Boekverslag: De voorspelling
Gegevens:
1: Datum van het leesverslag: 18-10-?02
2: Titel: De Voorspelling
3: Auteur: Hartman, Evert
4: Genre (genres): Het is een psychologische roman omdat de psychologische ontwikkelingen van Sander heel erg belangrijk zijn in dit boek. Hij is een rustige jongen die niet bijgelovig is. Maar dat veranderd. Hij ziet na de voorspelling van Hadek overal gevaar in. Hij is zichzelf niet meer. In het boek wordt ook veel geschreven over de angst die Sander beheerst na de voorspelling.
Inhoud:
5: Gebeurtenissen Geef in ongeveer tien regels een samenvatting van het boek:
Als de achttienjarige student Sander Dijkhuizen laat thuis komt belt er een man bij hem aan. De man vertelt hem dat hij nog veertien dagen heeft te leven. Sander denkt eerst dat het een studenten grap is maar als de man weg is wordt Sander bang. Als hij de man achterna wil gaan is hij opeens verdwenen en niemand anders heeft de man gezien. De volgende dag wordt Sander bijna overreden door een auto. Hij krijgt nachtmerries over trein ongelukken. Als Sander in de trein zit op weg naar zijn ouders ontmoet hij Dani?lle, een meisje van 13 jaar. Iedere keer als Sander in levensgevaar is, komt Dani?lle opdagen. Zo redt ze hem bijvoorbeeld een keer uit een brand in een huis. Als Sander de volgende dag naar de school van Dani?lle gaat blijkt dat niemand haar kent en dat ze helemaal niet bestaat.
6: Wat is het Thema van het boek/verhaal?
Angst voor de dood is het thema. Doordat Hadek heeft vertelt dat Sander binnen 14 dagen dood gaat, is Sander bij iedere gebeurtenis bang, bang om te sterven. Overal ziet hij gevaar in.
7: Personen Wie is de hoofdpersoon? Wie zijn de belangrijkste bijpersonen? Beschrijf van de belangrijke personen het karakter en (als dat van belang is) het uiterlijk. Komen tussen die personen ook types voor?
-Sander Dijkhuizen is de hoofdpersoon. Sander is een angstige jongen, hij ziet overal gevaar in door de voorspelling van Hadek. Voorbeeld: Hij was een Pietje Fobietje. Zelfs bij het auto poetsen was hij bang geweest dat hij zijn hand zou openhalen, een bloedvergiftiging zou oplopen en binnen enkele dagen zou overlijden. Hij studeert sociologie. Sander heeft een smal, bijna mager gezicht, een hoog voorhoofd, kort geknipt blond haar, grijze ogen, een rechte neus, iets uitstaande oren en een tamelijk grote mond die hij in de gekste standen kan zetten.
-Hadek is een belangrijke bijpersoon. Je weet zijn karakter niet echt. Want hij komt Sander alleen maar vertellen dat hij binnen 14 dagen sterft. Je komt weinig over hem te weten. Hadek is een man van een jaar of dertig. Hij heeft een glad bruin verbrand gezicht en donker golvend haar. Hadek heeft een zachte stem.
-Angela is ook een belangrijke bijpersoon. Ze is tante van Dani?lle. Als ze Sanders verhaal hoort biedt ze meteen hulp aan. Ze is dus erg vriendelijk.
Voorbeeld: Angela richtte haar blik weer op Sander. Haar toon was bedachtzaam toen ze zei: ?Je hebt me nog geen antwoord gegeven?. Als je zegt dat het mijn niet aangaat is het ok?. Maar misschien kan ik je helpen.
Ze heeft lang blond haar, blauwe ogen en een fijn gevormd gezicht.
-Dani?lle is ook een belangrijke bijpersoon. Ze is heel aardig want ze wil Sander graag helpen met zijn probleem. Dani?lle heeft kort, donker golvend haar, blozende wangen, een kin met een kuiltje, een tamelijk grote neus en een bril.
Ze is een type. Ze is een opgewonden kwebbeltante. Ze zit altijd te praten en dingen te vragen.
Voorbeeld: Ben jij voetbalsupporter? vroeg ze. Ik? vroeg hij afwezig. Hoezo? Die zien er ook zo uit als ze gevochten hebben. Eh.... nee. Allemachtig, wat kon dat kind leuteren! Als hij dat geweten had was hij nooit tegenover haar gaan zitten.
8: Vanuit welk perspectief is het boek geschreven?
Het boek is geschreven vanuit een hij/zij perspectief omdat de verteller de hele tijd zegt ?hij deed dit en hij deed dat?. Je weet ook alleen maar de gevoelens van de hoofdpersoon.
Voorbeeld: Sander verstrakte. Op weg naar de kroeg had hij zich voorgenomen Hadek te vergeten. Maar die stomme Lodewijk kwam er steeds weer mee op de proppen! Hij antwoordde kortaf: Hou daar over op!
9: Plaats Beschrijf waar het verhaal zich afspeelt. Als het verhaal zich in een ander land afspeelt, beschrijf dan ook wat je te weten komt over dat land.
Belangrijke plaatsen zijn
-De kroeg : Daar komt Sander vaak. Het is in Utrecht, en Sander wordt er ontgroent in zijn 1e studenten jaar.
-Sanders flat in Utrecht: Daar heeft hij Hadek ontmoet en daar heeft Hadek zijn voorspelling gedaan.
- In de trein, daar krijgt hij vaak angstaanvallen, en daar heeft hij Dani?lle ontmoet.
En in de trein ging hij naar Zwolle, waar zijn ouders wonen.
10: Tijd Wanneer speelt het verhaal zich af? Hoe weet je dat? Hoe lang is de periode die wordt verteld? Wordt alles verteld in chronologische volgorde of door elkaar?
-Het speelt zich in deze tijd af, want Hadek is een man met een laptop. En laptops zijn er nog niet zo lang.
Voorbeeld: Hadek knipte zijn koffertje open. Een computer van de modernste soort glansde in het lamplicht.
-De periode is 12 dagen. De eerste dag is dat Sander de waarschuwing krijgt van de voorspelling, je weet dus niet hoe het afloopt met die voorspelling.
- Alles wordt in chronologische volgorde verteld.
11: Begin Hoe begint het verhaal?
Het verhaal begint midden in een gebeurtenis.
begin: Sander botste met zijn fiets tegen de stoeprand en verloor zijn evenwicht. Het gebeurde op zo?n stomme manier dat hij met zijn rechterbeen in het frame gehaakt op de stenen smakte. Het kwam behoorlijk hard aan.
12: Probleem en afloop Wat is het belangrijkste probleem? Heeft het boek een goede of slechte afloop, of iets daartussenin? Leg uit waarom je dat vindt. Heeft het boek een open of een gesloten einde?
Het belangrijkste probleem is dat Hadek de dood van Sander heeft voorspeld.
Het is een afloop die ertussen in, want het is een open einde, je weet niet hoe het afloopt.
13: Titel Welke betekenis heeft de titel?
Dit boek heet De Voorspelling. Er belt een man bij Sander aan die voorspelt heeft dat Sander binnen 14 dagen dood gaat. Daar gaat het hele verhaal om.
Beoordeling:
14: Beschrijf wat je zelf vond, bijvoorbeeld: is het boek interessant, spannend, makkelijk te lezen, leuk, goed, net echt?
Ik vind het een spannend boek. Het is allemaal net echt.
Spannend omdat er veel spannende dingen gebeuren zoals: Een man komt Sander vertellen dat hij nog 14 dagen te leven heeft, Sander wordt bijna overreden door een auto, Sander wordt met een blinddoek om naar een eiland gebracht en moet zelf terug zien te komen in het donker.
Het is net echt omdat alles wat er gebeurt ook echt zou kunnen gebeuren. Behalve dat iemand je dood voorspelt.
1: Datum van het leesverslag: 18-10-?02
2: Titel: De Voorspelling
3: Auteur: Hartman, Evert
4: Genre (genres): Het is een psychologische roman omdat de psychologische ontwikkelingen van Sander heel erg belangrijk zijn in dit boek. Hij is een rustige jongen die niet bijgelovig is. Maar dat veranderd. Hij ziet na de voorspelling van Hadek overal gevaar in. Hij is zichzelf niet meer. In het boek wordt ook veel geschreven over de angst die Sander beheerst na de voorspelling.
Inhoud:
5: Gebeurtenissen Geef in ongeveer tien regels een samenvatting van het boek:
Als de achttienjarige student Sander Dijkhuizen laat thuis komt belt er een man bij hem aan. De man vertelt hem dat hij nog veertien dagen heeft te leven. Sander denkt eerst dat het een studenten grap is maar als de man weg is wordt Sander bang. Als hij de man achterna wil gaan is hij opeens verdwenen en niemand anders heeft de man gezien. De volgende dag wordt Sander bijna overreden door een auto. Hij krijgt nachtmerries over trein ongelukken. Als Sander in de trein zit op weg naar zijn ouders ontmoet hij Dani?lle, een meisje van 13 jaar. Iedere keer als Sander in levensgevaar is, komt Dani?lle opdagen. Zo redt ze hem bijvoorbeeld een keer uit een brand in een huis. Als Sander de volgende dag naar de school van Dani?lle gaat blijkt dat niemand haar kent en dat ze helemaal niet bestaat.
6: Wat is het Thema van het boek/verhaal?
Angst voor de dood is het thema. Doordat Hadek heeft vertelt dat Sander binnen 14 dagen dood gaat, is Sander bij iedere gebeurtenis bang, bang om te sterven. Overal ziet hij gevaar in.
7: Personen Wie is de hoofdpersoon? Wie zijn de belangrijkste bijpersonen? Beschrijf van de belangrijke personen het karakter en (als dat van belang is) het uiterlijk. Komen tussen die personen ook types voor?
-Sander Dijkhuizen is de hoofdpersoon. Sander is een angstige jongen, hij ziet overal gevaar in door de voorspelling van Hadek. Voorbeeld: Hij was een Pietje Fobietje. Zelfs bij het auto poetsen was hij bang geweest dat hij zijn hand zou openhalen, een bloedvergiftiging zou oplopen en binnen enkele dagen zou overlijden. Hij studeert sociologie. Sander heeft een smal, bijna mager gezicht, een hoog voorhoofd, kort geknipt blond haar, grijze ogen, een rechte neus, iets uitstaande oren en een tamelijk grote mond die hij in de gekste standen kan zetten.
-Hadek is een belangrijke bijpersoon. Je weet zijn karakter niet echt. Want hij komt Sander alleen maar vertellen dat hij binnen 14 dagen sterft. Je komt weinig over hem te weten. Hadek is een man van een jaar of dertig. Hij heeft een glad bruin verbrand gezicht en donker golvend haar. Hadek heeft een zachte stem.
-Angela is ook een belangrijke bijpersoon. Ze is tante van Dani?lle. Als ze Sanders verhaal hoort biedt ze meteen hulp aan. Ze is dus erg vriendelijk.
Voorbeeld: Angela richtte haar blik weer op Sander. Haar toon was bedachtzaam toen ze zei: ?Je hebt me nog geen antwoord gegeven?. Als je zegt dat het mijn niet aangaat is het ok?. Maar misschien kan ik je helpen.
Ze heeft lang blond haar, blauwe ogen en een fijn gevormd gezicht.
-Dani?lle is ook een belangrijke bijpersoon. Ze is heel aardig want ze wil Sander graag helpen met zijn probleem. Dani?lle heeft kort, donker golvend haar, blozende wangen, een kin met een kuiltje, een tamelijk grote neus en een bril.
Ze is een type. Ze is een opgewonden kwebbeltante. Ze zit altijd te praten en dingen te vragen.
Voorbeeld: Ben jij voetbalsupporter? vroeg ze. Ik? vroeg hij afwezig. Hoezo? Die zien er ook zo uit als ze gevochten hebben. Eh.... nee. Allemachtig, wat kon dat kind leuteren! Als hij dat geweten had was hij nooit tegenover haar gaan zitten.
8: Vanuit welk perspectief is het boek geschreven?
Het boek is geschreven vanuit een hij/zij perspectief omdat de verteller de hele tijd zegt ?hij deed dit en hij deed dat?. Je weet ook alleen maar de gevoelens van de hoofdpersoon.
Voorbeeld: Sander verstrakte. Op weg naar de kroeg had hij zich voorgenomen Hadek te vergeten. Maar die stomme Lodewijk kwam er steeds weer mee op de proppen! Hij antwoordde kortaf: Hou daar over op!
9: Plaats Beschrijf waar het verhaal zich afspeelt. Als het verhaal zich in een ander land afspeelt, beschrijf dan ook wat je te weten komt over dat land.
Belangrijke plaatsen zijn
-De kroeg : Daar komt Sander vaak. Het is in Utrecht, en Sander wordt er ontgroent in zijn 1e studenten jaar.
-Sanders flat in Utrecht: Daar heeft hij Hadek ontmoet en daar heeft Hadek zijn voorspelling gedaan.
- In de trein, daar krijgt hij vaak angstaanvallen, en daar heeft hij Dani?lle ontmoet.
En in de trein ging hij naar Zwolle, waar zijn ouders wonen.
10: Tijd Wanneer speelt het verhaal zich af? Hoe weet je dat? Hoe lang is de periode die wordt verteld? Wordt alles verteld in chronologische volgorde of door elkaar?
-Het speelt zich in deze tijd af, want Hadek is een man met een laptop. En laptops zijn er nog niet zo lang.
Voorbeeld: Hadek knipte zijn koffertje open. Een computer van de modernste soort glansde in het lamplicht.
-De periode is 12 dagen. De eerste dag is dat Sander de waarschuwing krijgt van de voorspelling, je weet dus niet hoe het afloopt met die voorspelling.
- Alles wordt in chronologische volgorde verteld.
11: Begin Hoe begint het verhaal?
Het verhaal begint midden in een gebeurtenis.
begin: Sander botste met zijn fiets tegen de stoeprand en verloor zijn evenwicht. Het gebeurde op zo?n stomme manier dat hij met zijn rechterbeen in het frame gehaakt op de stenen smakte. Het kwam behoorlijk hard aan.
12: Probleem en afloop Wat is het belangrijkste probleem? Heeft het boek een goede of slechte afloop, of iets daartussenin? Leg uit waarom je dat vindt. Heeft het boek een open of een gesloten einde?
Het belangrijkste probleem is dat Hadek de dood van Sander heeft voorspeld.
Het is een afloop die ertussen in, want het is een open einde, je weet niet hoe het afloopt.
13: Titel Welke betekenis heeft de titel?
Dit boek heet De Voorspelling. Er belt een man bij Sander aan die voorspelt heeft dat Sander binnen 14 dagen dood gaat. Daar gaat het hele verhaal om.
Beoordeling:
14: Beschrijf wat je zelf vond, bijvoorbeeld: is het boek interessant, spannend, makkelijk te lezen, leuk, goed, net echt?
Ik vind het een spannend boek. Het is allemaal net echt.
Spannend omdat er veel spannende dingen gebeuren zoals: Een man komt Sander vertellen dat hij nog 14 dagen te leven heeft, Sander wordt bijna overreden door een auto, Sander wordt met een blinddoek om naar een eiland gebracht en moet zelf terug zien te komen in het donker.
Het is net echt omdat alles wat er gebeurt ook echt zou kunnen gebeuren. Behalve dat iemand je dood voorspelt.
Grote bekendheid kreeg hij met zijn jeugdboeken, die vier keer bekroond werden met de prijs van de Nederlandse Kinderjury en één keer met de Europese Jeugdboekenprijs.
Boek informatie
- De voorspelling
- Evert Anthonie Hartman
- Nederlands
Handige opties
- Meer boeken van:Evert Anthonie Hartman