Boekverslag: La fugue de Claudine
Premier tableau: Chez les Robin
Scène 1
Het is 25 Juni. Over een paar dagen begint de grote vakantie. Eric zit op zijn kamer hele harde muziek te luisteren. Zijn vader hoort het in de woonkamer en gaat naar Eric toe om die muziek uit te zetten. Eric is boos op zijn vader dat hij het herrie vindt, want het is Luc Tonnerre. Hij heeft het bandje voor zijn Engelse correspondentievriend gekocht voor 80 francs. Zijn vader vindt het veel te duur en Eric vraagt aan zijn vader of hij niet wat meer zakgeld kan geven.
Scène 2
Op dat moment komt mevrouw Robin binnen. Meneer Robin wil de mening van zijn vrouw weten over de zakgeldverhoging van Eric. Zijn vrouw is het er ook niet zo mee eens. Eric zegt dat hij het zat is in huis.
Op dat moment staat er iemand voor de deur. Het is Claudine.
Scène 3
Claudine komt de woonkamer binnen. Ze kijkt erg ongelukkig. Eric vraagt waarom ze zo’n gezicht op zet. Claudine vertelt dat ze een heel slecht rapport heeft. Ze laat het aan haar vader (meneer Robin) zien en hij leest het hardop voor. Als meneer Robin alle cijfers heeft gelezen wordt hij woedend. Hij zegt dat Claudine geen zakgeld meer krijgt en dat ze de vakantie met haar vriendin ook wel kan vergeten. Ook moet ze naar een bijzondere school, waar ze hard moet werken. Mevrouw Robin zegt dat meneer Robin moet stoppen, want hij weet niet meer wat hij zegt. Claudine moet huilen en zegt dat ze wil scheiden van haar ouders. Ze loopt weg en slaat de voordeur dicht. Eric zegt dat Claudine waarschijnlijk naar haar beste vriendin Catherine Martin in Parijs gaat. Mevrouw Robin en Eric gaan haar ophalen en mevrouw Robin zegt tegen meneer Robin dat haar dochter hem waarschijnlijk nog niet wil zien.
Deuxième tableau: Au commissariat du 17e
Scène 1
Een agent leest de krant en een andere agent typt op de typmachine. Op dat moment komt er een vrouw van 60 jaar binnen. Ze ziet er erg verdrietig uit. Ze zegt tegen de agent met de krant dat het een schandaal is! De vrouw vertelt dat haar handtas is gestolen. Ze vertelt aan de agent waar en wanneer de handtas is gestolen. De agent vraagt hoe de dief eruitzag en de vrouw vertelt dat het een klein persoon was met een zonnebril op en grijze kleren aan. Ze zegt dat er wel meer dan 1000 francs in haar handtas zat. De agent vraagt het telefoonnummer en het adres van de vrouw, en hij zegt dat als ze de tas hebben teruggevonden, ze haar zo spoedig mogelijk zullen bellen.
Scène 2
Het is 11 uur ’s avonds. Mevrouw Robin komt met haar zoon het politiebureau binnen. Mevrouw Robin vertelt dat haar dochter van huis is weggelopen. Mevrouw Robin vertelt wanneer en waarom haar dochter (Claudine) is weggelopen. Ze geeft een foto van Claudine aan de agent. Ook geeft ze het adres en de naam van haar dochter. De agent vraagt wat Claudine aan had en hoe ze er verder uitziet. Als laatste vraagt de agent nog het telefoonnummer van mevrouw Robin.
Troisième tableau: Paris, gare de Lyon
Scène 1
Het is kwart over 8. Claudine is op het station van Lyon. Ze vraagt aan een werknemer op het station hoe laat en welke trein ze moet nemen naar Nice. Ze wil een enkele reis en dat kost 350 francs. Ze heeft maar 150 francs bij zich dus kan ze het niet betalen.
Scène 2
Het is 10 uur ’s avonds. Claudine zit in de wachtruimte van het station. Een zwerver die een beetje dronken is en een fles wijn in zijn zak heeft gaat naast Claudine zitten. Hij vraagt of Claudine ook wat wijn wil, maar Claudine drinkt geen alcohol dus hoeft ze het niet. De zwerver vertelt dat hij in de winter wel in de gevangenis wil zitten, omdat het daar lekker warm is. Claudine vraagt waarom hij niet werkt en de zwerver vertelt dat hij een slechte jeugd heeft gehad. Op dezelfde leeftijd als Claudine was hij van huis weggelopen en had hij twee, drie baantjes. Later begon hij te drinken…
Claudine vraagt waarom hij van huis is weggelopen en de zwerver vertelt dat hij school haatte en liever wilde gaan werken, maar dat dat niet mocht van zijn vader. Claudine vertelt dat ze ook van huis is weggelopen. Claudine is een beetje moe en wil gaan slapen. De zwerver zegt dat hij een beter bankje weet om op te slapen.
Scène 3
Het is kwart voor 11 ’s avonds. De zwerver roept naar Claudine dat ze op moet staan, omdat er twee smerissen aankomen. Hij zegt dat ze snel moet vluchten via de glazen deur. De smerissen vragen of Oscar (de zwerver) een meisje van 16 jaar heeft gezien met een zonnebril, grijze kleren en een mager postuur. Ze laten de foto van Claudine zien. Oscar zegt dat hij haar niet heeft gezien.
Quatrième tableau: Sur l’autoroute du Soleil
Scène 1
De volgende dag, 6 uur ’s avonds, staat Claudine bij de uitgang van de plaats waar je tol moet betalen voor de autoweg Aix-en-Provence. Er komt een auto aan met alleen een man erin. Claudine denkt dat de man ongeveer 40 jaar is. Claudine vraagt aan de man waar hij naar toe gaat. De man zegt dat hij naar Italië gaat. Claudine vraagt of de man ook langs Nice komt en daar komt hij langs en Claudine vraagt of ze mee mag en ze stapt in.
Scène 2
De man vraagt aan Claudine wat ze gaat doen in Nice. Claudine zegt dat ze een maand naar haar vriendin gaat. De man zegt dat de grote vakantie nog niet is begonnen, maar Claudine zegt dat ze examen doet en dat het op haar school al wel begonnen is. De man vertelt dat hij Nice goed kent, omdat hij daar heeft geleerd voor kapper. Claudine zegt dat ze ook graag kapper wil worden. De man vraagt aan Claudine of ze niet naar haar vriendin kan bellen of ze een paar dagen later kan komen, want hij wil graag met z’n tweeën drie, vier dagen in Italië doorbrengen. De man zegt dat hij Claudine erg knap vindt en hij begint Claudine te strelen. Claudine schreeuwt dat hij van haar af moet blijven en de man verontschuldigt zich. Op dat moment stopt de muziek op de (auto)radio en komt er een politiebericht dat meneer en mevrouw Robin Claudine Robin zoeken en ze vertellen hoe Claudine eruit ziet. De man zegt dat hij gaat stoppen om naar de politie te bellen. Claudine wil het niet, maar de man zegt dat hij anders problemen krijgt met de smerissen. Claudine zegt dat hij haar maar moet afzetten bij de eerstvolgende rustplaats.
Cinquième tableau: Sur la plage
Scène 1
Het is negen uur ’s ochtends. Claudine is op een strand. Ze kwam er gisteravond 10 uur. Ze heeft er overnacht onder een deken die ze van twee Duitsers had gekregen. Ze heeft erge honger en ze gaat zo in een eethuis ontbijten en een krant kopen, om de kleine advertenties te lezen.
Scène 2
Er komen twee jongens en een punkmeisje aangelopen. Ze vragen hoe Claudine heet en of ze van huis is weggelopen. Ook vragen ze wat ze van plan is te gaan doen. Claudine zegt dat ze op zoek is naar een baantje. Ze zeggen dat ze wel een interessant baantje voor Claudine hebben. Ze zeggen dat het geen misdrijf is, geen misdaad, maar een wraakneming. Claudine zegt dat ze haar met rust moeten laten, maar de jongens zeggen dat ze bij hen moet blijven. Claudine schreeuwt om hulp. Een van de jongens houdt zijn hand voor Claudine haar mond. Ze pakken Claudine bij haar arm en nemen haar mee en zeggen dat ze Claudine een nieuw beroep gaan leren. Het meisje zegt dat Claudine andere kleren moet aandoen, ander kapsel moet nemen en een zonnebril moet dragen om niet door de politie herkent te worden.
Sixième tableau: Dans un grand magasin
Scène 1
Het is 6 uur ’s avonds. Claudine en het punkmeisje zijn in een warenhuis bij de ‘levensmiddelen’. Ze dragen een spijkerjack die te groot voor ze zijn, maar die wel strak vanonder is. Verderop staan twee oude theetantes van 50 met elkaar te praten over de levensmiddelen en over Claudine en het meisje. De ene vrouw zegt tegen de andere vrouw dat ze het in deze tijd zielig vindt dat iemand zo’n kapsel draagt. Het punkmeisje vindt dat ze er niks over hoeft te zeggen en ze scheldt haar uit voor dikke dame. De twee dames vertrekken en vinden de jeugd van tegenwoordig een schande.
Scène 2
Claudine en het punkmeisje zijn nog steeds bij de ‘levensmiddelen’. Het meisje pakt een reep chocola en doet hem heel snel in haar jack. Ze zegt dat het niet moeilijk is. Ze zegt tegen Claudine dat ze 5 of 6 repen chocola in haar jack moet doen en er één moet kopen. Claudine zegt dat dat pikken is en het meisje zegt dat haar vrienden haar zullen uitlachen en straffen. Claudine pakt snel een reep chocola en doet hem in haar jack, maar op dat moment komt er een verkoper aangelopen en vraagt of hij Claudine ergens mee van dienst kan zijn. Claudine zegt van niet en de verkoper gaat weer weg.
Scène 3
Claudine en het meisje zijn bij de ‘kleren’. Het meisje zegt tegen Claudine dat er erg leuke sjaaltjes liggen en dat ze er een moet meenemen. Claudine pakt een sjaaltje en doet hem, op het moment dat er een verkoper aankomt, onder haar jack. De verkoper wordt erg boos en Claudine wordt rood van schaamte. Claudine geeft het meisje de schuld. Het meisje wil er vandoor gaan, maar een klant pakt haar bij haar arm vast. De verkoper zegt tegen de twee meisjes dat ze het aan inspecteur Lambert mogen uitleggen.
Septième tableau: Dans un commissariat de Nice
Scène 1
Inspecteur Lambert is in het politiebureau aan de telefoon met een van zijn collega’s van Marseille. Op dat moment komt er een agent binnen met Claudine en het punkmeisje. De agent vertelt dat een verkoper van het warenhuis ‘Nouvelles Galeries’, Claudine iets onder haar jack zag doen en dat ze waarschijnlijk het punkmeisje de handlangster is. De inspecteur zegt dat hij het punkmeisje al kent. Het punkmeisje vertelt dat het geen misdrijf, geen misdaad, maar een wraakneming. De inspecteur kijkt naar Claudine. Hij zegt dat hij Claudine al eens ergens anders heeft gezien, maar hij weet niet waar. Claudine zegt dat ze nog nooit wat heeft gestolen en dat dit de eerste keer was. Het punkmeisje zegt dat het wel moest, want anders hoort ze er niet bij. De inspecteur vraagt aan het punkmeisje bij wie ze dan niet hoort en het punkmeisje antwoordt bij de groep. De inspecteur wil graag alle namen van de groep weten, maar het punkmeisje zegt niets, want ze zegt dat ze geen verklikster is. De inspecteur laat het punkmeisje opsluiten zodat ze na een paar dagen wel van gedachten zal veranderen.
Scène 2
De inspecteur vraagt aan Claudine of zij haar zonnebril wil afdoen. Claudine twijfelt maar doet hem toch af, en de inspecteur herkent haar meteen. Hij vraagt aan Claudine of zij het van huis weggelopen meisje Claudine Robin is. Claudine zegt dat het zo is en de inspecteur belt meteen naar een agent om te komen. De inspecteur zegt tegen de binnengekomen agent dat hij de familie Robin moet bellen, omdat ze Claudine hebben teruggevonden en hij moet tegen ze zeggen dat Claudine nog een paar dagen blijft om de dieven te identificeren. De inspecteur zegt tegen Claudine dat haar ouders blij zullen zijn. Claudine zegt dat haar moeder en broer wel blij zullen zijn, maar haar vader, als hij het hoort over de diefstal, niet. De inspecteur zegt dat dat wel mee zal vallen en dat ze niet zo streng zullen zijn, maar Claudine zegt van niet en zegt dat haar ouders misschien gaan scheiden. Er wordt op de deur geklopt en er komt een agent binnen. De inspecteur vraagt of hij al naar de ouders heeft gebeld en de agent vertelt dat ze steeds in gesprek zijn. Op dat moment gaat de telefoon en er wordt tegen de inspecteur gezegd dat de familie Robin bij ‘Le grand Jo’ in ‘Restaurant de la Marine’ aan het eten zijn. De inspecteur hangt op en zegt tegen Claudine dat hij met haar ouders zal praten over de scheiding.
Huitième tableau: Chez les Robin
Scène 1
Mevrouw Robin, haar man en Eric zijn na het eten bij ‘Le grand Jo’ weer in Parijs, thuis in de keuken. Er wordt aangebeld en Eric doet open. Zijn Duitse correspondentievriend Oliver staat voor de deur. Hij vertelt dat hij niet kon bellen dat hij zou komen, omdat de familie Robin steeds in gesprek is. Eric gaat naar de telefoon en ziet dat de hoorn er per ongeluk af ligt. Hij doet de hoorn er weer op. Oliver heeft honger en krijgt wat te eten. De bel gaat weer en mevrouw Robin zegt dat ze er zeker van is dat het de politie is. Eric doet open en komt met een agent de keuken binnen. De agent vertelt dat Claudine nog op het politiebureau in Nice is, omdat ze een beetje moe is. Hij zegt dat hij en inspecteur Lambert de familie Robin wilde bellen, maar dat ze steeds in gesprek waren. Meneer Robin zegt dat de hoorn er per ongeluk af lag. De agent vertrekt en mevrouw en meneer Robin omhelzen elkaar en Eric omhelst Oliver. Meneer Robin zegt tegen zijn vrouw dat inspecteur Lambert nog met hun tweeën wilde praten en ze gaan weg.
Scène 2
5 Minuten later komen meneer Robin en zijn vrouw weer in de keuken. Ze kijken erg blij. Eric vraagt of ze gepraat hebben met Claudine. Meneer Robin vraagt aan Oliver of hij even naar de woonkamer kan gaan en kan gaan tv kijken, want hij wil graag even praten met Eric en zijn vrouw. Meneer Robin vertelt aan Eric dat hij en mevrouw Robin van plan zijn niet te scheiden. Eric is hartstikke blij en omhelst zijn ouders. Meneer Robin zegt dat hij het ook aan Claudine heeft verteld. Claudine vertelde dat ze in de vakantie bij haar nicht Annick logeert en dat ze na de vakantie samen met haar naar de kappersschool gaat, want ze wil erg graag kapster worden. Mevrouw Robin zegt dat er voor deze mooie gebeurtenissen een fles champagne open moet. Meneer Robin vindt dat een uitstekend idee.
F. Springer is het pseudoniem van de Nederlandse schrijver Carel Jan Schneider. Hij is een oudere broer van de acteur Eric Schneider.Schneider werd geboren te Batavia, Nederlands-Indië, als zoon van een leraar Duits. Tijdens de Japanse bezetting bracht hij een deel van de tijd door in een interneringskamp. Na de oorlog kwam het gezin naar Nederland, na een lange omweg via Ceylon, Singapore en Thailand. Schneider ging naar het gymnasium in Rotterdam en Den Haag en studeerde rechten in Leiden.
Boek informatie
- La fugue de Claudine
- Carel Jan Schneider
- Nederlands
Handige opties
- Meer boeken van:F. Springer