Boekverslag: De boeken der kleine zielen. De kleine zielen
Louis Couperus De Boeken der Kleine Zielen, boek 1, 1 druk 1901
Aantal pagina's : 316
Titelverklaring:
De titel luidt de boeken der Kleine Zielen en slaat op de "kleine zielen" van de hele familie , die elkaar eigenlijk niet zo moeten hebben.
Verklaring vd Omslagfoto :
Een gebroken familiefoto wil zeggen dat de band vd familie kapot is. De rijst slaat op het feit dat de familie half Indisch is.
Thema :
Het verhaal gaat over het besef dat het leven niet alleen maar dood en verval brengt.
Opbouw :
De boeken der kleine zielen is een vierdelige romancyclus. De vier delen hangen nauw met elkaar samen, maar ze zijn los van elkaar te lezen. In dit deel van de vier worden de familieleden en hun kennissen ge?ntroduceerd. Er is geen pro- en/of epiloog aanwezig. Het boek is verdeeld in twee delen, het eerste deel bestaat uit 21 hoofdstukken en het tweede deel is verdeeld in 19 hoofdstukken. Alle hoofdstukken in het boek hebben geen titel maar zijn genummerd.
Personages :
De belangrijkste personages zijn Constance en Addy. Mevrouw van Lowe speelt ook een belangrijke rol. Een cruciale rol is weggelegd voor Constances zuster Bertha en haar man Van Naghel. Ze nemen een houding aan tegenover haar die een voorbeeld geeft aan het Haagse milieu. Alle personages worden gestuurd door erfelijkheid (donkere ogen en een driftig karakter) en houden zich voornamenlijk bezig met de kleine en uiterlijke dingen van het leven. Behalve Addy : hij heeft een bredere kijk op het leven en is een vertegenwoordiger van de nieuwe eeuw.
Tijd :
Het verhaal speelt in 1898. ( Maart tot November ).
Ruimte :
Het verhaal speelt zich voornamenlijk af in Den Haag daarnaast spelen Brussel en Antwerpen ook een rol alleen is deze veel kleiner. Ook opvallend is dat het verhaal zich altijd binnenshuis afspeelt , en het regent en stormt altijd.
Perspectief :
Het verhaal wordt verteld in de hij/zij vorm. Het wordt door de schrijver van buiten af verteld. Door het hele verhaal heen komen veel dialogen voor.
Tijdsduur :
Een jaar neemt het verhaal in beslag. Het verhaal is vrijwel helemaal verteld in chronologische volgorde immers Constance keert terug uit Brussel en alles wat er daarna gebeurt in volgorde met de tijd. Er zijn gebeurtenissen die zeer uitvoerig worden beschreven in tegenstelling met de rest.
Literaire theorie :
Dit roman is een soort van sociaal/dramatisch roman.
Motieven:
- De Wagner-Verering
- De Ophelia gestalte
- De vraag naar de zin van het leven
- Het Hollandse klimaat
Eigen mening :
Het was een "rot"boek en dat kwam omdat het veel te langdradig en veel te dik was. Maar ook omdat het goed geschreven was. Dat klinkt raar maar omdat het goed geschreven is leefde ik me erg in het verhaal in , daardoor kon je op iedere situatie wel wat aan te merken hebben. Je gaat automatisch kritiek leveren op iedere handeling en dus kreeg ik een hekel aan sommige personen. Daarom kun je het ook een rotboek noemen. Het verhaal was langdradig , over bepaalde onderwerpen werden heel veel bladzijdes gebruikt. Het was ook een zeer serieus boek , totaal zonder humor. En dat maakt een boek toch saai en langdradig vind ik. Dus humor moet er echt bij ! Af en toe zat ik heel geconcentreerd te lezen maar kwam ik geen bladzijde verder , want zo saai was het.Dan dacht ik bij mezelf wat heb ik nu weer gelezen. Al met al is het een zeer moeilijk , langdradig maar ook een goedgeschreven boek. Het was dus wel de moeite waard om het te lezen. Dit was een echte 'pil'.
Samenvatting:
Na de afwezigheid van vijftien jaar in het buitenland keren Constance met haar man Henri van der Welcke en hun dertienjarige zoon Addy weer terug naar haar geboortestad Den Haag. Ze doet dit in de verwachting nu, na lange tijd, weer in de schoot van de familie te worden opgenomen. Vijftien jaar geleden heeft ze een misstap begaan haar toenmalige, vele oudere echtgenoot De Staffelaer met Van der Welcke te bedriegen. Na de ontdekking van deze ontrouw heeft Van der Welcke op last van zijn ouders Constance niet aan haar lot over gelaten, maar is hij met haar getrouwd. Daarmee offerde hij zijn carri?re in de diplomatieke dienst op. Hun huwelijk is niet gelukkig. Van der Welcke verwijt Constance dat ze zijn loopbaan heeft verbroken; ze verstaan elkaar ook in het algemeen slecht en kibbelen onophoudelijk. Addy, de grote troost in hun leven, fungeert als bemiddelaar. Het gezin installeert zich in Den Haag en neemt geleidelijk steeds meer deel aan het familieleven in groter verband. Vooral het zogenoemde 'familietafereel', de wekelijkse familiebijeenkomst op zondagavond bij Constance's moeder, vormt een vast moment van contact. Ter wille van de oude mevrouw Van Lowe waagt geen familielid het op deze zondagavond weg te blijven en houdt men de schijn op als zou er tussen hen allen een hechte familieband bestaat. In feite oefent men voortdurend kritiek op elkaar uit en heerst er eerder onverschilligheid en nijd dan warme sympathie. Constance is echter zo verheugd weer in de familie te zijn teruggekeerd, dat ze de ware verhouding niet wil zien en blijft vasthouden aan het ideaal van een innige bloedband. Zelf spant ze zich tot het uiterste in om met alle familieleden een goed contact te krijgen. De roddelpraatjes waartoe de komst van Constance in Den Haag aanleiding gegeven heeft, nemen steeds sterkere vormen aan. Zo doet op een gegeven moment het verhaal de ronde dat Addy geen zoon van zijn vader zou zijn. Ook de roddelpers laat zich niet onbetuigd. Intussen kan Constance haar ogen niet meer sluiten voor de kilheid en soms openlijke hatelijkheid waarmee vele van haar familieleden haar bejegenen. Zij stelt hier een nieuw beleid tegenover: ter wille van de toekomstige carri?re van haar zoon zal zij zich voortaan openlijk in de grote wereld presenteren. Ze begint met een bezoek te brengen aan een van de offici?le 'jours' die haar zuster Bertha, een ministersvrouw, pleegt te houden.Haar gedrag valt bij de familie niet in goede aarde. Tijdens het familietafereel vindt er een emotionele sc?ne plaats waarin Constance openlijk verweten wordt naar Den Haag te zijn teruggekeerd.
De Auteur
L. Couperus ( 1863 - 1923 ) had het plan opgevat om een Hollandse familieroman in drie delen te schrijven . ( Het zouden er 4 worden ). Couperus was als schrijver tamelijk succesvol. Hij kon goede honoraria bedingen. Hij was mede- oprichter van De Gids en Groot-Nederland. Na veel zwerftochten werd hij een vaste medewerker bij de Haagse Post , toen nog een defrig en Haags blad. Ook hield hij geregeld lezingen en voordrachten. Isklander was zijn laatste boek , tot zijn dood zou hij zich alleen nog bezighouden met journalistiek. Couperus had te kampen met zijn gezondheid , gedroeg zich in Indie volgens velen hoogst onaan - genaam en reageerde knorrig op Japan , waar hij lange tijd ziek was. Na terugkeer vestigde Couperus zich op het platteland , in de Steeg. Op 16 juli 1923 , kort na zijn 60 verjaardag waarop hij werd gehuldigd , gerriderd en bekroond overleed hij aan longvliesonsteking en bloedvergifteging.
Andere werken :
Een lent van vaerzen (dichtbundel)
Noodlot
De stille kracht
Isklander
Louis Couperus werd geboren te Den Haag als jongste van elf kinderen. Zijn ouders woonden op de Mauritskade 11 (nu 43), naast de Oranjekazerne. Zijn vader was mr. John Ricus Couperus, gepensioneerd raadsheer in het toenmalige Nederlands-Indië, zijn moeder Jonkvrouwe Catharina Geertruida Reynst. In 1872 vertrok hij met zijn ouders naar Batavia, Nederlands-Indië, waar zij woonden op Landgoed Tjicoppo in Buitenzorg. In 1878 keerde hij naar Nederland terug. Zijn ouders gingen wonen aan de Nassaukade 4 (later gedempt, en omgedoopt tot Nassauplein). In 1881 ging hij voor de akte M.O. Nederlands studeren, waarvoor hij in 1886 slaagde. In 1884 verhuisden zijn ouders naar Surinamestraat 20, waar hij in 1886 'Orchideeën' schreef.
Boek informatie
- De boeken der kleine zielen. De kleine zielen
- Louis Marie Anne Couperus
- Nederlands
Handige opties
- Meer boeken van:Louis Marie Anne Couperus