Boekverslag: De guillotine
Titelverklaring
Zoals de titel zelf al zegt, gaat het boek over de guillotine. Dat komt omdat het verhaal zich afspeelt tijdens de Franse Revolutie tegen de aristocraten. Heel veel mensen zijn toen om het leven gebracht door middel van de guillotine.
Het boek zelf
Het genre van het boek is ?Geschiedenis in Frankrijk?. Het boek is in 1999 uitgegeven door Lemniscaat Rotterdam. Het boek is geschreven door Simone van der Vlugt. Het boek is geschikt bevonden voor mensen van 12 jaar en ouder.
Opvallend taalgebruik
De schrijfster heeft een heel spannend taalgebruik. Dat komt vooral omdat ze alles vertelt met heel veel vergelijkingen en bijvoeglijke naamwoorden. Bijvoorbeeld: ?Ze is in het nauw gedreven als een rat in de val?. Dat is een heel simpel voorbeeld, maar in het boek doet de schrijfster dit ook, maar dan veel overtuigender en nog veel en veel spannender.
De hoofdpersonen
Sandrine de Billancourt
Een meisje van adel dat bij haar vader en moeder en bij haar zus Michelle woont in Parijs. Zij en haar familie worden ook wel aristocraten genoemd omdat ze van adel zijn. Haar vader is eigenlijk een landheer dat zijn stuk land heeft in een klein dorpje in Frankrijk, genaamd Poissy. Ze is een erg gevoelig meisje, dat ook erg emotioneel is. Sandrine is ongeveer 16 jaar oud.
Julie
De kamenier van Sandrine. Elke ochtend als Sandrine opstaat helpt Julie haar bijvoorbeeld met aankleden. Zij gaat ook overal mee naartoe, waar Sandrine maar heen gaat. Zij moet dus eigenlijk ook zorgen voor Sandrine. Ze is altijd erg bezorgd om Sandrine. Ze zou zelfs haar leven geven voor haar, wat later nog gebeurt ook? Julie is ook bevriend met de familie Lambertin. Ze is net als Sandrine ongeveer 16 jaar oud.
Nicolas
Nicolas? vader pacht land van Monsieur de Billancourt (de vader van Sandrine). Hij en de rest van zijn familie zijn erg arm. Hij woont op een boerderij samen met zijn vader, zijn zusje Agnes en twee broertjes. Hij heeft het beste voor met zijn familie. Hij is ook erg tegen de aristocraten. Hij vindt het heel erg dat hij en zijn familie in armoe moeten leven en de aristocraten hebben het heel goed.
Maurice Lambertin
Hij is schoenmaker in ??n van de armere buurten van Parijs. Het is een aardige man die ook niet zo veel moet hebben van de aristocraten. Maar het is niet zo erg als zijn zoon, Philippe.
Margot Lambertin
De vrouw van Maurice. Zij doet het huishouden bij haar familie: ze kookt, ze wast, ze staat elke morgen vroeg op om brood te halen voor de familie en nog veel meer huishoudelijke klusjes. Ze is een lieve vrouw, die nog geen vlieg kwaad zou doen. Ze heeft het beste voor met de hele familie, en geeft nooit op met wat dan ook.
Philippe Lambertin
Hij is de zoon van Maurice en Margot Lambertin. Hij is erg voor de Revolutie, en is daarom ook een sansculotte. Het betekent dat je Revolutiegezind bent, en dat je je onderscheidt van de aristocraten door slordige kleiding te dragen. Philippe moet ook niks hebben van de aristocraten, maar later komt daar verandering in.
Pierre Lambertin
De jongste zoon van Maurice en Margot. Pierre is altijd vrolijk en opgewekt. Het liefst gaat hij bikkelen met zijn vriendjes, maar dat mag hij pas als hij zijn moeder heeft geholpen met de huishoudelijke klusjes. Hij moet dan bijvoorbeeld hout hakken.
Samenvatting
Als Sandrine de Billancourt op een dag wordt opgehaald van haar school in Parijs, gebeurt er iets vreemds. Ze zit samen met Julie in haar koets op weg naar huis, totdat ze midden in een opstand terecht komen, t?gen de aristocraten. Ze moeten dus zo snel mogelijk weg. De koetsier probeert dat ook, via een klein steegje. Maar de koets komt vast te zitten. Sandrine zegt tegen Bernard, de koetsier, dat hij naar haar huis moet rennen om haar vader en moeder te waarschuwen, dat Sandrine gevaar loopt. Dat doet Bernard. Ondertussen gaan Sandrine en Julie de koets uit, en verscheuren ze hun kleren, zodat niemand zou zien dat Sandrine een aristocrate was, en Julie haar kamenier. De twee meisjes doen allebei een mantel over hun hoofd en lopen gewoon mee met de opstand, zodat ze niet verdacht lijken. De mensen stinken naar knoflook, en elke keer als Sandrine wordt aangekeken door iemand, moet ze bijna overgeven van de stank. En de mensen blijven maar roepen: ?Wij willen brood!!?. Sandrine en Julie banen zich samen een weg door de massa en gaan een klein steegje in. Daar vinden ze een bewusteloze jongen met een gebroken been. Julie kent de jongen, dus de twee meisjes nemen hem mee, en dragen hem naar zijn huis. De jongen heet Pierre Lambertin. De familie Lambertin zijn vrienden van Julie. Als ze bij het huis van Pierre zijn aangekomen, stelt Julie Sandrine voor aan de familie. Dat Sandrine van adel is vindt Philippe, de oudste zoon in die familie, niet leuk. Hij haat de mensen van adel namelijk, ook wel de aristocraten genoemd. Hij maakt dus de hele tijd sarcastische opmerkingen. De ouders van Pierre denken dat Pierre een dokter nodig heeft. Dus als Sandrine en Julie naar huis lopen, Gaat Sandrine even bij haar huisarts langs, de beste dokter van Parijs, en ze zegt tegen hem dat hij langs moet gaan bij de familie Lambertin. Haar vader betaalt de rekening wel. Een paar weken hierna, in de zomer, gaat de familie de Billancourt naar hun landgoed: Poissy. Daar hebben ze een kasteel en ze gaan ze altijd heen in de zomer, zodat de vader van Sandrine kan kijken hoe het gaat met zijn land en met zijn pachtboeren. Daar aangekomen na een lange reis, gaat Sandrine even paardrijden. Dan ontmoet ze een jongen, Nicolas. Hij is de zoon van een pachtboer van Sandrine?s vader. Hij vertelt haar dat ongeveer alle mensen die niet van adel zijn in grote armoede leven. Hij vertelt haar ook dat er een revolutie op komst is, maar Sandrine gelooft het niet en gaat naar huis.
Een paar dagen later, als Sandrine even iets wil vragen aan een keukenmeid, kan ze niemand vinden. Ze raakt in paniek, en rent naar haar ouders. Alle hulpen zijn weg, alleen Julie en de koetsier zijn er nog. Dan horen ze opeens luid geschreeuw steeds dichterbij komen. Sandrine rent als een gek naar een van de vier hoge torens van het kasteel. Ze ziet allemaal fakkels, knuppels en nog veel meer wapens. Ze schreeuwen: ?Wij willen brood, weg met de aristo?s!!?. Sandrine vertelt haar ouders wat ze had gezien, dus ze vluchten. Ze rijden gauw terug naar Parijs. Later horen ze dat er bijna niets meer over is van hun kasteel.
Terug in haar huis in Parijs, hoort Sandrine opeens tromgeroffel steeds dichterbij komen. Ze vraagt aan Julie wat er aan de hand is. Julie denkt dat het een opstand is. Maar als er op de deur geklopt wordt, weten ze pas wat er echt aan de hand is: Alle aristocraten worden uit hun huizen gehaald en worden naar de vele gevangenissen gebracht in Parijs. De Franse Revolutie is begonnen. De Bastille is al bestormd, en nu worden de aristocraten vermoord. Sandrine weet niet wat ze moet doen. Haar ouders en Michelle ook niet. Julie zegt tegen ze dat ze moeten vluchten. Tegen Sandrine zegt ze dat ze onder een luik moet gaan zitten, totdat ze niets meer hoort. Daarna moet ze naar de familie Lambertin gaan, die zullen dan wel voor haar zorgen. Dat doet Sandrine. Ze hoort nog net dat haar ouders worden opgepakt, en ze hoort Michelle schreeuwen. Ook Julie wordt opgepakt. Na een paar uur durft ze eindelijk uit het luik te gaan. Ze trekt haar mooie kleren kapot, zodat ze niet opvalt. Als ze naar de familie Lambertin loopt, ziet ze op een groot plein een guillotine staan. Ze ziet er een heleboel juichende mensen omheen staan, de elke keer klappen en schreeuwen als het grote mes naar beneden suist. Sandrine moet zich inhouden om niet over te hoeven geven. Als ze aangekomen is bij de familie Lambertin, vertelt ze eerst even waarvan zij elkaar ook alweer kenden. De familie Lambertin weet het weer, en ze nemen haar in huis, want ze staan bij haar in het krijt. Als Sandrine namelijk geen dokter had gestuurd toen Pierre gewond was, had hij het niet overleefd. Philippe heeft er moeite mee dat er een aristocrate bij hem in huis is. Sandrine past zich aan, en probeert net zo te leven als de familie Lambertin. In het begin heeft ze er moeite mee, maar later lukt het wel. Ook Philippe en zij beginnen elkaar steeds aardiger te vinden. Toch maakt Sandrine zich ernstige zorgen over haar ouders, Michelle en Julie. Dus Philippe zoekt uit wat er met haar ouders gebeurd is. Ze zijn dood. Sandrine schrikt hier erg van. Sandrine gaat nu maar gewoon verder met haar leven en helpt mee met de huishoudelijke klusjes van Margot, en ze haalt ?s ochtends vroeg brood voor de familie. Op een dag duikt Nicolas op. Hij woont sinds kort ook in Parijs. Hij herkent Sandrine. Ook zij beginnen steeds betere vrienden te worden.
Op een dag vertelt Nicolas aan Sandrine dat hij weg wil gaan uit Parijs. Hij wil terug naar Poissy omdat hij op de lijst staat van verraders van de Revolutie. Hij moet dus snel weg, anders wordt hij vermoord. Hij krijgt valse papieren van Philippe, en hij probeert Sandrine mee te smokkelen. Zij wil namelijk ook wel terug naar Poissy. Helaas lukt het niet om haar door de poort van de stadsmuren te krijgen, en Nicolas en Sandrine worden allebei opgepakt. Ze gaan naar de gevangenis. In de gevangenis worden elke dag ongeveer tien mensen opgeroepen om mee te gaan naar de guillotine of om verplaatst te worden naar een andere gevangenis. Op een dag wordt Sandrine opgeroepen om verplaatst te worden naar de Conciergerie. Dat is een andere gevangenis. Ze moet in een kar gaan zitten, samen met andere gevangenen. Opeens komen ze midden in een opstand te zitten. De officier die meegaat, zegt tegen de cipiers dat de gevangenen uit de kar gehaald moeten worden, en geboeid moeten worden. Dan zegt de officier, terwijl hij naar Sandrine wijst: ?Ik neem deze wel mee?. Dan heeft Sandrine door dat die officier Philippe is. Philippe heeft voor valse papieren gezorgd voor hun allebei. Het spijt Philippe dat hij Nicolas niet meer kon redden. Sandrine vindt dat erg jammer, want ze is heel erg op hem gesteld. Nu gaan Philippe en Sandrine terug naar Poissy. De rest van de familie Lambertin is al gevlucht, dus die zijn al veilig.
Nicolas zit nog steeds in de gevangenis. Hij mist Sandrine. Als hij wil gaan slapen ligt hij op een bobbel. Hij ziet dat het cipiers kleren zijn. Hij trekt ze vlug aan en doet net of hij een cipier is. Hij vlucht de gevangenis uit. Op een papiertje in een van de zakken van de cipiers broek zit een briefje met een adres erop. Hij gaat naar het adres en vind daar valse papieren. Nou weet hij dat Philippe daar voor heeft gezorgd. Hij weet ook dat hij en Sandrine veilig zijn omdat hij had gehoord dat er gevangenen waren ontsnapt tijdens de verplaatsing. Nicolas vlucht de stad uit, en hij is net als Philippe en Sandrine op weg naar Poissy, waar ze elkaar later wel ontmoeten?
Mijn eigen mening
Ik vond het een heel spannend boek, en een mooi verhaal. Dat was ook vooral omdat de schrijfster zo spannend schrijft. De gebeurtenissen worden heel spannend omschreven, net alsof de schrijfster het zelf heeft meegemaakt. Kortom: een heel leuk en spannend boek. Ik denk haast wel dat ik haar andere tot nu toe verschenen boeken ook ga lezen.
Het mooiste fragment
Het mooiste fragment vond ik toen Nicolas probeerde Sandrine over de grens te smokkelen. Nicolas zat op een boerenkar, met allemaal groenteafval erin. Sandrine lag verstopt onder het afval. Toen de poortwachters Nicolas erdoor liet gaan, zeiden ze opeens dat hij terug moesten komen. Dat deed hij toen. De wachters zeiden dat er nooit zoveel afval kon zijn voor een stad zonder eten, en toen kwamen ze erachter dat Sandrine verstopt zat. Dat vond ik het spannendste en mooiste moment van het boek.
Biografie
Simone van der Vlugt is geboren in 1966. Schrijven is altijd al haar grote passie geweest. Zelf zegt ze daarover: 'Mijn ouders konden me geen groter plezier doen dan me een pak schrijfpapier geven en later zelfs een echte typemachine. Ik vond het enig om verhaaltjes te schrijven en ze te voorzien van een kaft met mijn naam er op.' Op haar dertiende ging ze voor het eerst naar een uitgever die haar adviseerde en vertelde door te gaan.
Het schrijven begon serieuzer te worden toen Simone Nederlands en Frans studeerde aan de lerarenopleiding en haar duidelijk werd dat de lessen creatief schrijven haar het best bevielen. Meteen na afronding van haar studie stortte ze zich op haar computer. In het begin ging dat niet makkelijk door een drukke baan en wat later een baby. Nu gaat alles wel beter.
In 1995 kwam haar eerste jeugdboek uit: ?De amulet?. In deze historische roman moet de 13-jarige Nina vluchten als ze beschuldigd wordt van hekserij. Het boek werd een succes: De amulet werd getipt door de Nederlandse Kinderjury.
Al spoedig volgde haar tweede boek: ?Bloedgeld?. Een spannend verhaal over de belevenissen van Reinout en zijn maten, die op een VOC-schip op weg zijn naar Indi?.
Bibliografie
- 1995: De amulet
Getipt door de Nederlandse Kinderjury 1996
- 1996: Bloedgeld
Zoals de titel zelf al zegt, gaat het boek over de guillotine. Dat komt omdat het verhaal zich afspeelt tijdens de Franse Revolutie tegen de aristocraten. Heel veel mensen zijn toen om het leven gebracht door middel van de guillotine.
Het boek zelf
Het genre van het boek is ?Geschiedenis in Frankrijk?. Het boek is in 1999 uitgegeven door Lemniscaat Rotterdam. Het boek is geschreven door Simone van der Vlugt. Het boek is geschikt bevonden voor mensen van 12 jaar en ouder.
Opvallend taalgebruik
De schrijfster heeft een heel spannend taalgebruik. Dat komt vooral omdat ze alles vertelt met heel veel vergelijkingen en bijvoeglijke naamwoorden. Bijvoorbeeld: ?Ze is in het nauw gedreven als een rat in de val?. Dat is een heel simpel voorbeeld, maar in het boek doet de schrijfster dit ook, maar dan veel overtuigender en nog veel en veel spannender.
De hoofdpersonen
Sandrine de Billancourt
Een meisje van adel dat bij haar vader en moeder en bij haar zus Michelle woont in Parijs. Zij en haar familie worden ook wel aristocraten genoemd omdat ze van adel zijn. Haar vader is eigenlijk een landheer dat zijn stuk land heeft in een klein dorpje in Frankrijk, genaamd Poissy. Ze is een erg gevoelig meisje, dat ook erg emotioneel is. Sandrine is ongeveer 16 jaar oud.
Julie
De kamenier van Sandrine. Elke ochtend als Sandrine opstaat helpt Julie haar bijvoorbeeld met aankleden. Zij gaat ook overal mee naartoe, waar Sandrine maar heen gaat. Zij moet dus eigenlijk ook zorgen voor Sandrine. Ze is altijd erg bezorgd om Sandrine. Ze zou zelfs haar leven geven voor haar, wat later nog gebeurt ook? Julie is ook bevriend met de familie Lambertin. Ze is net als Sandrine ongeveer 16 jaar oud.
Nicolas
Nicolas? vader pacht land van Monsieur de Billancourt (de vader van Sandrine). Hij en de rest van zijn familie zijn erg arm. Hij woont op een boerderij samen met zijn vader, zijn zusje Agnes en twee broertjes. Hij heeft het beste voor met zijn familie. Hij is ook erg tegen de aristocraten. Hij vindt het heel erg dat hij en zijn familie in armoe moeten leven en de aristocraten hebben het heel goed.
Maurice Lambertin
Hij is schoenmaker in ??n van de armere buurten van Parijs. Het is een aardige man die ook niet zo veel moet hebben van de aristocraten. Maar het is niet zo erg als zijn zoon, Philippe.
Margot Lambertin
De vrouw van Maurice. Zij doet het huishouden bij haar familie: ze kookt, ze wast, ze staat elke morgen vroeg op om brood te halen voor de familie en nog veel meer huishoudelijke klusjes. Ze is een lieve vrouw, die nog geen vlieg kwaad zou doen. Ze heeft het beste voor met de hele familie, en geeft nooit op met wat dan ook.
Philippe Lambertin
Hij is de zoon van Maurice en Margot Lambertin. Hij is erg voor de Revolutie, en is daarom ook een sansculotte. Het betekent dat je Revolutiegezind bent, en dat je je onderscheidt van de aristocraten door slordige kleiding te dragen. Philippe moet ook niks hebben van de aristocraten, maar later komt daar verandering in.
Pierre Lambertin
De jongste zoon van Maurice en Margot. Pierre is altijd vrolijk en opgewekt. Het liefst gaat hij bikkelen met zijn vriendjes, maar dat mag hij pas als hij zijn moeder heeft geholpen met de huishoudelijke klusjes. Hij moet dan bijvoorbeeld hout hakken.
Samenvatting
Als Sandrine de Billancourt op een dag wordt opgehaald van haar school in Parijs, gebeurt er iets vreemds. Ze zit samen met Julie in haar koets op weg naar huis, totdat ze midden in een opstand terecht komen, t?gen de aristocraten. Ze moeten dus zo snel mogelijk weg. De koetsier probeert dat ook, via een klein steegje. Maar de koets komt vast te zitten. Sandrine zegt tegen Bernard, de koetsier, dat hij naar haar huis moet rennen om haar vader en moeder te waarschuwen, dat Sandrine gevaar loopt. Dat doet Bernard. Ondertussen gaan Sandrine en Julie de koets uit, en verscheuren ze hun kleren, zodat niemand zou zien dat Sandrine een aristocrate was, en Julie haar kamenier. De twee meisjes doen allebei een mantel over hun hoofd en lopen gewoon mee met de opstand, zodat ze niet verdacht lijken. De mensen stinken naar knoflook, en elke keer als Sandrine wordt aangekeken door iemand, moet ze bijna overgeven van de stank. En de mensen blijven maar roepen: ?Wij willen brood!!?. Sandrine en Julie banen zich samen een weg door de massa en gaan een klein steegje in. Daar vinden ze een bewusteloze jongen met een gebroken been. Julie kent de jongen, dus de twee meisjes nemen hem mee, en dragen hem naar zijn huis. De jongen heet Pierre Lambertin. De familie Lambertin zijn vrienden van Julie. Als ze bij het huis van Pierre zijn aangekomen, stelt Julie Sandrine voor aan de familie. Dat Sandrine van adel is vindt Philippe, de oudste zoon in die familie, niet leuk. Hij haat de mensen van adel namelijk, ook wel de aristocraten genoemd. Hij maakt dus de hele tijd sarcastische opmerkingen. De ouders van Pierre denken dat Pierre een dokter nodig heeft. Dus als Sandrine en Julie naar huis lopen, Gaat Sandrine even bij haar huisarts langs, de beste dokter van Parijs, en ze zegt tegen hem dat hij langs moet gaan bij de familie Lambertin. Haar vader betaalt de rekening wel. Een paar weken hierna, in de zomer, gaat de familie de Billancourt naar hun landgoed: Poissy. Daar hebben ze een kasteel en ze gaan ze altijd heen in de zomer, zodat de vader van Sandrine kan kijken hoe het gaat met zijn land en met zijn pachtboeren. Daar aangekomen na een lange reis, gaat Sandrine even paardrijden. Dan ontmoet ze een jongen, Nicolas. Hij is de zoon van een pachtboer van Sandrine?s vader. Hij vertelt haar dat ongeveer alle mensen die niet van adel zijn in grote armoede leven. Hij vertelt haar ook dat er een revolutie op komst is, maar Sandrine gelooft het niet en gaat naar huis.
Een paar dagen later, als Sandrine even iets wil vragen aan een keukenmeid, kan ze niemand vinden. Ze raakt in paniek, en rent naar haar ouders. Alle hulpen zijn weg, alleen Julie en de koetsier zijn er nog. Dan horen ze opeens luid geschreeuw steeds dichterbij komen. Sandrine rent als een gek naar een van de vier hoge torens van het kasteel. Ze ziet allemaal fakkels, knuppels en nog veel meer wapens. Ze schreeuwen: ?Wij willen brood, weg met de aristo?s!!?. Sandrine vertelt haar ouders wat ze had gezien, dus ze vluchten. Ze rijden gauw terug naar Parijs. Later horen ze dat er bijna niets meer over is van hun kasteel.
Terug in haar huis in Parijs, hoort Sandrine opeens tromgeroffel steeds dichterbij komen. Ze vraagt aan Julie wat er aan de hand is. Julie denkt dat het een opstand is. Maar als er op de deur geklopt wordt, weten ze pas wat er echt aan de hand is: Alle aristocraten worden uit hun huizen gehaald en worden naar de vele gevangenissen gebracht in Parijs. De Franse Revolutie is begonnen. De Bastille is al bestormd, en nu worden de aristocraten vermoord. Sandrine weet niet wat ze moet doen. Haar ouders en Michelle ook niet. Julie zegt tegen ze dat ze moeten vluchten. Tegen Sandrine zegt ze dat ze onder een luik moet gaan zitten, totdat ze niets meer hoort. Daarna moet ze naar de familie Lambertin gaan, die zullen dan wel voor haar zorgen. Dat doet Sandrine. Ze hoort nog net dat haar ouders worden opgepakt, en ze hoort Michelle schreeuwen. Ook Julie wordt opgepakt. Na een paar uur durft ze eindelijk uit het luik te gaan. Ze trekt haar mooie kleren kapot, zodat ze niet opvalt. Als ze naar de familie Lambertin loopt, ziet ze op een groot plein een guillotine staan. Ze ziet er een heleboel juichende mensen omheen staan, de elke keer klappen en schreeuwen als het grote mes naar beneden suist. Sandrine moet zich inhouden om niet over te hoeven geven. Als ze aangekomen is bij de familie Lambertin, vertelt ze eerst even waarvan zij elkaar ook alweer kenden. De familie Lambertin weet het weer, en ze nemen haar in huis, want ze staan bij haar in het krijt. Als Sandrine namelijk geen dokter had gestuurd toen Pierre gewond was, had hij het niet overleefd. Philippe heeft er moeite mee dat er een aristocrate bij hem in huis is. Sandrine past zich aan, en probeert net zo te leven als de familie Lambertin. In het begin heeft ze er moeite mee, maar later lukt het wel. Ook Philippe en zij beginnen elkaar steeds aardiger te vinden. Toch maakt Sandrine zich ernstige zorgen over haar ouders, Michelle en Julie. Dus Philippe zoekt uit wat er met haar ouders gebeurd is. Ze zijn dood. Sandrine schrikt hier erg van. Sandrine gaat nu maar gewoon verder met haar leven en helpt mee met de huishoudelijke klusjes van Margot, en ze haalt ?s ochtends vroeg brood voor de familie. Op een dag duikt Nicolas op. Hij woont sinds kort ook in Parijs. Hij herkent Sandrine. Ook zij beginnen steeds betere vrienden te worden.
Op een dag vertelt Nicolas aan Sandrine dat hij weg wil gaan uit Parijs. Hij wil terug naar Poissy omdat hij op de lijst staat van verraders van de Revolutie. Hij moet dus snel weg, anders wordt hij vermoord. Hij krijgt valse papieren van Philippe, en hij probeert Sandrine mee te smokkelen. Zij wil namelijk ook wel terug naar Poissy. Helaas lukt het niet om haar door de poort van de stadsmuren te krijgen, en Nicolas en Sandrine worden allebei opgepakt. Ze gaan naar de gevangenis. In de gevangenis worden elke dag ongeveer tien mensen opgeroepen om mee te gaan naar de guillotine of om verplaatst te worden naar een andere gevangenis. Op een dag wordt Sandrine opgeroepen om verplaatst te worden naar de Conciergerie. Dat is een andere gevangenis. Ze moet in een kar gaan zitten, samen met andere gevangenen. Opeens komen ze midden in een opstand te zitten. De officier die meegaat, zegt tegen de cipiers dat de gevangenen uit de kar gehaald moeten worden, en geboeid moeten worden. Dan zegt de officier, terwijl hij naar Sandrine wijst: ?Ik neem deze wel mee?. Dan heeft Sandrine door dat die officier Philippe is. Philippe heeft voor valse papieren gezorgd voor hun allebei. Het spijt Philippe dat hij Nicolas niet meer kon redden. Sandrine vindt dat erg jammer, want ze is heel erg op hem gesteld. Nu gaan Philippe en Sandrine terug naar Poissy. De rest van de familie Lambertin is al gevlucht, dus die zijn al veilig.
Nicolas zit nog steeds in de gevangenis. Hij mist Sandrine. Als hij wil gaan slapen ligt hij op een bobbel. Hij ziet dat het cipiers kleren zijn. Hij trekt ze vlug aan en doet net of hij een cipier is. Hij vlucht de gevangenis uit. Op een papiertje in een van de zakken van de cipiers broek zit een briefje met een adres erop. Hij gaat naar het adres en vind daar valse papieren. Nou weet hij dat Philippe daar voor heeft gezorgd. Hij weet ook dat hij en Sandrine veilig zijn omdat hij had gehoord dat er gevangenen waren ontsnapt tijdens de verplaatsing. Nicolas vlucht de stad uit, en hij is net als Philippe en Sandrine op weg naar Poissy, waar ze elkaar later wel ontmoeten?
Mijn eigen mening
Ik vond het een heel spannend boek, en een mooi verhaal. Dat was ook vooral omdat de schrijfster zo spannend schrijft. De gebeurtenissen worden heel spannend omschreven, net alsof de schrijfster het zelf heeft meegemaakt. Kortom: een heel leuk en spannend boek. Ik denk haast wel dat ik haar andere tot nu toe verschenen boeken ook ga lezen.
Het mooiste fragment
Het mooiste fragment vond ik toen Nicolas probeerde Sandrine over de grens te smokkelen. Nicolas zat op een boerenkar, met allemaal groenteafval erin. Sandrine lag verstopt onder het afval. Toen de poortwachters Nicolas erdoor liet gaan, zeiden ze opeens dat hij terug moesten komen. Dat deed hij toen. De wachters zeiden dat er nooit zoveel afval kon zijn voor een stad zonder eten, en toen kwamen ze erachter dat Sandrine verstopt zat. Dat vond ik het spannendste en mooiste moment van het boek.
Biografie
Simone van der Vlugt is geboren in 1966. Schrijven is altijd al haar grote passie geweest. Zelf zegt ze daarover: 'Mijn ouders konden me geen groter plezier doen dan me een pak schrijfpapier geven en later zelfs een echte typemachine. Ik vond het enig om verhaaltjes te schrijven en ze te voorzien van een kaft met mijn naam er op.' Op haar dertiende ging ze voor het eerst naar een uitgever die haar adviseerde en vertelde door te gaan.
Het schrijven begon serieuzer te worden toen Simone Nederlands en Frans studeerde aan de lerarenopleiding en haar duidelijk werd dat de lessen creatief schrijven haar het best bevielen. Meteen na afronding van haar studie stortte ze zich op haar computer. In het begin ging dat niet makkelijk door een drukke baan en wat later een baby. Nu gaat alles wel beter.
In 1995 kwam haar eerste jeugdboek uit: ?De amulet?. In deze historische roman moet de 13-jarige Nina vluchten als ze beschuldigd wordt van hekserij. Het boek werd een succes: De amulet werd getipt door de Nederlandse Kinderjury.
Al spoedig volgde haar tweede boek: ?Bloedgeld?. Een spannend verhaal over de belevenissen van Reinout en zijn maten, die op een VOC-schip op weg zijn naar Indi?.
Bibliografie
- 1995: De amulet
Getipt door de Nederlandse Kinderjury 1996
- 1996: Bloedgeld
Simone van der Vlugt is een Nederlands schrijfster van kinder- en volwassenenliteratuur. Zij is het best bekend van haar , maar heeft inmiddels ook een aantal literaire thrillers gepubliceerd.
Boek informatie
- De guillotine
- Simone van der Vlugt
- Nederlands
Handige opties
- Meer boeken van:Simone van der Vlugt