Boekverslag: De hoofdprijs
SAMENVATTING VAN HET BOEK DE HOOFDPRIJS.
Stijn is een jongen van zeventien jaar. Hij is verliefd op Tina. Heeft geen interesses in auto´s, maar als z´n vriend van achttien op een avond vraagt of hij een stukje wilt RACEN, zegt hij ja, want de hoofdprijs is Tina.
…Voor Stijn het weet wordt hij een ambulance ingedragen. Hij is betrokken bij een verkeersongeval. Als hij om zich heen kijkt, ziet hij een brandende auto en een lichaam tegen de boom liggen. Eenmaal in de ziekenwagen, blijft Stijn vragen wat er is gebeurd. Maar het ambulancepersoneel antwoord niet. Ze zeggen alleen dat hij het in het ziekenhuis krijgt te horen. Als Stijn het ziekenhuis ingereden wordt, wordt hij meteen onderzocht. Het blijkt dat hij geluk heeft gehad, want er zijn vijf doden gevallen bij het verkeersongeval. Een gezin dat in de brandende auto zaten, zijn levend verbrand. De bijrijder, Wouter, is door de knal tegen de boom, om het leven gekomen. Mike ligt in coma in het ziekenhuis… Als Stijn de volgende dag in z´n bed rechtop zit, komt de verpleegster binnen gelopen en vraagt hoe het met hem gaat. Stijn antwoord: “Ik heb nog een drukkend gevoel op m’n borst, en hoofdpijn. Maar als de verpleegster is uitgepraat, vraagt hij meteen wat er is gebeurd gisteravond. De verpleegster antwoord: “Je was betrokken bij een verkeersongeval waarbij 5 doden zijn gevallen. Maar Stijn weet nergens van.
Dan komt ineens de inspecteur binnenlopen. Hij stelt zich voor en stelt een aantal vragen aan Stijn. Maar Stijn weet helemaal niets meer van het ongeval. Omdat Stijn niets meer weet, maar wel naar huis mag, neemt de inspecteur hem mee naar het politiebureau. Daar zal hij nog een keer worden ondervraagt en blijkt er dan nog niet uit te komen dan gaat hij de gevangenis in. Dat is dus ook het geval. Als hij al een tijdje zit, gaat de celdeur open, en steek een cipier z’n hoofd naar binnen. Hij zegt: “De jeugdrechter wil je spreken.” Stijn kleed zich aan, en gaat met de cipier mee. Als Stijn bij de rechter is vraagt de rechter hetzelfde. Maar Stijn weet het niet. De rechter spreekt af, dat hij tot maandag de tijd heeft.
Stijn is in het weekend heel goed na gaan denken, en het is allemaal in stukjes teruggekomen, en Stijn heeft het opgeschreven. Hij laat de blaadjes zien aan de jeugdrechter. Dan schrikt ze op en vraagt: “Heb je echt geremd?” Stijn knikt. De rechter zegt:”Er waren geen remsporen te zien” Dan kijkt de rechter in het dossier en daar staat dat de remkabels afgeroest waren. Nu Stijn een verklaring heeft afgelegd, is hij klaar, maar moet wel honderdvijftig uur een instelling doen. Eenmaal thuis vraagt z’n pa of hij nog verliefd is op Tina. Stijn knikt. En z’n pa zegt: “Dan ga je er nu naartoe”
Herman Van Campenhout is een Belgisch schrijver. Van Campenhout komt uit een gezin van acht kinderen: hij heeft twee zussen en vijf broers. Van Campenhout is getrouwd, heeft twee zonen en vijf kleinkinderen.
Boek informatie
- De hoofdprijs
- Herman van Campenhout
- Vlaams
Handige opties
- Boekverslag opslaan: Download .DOCX
- Meer boeken van:Herman van Campenhout