Boekverslag: Morgenster
Titel: Morgenster.
Auteur: Ellen Tijsinger.
Uitgever: van Goor, Amsterdam.
Jaar van uitgave: 1995.
Aantal blz.: 128 blz.
(B) Inhoud
De veertienjarige Thomas zit in de tweede klas van het vwo. Hij kan goed leren, maar wordt vreselijk gepest door zijn klasgenoten. Dat komt voor een deel doordat hij versleten en tweedehands kleding draagt. Thuis hebben ze het niet zo breed: zijn vader is al een tijd werkloos.
Thomas' moeder is overleden toen hij heel jong was en jaren later is zijn vader hertrouwd met Joke. Thomas kan haar maar moeilijk accepteren, hoewel zij laat blijken dat ze veel van hem houdt. Thomas denkt ook vaak aan zijn moeder. Hij voelt zich eenzaam.
Op een ochtend, als hij zijn krantenwijk doet, ziet Thomas een meisje bij de afvalcontainer rondscharrelen. Hij maakt kennis met haar. Ze blijkt Rosa te heten en is ongeveer zestien jaar. Ze leeft op straat. Binnen een paar dagen ontmoeten ze elkaar verschillende keren en langzamerhand groeit er een vriendschap. Rosa woont in een oude ziekenwagen en Thomas bezoekt haar daar regelmatig.
Jongens van school zien hem er een keer als ze langsfietsen en vernielen Rosa's 'huisje'. Ze vlucht en vindt voorlopig onderdak in een opvanghuis voor daklozen. Daar zoekt Thomas haar op. Rosa is erg in de war. Thomas neemt haar mee naar zijn huis. Daar blijft ze een poosje, maar het is geen gemakkelijke tante. Ze heeft heel vaak vreemde buien. Thomas' ouders maken duidelijk dat ze liever zien dat Rosa vertrekt.
Thomas brengt haar weg naar Amsterdam, waar ze een 'oom' kent. Als ze bij de oudijzerhandelaar, die Japie heet, aankomen en overnachten, besluit Thomas er ook te blijven. Hij heeft schoon genoeg van het gepest op school en thuis voelt hij zich ook niet op zijn gemak. Japie geeft Thomas wat werk en dat bevalt hem eerst goed, maar het straatleven is toch zo zwaar dat hij ziek wordt. Dan vindt Japie het genoeg.
Rosa brengt Thomas naar huis. Vlak voordat ze er aankomen, vlucht Thomas. Hij durft zijn ouders eigenlijk niet onder ogen te komen en zegt dat hij toch liever op straat leeft. Hij komt in een buitenwijk terecht, waar hij in contact komt met een groepje zwervers. Die avond redt hij een van de mannen van de bevriezingsdood. De volgende dagen zwerft hij in zijn eentje door de stad. Hij begint te twijfelen of hij hiermee moet doorgaan. Langzamerhand verlangt hij weer naar huis. Op een avond zoekt hij de zwerversgroep weer op, die net samen met de gemeente een daklozenproject heeft opgezet en dat wordt feestelijk gevierd. Daar duikt Thomas' stiefmoeder op. Ze overtuigt hem ervan dat hij beter naar huis kan terugkeren. Dat besluit hij tenslotte te doen.
De hoofdpersoon is dus Thomas, hij is in het begin verlegen en bang die weinig contact heeft met andere mensen. Zijn ontmoeting met Rosa brengt daar verandering in: omdat ze allebei eenzaam zijn, voelen ze zich tot elkaar aangetrokken. Hierdoor ontwikkelt hij zich tot een jongen die meer van zichzelf en zijn omgeving begrijpt. Hij leert dan dat weglopen niets oplost.
De andere personen zijn: Rosa, Japie. Zijn vader, zijn overleden moeder, Joke(stiefmoeder), Milou(zusje), Bonkie (broertje) en zijn klasgenoten. Door Rosa ontwikkelt hij zichzelf. Door Japie krijgt hij werk. Door de anderen voelt hij zich erg eenzaam.
Het verhaal speelt zich af in Amsterdam en in de woonplaats van Thomas (die niet wordt genoemd, maar uit de beschrijving kun je afleiden dat dit wel een grote gemeente is). In die plaatsen vindt Thomas onderdak in het Vondelpark, in leegstaande huizen en soms slaapt hij buiten op straat. De gebeurtenissen spelen zich af in het najaar en het begin van de winter. Tussen begin en eind van het verhaal verloopt ongeveer een maand. Thomas zwerft hiervan bijna drie weken op straat. Er zijn geen terugblikken. Wel kom je er via de gedachten van Thomas of door gesprekken achter, wat zich vroeger heeft afgespeeld.
Bedoeling van Ellen Tijsinger: Zij wil de lezers de ogen laten openen voor problemen in de maatschappij. Het verhaal heeft een gelukkig en gesloten einde.
Soort verhaal: Realistische roman. (Het kan echt gebeurd zijn).
(C) Mening
1. Ik vind het wel een mooi boek, het zet me aan het denken; wat zou ik doen als ik word gepest? Het is een makkelijk boek om te lezen, voordat je het weet heb je het zo uit. Dus ook nog wel een beetje spannend. Zo'n verhaal kan ook nog echt gebeuren, daarom is het ook een realistische roman.
2. Het eind vond ik de mooiste situatie, zijn moeder kwam op het daklozenproject en ze kwamen elkaar tegen, en gingen ten slotte samen naar huis. Een gelukkig en gesloten einde dus.
(D) Informatie over de auteur
Ellen Tijsinger werd op 7 september 1947 geboren in Utrecht. In 1970 trouwde ze en ze kreeg een dochter en een zoon. Op school vond ze het nooit zo leuk, je moest veel en mocht weinig. Dus ging ze achter in de klas zitten en schreef onder de les verhaaltjes en gedichtjes, bij voorkeur in haar rekenschrift. 's Avonds las ze alles aan haar zusjes voor. Ze besloot lerares te worden in een leuk vak. Een aantal jaren heeft ze les gegeven in handenarbeid op Havo en Atheneum. Later ging ze werken in het Middelbaar Beroeps Onderwijs. Daar gaf ze les in kinderpsychologie, jeugdliteratuur en spelleiding. In die tijd begon ze weer te schrijven: bijvoorbeeld boeken over kinderverzorging, kinderpsychologie en spelleiding. Ze schreef ook artikelen voor Club, Ouders van nu en Psychologie.
Daarna verschenen boekjes voor jonge kinderen en ook liedjes en verhaaltjes. 'Word toch wakker!' is haar eerste boek voor kinderen vanaf 10 jaar. Verder heeft ze nog boeken geschreven zoals: Soms ben ik boos, Nikolaj, Dat had je gedroomd en nog een paar boeken.
Op 7 september 1947 werd ik geboren in Utrecht. De lagere school herinner ik me niet als gezellig, heel anders dan de open sfeer op de scholen nu. Je moest je mond dichthouden en met je armen over elkaar stilzitten. Moeilijk hoor, als je allerlei leuke creatieve plannetjes hebt en rekenen niet leuk vindt. Na de middelbare school ging ik studeren aan een HBO kinderpsychologie, opvoedkunde, handenarbeid, spelleiding en literatuur. In al die vakken gaf ik op diverse soorten scholen les. Ik bewaar er goede herinneringen aan, want kinderen zijn leuk, zeker als je vakken geeft als handenarbeid en spelleiding. Ik werd verliefd op Ron, trouwde, kreeg dochter Mariėtte en zoon Frank en begon met schrijven op het moment dat mijn dochter naar groep 1 en mijn zoon naar de peuterspeelzaal ging. Eerst boeken over mijn vakgebied en artikelen in Ouders van Nu en andere tijdschriften. Ik schreef een paar cursussen voor een schriftelijke onderwijsinstelling en ook verhalen en liedjes voor grammofoonplaatjes van Benny Vreden.
Boek informatie
- Morgenster
- Ellen Tijsinger
- Nederlands
Handige opties
- Meer boeken van:Ellen Tijsinger