien ontdek je zelfs wel boeken die je n.a.v. een presentatie zelf ook zou willen gaan lezen in de toekomst.
Bovendien steek je veel van een presentatie op en heb je er later wat aan.
Samenwerking:
De samenwerking verliep goed. In het begin hadden we wat moeite met het kiezen van de boeken want we moesten toch uitmaken wie welk boek zou lezen.
De schrijver was al snel duidelijk.
Gelukkig kunnen we allemaal goed met elkaar overweg en dat is zeker prettig omdat je dan over het algemeen wat toeschietelijker bent.
We hebben er met plezier aan gewerkt, en ook deze vorm van samenwerken is weer goed voor later en zeker leerzaam.
Het boek bevat vijf losse verhalen.
Verhaal 1: "Muziekles"
De blokfluit van Tom is stukgemaakt door een aantal jongens toen hij terug kwam van zijn muziekexamen. Van zijn vader, Johan, moet hij maar eens een echt instrument gaan bespelen. Tom stelt verschillende instrumenten voor maar niets wordt door zijn ouders goed gekeurd. Op een dag ziet Johan zijn zoon playbacken. Met de gitaar van zijn vader imiteert Tom Chuck Berry. Op dat moment beslist vader dat zijn zoon op gitaarles gaat. Johan projecteert al zijn onvervulde verlangens op Tom. Er wordt een gitaar gekocht en Tom krijgt al snel lessen. Wanneer de offici?le lessen niet snel genoeg gaan, gaat Johan zijn zoon zelf les in rock- en bluesschema's geven. Tom is het zo zat, dat hij echter op een gegeven moment liever gaat voetballen met de jongens die zijn blokfluit hebben stukgemaakt dan zich nog langer te laten op jutten door zijn vader.
Verhaal 2: "De meisjes van de suikerwerkfabriek"
Vier vrouwen, Cora, Lien, Trix en de ik-figuur reizen op maandag naar hun werk. Alle vier werken ze in de suikerwerkfabriek. Het zijn vier verschillende vrouwen, die ??n ding gemeen hebben. Ze hebben allemaal een probleem met mannen. Cora's echtgenoot, die de ziekte van parkinson heeft, moet constant verzorgd worden. Trix' echtgenoot heeft haar mishandeld en verkracht. Lien moet haar man steeds in de gaten houden en daarom moet ze overal mee heen, en ook de ik-persoon heeft geen prettige ervaringen met mannen. Ze wordt doodmoe van haar belerende vader die haar moeder volkomen onder de duim houdt. Daar komt ook eens bij dat ze ook haar 'eerste keer' als slecht ervaren heeft. De vier vrouwen hebben zich, omdat ze al zolang met deze trein reizen, een eigen coup? toegekend. Op een dag komt er een nieuwe conducteur de kaartjes controleren. Een van de vrouwen heeft haar maandkaart nog niet verlengd en dit wordt -anders dan de vrouwen gewend zijn- niet door de vingers gezien. Hij eist de aanschaf van een nieuwe maandkaart en schrijft bovendien nog een boete uit. De vrouwen worden woedend. Ze pakken zijn pet af en kleden hem vervolgens uit. Wanneer hij helemaal naakt is veranderd het gevoel van de vrouwen van wraak in liefkozing. Vervolgens houdt de conducteur op zich te verzetten. Hij krijgt een erectie en begint te huilen. Geschrokken laten de vrouwen hem gaan. Verward loopt de naakte man het perron op.
Verhaal 3: "Roze met bizarre stukjes geel ertussen"
De kater, Parel, van de ik-figuur is al een tijdje weg. De vader van de ik-figuur trekt het zich niet zo aan. Hij houdt zich meer bezig met zijn carri?re. Op een avond vinden de ouders Parel in een greppel met een steen naast zijn kop. Vader begraaft de kater snel in de tuin. Vroeg in de ochtend daarna, wanneer de lucht er "roze (van de opkomende zon) met bizarre stukjes geel" eruit ziet, begraaft de ik-figuur samen met haar broertje en zusje de kater opnieuw maar dan plechtig. Later op de dag komt een concurrent van haar vader, de Gaai, met zijn vrouw op bezoek. Als hij even met haar komt praten zegt ze tegen hem dat hij vast wel van dieren houdt omdat hij (heeft ze haar ouders horen zeggen) graag 'met andermans veren pronkt'. Het meisje denkt dat ze iets vreselijks heeft gezegd als ze merkt dat hij zo schrikt. Later blijken haar woorden toch weinig te weeg hebben gebracht. Ze is opgelucht, maar toch ook boos op haar vader. Ze begrijpt niet waarom hij slijmt bij de Gaai en niet gewoon ontslag neemt.
Verhaal 4: "De grote moeder"
Wanneer haar ouders hun vakantie doorbrengen in Parijs, is Lise door hen op padvinderskamp gestuurd. Ze vindt het vreselijk, ze voelt zich op gesloten in een vreemde vijandige wereld. De kampleidster, Guido Ravenhorst is een vreselijk mens.
Ze moet van haar allemaal stomme opdrachten doen. Lise is in de puberteit en komt in het kamp op allerlei manieren in aanraking met seksualiteit. Ze vertrouwt alleen Maritha, het hulpje van Ravenhorst. Dit vertrouwen blijkt misplaatst als ze Maritha mee ziet doen aan een luguber nachtelijk offerritueel, waarbij de meisjes bloed moeten drinken (later blijkt dit ranja met zout te zijn).
Tijdens een 'bisonjacht' verdwaalt Lise en komt ze terecht in een jongenskamp. Wanneer ze de volgende morgen wordt teruggebracht is Ravenhorst woedend en draagt de uitgeputte Lise op om het ontbijt te verzorgen, als straf. De ellende is helemaal compleet als ze op het einde een kaart krijgt van haar ouders waarop staat dat ze het heel erg naar hun zin hebben in Parijs.
Verhaal 5: "Op hoge hakken"
Richard en Berber zijn op vakantie naar het Griekse eiland Korfoe. Berber is een meisje dat voortdurend met haar uiterlijk bezig is en zich afvraagt of ze wel aantrekkelijk genoeg is. Ze blijkt een gigantisch zelfcomplex te hebben. Op een dag gaan ze een uitstapje maken naar het ongerepte eilandje Paxos. Berber heeft heel mooie kleren aangetrokken, een mooie jurk met hoge hakken. Dit had ze beter niet kunnen doen want door het wandelen over de rotsen krijgt ze al snel blaren. Ze missen hierdoor de boot en hebben niet genoeg geld bij zich om in een hotel te kunnen overnachten. Uiteindelijk gaan ze slapen op een kiezelstrandje. Berber geeft zichzelf er de schuld van. De volgende ochtend wordt ze echter wakker met frisse moed. Opgewekt springt ze op de boot en alles is weer goed, want Richard heeft tegen haar gezegd dat hij haar heel mooi vindt. De schoenen die het symbool zijn geworden van alle ellende laat Berber achter op de steiger.
Verhaal 6: "Mottenballen en parfum"
De ik-figuur, een middelbaar schoolmeisje, heeft een heel erg slecht rapport. Ze durft het niet aan haar ouders te laten zien. Ze vraagt zich af of ze dan nog wel van haar houden.
Ze wacht op een geschikt moment. Haar moeder heeft bezoek van mevrouw Leifbrand, die klaagt over een man die haar steeds lastig valt, maar met wie ze later, toch maat al te graag het bed in duikt. De ik-figuur begrijpt het niet. Als ze later het rapport aan haar ouders laten zien zijn die erg geschokt. Ze ziet geen kans om hen te vertellen wat haar echt bezig houdt. Haar ouders zijn direct afgeleid door wat er steeds met mevrouw Leifbrand gebeurd.
Daarom vinden ze het wel een goed idee als de ik-figuur een tijdje bij mevrouw Leifbrand gaat logeren. Als ze daar eenmaal is merkt ze dat het huis en de kamers stinken naar een mengsel van mottenballen en parfum. Ze wil er meteen weer weg, maar dat gaat niet, ze zal er een tijdje moeten blijven.
Eerste persoonlijke reactie:
Ik moest een boek zoeken in de bibliotheek van Tessa de Loo. Eerst had ik het boek "Meander" te pakken en was ik erin begonnen. Ik lees altijd de eerste twee hoofdstukken om te kijken of het boek me interesseert. Dit was in dit geval dus niet zo. Het was erg moeilijk geschreven en ik begreep het niet goed en kwam niet in het verhaal, dus ging ik op zoek naar een ander boek van haar.
Mijn oog viel op het boek "Meisjes van de suikerwerkfabriek". Het boek zag er leuk uit en achterop stond dat het boek zes losse verhalen bevatte. Dit sprak mij erg aan omdat ik niet van dikke pillen (lange verhalen) houd. Ook de inhoud van de verhalen sprak mij erg aan, dacht ik, omdat het allemaal wel realistische verhalen zijn.
Verdieping:
Tessa de Loo is een pseudoniem voor Tineke Duyven? de Wit. Ze werd geboren op 15 oktober 1946 in Bussum. Haar vader was chemicus bij een farmaceutisch bedrijf en in zijn vrije tijd amateur-cellobouwer. Haar moeder was huisvrouw. Het gezin bleef enige tijd in 'het Gooi' wonen, verhuisde toen naar Amsterdam en vervolgens naar Oss. Daar werden tevens haar broer en zus geboren. In Brabant ging Tineke ook naar school: eerst naar het gymnasium en daarna naar de HBS. Op beide scholen haalde zij echter zulke slechte cijfers, dat zij tenslotte naar een derde school, het Maaslandcollege, werd gestuurd. Daar haalde zij in 1965 haar MMS-diploma.
Na school ging Tineke Nederlands studeren in Utrecht. Eigenlijk wilde ze naar de kunstacademie, maar haar ouders vonden dat geen goed idee: als kunstenaar zou zij een onzeker en armoedig bestaan tegemoet gaan. Tijdens haar studie trouwde zij met een bouwkundige, van wie zij later nog zou scheiden, en in 1971 werd haar zoon geboren. Tineke stond nog enige tijd voor de klas als docente Nederlands en schreef tussendoor verhalen. Tijdens haar leven verhuisde Tineke erg vaak: na Utrecht woonde ze in de Achterhoek, op Texel, in het Groningse Pieterburen, en in Amsterdam. Tegenwoordig woont ze Co?mbra, Portugal.
Haar eerste twee verhalen publiceerde zij, onder haar eigen naam, in 1979 in Vrij Nederland en in Opzij. Daarna publiceerde zij onder het pseudoniem Tessa de Loo; Tessa is afgeleid van Texel, waar zij heeft gewoond, en haar grootmoeder heette van Loo.
In januari 1983 verscheen haar verhaal "De muziekles" in het literaire tijdschrift Maatstaf, waarin maanden later ook het verhaal "De meisjes van de suikerwerkfabriek" verscheen.
In november 1983 verscheen haar debuutbundel: "De meisjes van de suikerwerkfabriek". Haar tweede boek, de roman "Meander" verscheen in 1987. De roman beschrijft de ondergang van een alternatieve gemeenschap onder leiding van een valse profeet in Zeeland. In 1987 mocht "de Loo" het boekenweekgeschenk schrijven. Het werd "Het rookoffer", een novelle over de onmogelijke liefde tussen een docente Frans en haar achtien jaar jongere leerling. Twee jaar later verscheen "Isabelle", een thrillerachtige roman over een ontvoeringszaak, waarin de tegenstellingen tussen mooi en lelijk, macht en onmacht de twee thema's zijn. In 1993 verscheen de Loo's buitengewone succesvolle roman "De tweeling". Deze roman, waarin de lotgevallen van twee zussen tijdens de 2e wereldoorlog worden beschreven, werd bekroond met de Trouw publieksprijs is 1994 en de Duitse Otto vor der Gablenzprijs. De roman is inmiddels al vele malen herdrukt. De Loo's laatste boek, "Alle verhalen tot morgen", verscheen in 1995.
Verwerking:
? Boeken van Tessa de Loo:
-De tweeling (Carin)
-Isabelle (Wendy)
-Het rookoffer (Joost)
-De meisjes van de suikerwerkfabriek (Myriam)
? Ik deed van de volgende onderwerpen de eerste:
-Over de schrijver
-Verband tussen leven en werk
-Belangrijkste thema's in haar werk
-Algemene reacties van de boekbesprekers/ belangstelling van het publiek
Over de schrijver heb ik verteld in de les dat wat ik ook heb opgeschreven bij "verdiepen". Ik kan hierover dus niets nieuws meer melden.
Evalueren:
Persoonlijke leeservaring:
Zoals ik al in de eerste reactie zei sprak het boek me erg aan. Dit was nog steeds zo toen ik al op de helft van het boek was. De verhalen zijn erg makkelijk om te lezen, en het boek bevat een eenvoudig taalgebruik. Ik vind het prettig om verhalen te lezen die verzonnen, maar toch heel realistisch zijn. Niet alle verhalen vond ik even mooi. Het verhaal "mottenballen en parfum" vond ik het minst mooi, het is een beetje een opvulverhaal.
Het heeft voor mij niet echt een betekenis. Ik denk omdat het ik me niet zo goed kon inleven en er ook niet zoveel bijzonders/ spectakulairs in gebeurde. Er was niet ??n moment dat dan direct vanaf daar in je geheugen zit gegrift. Soms zijn dat momenten in een boek waarop er iets gebeurt wat je aanspreekt of juist afschrikt. Dat was in dit verhaal niet zo.
In het verhaal "De meisjes van de suikerwerkfabriek" was dit echter wel zo. Het moment wanneer de vier vrouwen de conducteur aanvallen is heel erg blijven hangen bij mij omdat ik het me haast niet kan voorstellen. Ook vind ik dat ze een hele rare manier van handelen hebben. Ik zou het zelf nooit kunnen. Bovendien merk je dat de gevoelens van de conducteur goed naar boven komen. Ik vind het in dit geval leuk om te lezen hoe de conducteur zich voelt en hoe dat zich uit. Dit vond ik ook het beste verhaal.
De andere verhalen waren wel goed, leuk om te lezen als kort verhaal, maar nooit interessant genoeg om een heel boek over te schrijven.
Presentatie:
Vond ik erg leuk om te doen. Ik vind het leuk om voor de klas iets aan anderen te laten zien waar ik mee bezig ben geweest en wat mij interesseert. Ik vind het ook niet eng en ben bijna niet zenuwachtig. Dit is wel fijn want je maakt je dan veel minder zorgen.
Ik vond het ook leuk om naar de p[presentaties van anderen te luisteren want dan hoor je ook hun mening. Misschien ontdek je zelfs wel boeken die je n.a.v. een presentatie zelf ook zou willen gaan lezen in de toekomst.
Bovendien steek je veel van een presentatie op en heb je er later wat aan.
Samenwerking:
De samenwerking verliep goed. In het begin hadden we wat moeite met het kiezen van de boeken want we moesten toch uitmaken wie welk boek zou lezen.
De schrijver was al snel duidelijk.
Gelukkig kunnen we allemaal goed met elkaar overweg en dat is zeker prettig omdat je dan over het algemeen wat toeschietelijker bent.
We hebben er met plezier aan gewerkt, en ook deze vorm van samenwerken is weer goed voor later en zeker leerzaam.
Op de middelbare school tekende en schilderde De Loo veel. Ze schreef toen ook al graag opstellen.
Boek informatie
- De meisjes van de suikerwerkfabriek
- Johanna Martina (Tineke) Duyvené de Wit
- Nederlands
Handige opties
- Meer boeken van:Tessa de Loo