Boekverslag: De Avonden
1e druk
1947
Inhoud
Dit verhaal speelt zich af in de laatste tien dagen van het jaar 1946. De hoofdpersoon is de 23- jarige Frits van Egters. Frits werkt op kantoor en hij woont nog thuis bij zijn ouders. Hij heeft ook een oudere broer, Joop, maar die is al het huis uit. Het verhaal begint als Frits van Egters wakker wordt met een angstdroom, over de dood, wat niet de eerste keer is. Frits wordt geplaagd door angstdromen met de dood als hoofdthema.
Dan staat hij maar op, bekijkt zichzelf en zijn haar in de spiegel en begint aan een lange vervelende dag. De hele dag hangt Frits zo'n beetje rond, kijkt op de klok, goh, weer een uur verstreken...
Iedere dag bestaat eigenlijk uit dezelfde gebeurtenissen, hij hangt wat rond, thuis en bij vrienden. Op een doordeweekse dag gaat hij naar zijn werk op kantoor. Als hij naar zijn vrienden gaat komen meestal de meest lugubere onderwerpen ter sprake, want daar is Frits dol op. Hoe viezer en enger etc. hoe beter. Ook is Frits er dol op anderen de stuipen op het lijf te jagen met het feit dat ze beginnen te kalen. Daar kan hij eindeloos over doorgaan. Smeren ze soms het verkeerde middel in hun haar, wassen ze het te vaak?
Zodra ze gaan eten is de periode vol ergernis aangebroken. Frits zijn vader heeft nooit echt manieren geleerd, wat tijdens het eten duidelijk te merken is. Frits voorspelt dan wat hij gaat doen of gaat ter afleiding rare woorden uitkramen, hij gedraagt zich dan heel kinderachtig, alsof hij een klein kind van vijf jaar is.
Na het eten gaat zijn vader weer bij de haard liggen/ zitten, Frits en zijn moeder doen de afwas, alles volgens dagelijks ritueel. Het gebeurt weleens dat Frits dan kolen moet halen, wat hij vreselijk vindt, want hij is bang in het donker, zegt hij.
Vaak gaat Frits na het eten nog even buiten een wandelingetje maken, of hij gaat naar vrienden, of naar de bioscoop. Bij zijn vrienden worden dan dezelfde lugubere verhalen en opmerkingen over kaalheid herhaald. Eigenlijk wordt er nooit een zinnig woord gesproken en of ze nou echte vrienden zijn... Ze vervelen zich ook allemaal wel een beetje. Ze hebben geen van allen een echt doel voor ogen.
Als hij naar een caf? gaat met zijn vrienden, wordt er behoorlijk gedronken! Een keer kwam hij zo bezopen thuis dat zijn ouders hem naar bed moesten brengen. De meest besproken onderwerpen tijdens het uitgaan zijn dan weer zoals gewoonlijk de vieze verhalen. Als Frits uitgaat, of naar vrienden gaat, dan doet hij altijd in gedachten voorspellingen hoe de avond verder zal verlopen. Of de avond een succes wordt of niet, of dan moet hij van zichzelf iets zeggen, anders is er geen hoop meer voor de verdere avond.
Als Frits dan na zo'n dag weer thuis is en naar bed gaat bekijkt hij in de spiegel hoe het met zijn verval is. Hij kijkt hoe het met zijn huid zit, of dat hij al haaruitval heeft etc.
Ligt hij eenmaal in bed, dan beginnen de angstdromen weer. Als Frits met zijn ouders in de kamer zit gaat iedereen zijn eigen gang. Zijn vader zit een pijp te roken, zijn moeder is aan het lezen of iets dergelijks en Frits hangt rond. Er is altijd ruzie over de radio. Frits wilt hem harder hebben, zijn vader zachter en zo gaat dat maar door. Frits zijn ouders maken vaak ruzie, echt een stabiele, liefdevolle relatie hebben ze niet. Frits kan daar absoluut niet tegen. Als zijn ouders ruzie hebben probeert hij ze af te leiden, of gaat hij weg, of naar zijn kamer. Soms gaat zijn vader ook gewoon weg, of zijn moeder is opeens naar de stad. Zelfs op eerste kerstdag gaan ze allemaal hun eigen gang.
Frits ziet heel erg op tegen Oud en Nieuw. Hij is bang om het oude jaar af te sluiten. Er ligt hem iets op het hart, wat hij tegen zijn vader wil zeggen maar hij durft het steeds niet. Als dan eindelijk het moment is aangebroken dat hij het wil gaan zeggen doet hij het uiteindelijk toch niet. De oudejaarsavond verloopt verder somber. Zijn vrienden zijn er allemaal niet en hij brengt de avond grotendeels met zijn ouders door. Echt gezellig wil het niet worden. Zij moeder doet wel haar best, maar heeft bijvoorbeeld de verkeerde wijn gekocht. Aan het eind van de oudejaarsavond komt Frits tot de conclusie dat hij dit jaar heeft overleefd en dat hij ?berhaupt nog leeft.
Personen
Frits van Egters
Hoofdpersoon. Hij is overdag werkzaam op een kantoor en de rest van de dag hangt hij wat rond. Hij heeft geen doel voor ogen en verveelt zich eigenlijk rot. Er is niemand die hem stimuleert iets nuttigs te gaan doen of iets te ondernemen. Hij heeft wel op het Gymnasium gezeten, maar dat heeft hij nooit afgemaakt. Hij dacht altijd dat zijn broer toch beter was. Alles mislukt eigenlijk bij hem. Hij is ook altijd wel een buitenbeentje geweest.
Thuis gedraagt Frits zich vrij kinderachtig en puberaal. Af en toe kraamt hij de raarste woorden uit. Dat is meestal om zijn ouders af te leiden van iets of juist om aandacht te trekken. Bijvoorbeeld als zijn ouders ruzie maken, daar kan hij absoluut niet tegen. Hij probeert zich ook af te zetten tegen zijn ouders, door onder andere niet te doen wat ze zeggen.
Frits is doodsbang voor het verval. Hij is bang om ouder te worden. Een vaak herhaald ritueel van hem is dan ook zichzelf van top tot teen te bekijken in de spiegel. Zijn haargroei is extra van belang, dat wordt dan ook altijd grondig gecontroleerd. Dat hij bang is voor de dood is ook terug te vinden in de angstdromen die hij heeft.
Frits is ook nogal zwaarmoedig, hij kan zijn gevoelens niet goed uiten, waardoor hij rare dingen gaat doen of zeggen.
Frits gedraagt zich vaak pesterig, zijn vrienden lokt hij altijd uit door over het kalingsproces te beginnen of door vieze verhalen te vertellen.
Moeder van Frits
Frits' moeder is zo'n beetje de persoon in huis die alles regelt, die het voor het zeggen heeft. Ze zorgt dat alles op tijd klaar is en runt het huishouden. Ze probeert alles nog een beetje gezellig te houden thuis. Verder speelt ze geen grote rol in het verhaal.
Vader van Frits
Frits' vader gaat totaal zijn eigen gang. Hij zit zo'n beetje de hele dag in huis. Hij doet niet veel. Hij heeft geen goede relatie met Frits. Ze spreken eigenlijk nauwelijks met elkaar, behalve als een van hen zich ergert. Dit komt nogal eens voor, aangezien Frits' vader niet echt eet zoals het hoort, en eigenlijk geen manieren heeft.
Tijd
Het verhaal speelt zich af vlak na de tweede wereldoorlog.
Het verhaal heeft verder een chronologisch verloop, het boek gaat over de laatst tien dagen van het jaar 1946. Iedere dag wordt beschreven in een apart hoofdstuk.
Ruimte
Het huis is de ruimte waar zich het grootste gedeelte van het verhaal afspeelt. In dit huis en op zijn kamer hangt een sfeer van troosteloosheid. Hij zit noodgedwongen opgesloten in zijn eigen huis. Hij kan nergens anders heen.
Perspectieven
Het is een personaal verhaal.
Thema
Zoeken naar de zin van het bestaan en de onmacht om uit de dagelijkse sleur te komen.
Frits weet eigenlijk helemaal niet wat hij met zijn leven aan moet, hij weet niet hoe hij dat moet veranderen. Hij is bang om ouder te worden, om in verval te raken. Zijn leven stelt verder niet zo veel voor. Hij verveelt zich en iedere dag heeft weer diezelfde sleur. Hij heeft een doelloos bestaan.
Motieven
Verval, doodsobsessie, angst, kaalheid, angstdromen: Frits is doodsbang om ouder te worden en voor de dood. Hier heeft hij dan ook continu angstdromen over. Het proces van ouder worden fascineert hem wel. Hij houdt zich ontzettend bezig met kaalheid en lugubere doodsoorzaken. Andere motieven zijn verveling en irritatie: Frits ergert zich mateloos aan zijn ouders, met name aan zijn vader. Deze irritatie verklaart weer een groot deel van zijn verdere gedrag.
Titelverklaring
Dit verhaal speelt zich grotendeels af in de laatste tien avonden van het jaar 1946.
De ondertitel, een winterverhaal, brengt je op het verkeerde idee. Je denkt als het ware aan een gezellig verhaal, dat je lekker bij de kachel kan gaan zitten lezen. Maar dit verhaal ademt toch een andere sfeer.
Structuur
Het verhaal is opgebouwd uit tien hoofdstukken, ieder hoofdstuk beschrijft een dag. Verder heb ik niets bijzonders in de structuur ontdekt.
Stijl
De schrijver schrijft ontzettend leuk! (Vind ik.) Hij schrijft op een humoristische manier. Op zich is het een heel saai verhaal, maar door zijn smakelijke manier van vertellen en goede beschrijvingen komt er een leuk tintje aan te zitten.
Citaat blz. 94: Frits ging de hal binnen, waar het vol was van wachtenden. Hij haalde zijn biljetten te voorschijn en keek om zich heen, toen hij op de schouder werd geklopt. 'Onbegrijpelijk zijn wegen,' dacht hij, 'het is Maurits'. 'Ik kom je op de minst gelegen ogenblikken tegen,' zei hij. 'Ik moet een plaats hebben,' zei Maurits, 'weet jij er nog ergens een te krijgen?' 'Ik heb er ??n,' zei Frits, 'ik had liever iets anders naast me, maar het kon erger. (Deze citaat heb ik gekozen omdat ik er wel om moest lachen, toen ik hem las. Het laat zijn cynische manier van praten...)
Genre
Psychologische roman
Stroming
Existentialisme
Auteur
Gerard Kornelis van het Reve, geboren op 14 december 1923, groeit op in Amsterdam.
De vader van Gerard van het Reve is zelf journalist bij een communistisch blad geweest. Tijdens zijn opleiding is Gerard betrokken bij het drukken van het illegale Parool. Later gaat hij daar ook werkelijk werken als rechtbankverslaggever.
Gerard bezoekt wekelijks een psychiater, die hem er toe aanmoedigde om te gaan schrijven.
Daar komt onder andere het boek de Avonden uit voort. Het boek de Avonden wordt goed ontvangen, maar de meeste van zijn latere boeken weer niet. Het is heel wisselend. Andere bekende boeken geschreven door van het Reve zijn o.a. 'De ondergang van de familie Boslowits', 'Op weg naar het einde', 'Taal der liefde', 'Oud en eenzaam' en nog vele andere.
Waardeoordeel
Ik vond het werkelijk waar een ontzettend goed boek en ik heb het met heel veel plezier gelezen! Ik vind dat het op een leuke, humoristische manier geschreven is. Er zitten ook goede omschrijvingen in en je krijgt gewoon een heel goed beeld van hoe hij leefde. Ik vond het eigenlijk verre weg van saai, doordat ik het wel voor mij zag en ik er af en toe erg om moest lachen. Het thema vond ik ook erg goed.
1947
Inhoud
Dit verhaal speelt zich af in de laatste tien dagen van het jaar 1946. De hoofdpersoon is de 23- jarige Frits van Egters. Frits werkt op kantoor en hij woont nog thuis bij zijn ouders. Hij heeft ook een oudere broer, Joop, maar die is al het huis uit. Het verhaal begint als Frits van Egters wakker wordt met een angstdroom, over de dood, wat niet de eerste keer is. Frits wordt geplaagd door angstdromen met de dood als hoofdthema.
Dan staat hij maar op, bekijkt zichzelf en zijn haar in de spiegel en begint aan een lange vervelende dag. De hele dag hangt Frits zo'n beetje rond, kijkt op de klok, goh, weer een uur verstreken...
Iedere dag bestaat eigenlijk uit dezelfde gebeurtenissen, hij hangt wat rond, thuis en bij vrienden. Op een doordeweekse dag gaat hij naar zijn werk op kantoor. Als hij naar zijn vrienden gaat komen meestal de meest lugubere onderwerpen ter sprake, want daar is Frits dol op. Hoe viezer en enger etc. hoe beter. Ook is Frits er dol op anderen de stuipen op het lijf te jagen met het feit dat ze beginnen te kalen. Daar kan hij eindeloos over doorgaan. Smeren ze soms het verkeerde middel in hun haar, wassen ze het te vaak?
Zodra ze gaan eten is de periode vol ergernis aangebroken. Frits zijn vader heeft nooit echt manieren geleerd, wat tijdens het eten duidelijk te merken is. Frits voorspelt dan wat hij gaat doen of gaat ter afleiding rare woorden uitkramen, hij gedraagt zich dan heel kinderachtig, alsof hij een klein kind van vijf jaar is.
Na het eten gaat zijn vader weer bij de haard liggen/ zitten, Frits en zijn moeder doen de afwas, alles volgens dagelijks ritueel. Het gebeurt weleens dat Frits dan kolen moet halen, wat hij vreselijk vindt, want hij is bang in het donker, zegt hij.
Vaak gaat Frits na het eten nog even buiten een wandelingetje maken, of hij gaat naar vrienden, of naar de bioscoop. Bij zijn vrienden worden dan dezelfde lugubere verhalen en opmerkingen over kaalheid herhaald. Eigenlijk wordt er nooit een zinnig woord gesproken en of ze nou echte vrienden zijn... Ze vervelen zich ook allemaal wel een beetje. Ze hebben geen van allen een echt doel voor ogen.
Als hij naar een caf? gaat met zijn vrienden, wordt er behoorlijk gedronken! Een keer kwam hij zo bezopen thuis dat zijn ouders hem naar bed moesten brengen. De meest besproken onderwerpen tijdens het uitgaan zijn dan weer zoals gewoonlijk de vieze verhalen. Als Frits uitgaat, of naar vrienden gaat, dan doet hij altijd in gedachten voorspellingen hoe de avond verder zal verlopen. Of de avond een succes wordt of niet, of dan moet hij van zichzelf iets zeggen, anders is er geen hoop meer voor de verdere avond.
Als Frits dan na zo'n dag weer thuis is en naar bed gaat bekijkt hij in de spiegel hoe het met zijn verval is. Hij kijkt hoe het met zijn huid zit, of dat hij al haaruitval heeft etc.
Ligt hij eenmaal in bed, dan beginnen de angstdromen weer. Als Frits met zijn ouders in de kamer zit gaat iedereen zijn eigen gang. Zijn vader zit een pijp te roken, zijn moeder is aan het lezen of iets dergelijks en Frits hangt rond. Er is altijd ruzie over de radio. Frits wilt hem harder hebben, zijn vader zachter en zo gaat dat maar door. Frits zijn ouders maken vaak ruzie, echt een stabiele, liefdevolle relatie hebben ze niet. Frits kan daar absoluut niet tegen. Als zijn ouders ruzie hebben probeert hij ze af te leiden, of gaat hij weg, of naar zijn kamer. Soms gaat zijn vader ook gewoon weg, of zijn moeder is opeens naar de stad. Zelfs op eerste kerstdag gaan ze allemaal hun eigen gang.
Frits ziet heel erg op tegen Oud en Nieuw. Hij is bang om het oude jaar af te sluiten. Er ligt hem iets op het hart, wat hij tegen zijn vader wil zeggen maar hij durft het steeds niet. Als dan eindelijk het moment is aangebroken dat hij het wil gaan zeggen doet hij het uiteindelijk toch niet. De oudejaarsavond verloopt verder somber. Zijn vrienden zijn er allemaal niet en hij brengt de avond grotendeels met zijn ouders door. Echt gezellig wil het niet worden. Zij moeder doet wel haar best, maar heeft bijvoorbeeld de verkeerde wijn gekocht. Aan het eind van de oudejaarsavond komt Frits tot de conclusie dat hij dit jaar heeft overleefd en dat hij ?berhaupt nog leeft.
Personen
Frits van Egters
Hoofdpersoon. Hij is overdag werkzaam op een kantoor en de rest van de dag hangt hij wat rond. Hij heeft geen doel voor ogen en verveelt zich eigenlijk rot. Er is niemand die hem stimuleert iets nuttigs te gaan doen of iets te ondernemen. Hij heeft wel op het Gymnasium gezeten, maar dat heeft hij nooit afgemaakt. Hij dacht altijd dat zijn broer toch beter was. Alles mislukt eigenlijk bij hem. Hij is ook altijd wel een buitenbeentje geweest.
Thuis gedraagt Frits zich vrij kinderachtig en puberaal. Af en toe kraamt hij de raarste woorden uit. Dat is meestal om zijn ouders af te leiden van iets of juist om aandacht te trekken. Bijvoorbeeld als zijn ouders ruzie maken, daar kan hij absoluut niet tegen. Hij probeert zich ook af te zetten tegen zijn ouders, door onder andere niet te doen wat ze zeggen.
Frits is doodsbang voor het verval. Hij is bang om ouder te worden. Een vaak herhaald ritueel van hem is dan ook zichzelf van top tot teen te bekijken in de spiegel. Zijn haargroei is extra van belang, dat wordt dan ook altijd grondig gecontroleerd. Dat hij bang is voor de dood is ook terug te vinden in de angstdromen die hij heeft.
Frits is ook nogal zwaarmoedig, hij kan zijn gevoelens niet goed uiten, waardoor hij rare dingen gaat doen of zeggen.
Frits gedraagt zich vaak pesterig, zijn vrienden lokt hij altijd uit door over het kalingsproces te beginnen of door vieze verhalen te vertellen.
Moeder van Frits
Frits' moeder is zo'n beetje de persoon in huis die alles regelt, die het voor het zeggen heeft. Ze zorgt dat alles op tijd klaar is en runt het huishouden. Ze probeert alles nog een beetje gezellig te houden thuis. Verder speelt ze geen grote rol in het verhaal.
Vader van Frits
Frits' vader gaat totaal zijn eigen gang. Hij zit zo'n beetje de hele dag in huis. Hij doet niet veel. Hij heeft geen goede relatie met Frits. Ze spreken eigenlijk nauwelijks met elkaar, behalve als een van hen zich ergert. Dit komt nogal eens voor, aangezien Frits' vader niet echt eet zoals het hoort, en eigenlijk geen manieren heeft.
Tijd
Het verhaal speelt zich af vlak na de tweede wereldoorlog.
Het verhaal heeft verder een chronologisch verloop, het boek gaat over de laatst tien dagen van het jaar 1946. Iedere dag wordt beschreven in een apart hoofdstuk.
Ruimte
Het huis is de ruimte waar zich het grootste gedeelte van het verhaal afspeelt. In dit huis en op zijn kamer hangt een sfeer van troosteloosheid. Hij zit noodgedwongen opgesloten in zijn eigen huis. Hij kan nergens anders heen.
Perspectieven
Het is een personaal verhaal.
Thema
Zoeken naar de zin van het bestaan en de onmacht om uit de dagelijkse sleur te komen.
Frits weet eigenlijk helemaal niet wat hij met zijn leven aan moet, hij weet niet hoe hij dat moet veranderen. Hij is bang om ouder te worden, om in verval te raken. Zijn leven stelt verder niet zo veel voor. Hij verveelt zich en iedere dag heeft weer diezelfde sleur. Hij heeft een doelloos bestaan.
Motieven
Verval, doodsobsessie, angst, kaalheid, angstdromen: Frits is doodsbang om ouder te worden en voor de dood. Hier heeft hij dan ook continu angstdromen over. Het proces van ouder worden fascineert hem wel. Hij houdt zich ontzettend bezig met kaalheid en lugubere doodsoorzaken. Andere motieven zijn verveling en irritatie: Frits ergert zich mateloos aan zijn ouders, met name aan zijn vader. Deze irritatie verklaart weer een groot deel van zijn verdere gedrag.
Titelverklaring
Dit verhaal speelt zich grotendeels af in de laatste tien avonden van het jaar 1946.
De ondertitel, een winterverhaal, brengt je op het verkeerde idee. Je denkt als het ware aan een gezellig verhaal, dat je lekker bij de kachel kan gaan zitten lezen. Maar dit verhaal ademt toch een andere sfeer.
Structuur
Het verhaal is opgebouwd uit tien hoofdstukken, ieder hoofdstuk beschrijft een dag. Verder heb ik niets bijzonders in de structuur ontdekt.
Stijl
De schrijver schrijft ontzettend leuk! (Vind ik.) Hij schrijft op een humoristische manier. Op zich is het een heel saai verhaal, maar door zijn smakelijke manier van vertellen en goede beschrijvingen komt er een leuk tintje aan te zitten.
Citaat blz. 94: Frits ging de hal binnen, waar het vol was van wachtenden. Hij haalde zijn biljetten te voorschijn en keek om zich heen, toen hij op de schouder werd geklopt. 'Onbegrijpelijk zijn wegen,' dacht hij, 'het is Maurits'. 'Ik kom je op de minst gelegen ogenblikken tegen,' zei hij. 'Ik moet een plaats hebben,' zei Maurits, 'weet jij er nog ergens een te krijgen?' 'Ik heb er ??n,' zei Frits, 'ik had liever iets anders naast me, maar het kon erger. (Deze citaat heb ik gekozen omdat ik er wel om moest lachen, toen ik hem las. Het laat zijn cynische manier van praten...)
Genre
Psychologische roman
Stroming
Existentialisme
Auteur
Gerard Kornelis van het Reve, geboren op 14 december 1923, groeit op in Amsterdam.
De vader van Gerard van het Reve is zelf journalist bij een communistisch blad geweest. Tijdens zijn opleiding is Gerard betrokken bij het drukken van het illegale Parool. Later gaat hij daar ook werkelijk werken als rechtbankverslaggever.
Gerard bezoekt wekelijks een psychiater, die hem er toe aanmoedigde om te gaan schrijven.
Daar komt onder andere het boek de Avonden uit voort. Het boek de Avonden wordt goed ontvangen, maar de meeste van zijn latere boeken weer niet. Het is heel wisselend. Andere bekende boeken geschreven door van het Reve zijn o.a. 'De ondergang van de familie Boslowits', 'Op weg naar het einde', 'Taal der liefde', 'Oud en eenzaam' en nog vele andere.
Waardeoordeel
Ik vond het werkelijk waar een ontzettend goed boek en ik heb het met heel veel plezier gelezen! Ik vind dat het op een leuke, humoristische manier geschreven is. Er zitten ook goede omschrijvingen in en je krijgt gewoon een heel goed beeld van hoe hij leefde. Ik vond het eigenlijk verre weg van saai, doordat ik het wel voor mij zag en ik er af en toe erg om moest lachen. Het thema vond ik ook erg goed.
Hij was een Nederlandse schrijver en dichter. Met Harry Mulisch en Willem Frederik Hermans wordt hij tot de Grote Drie van de naoorlogse Nederlandse schrijvers gerekend.
Boek informatie
- De Avonden
- Gerard Kornelis van het Reve
- Nederlands
Handige opties
- Meer boeken van:Gerard Reve