Boekverslag: Oosterschelde; Windkracht 10
De schrijver van het boek is: Jan Terlouw.
De titel van het boek is: Oosterschelde windkracht 10.
De plaats van gelezen uitgave is 1993: Lemniscaat, Rotterdam. 30ste druk.
In 1976 verscheen de 1ste uitgave.
Het genre van het boek is: historische Roman omdat het boek over een gebeurtenis gaat uit de geschiedenis, namelijk de watersnoodramp in 1953.
De hoofdpersonen zijn:
Anne: Anne is 20 jaar. Ze heeft een slank figuur, zo?n 1.60 groot, zacht bruin haar,
brede mond, twee donkere, bruine ogen die stralen als edelstenen.
Henk: vriend en later man van Anne. Studeerde aan de universiteit te Delft. Hij werkt aan de weder opbouw van de Deltadienst. Is zeer behulpzaam en is een aardig persoon hij krijgt later met Anne twee zoons.
De bijpersonen zijn:
Vader Strijen: is een stijfkop, heeft veel ruzie met Anne.
Valeer: zoon van Anne en Henk. Zit bij de actiegroep Nog Tijd. Hij wil de Oosterschelde open houden.
Piet: is de jongste zoon van Anne en Henk. Studeert in Delft, hetzelfde als wat zijn vader deed.
Het verhaal speelt zich in de periode van 1953 af. En in het 2de deel van het boek in 1973 af, 20 jaar na de ramp.
Het verhaal speelt zich in: Nederland af op het eiland Goeree Overflakkee, maar ook een gedeelte in Rotterdam waar Anne wordt verhoord, in het huis van Strijen en in het plaatsje Battenoord waar ze wonen, en in het plaatsje Yerseke en omgeving aan de Oosterschelde.
De tijd is chronologisch omdat het van dag tot dag wordt verteld. Er is een tijdsprong tussen het 1ste deel en het 2de deel. Dit is een tijdsprong van 20 jaar.
De spanning zit in het midden van het boek. Hier wordt alles precies beschreven over het bezwijken van de dijken, het water dat de huizen verwoest, en dat er veel mensen het leven worden genomen. Verder wordt in het boek een oplossing gezocht naar hoe ze deze ramp in de toekomst kunnen voorkomen. De oplossing wordt in het eind gegeven.
Het boek heet Oosterschelde windkracht 10 omdat het gaat over de watersnoodramp van 1953 aan de Oosterschelde. En tijdens die storm was het windkracht 10.
Het verhaal is echt gebeurd. Dat weet je omdat het een historische roman is en die is gebaseerd op feiten. Je hebt in het verhaal het gevoel dat je met de personen meeleeft. En je hebt nergens het gevoel dat het niet kan.
Ik vond het een prachtig boek. Ik wist eigenlijk niet zo veel over de watersnoodramp van 1953 en nu weet ik daar wel wat meer over door het lezen van dit boek. Verder vind ik de manier hoe het geschreven is mooi en het is makkelijk te lezen.
Samenvatting
Op een dag gaat Anne Strijen varen. Als ze midden op het Grevelingenmeer is, verandert de windrichting. De wind is zo sterk dat haar boot omslaat. Ze gaat aan wal en kleedt zich uit om haar kleren te drogen. In het water vindt ze een kistje dat niet open kan, ze legt het in de boot. Op dat moment komt er een agent (Giel Nolen) langs. Hij maakt een procesverbaal op, omdat ze naakt rondloopt, maar die is niet serieus bedoeld. Ze vaart terug naar huis. De volgende dag maakt ze ?t kistje los met Henk, haar vriend. In het kistje zitten allemaal papieren over dijken, dammen, overstromingen, enz. Het kistje blijkt van ene Brooshoofd te zijn. Na een paar weken gaan ze opzoek naar die Brooshoofd. Hij is niet thuis en de buurvrouw had hem ook al weken niet gezien. Op de weg terug vertelt Anne aan Henk dat ze zwanger is, dit vindt Henk geweldig nieuws. Dat vindt Anne een goeie aanleiding om Henk ten huwelijk te vragen. Henk antwoordt "ja". Ze bereiden het feest voor en gaan trouwen. Alles gaat nogal snel, omdat alles gebeurd moet zijn voordat het kind geboren is. Na een paar weken wordt Brooshoofd dood gevonden in een sloot: gewikkeld in een zeil met touw en stenen. De politie wordt op de zaak gezet. De rechercheur legt de zaak weg, omdat hij vast loopt. Giel Nolen gaat in het geheim verder. Hij vindt een aanknopingspunt en gaat naar Stafmaat (de rechercheur). Anne wordt beschuldigd van moord op Brooshoofd en wordt verhoord op het politiebureau in Rotterdam. Na 2 dagen wordt ze vrijgelaten, door te weinig bewijs. Het hele eiland weet wat Anne heeft gedaan. Haar vader stapt uit de kerkenraad, omdat hij de druk niet meer aankan. Er verlopen vele maanden. Elk weekend komt Henk naar Battenoord: de woonplaats van de familie Strijen. Alles verloopt rustig tot Henk op zaterdagavond 31 januari naar de radio luistert. Hij hoort dat er een hele hevige storm op komst is: noord-noordwesterstorm met springvloed (volgens Brooshoofd zouden dan de dijken het begeven). Henk gaat met Piet (broertje van Anne) meteen naar de havenmeester en vraagt hoe de situatie is. Hij zegt dat de situatie kritiek is. Na enige tijd krijgen Henk en Piet de opdracht iedereen te waarschuwen en te evacueren. De familie Strijen (Anne, vader, moeder, opoe) gaan naar de kleine zolder. Na een half uurtje breken de dijken door (als eerste achter het huis van de familie Strijen): er stroomt veel water het huis in en een deel wordt verwoest. Ook opoe wordt meegesleurd door het water en verdrinkt. Henk is toen zelf op een hoge schuur gaan zitten. Hij zit wel veilig. De polder stroomt intussen vol. 's Maandags komt de hulp voor Anne, vader en moeder. Henk wordt pas op woensdagochtend gevonden. De buurman van de familie vertelt dat Piet is verdronken toen hij iemand wou helpen. Na twee dagen begint het water te zakken. Anne krijgt wee?n (drie weken te vroeg), ze gaat liggen op een bed en wil alleen zijn. "Het is een zoon!" Zegt Anne. De hele familie is blij (vanwege de baby) en verdrietig (vanwege Piet, opoe en alle andere mensen die zijn verdronken. Een agent komt zeggen dat Anne niet meer verdacht wordt van de dood op Brooshoofd, omdat iemand de moord heeft bekend.
Valeer (zoon van Anne en Henk) zit bij een actiegroep: Nog TIJd. Deze actiegroep is voor een open Oosterschelde (omdat anders de natuur verloren gaat) en voor dijkverzwaring. Ze hebben 1x per maand vergadering in een caf?. Bij de Deltadienst wordt een maquette opgeblazen van de Deltawerken. De actiegroep 'Nog TIJd' is de enige verdachte, maar ontkent alles. De voorzitter moet aan een politieman een formulier inleveren van alle namen en adressen van de leden van ?Nog TIJd?. Anne zit met een probleem: of ze moet voor haar man kiezen (die voor een dichte Oosterschelde is, omdat hij bij de Deltadienst werkt) of voor haar zonen Piet en Valeer die tegen een dichte Oosterschelde zijn, omdat die de natuur willen sparen. Ze wil dat zij bewijzen leveren om het probleem op te lossen. Dat vinden ze goed. Meteen die avond gaat Henk bewijzen leveren. De familie gaat eerst naar een begraafplaats van de slachtoffers van de watersnoodramp en naar een getuige van de ramp. Na 14 dagen gaan Piet en Valeer bewijzen leveren. Ze gaan naar het meer en laten zien hoe schoon het water is, vervolgens laten ze zien hoe vies het water kan worden. Daarna gaan ze naar iemand die zwaar verongelukt is, net als velen met hem, op een dijk van de Deltawerken. Anne kiest nog geen kant en wacht op de uitslag van een commissie die bezig is met een onderzoek naar de Deltawerken bij Oosterschelde. Valeer verdenkt een ingenieur van de Deltawerken (Lievenbach) van de bom in het gebouw, omdat hij de enige was die de sleutel had van het kamertje waar de maquette stond. Valeer stelt de voorzitter van Nog TIJd (Jos) op de hoogte, maar vertelt niks aan zijn familie. Als er een rondvaartocht van de Commissaris van de Koningin, burgemeesters, journalisten en medewerkers van de Deltawerken is om te laten zien hoe het met de Oosterschelde gaat, trommelt Nog TIJd alle mossel- en oestervisser uit de omgeving bij elkaar voor een demonstratie. Met veel spandoeken en getoeter maakt het een heel goede indruk bij de mensen voor een overweging tussen een open of een dichte Oosterschelde. Na een week komt de uitslag van het onderzoek naar de Oosterschelde. De conclusie is dat er een blokken dam moet komen met kokers erin en schuiven, zodat hij alleen dicht hoeft met een hoge waterstand. Nog TIJd stemt na een vergadering voor evenals het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Dat Ministerie stuurt een brief naar de regering. Na twee weken komt er een debat in de Tweede Kamer. Het merendeel is voor een dam met schijven (stuwcassiondam).
Terlouw is op 15 november 1931 geboren te Kamperveen. Hij was de oudste zoon thuis en had nog twee broers en twee zussen. Hij groeide op in de Veluwse dorpen Garderen en Wezep waar zijn vader predikant wasJan Terlouw is gaan schrijven door zijn vrouw, hij vertelde eerder altijd zelfverzonnen verhalen aan zijn kinderen, zijn vrouw Alexandra van Hulst kwam op het idee om ze te gaan publiceren. Zijn eerste boek was Pjotr in 1970. Terlouw heeft een aantal boeken geschreven; voornamelijk jeugdliteratuur. Zijn politieke achtergrond schijnt door omdat zijn boeken vaak eigentijdse problemen aan de orde stellen, zoals het milieu, de politiek of de geschiedenis. Ook dringt in de boeken vaak de boodschap van de democratie, het vrije woord, het liberalisme en anti-extremisme door. Hij laat zien dat aan deze onderwerpen meer kanten zitten, dat je problemen van alle kanten moet bekijken voor je een beslissing neemt. Zijn hoofdpersonen zijn inventieve jongeren, die op een originele manier met die problemen omgaan. De jongeren leren veelal de zaken niet simpelweg te accepteren, maar kritisch te bekijken. Vaak is er een jongere aanwezig die het verkeerde pad op is gegaan en aan het eind van het boek besluit dat kritisch blijven denken toch het belangrijkste is. De boeken van Jan Terlouw zijn talloze malen herdrukt, bekroond, en vertaald in vele talen, tot in het Welsh en het IJslands aan toe.De laatste jaren schrijft Terlouw samen met zijn dochter Sanne Terlouw. Dit zijn detective-achtige boeken rond een vader en een dochter die samen moorden oplossen. Het derde boek is eerst als feuilleton verschenen in de Wegener kranten.
Boek informatie
- Oosterschelde; Windkracht 10
- Jan Cornelis Terlouw
- Nederlands
Handige opties
- Meer boeken van:Jan Cornelis Terlouw