Boekverslag: Schloss Schönbrunn
Schloss Schönbrunn
1)Inleiding.
Schloss Shönbrunn: de erfenis van een dynastie. De voormalige zomerresidentie van de Oostenrijkse vorst, werd vanaf 1695 gebouwd door Fischer von Erlach. Maria-Theresia liet het van 1744-1749 tot zijn huidige vorm uitbouwen en versieren door Nikolaus Pacassi.
Fischer von Erlach: maakte de tekeningen voor het lustkasteel Schönbrunn, ontwierp het tuinpaleis Trautson en bouwde de Nationale Bibliotheek met de fraaiste bibliotheekzaal van de wereld, alsook de Kollegienkirche te Salzburg. Zijn grootste meesterwerk is ongetwijfeld de Karlskirche te Wenen, die werd voltooid door zijn zoon Jozef Emmanuel in het jaar 1729. De kerk was reeds vroeger is het pestjaar 1713 toegewijd door Keizer Karel VI aan de pestheilige Carolus Borromaeus.
2) De kunststijlen:
2.1.Barok
Barok is een Italië ontstane kunststijl, vooral in de 17de en de 18de eeuw veel toegepast, na de periode van de Renaissance. De barok heeft als bedoeling te verblinden en te verbazen. De oorsprong van de barok lag te Rome, bij de opvolgers van Michelangelo. Van daar verbreidde hij zich over Italië naar de Bohemen , Oostenrijk, Duitsland, de zuidelijke Nederlanden, Spanje en de Spaanse koloniën in Amerika. De barok is een uiting van de hernieuwde macht van het pausdom, een kunstuiting waarin het herwonnen ideaal van grootheid op een uitbundige wijze in een spel van golvende lijnen en felle kleuren tot uiting komt: een nieuwe en zegevierende veruitwendiging van een vernieuwd geloof, gesteund op de invloed van het concilie van Trente. De barok betekende een geweldig nieuwe elan voor de sacrale kunst , maar zij was tevens een hofstijl , waarin het absolutisme van de vorsten tot uitdrukking kwam: hun trots werd door de pracht en de praal van de decoratie vertolkt.
De barok ontleent haar effecten aan grote proporties en aan het spelen met licht en bewegingen. Dit wordt tot uiting gebracht in de bouwkunst, door monumentale ordening, gebogen lijnen en het onderling verspringen van de vlakken; in de beeldhouwkunst door een voorkeur voor figuren in actie en onrustige draperieën; in de schilderkunst, door een voorkeur voor diagonale composities, een effect berekend perspectief, verkort en trompe '11; l'17;oeil. In de 18de eeuw verloor de barok vaak haar robuuste vitaliteit; zij verzwakte dan tot de sierlijke decoratieve fantasieën van de rocaille en rococostijl.
De barok in Duitsland en Oostenrijk. In de duitssprekende landen is de barok later dan in Italië tot bloei gekomen. Men neemt aan dat het hoogtepunt in de 18de eeuw lag. De grote figuren zijn Andreas Slüter , die ook als beeldhouwer actief was, met het slot Berlijn; Fischer von Erlach met de Kollegienkirche te Salzburg, de Karlskirche¸de Hofburg en het slot Schönbrunn te Wenen; Lucas von Hildebrandt met de Belvedere te Wenen; van verschillende meesters is het slot Weissenstein bij Pommersfelden voor de prins-bisschop van Bamberg, waarin vooral het trappenhuis een karakteristieke barokcreatie is; de Italiaan Barelli met het slot Nymphenburg voor Adelaïde van München; Matthäus Pömpelmann met de Zwinger te Dresden; George Bähr met de Frauenkirche te Dresden; Cosmas Damian Asam en zijn broer Egid Quirin Asam met de Sankt-Johann- Nepomuk te München; Balthasar Neumann met de residentie van Würzburg, waaraan vele andere kunstenaars meewerkten (het is een hoogtepunt van de Duitse barok; vooral Tiepolo'17;s Hulde van de vier werelddelen aan de prins-bisschop in het prachtige trappenhuisis beroemd), en het trappenhuis van Augustusburg van Brühl nabij keulen. Vermeldenswaard is ook de Praagse barok, die in talrijke kerken en in de beelden van de Karelsbrug over de Moldau tot uiting komt; vooral de familie Dientzenhofer heeft zich daarbij verdienstelijk gemaakt.
2.2. Rococostijl.
Kunststijl tijdens de regering van Lodewijk XIV en XV, die voortkwam uit de late barokstijl en die zich kenmerkte door overrijke, krullige en speelse vormen en versieringen aan bijv. meubels, gebouwen.
3) Bespreking.
Volgens de legende stootte keizer Matthias bij een jachtpartij in 1612 op een bron waaruit het schoonste water ter wereld ontsprong. Deze bron noemde hij Schönbrunn. De bron lag bij het keizerlijke jachtslot, dat in 1683 totaal verwoest werd door de Turken.
Na de overwinning op de Turken, in de Weense gouden eeuw, wilde keizer Leopold I zijn beste bouwmeester Johann Bernhard Fischer von Erlach een vorstelijk zomerpaleis bouwen op het jachtterrein. Het slot moest Versailles naar de kroon steken. Als de bouw volgens het eerste ontwerp van Fischer was doorgegaan, had het dat ook gedaan. Op de oude tekening staat het slot op de hoogte waar nu de Gloriette is, het is ongeveer 4 keer zo breed als het huidige Schönbrunn. Op de tekening is de helling helemaal bekleed met glooiende terrassen en promenades.
Ondanks de luxe aan het hof, was Leopold I niet zo rijk als Lodewijk XIV, de zonnekoning. Dus moest Fischer een nieuw, eenvoudiger ontwerp maken. Hij keerde de situatie om, het (veel kleinere) slot kwam aan de voet van de heuvel, en het park eindigde er bovenop in het enige dat nog van het oorspronkelijk plan te zien is: de Gloriette. Voor de structuur van het park is het ontwerp van Versailles gebruikt.
In 1713 begon de bouw; die onderbroken werd tijdens Keizer Karl VI; hij was niet zo geïnteresseerd in het paleis. Maria-Theresia daarentegen wel. Eerst maakte Johann Emanuel Fischer von Erlach (de zoon) nieuwe, plattere daken; daarna liet de keizerin haar lievelingsarchitect Nikolaus Pacassi van 1744 tot 1749 het slot verbouwen. Zijn rococostijl verzachtte de overladen barok een beetje. In het begin van de 19de eeuw werd de naar de tuin gerichte gevel weer enigszins classistisch verbouwd door Johann Aman. Na 1945 moest het paleis gerestaureerd worden. De restauratie was in 1952 klaar.
Het slot dat eerste roze was, de lievelingskleur van Maria-Theresia, kreeg pas in de 19de eeuw de kleur die het nu nog heeft: geel. In Wenen is dat een begrip : Schonbrunn gelb.
Het slot, '16;eenvoudig'17; vergeleken met het eerste ontwerp, is niet mis, met 1441 vertrekken en 139 keukens! Af en toe gebruikt de bondspresident de vorstelijke Grosse Galerie voor heel feestelijke ontvangsten. Franz Joseph is in Schönbrunn geboren en gestorven. Ook de zoon van Napoleon is er gestorven en zijn vader heeft er een half jaar gewoond.
Maria-Theresia heeft door Nikolaus Pacassi het interieur laten verbouwen tot woonpaleis voor haar, haar echtgenoot en hun zestien kinderen.
De weelde van het interieur is onverstelbaar. De inrichting, alle kostbare gouden (14-karaats bladgoud) rococokrullen, de spiegels, de ingelegde vloeren, de gobelins, is nog allemaal aanwezig.
Waarschijnlijks is de Millionenzimmer, Maria-Theresia'17;s privé-salon, wel de mooiste en de duurste kamer: in de rozenhouten lambrizering zijn 260 Indiase en Perzische perkamenten miniaturen in gouden krullende lijst opgenomen.
Een ander privé-vertrek van de keizerin, de iets koelere Vieux-Lacque-Zimmer heeft, behalve natuurlijk de kostbare vieux-lacque panelen, een prachtig ingelegde houten vloer.
Haar allergeheimste besprekingen hield ze in het ronde Chinese kabinet.
Haar kanselier Kaunitz kon het wit-met-gouden kabinet ongezien bereiken via een verborgen trap. Er is een gobelinkamer, waar de gobelins niet alleen de muren bekleden, maar ook het meubilair.
Gobelins versieren ook Napoleons kamer, de vroegere slaapkamer van Maria-Theresia, waar Napoleons zoon stierf. Alleen de vertrekken die Franz Joseph en Elizabeth gebruikten, zijn eenvoudiger.
Het Schlosstheater uit 1747 wordt tijdens de Wiener Festwochen en Musiksommer gebruikt voor muziekuitvoeringen.
De Wagenburg daar waar de vergulde keizerlijke koets staat en die door acht schimmels werd getrokken, bij kroningen en huwelijken.
Van de vijvers en fonteinen is de Neptunbrunnen de vorstelijke rots van dramatische figuren en steigerende paarden tussen het paleis en de Gloriette. De smekende vrouw is Thetis, die Neptunus om hulp smeekt voor de zeereis van haar zoon Achilles.
Schöner Brunnen is de oude bron die keizer Matthias ontdekte. Wie uit deze bron drinkt, wordt of blijft mooi, zegt men. Keizer Joseph I liet hier zijn drinkwater vandaan halen.
De Römische Ruine is precies wat men verwacht: een Romeinse ruïne, alleen is zij gemaakt in 1778, door dezelfde man die de Gloriette ontwierp: J.F. Hetzendorf von Honenberg. Tussen de stenen brokstukken voor de halfingestorte arcade zit een idyllisch stel, dat het samengaan van de rivieren de Moldau en de Elbe uitbeeldt, en nauwelijks te ontwaren is bij de uitvoeringen van het Wiener Kammeroper tijdens de Musiksommer.
De Gloriette, van dichtbij erg overweldigend materiaal, is een overwinningsmonument ter herinnering aan de slag bij Kolin 1757, waar Maria-Theresia'17;s troepen het Pruisische leger van Frederik de Grote versloegen. Het uitzicht over het slot en de stad daarachter is schitterend. In de Kleine Gloriette placht Maria-Theresia bij tijd en wijle te ontbijten.
Het Palmenhaus uit 1883, de grootste kas van Europa, is prachtig gerestaureerd. Door de goede akoestiek zijn de vogeltjes boven alles uit te horen. Er is ook een tropisch gedeelte waar het heel warm is.
De Tiergarten is heel lief, met gele dierenhuizen. Het is de oudste dierentuin van Europa. Franz, de echtgenoot van Maria-Theresia, liet het bouwen om er zijn menagerie te stallen. Vanuit het octogonale paviljoen, kon de keizerlijke familie naar hun huisdieren kijken. Er is ook een redelijk groot zwembad aan het paleis.
1)Inleiding.
Schloss Shönbrunn: de erfenis van een dynastie. De voormalige zomerresidentie van de Oostenrijkse vorst, werd vanaf 1695 gebouwd door Fischer von Erlach. Maria-Theresia liet het van 1744-1749 tot zijn huidige vorm uitbouwen en versieren door Nikolaus Pacassi.
Fischer von Erlach: maakte de tekeningen voor het lustkasteel Schönbrunn, ontwierp het tuinpaleis Trautson en bouwde de Nationale Bibliotheek met de fraaiste bibliotheekzaal van de wereld, alsook de Kollegienkirche te Salzburg. Zijn grootste meesterwerk is ongetwijfeld de Karlskirche te Wenen, die werd voltooid door zijn zoon Jozef Emmanuel in het jaar 1729. De kerk was reeds vroeger is het pestjaar 1713 toegewijd door Keizer Karel VI aan de pestheilige Carolus Borromaeus.
2) De kunststijlen:
2.1.Barok
Barok is een Italië ontstane kunststijl, vooral in de 17de en de 18de eeuw veel toegepast, na de periode van de Renaissance. De barok heeft als bedoeling te verblinden en te verbazen. De oorsprong van de barok lag te Rome, bij de opvolgers van Michelangelo. Van daar verbreidde hij zich over Italië naar de Bohemen , Oostenrijk, Duitsland, de zuidelijke Nederlanden, Spanje en de Spaanse koloniën in Amerika. De barok is een uiting van de hernieuwde macht van het pausdom, een kunstuiting waarin het herwonnen ideaal van grootheid op een uitbundige wijze in een spel van golvende lijnen en felle kleuren tot uiting komt: een nieuwe en zegevierende veruitwendiging van een vernieuwd geloof, gesteund op de invloed van het concilie van Trente. De barok betekende een geweldig nieuwe elan voor de sacrale kunst , maar zij was tevens een hofstijl , waarin het absolutisme van de vorsten tot uitdrukking kwam: hun trots werd door de pracht en de praal van de decoratie vertolkt.
De barok ontleent haar effecten aan grote proporties en aan het spelen met licht en bewegingen. Dit wordt tot uiting gebracht in de bouwkunst, door monumentale ordening, gebogen lijnen en het onderling verspringen van de vlakken; in de beeldhouwkunst door een voorkeur voor figuren in actie en onrustige draperieën; in de schilderkunst, door een voorkeur voor diagonale composities, een effect berekend perspectief, verkort en trompe '11; l'17;oeil. In de 18de eeuw verloor de barok vaak haar robuuste vitaliteit; zij verzwakte dan tot de sierlijke decoratieve fantasieën van de rocaille en rococostijl.
De barok in Duitsland en Oostenrijk. In de duitssprekende landen is de barok later dan in Italië tot bloei gekomen. Men neemt aan dat het hoogtepunt in de 18de eeuw lag. De grote figuren zijn Andreas Slüter , die ook als beeldhouwer actief was, met het slot Berlijn; Fischer von Erlach met de Kollegienkirche te Salzburg, de Karlskirche¸de Hofburg en het slot Schönbrunn te Wenen; Lucas von Hildebrandt met de Belvedere te Wenen; van verschillende meesters is het slot Weissenstein bij Pommersfelden voor de prins-bisschop van Bamberg, waarin vooral het trappenhuis een karakteristieke barokcreatie is; de Italiaan Barelli met het slot Nymphenburg voor Adelaïde van München; Matthäus Pömpelmann met de Zwinger te Dresden; George Bähr met de Frauenkirche te Dresden; Cosmas Damian Asam en zijn broer Egid Quirin Asam met de Sankt-Johann- Nepomuk te München; Balthasar Neumann met de residentie van Würzburg, waaraan vele andere kunstenaars meewerkten (het is een hoogtepunt van de Duitse barok; vooral Tiepolo'17;s Hulde van de vier werelddelen aan de prins-bisschop in het prachtige trappenhuisis beroemd), en het trappenhuis van Augustusburg van Brühl nabij keulen. Vermeldenswaard is ook de Praagse barok, die in talrijke kerken en in de beelden van de Karelsbrug over de Moldau tot uiting komt; vooral de familie Dientzenhofer heeft zich daarbij verdienstelijk gemaakt.
2.2. Rococostijl.
Kunststijl tijdens de regering van Lodewijk XIV en XV, die voortkwam uit de late barokstijl en die zich kenmerkte door overrijke, krullige en speelse vormen en versieringen aan bijv. meubels, gebouwen.
3) Bespreking.
Volgens de legende stootte keizer Matthias bij een jachtpartij in 1612 op een bron waaruit het schoonste water ter wereld ontsprong. Deze bron noemde hij Schönbrunn. De bron lag bij het keizerlijke jachtslot, dat in 1683 totaal verwoest werd door de Turken.
Na de overwinning op de Turken, in de Weense gouden eeuw, wilde keizer Leopold I zijn beste bouwmeester Johann Bernhard Fischer von Erlach een vorstelijk zomerpaleis bouwen op het jachtterrein. Het slot moest Versailles naar de kroon steken. Als de bouw volgens het eerste ontwerp van Fischer was doorgegaan, had het dat ook gedaan. Op de oude tekening staat het slot op de hoogte waar nu de Gloriette is, het is ongeveer 4 keer zo breed als het huidige Schönbrunn. Op de tekening is de helling helemaal bekleed met glooiende terrassen en promenades.
Ondanks de luxe aan het hof, was Leopold I niet zo rijk als Lodewijk XIV, de zonnekoning. Dus moest Fischer een nieuw, eenvoudiger ontwerp maken. Hij keerde de situatie om, het (veel kleinere) slot kwam aan de voet van de heuvel, en het park eindigde er bovenop in het enige dat nog van het oorspronkelijk plan te zien is: de Gloriette. Voor de structuur van het park is het ontwerp van Versailles gebruikt.
In 1713 begon de bouw; die onderbroken werd tijdens Keizer Karl VI; hij was niet zo geïnteresseerd in het paleis. Maria-Theresia daarentegen wel. Eerst maakte Johann Emanuel Fischer von Erlach (de zoon) nieuwe, plattere daken; daarna liet de keizerin haar lievelingsarchitect Nikolaus Pacassi van 1744 tot 1749 het slot verbouwen. Zijn rococostijl verzachtte de overladen barok een beetje. In het begin van de 19de eeuw werd de naar de tuin gerichte gevel weer enigszins classistisch verbouwd door Johann Aman. Na 1945 moest het paleis gerestaureerd worden. De restauratie was in 1952 klaar.
Het slot dat eerste roze was, de lievelingskleur van Maria-Theresia, kreeg pas in de 19de eeuw de kleur die het nu nog heeft: geel. In Wenen is dat een begrip : Schonbrunn gelb.
Het slot, '16;eenvoudig'17; vergeleken met het eerste ontwerp, is niet mis, met 1441 vertrekken en 139 keukens! Af en toe gebruikt de bondspresident de vorstelijke Grosse Galerie voor heel feestelijke ontvangsten. Franz Joseph is in Schönbrunn geboren en gestorven. Ook de zoon van Napoleon is er gestorven en zijn vader heeft er een half jaar gewoond.
Maria-Theresia heeft door Nikolaus Pacassi het interieur laten verbouwen tot woonpaleis voor haar, haar echtgenoot en hun zestien kinderen.
De weelde van het interieur is onverstelbaar. De inrichting, alle kostbare gouden (14-karaats bladgoud) rococokrullen, de spiegels, de ingelegde vloeren, de gobelins, is nog allemaal aanwezig.
Waarschijnlijks is de Millionenzimmer, Maria-Theresia'17;s privé-salon, wel de mooiste en de duurste kamer: in de rozenhouten lambrizering zijn 260 Indiase en Perzische perkamenten miniaturen in gouden krullende lijst opgenomen.
Een ander privé-vertrek van de keizerin, de iets koelere Vieux-Lacque-Zimmer heeft, behalve natuurlijk de kostbare vieux-lacque panelen, een prachtig ingelegde houten vloer.
Haar allergeheimste besprekingen hield ze in het ronde Chinese kabinet.
Haar kanselier Kaunitz kon het wit-met-gouden kabinet ongezien bereiken via een verborgen trap. Er is een gobelinkamer, waar de gobelins niet alleen de muren bekleden, maar ook het meubilair.
Gobelins versieren ook Napoleons kamer, de vroegere slaapkamer van Maria-Theresia, waar Napoleons zoon stierf. Alleen de vertrekken die Franz Joseph en Elizabeth gebruikten, zijn eenvoudiger.
Het Schlosstheater uit 1747 wordt tijdens de Wiener Festwochen en Musiksommer gebruikt voor muziekuitvoeringen.
De Wagenburg daar waar de vergulde keizerlijke koets staat en die door acht schimmels werd getrokken, bij kroningen en huwelijken.
Van de vijvers en fonteinen is de Neptunbrunnen de vorstelijke rots van dramatische figuren en steigerende paarden tussen het paleis en de Gloriette. De smekende vrouw is Thetis, die Neptunus om hulp smeekt voor de zeereis van haar zoon Achilles.
Schöner Brunnen is de oude bron die keizer Matthias ontdekte. Wie uit deze bron drinkt, wordt of blijft mooi, zegt men. Keizer Joseph I liet hier zijn drinkwater vandaan halen.
De Römische Ruine is precies wat men verwacht: een Romeinse ruïne, alleen is zij gemaakt in 1778, door dezelfde man die de Gloriette ontwierp: J.F. Hetzendorf von Honenberg. Tussen de stenen brokstukken voor de halfingestorte arcade zit een idyllisch stel, dat het samengaan van de rivieren de Moldau en de Elbe uitbeeldt, en nauwelijks te ontwaren is bij de uitvoeringen van het Wiener Kammeroper tijdens de Musiksommer.
De Gloriette, van dichtbij erg overweldigend materiaal, is een overwinningsmonument ter herinnering aan de slag bij Kolin 1757, waar Maria-Theresia'17;s troepen het Pruisische leger van Frederik de Grote versloegen. Het uitzicht over het slot en de stad daarachter is schitterend. In de Kleine Gloriette placht Maria-Theresia bij tijd en wijle te ontbijten.
Het Palmenhaus uit 1883, de grootste kas van Europa, is prachtig gerestaureerd. Door de goede akoestiek zijn de vogeltjes boven alles uit te horen. Er is ook een tropisch gedeelte waar het heel warm is.
De Tiergarten is heel lief, met gele dierenhuizen. Het is de oudste dierentuin van Europa. Franz, de echtgenoot van Maria-Theresia, liet het bouwen om er zijn menagerie te stallen. Vanuit het octogonale paviljoen, kon de keizerlijke familie naar hun huisdieren kijken. Er is ook een redelijk groot zwembad aan het paleis.