Boekverslag: Het Gouden Ei
Titel: Het gouden ei
Uitgeverij: Bakker, Amsterdam
Druk: 13e druk
Jaar uitgave: 1995
Samenvatting:
Rex Hofman en Saskia Ehlvest, rijden op 1 augustus richting Frankrijk om daar bij de Middellandse zee hun vakantie van hun leven te hebben, Rex plaagt Saskia wat en ze stooppen bij een (Total) Benzinestation om te tanken.
Wanneer Saskia naar binnengaat om een blikje cola en een blikje pils te halen blijft ze lang weg. Rex wordt ongerust en gaat kijken waar ze blijft, hij komt tot de ontdekking dat ze verdwenen is en een zoektocht brengt geen oplossing.
Ramond Lemorne was altijd al een wat vreemde jongen.
Reeds in zijn jeugd was hij ervan overtuigd dat een gedachte eigenlijk onvermijdelijk de daad inhield en dat een daad onvermijdelijk is, eens je er aan gedacht hebt.
Als man van middelbare leeftijd, gelukkig getrouwd met twee kinderen en de perfecte middenklasser, heeft hij plotseling de gedachte of hij in staat zou zijn een misdaad te plegen. Hij kwam op die gedachte op het moment dat hij een kind van de verdrinkings dood redde en bij zichzelf dacht: zou ik ook een misdaad kunnen plegen. Hij verbouwt zijn vakantiehuisje en vanuit die basis gaat hij experimenteren en repeteren. Elk onderdeel van de moord op een voor hem nog onbekende slachtoffer, elk detail van zijn idee, werk hij precies uit.
Hij moest op een autoroute bij een tankstation met een mitella proberen een vrouw naar zijn auto te lokken en bewusteloos te maken door een middel van een chloroform zakdoek.(Zakdoek met een soort gas waarvan je down wordt)
Als hij klaar is ontmoet hij Saskia.
Ook toen hij twee kampeerders dood schoot:
"Lemorne pakte het pistool uit het dashboardkastje en stapte uit. Hij koos een van de jongens als eerste en schoot hem dood.
Hij had de ander ook onmiddellijk dood willen schieten, maar de langzame manier waarop de onderlip van die jongen van zijn snorretje vandaan zakte sloeg hem met stomheid en het duurde een paar seconden voor hij weer schoot.
Acht jaar later tijdens een vakantie in Marina di Camerota in Itali? vraagt Rex Lieneke ten huwelijk.
Dat werd beslist door een spelletje badminton tegen 2 Fransen.
Later kwam het onderwerp Saskia naar boven en Rex zei dat als Saskia et nu bij was, hij bij Lieneke zou blijven, maar als hij terugkon naar het benzinestation, zou hij dat doen.
's Nachts merkte Lieneke dat Rex een nachtmerrie had over het gouden ei. Na die vakantie houd Rex nogmaals een advertentiecampagne in de Franse kranten. Lemorne komt er op af, hij doet Rex het voorstel om het mysterie op te lossen door hem hetzelfde te laten ondergaan, en een gewisse dood als gevolg.
Rex stemt toe en na het drinken van een slaapmiddel bij het bewuste benzinestation, wordt hij wakker, opgesloten in een doodskist, hij is levend begraven. Later zocht Lieneke Rex maar hij was weg en werd nooit meer gevonden. Van Saskia en Rex werd nooit meer iets vernomen.
Personages:
Rex Hofman:
Rex is een rustige man. Hij vindt het erg leuk om spelletjes te spelen. Vooral gedachten- en woordspelletjes vindt hij erg leuk. “ Ook vindt hij het erg leuk om Saskia te plagen, waar hij erg veel van houdt. Sommige dingen van Saskia ergert hij zich geweldig aan, en niet altijd kan hij zich beheersen.
Later heeft hij daar altijd spijt van, en neemt hij zich voor om niet weer zo’n arrogante opmerking te maken. Hij beseft dat hij een hele leuke vriendin heeft. “Wat hou ik toch van haar,’ dacht hij terwijl ze met haar rieten mand door de deuren in de servicewinkel verdween. Er kwam een glimlach op zijn gezicht die hij vlug in de achteruitkijkspiegel bekeek, alsof het een cadeautje van haar was. Hij kon het naar vier jaar nog altijd niet geloven dat hij haar echt had.” Hij heeft het er dan ook erg moeilijk mee dat Saskia opeens verdwenen is. Zelfs als hij een nieuwe vriendin heeft denkt hij nog bijna elke dag aan Saskia. Op het eind van het boek gaat hij in op het krankzinnige voorstel van Lemorne, alleen maar om te weten te komen wat er met Saskia gebeurd is. “Wat is er met haar gebeurd?’ ‘Ik ben hier gekomen om u dat te vertellen. Maar er is maar een manie waarop ik dat kan doen. Door u hetzelfde te laten ondergaan.’ (…) ‘Dan ga ik dood,’ zei Rex. ‘Ja.’ ‘U bent gek.’ ‘Dat is niet relevant,’ zei Lemorne.” Rex verandert niet zoveel in het verhaal. Hij wordt hoogstens wat serieuzer. Wat uiterlijk betreft weten wij eigenlijk niets. We weten wel dat Rex negen jaar ouder was dan zijn vriendin Saskia.
Saskia Ehlvest:
Saskia is negen jaar jonger dan Rex. Ze heeft last van claustrofobie en droomde als kind al dat ze gevangen zat in een Gouden Ei. Daar kon ze dan alleen uitkomen door tegen een ander ei te botsen. “Er was toen op de landweg in Itali? meer aan de hand geweest. Toen hij met zijn jerrycan terugkwam had hij Saskia volkomen overstuur aangetroffen. Als een vechtend dier had zij zich aan hem vastgeklampt, snikkend dat hij haar nooit meer zo alleen mocht laten. De beklemming in het kleine zwarte hok van de auto had haar bijna gek van angst gemaakt; het was even eenzaam geweest als in haar nachtmerrie van het Gouden Ei. Toen ze klein was had ze eens gedroomd dat ze opgesloten zat in een gouden ei dat door het heelal vloog. Alles was zwart, er waren niet eens sterren, ze zou er altijd moeten zitten, en ze kon niet doodgaan. Er was maar n hoop. Er vloog nog zo’n Gouden Ei door de ruimte, als ze tegen elkaar zouden komen, zouden ze allebei vernietigd zijn, dan was het afgelopen. Maar het heelal was zo groot.”
Ze is een beetje apart, en wil altijd een beetje vreemde dingen doen, zoals bij het tankstation, waar ze muntjes wil verstoppen en dergelijke. Van haar weten we dat ze ‘roodgespoeld wriemelhaar’ heeft en dat ze ‘ongegeneerd ijdel’ is. “En daar, net toen Rex klaar was met afrekenen, was achter het glas alweer het roodgespoelde wriemelhaar van Saskia.”.
“Wie wil chaufferen moet mooi zijn’, hij hoorde het haar al zeggen. Waarschijnlijk stond zij zich uitgebreid op te tutten in het toilet. Ze was ongegeneerd ijdel. (...) Maar hoe ijdel ze ook was, dat bedierf niets aan de baldadige, tragische schoonheid van haar gezicht.” Zij wordt al vroeg in het verhaal ontvoerd, dus al te veel weten we niet van haar.
Raymond Lemorne:
Lemorne (zo wordt hij steeds in het boek genoemd) is een Franse scheikundeleraar. Als we voor het eerst over hem lezen is hij 16 jaar oud en vraagt hij zich af hoe het is om van het balkon af te vallen. Hij is dus naar beneden gesprongen om dat te weten te komen. Daarna lag hij 6 weken in het ziekenhuis. “Hij vroeg zich af wat er zou gebeuren als hij sprong. Hij bedacht voors en tegens, met op de achtergrond het duistere gevoel dat het al vast stond dat hij zou springen. Dat vond hij vreemd: hoe kon het vast staan als springen bij hem opgekomen, zo duidelijk gekkenwerk was? En hoe kon hij te weten komen of het waar was dat hij die mogelijkheid had – anders dan door te springen?” Later redt hij een kind van de verdrinkingsdood, maar terwijl hij dat doet vraagt hij zich af of hij ook een misdaad kan plegen. “Maar zou ik nu ook in staat zijn om een misdaad te plegen?’ Hij stelde zich de gruwelijkste daad voor die hij zo gauw kon verzinnen. (…) Was het dan niet zo dat het krijgen van de gedachte hem op zijn minst verplichtte tot het doen van de eerste stap?”
Hij besluit dus om het te proberen. Als scheikundeleraar kon hij makkelijk aan grondstoffen voor chloroform komen. “Van onder de schuimkraag die zich onder de verhitting vormde kwam druppel voor druppel de chloroform uit het aftapkraantje, een wee? zoete geur verspreidend.
In een oud vakantiehuisje van zijn vrouw bereidt hij alles voor. Hij wil een vrouw ontvoeren. Hij oefent een paar keer en dan lukt het met Saskia. “ Het ging niet altijd goed. Hij kreeg het water niet op tijd in de zakdoek of hij had het flesje nog in zijn hand als hij aan instappen toe was. Een kwestie van oefenen.” Later geeft hij Rex de kans hetzelfde te ondergaan als Saskia om zo te weten te komen wat er Saskia gebeurd is. Dan is hij 49 jaar, en getrouwd. Ook heeft hij dan twee kinderen. Van zijn uiterlijk zijn we niets te weten gekomen.
Wij vinden hem alleen wel een beetje psychisch gestoord, om zo met mensen om te gaan. Ook is het vreemd dat zijn vrouw en kinderen hem niet doorhadden. Met de smoes dat hij het huisje wat wilde opknappen lukte het hem steeds om weg te gaan, naar het huisje toe.
Lieneke:
Lieneke is de vriendin van Rex. Hij vraagt haar ten huwelijk, maar naar Rex nachtmerrie over het Gouden Ei blijkt wel dat Saskia altijd tussen hen zal staan. We weten iet veel over Lieneke, maar wel dat ze respecteert dat Rex nog steeds aan Saskia denkt. Lieneke is eigenlijk alleen belangrijk omdat ze een relatie heeft met Rex, verder speelt ze geen grote rol in het verhaal.
Titelverklaring
In haar jeugd heeft Saskia een droom gehad dat ze opgesloten zat in een gouden ei dat door het heelal vloog. Alles was zwart, er waren niet eens sterren, ze zou er altijd in moeten zitten en ze kon niet eens doodgaan. Er was maar een hoop. Er vloog nog zo'n gouden ei door de ruimte, als ze tegen elkaar botsten zouden ze allebei vernietigd zijn, dan was het afgelopen, maar het heelal was zo groot.(!)
Thema
De verdwijning van Saskia, het is de rode draad die door het hele boek gaat.
Genre
Avonturenroman. Griezelroman.
Tijdverloop
Het verhaal is niet chronologisch verteld. De juiste volgorde zou zijn: H3 dan H1 gevolgd door H2 die gevolgd wordt door H4 & H5. Tussen H4 en H5 is bijna geen tijdsverdichting, terwijl tussen H1 en H2 8 jaar zitten. De stijl waar het boek in is geschreven is makkelijk en snel.
Perspectief
In dit boek wordt gebruik gemaakt van het hij/zij-perspectief. Je hebt namelijk 3 keuzes:
Ik-perspectief.
Hij/zij-perspectief.
Alleswetende verteller.
Het boek werd niet geschreven in de ikvorm, dat was dus al makkelijk.
Het verschil tussen het hij/zij-perspectief en de alleswetende verteller is, dat de alleswetende verteller nauwelijks gedachten en gevoelens kan beschreven en daar was in dit boek, toch wel degelijk sprake van.
Mening:
Het boek is heel spannend, het is ook geen dik boek en het is redelijk makkelijk te volgen, althans, als je ook echt helemaal voor het boek 'gaat', zoals ik. Als dit boek je namelijk helemaal niet boeit, moet je echt moeite doen om er elk hoofdstuk weer 'in' te komen en te begrijpen waar het allemaal om draait. De spanning in het boek wordt opgebouwd door je eigen nieuwsgierigheid, je wilt de oplossing hebben op je vraag, op het mysterie, op hetgeen waar het hele boek om draait: de verdwijning van Saskia Ehlvest. Ik vond het ook spannend doordat het verhaal niet-chronologisch verteld is waardoor de spanning wordt opgevoerd, uitgesteld of achterhouden. Ook doordat de belangrijkste personages van beiden kanten belicht zijn, waardoor je zowel over de moordenaar als het over slachtoffer dingen te weten komt. Ik denk dat als het boek 'gewoon' chronologisch zou zijn dat ik er een stuk minder aan zou vinden, omdat alles dan zo simpel werd en je alles werd voorgekauwd. Nu moet je zelf veel meer zien uit te vinden en moet je wat meer moeite doen om het verhaal te snappen. Mensen die deze moeite niet willen doen, zullen het boek dan ook niet het lezen waard vinden.
Achtergronden van de schrijver:
Tim Krabb?:
ik ben geboren op 13 april 1943 in Amsterdam, waar ik nog woon. Eindexamen 1960 HBS-B aan het Spinoza Lyceum. Leef sinds 1967 van de pen.
Ik ben getrouwd geweest met Liz Snoijink, en heb een zoon Esra. Mijn vader en grootvader waren en zijn bekende schilders, evenals mijn broer Jeroen, die ook acteur is. Mijn moeder is filmvertaalster en schrijfster. Ik heb ook wat geacteerd, en een tijdje psychologie gestudeerd aan de GU in Amsterdam, maar van beroep ben ik altijd schrijver geweest. Mijn debuten als schrijver en als journalist vielen samen in 1967.
Mijn romans zijn in 12 talen vertaald, en vier ervan zijn verfilmd. 'Spoorloos', naar Het Gouden Ei, waar ik zelf het scenario voor schreef, won het Gouden Kalf 1988 voor de beste Nederlandse film. Hij wordt nog steeds gedraaid in Amerika, en in 1993 werd er daar een remake van gemaakt onder de titel 'The Vanishing.' Niet zo goed als het origineel. In maart 1998 zijn er drie films naar werk van mij in voorproductie; twee naar romans, de derde naar een oorspronkelijk scenario. Naast mijn romans, verhalen en journalistieke werk heb ik vele artikelen en een paar boeken over schaken geschreven. Van 1967-1972 hoorde ik bij de beste twintig schakers van Nederland, maar nooit bij de beste tien.
Stroming
Moderne Nederlandse literatuur
Tijd
Het verhaal speelt zich af vanaf 1950 tot ongeveer 1982. Tussen het begin en het einde van het boek zit +/- 32 jaar. Het Verhaal begint eigenlijk in 1950 als Lemorne 16 jaar oud een gedachtespelletje aan het doen is, waarbij hij van een balkon springt van de 2e etage:
Hij vroeg zich af wat er zou gebeuren als hij sprong. Hij bedacht voors en tegens, met als gedachte dat hij al zou springen.
Dat vond hij vreemd: hoe kon dat vast staan als springen zo duidelijk gekkenwerk was.
Hij zat een halfuur op het hekwerk, denkend aan de tegenstrijdigheid en aan andere dingen, en sprong toen.
Hij lag daarna 6 weken in het ziekenhuis.
Het duurde 21 jaar voor er weer iets dergelijks in zich opkwam: de ontvoering. Dan is hij 41 jaar, in 1974. (De eerste 21 jaar wordt eigenlijk niet beschreven).
8 jaar later komt Rex Lieneke tegen (1982), maar hij kan zich nooit meer zo aan iemand hechten, dan aan Saskia.
Hij gaat dus verder met de zoektocht en komt Lemorne tegen.
Hans Maarten Timotheus (Tim) Krabbé is een Nederlands schrijver en schaker. Hij heeft zowel romans als schaakliteratuur op zijn naam staan. Tim Krabbé deed in 1960 Eindexamen HBS-B aan het Spinoza Lyceum. Sinds 1967 leeft hij van de pen. Hij is getrouwd geweest met Liz Snoijink, met wie hij een zoon Esra heeft. Zijn vader Maarten Krabbé en grootvader Hendrik Maarten Krabbé waren bekende kunstschilders. Zijn broer Jeroen Krabbé is acteur en regisseur, zijn halfbroer Mirko Krabbé een multimedia kunstenaar en ontwerper. Zijn moeder, Margreet Reiss (1914-2002), was filmvertaalster en schrijfster. Hij heeft wat geacteerd (o.a. in het satrisch programma Hadimassa), en een tijdje psychologie gestudeerd aan de GU in Amsterdam, maar van beroep is hij altijd schrijver geweest. Zijn debuten (De werkelijke moord op Kitty Duisenberg) als schrijver en als journalist vielen samen in 1967. Het boek is echter nooit herdrukt en nu praktisch niet meer te vinden. Hij liet zich voor zijn boeken inspireren door Willem Frederik Hermans. In meerdere boeken van Krabbé vinden we de semi-journalistieke stijl terug die we ook bij de nieuw-realisten aantreffen. Anderzijds kan Krabbé ook neoromantisch naar voorkomen, een voorbeeld hiervan is Kathy’s dochter.
Boek informatie
- Het Gouden Ei
- Hans Maarten Timotheus Krabbé
- Nederlands
Handige opties
- Meer boeken van:Tim Krabbé