Boekverslag: Maanzaad
vellen krijgt. Hij krijgt te horen dat dit een brief is van zijn overleden moeder die aan haar
gericht is. Papaver snapt hier niks van en begint het maar te lezen. Ze snapt niks van haar
moeder, want wie stuurt nou een brief naar haar dochter als je al dood bent. Maar uit alle
nieuwsgierigheid begint ze te lezen en komt erachter dat ze wel een hele vreemde moeder
heeft. Ze vertelt over haar familie. Over haar moeder Kee, haar vader Anco (die door Papaver
Opanco wordt genoemd) over haar broer Rik en over haar vrienden. Het is vanaf het begin
een rare brief waar ze over haar leven vertelt. Papaver had tot nu toe alleen maar foto's gezien
van haar moeder. Het zijn stukjes over de gebeurtenissen in haar leven. Zo verteld ze over de
buurt waar ze woonde en over haar belevenissen. Ze schrijft ook rare dingen op als moeder.
Zo vertelt ze over haar seksleven en over haar ondeugende belevenissen. Ze zat eens een keer
in de trein en daar moest ze overnachten. Er was maar een bed en er zat een man bij haar in de
coupe. Zo lagen ze tegen de avond met zijn twee?n in bed en hadden de man en haar moeder
seks in een coupe. Voor Papavers moeder was seks heel normaal in haar leven en deed ze
vaak vrijen met mensen waar ze van hield. Papaver dacht bij zichzelf dat dit niet normaal was
voor een moeder om dit tegen haar dochter te zeggen, maar ze stond er niet bij stil dat ze zo
meer te weten kwam over haar moeder, hoe ze was. Maar ze had nog veel meer belevenissen.
Zo ging ze vaak met haar broertje Rik uit om een avontuur te beleven. Ze speelden vaak
samen. En bij het speelden gingen ze eens met de veerboot naar de andere kant van het
kanaal. Ze hadden wel geld voor de heenreis maar geen geld voor de terugreis. Het nichtje
van Papavers moeder was meegegaan en die begon te huilen omdat haar kleren vies waren.
Toen kwam er een vrouw aangelopen die haar nichtje en haar wouden helpen. Ze waren
dolgelukkig want misschien kon die vrouw hun helpen. Maar de vrouw sloot Papavers
moeder en zijn nichtje op in een schuurtje en Rik vond ze pas tegen de avond. De vrouw was
een beetje gek en had dat niet in de gaten. Maar het was niet erg. Papaver vind het vreemd dat
haar moeder dit verteld, want ze heeft er volgens haar helemaal niks aan. Ze gaat vaak naar
haar moeder om te vragen hoe haar moeder was, maar die zei niet veel en zei haar steeds maar
dat ze verder moest lezen om erachter te komen. Uit pure nieuwsgierigheid deed ze dit. Haar
brief werd vreemder en vreemde bij elke bladzijde die ze las. Ze vertelt dat ze eens hasj
rookte op haar kamer met een jongen waarop ze verliefd was. Maar die jongen vond haar
maar niks. Ze leerde veel mensen kennen en ook Rico. Rico was een zigeuner jongen en
woonde in een woonwagen. Papavers moeder ging hem vaak opzoeken. Hij was slim maar
erg zwijgzaam. Als je iets tegen hem zei knikte hij of haalde hij zijn schouders op. Hij kon
wel boten maken en dat vond Papavers moeder erg knap. Omdat ze zo vaak met elkaar
omgingen bedacht Papaver om hem eens op te zoeken. Rico vond het leuk dat Papaver hem
kwam opzoeken. Hij vertelde over haar moeder, hoe ze was en wat ze deed, waar ze van hield
en wat hij zo leuk aan haar vond. Papaver vond dat ze hiermee al iets wijzer was geworden.
Papaver begon steeds meer te begrijpen hoe haar moeder was. Ze vind dat de hele wereld de
brief moet kunnen lezen maar haar vader vindt dat ze de brief maar eerst eens moest uitlezen.
Maar daar had ze geen zin in. De brief werd gekopieerd en opgestuurd naar verschillende
uitgevers maar tevergeefs. Papaver was er een beetje betreurd van maar bleef steeds opnieuw
nieuwsgierig over de brief van haar moeder waardoor ze steeds weer ging lezen. En dat te
bedenken dat ze in het begin niet eens de brief wou lezen. Het laatste stukje van de brief gaat
over Papaver. Hierin stond wat haar moeder van Papaver dacht als klein kind. Haar moeder
was heel blij toen Papaver geboren werd. Ze lette de hele tijd op Papaver. Ze vertelde hoe
Papaver was als baby. Vastberaden en erg moedig. Vastberaden omdat ze bijvoorbeeld wou
leren lopen. Ze wou perse leren lopen maar steeds viel ze. Maar zo gauw ze viel stond ze op
en probeerde het weer. Zo lukte het haar om haar eerst stapjes naar de kast te zetten. En daar
stond ze dan alsof ze wou zeggen "kijk mij eens". En dan zo snel mogelijk leren de trap op te
lopen, maar dat ging niet zo goed als ze dacht en viel naar beneden. Maar dan stond ze op en
probeerde het nog eens. Als Papaver dit allemaal leest weet ze dat ze huilt. Haar moeder gaf
erg veel om haar en ze was pas een jaar oud. Haar moeder had veel meegemaakt en vandaar
dat ze allemaal kon uitleggen aan haar dochter hoe het is om jong te zijn. Haar moeder wist
alles tot in de puntjes op te schrijven over een avontuur wat ze beleef en daarom had Papaver
er veel aan om te weten dat haar moeder dit allemaal had meegemaakt. Ze wist hierdoor nu
dat zij niet de enige was die allerlei gekke dingen te beleven. Deze brief is een goed
voorbeeld. Maar aan elke brief komt een einde en zo sluit haar moeder af met de woorden dat
ze stevig in haar schoen moet staan. Papaver is dolgelukkig en verdrietig om dit gelezen te
hebben. Ze had nu een beeld over hoe haar moeder echt was. Ze mistte haar moeder die ze
nooit gekend had die een echte moeder was.
In 1982 begon zij met het schrijven van kinderboeken. Lydia Rood studeerde journalistiek aan de School voor de Journalistiek in Utrecht. Haar eerste jeugdroman verscheen in 1982. Na haar afstuderen in 1984 werkte ze van 1985 tot en met 1991 als eindredacteur "Binnenland" bij de Volkskrant. Rood studeerde eveneens Spaanse taal en letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam en behaalde in 1988 cum laude haar doctoraaldiploma. In 1985 kreeg ze haar dochter Roosmarijn, over wie ze verschillende kleuterboeken schreef. Rood las de verhaaltjes, waarin gewone dagelijkse gebeurtenissen werden afgewisseld met grappige kleuterfantasieen, eerst aan de echte Roosmarijn voor. Als ze bij haar in de smaak vielen, waren ze goed.
Boek informatie
- Maanzaad
- Lydia Rood
- Nederlands
Handige opties
- Meer boeken van:Lydia Rood