Boekverslag: Veertig
L'?crivain
"Hier begint het. Ik kan kiezen tussen: 'Zijn vrouw had hem'
en 'Mijn vrouw heeft mij'. Onderweg heb ik besloten dat het
'Mijn vrouw heeft mij' moet zijn."
In deze alinea waarmee Kees van Kooten het boek aanvangt deelt
hij de lezer mee dat zijn boek in de ik-persoon en tegenwoor-
dige tijd geschreven is.
Ook maakt hij meteen een opening naar het eerste verhaal met
'onderweg'.
Het eerste verhaal 'l'?crivain' is een soort dagboek van Van
Kooten. Hier beschrijft hij zijn korte werkvakantie die hij
van zijn vrouw voor zijn veertigste verjaardag heeft gekregen.
Deze vakantie brengt hij door in het Franse G?rardmer.
Aan ?cht schrijven komt hij niet toe; hij weet enkel een opzet
voor een verhaal ('prostatitis') op papier te zetten.
Over het schrijverschap zegt hij: "Schrijven is zitten blijven
tot het er staat" (blz 42). Dat hij de rust niet weet op te
brengen komt door het feit dat hij veertig is geworden. "...nu
ik veertig ben heb ik geen minuut meer te verliezen. Nu gaat
het grote identiteitsgevecht pas echt beginnen, volgens R?mke!
Onverwerkte erotiese fantasie?n zullen mij komen bespoken..."
(blz 14).
Tijdens zijn verblijf haalt hij allerlei gedachten op seksueel
gebied op en probeert nog een laatste versierpoging bij een
Franse dame uit, maar dit is tevergeefs. Na dit voorval beseft
hij wat voor hem eigenlijk het belangrijkste in zijn leven is:
zijn gezin. Hij gaat weer terug naar Nederland.
Prostatitis
'Prostatitis' is een verhaal over veroudering. Het gaat over
een veel voorkomende mannenziekte: Prostatitis. De veroudering
sluit aan op het eerste verhaal, omdat dit een natuurlijk
gevolg is van ouder worden. In het verhaal vermengt hij ook
nog de minder mooie kanten van 'het beroemd zijn'. Mensen
willen telkens de grappige kant van Kees van Kooten zien en
hij denkt dat alles wat onbekenden doen het gevolg is van dat
ze hem kennen van televisie. "Of konden ze even weg en willen
ze zien hoe iemand van de televisie er bij ligt?" (blz 96).
Om op de veroudering terug te komen: Kees sluit het verhaal af
dat hij hierdoor alleen maar 'beter' is geworden; hij is
trouwer, minder rusteloos, nederiger en kieskeuriger geworden
tegenover zijn vrouw en leven. "Ik kan het kortom iedere
gelukkig getrouwde man van veertig aanbevelen, Prostatitis!"
(blz 105).
Willem
Het laatste verhaal gaat helemaal niet over het schrijver-
schap. Het is echter wel een afsluiting van het proces 'veer-
tig en verder'; het accepteren van de dood. Hoewel de dood
niet bij een mens toeslaat maar bij een hond, vond ik dit het
beste verhaal. (Logisch ook dat hij hiervoor een hond heeft
gekozen als een symbool voor zichzelf; hij is zelf na 'prosta-
titis' trouwer geworden. Het is ook een stuk realistischer dan
dat hij zijn eigen dood in een verhaal verwerkt zou hebben om
het boek mee af te sluiten.)
Het verhaal gaat dus over de hond Willem. Het is een afdanker-
tje die via via bij Kees in huis komt. Na een prachtig leven
komt de hond echter te overlijden.
In het eerste verhaal zegt Kees tegen een denkbeeldige vrouw,
dat hij het in zijn boek niet wil hebben over de dood ("Luis-
ter, ma Guide. Het verhaal moet veertig heten, maar zonder de
Dood erin" (blz 46) ), maar uiteindelijk eindigt hij er toch
mee.
Dankzij alle gebeurtenissen in zijn boek heeft zowel zijn
angst voor veroudering als voor de dood overwonnen. "Zie je
wel dat het eigenlijk niet eng, Dood?" (blz 123).
De moeite waard?
Zoals ik hiervoor al beschreef vind ik 'Willem' het mooiste en
beste verhaal uit de bundel. Het was nu de derde keer dat ik
dit verhaal las en w??r sprongen de tranen in mijn ogen. Van
Kooten weet door perspectief-wisseling (vanuit hem gezien en
vanuit Willem gezien) "Er is iets niet in orde met me, vanmor-
gen. Zeker te veel poep gegeten, gisteren. Dat is ook niks
meer, die poep van die jonge poesjes van tegenwoordig." (blz
118).
Het thema van het boek sprak me aan, denken over het leven, en
ook ben ik het eens met zijn visie die door het boek heen
schemert: genieten van het leven en de dood op de koop toene-
men.
De eerste twee verhalen vond ik minder mooi dan het laatste,
maar de opzet van de eerste twee zijn dan natuurlijk ook
grappig bedoeld.
Het grappige van die verhalen zat hem naar mijn mening in het
cre?ren van stereotype mensen "mevrouw van der Campari" en
"mevrouw Vrijetijdsliefstintrui" (blz 74).
Ondanks deze stereotypen vind ik wel dat er goed in is ge-
slaagd de kijk van de buitenwereld op zijn beroemdheid weer te
geven. (Het is hierdoor geen onrealistisch verhaal geworden.)
Het enige dat ik nog even kwijt wil, is dat ik me gestoord heb
aan zijn typische taalgebruik, bijvoorbeeld "erotiese" en
"fantastiese". Dit wekte af en toe irritatie bij me op, maar
niet zo erg dat ik het boek maar niet verder heb gelezen.
Integendeel, het boek is zowel grappig als ontroerend, zodat
het vele mensen aan zal spreken, vooral mensen die van een
kort boek houden, waar toch een leuke inhoud inzit.
Sascha van der Aa, V5
"Hier begint het. Ik kan kiezen tussen: 'Zijn vrouw had hem'
en 'Mijn vrouw heeft mij'. Onderweg heb ik besloten dat het
'Mijn vrouw heeft mij' moet zijn."
In deze alinea waarmee Kees van Kooten het boek aanvangt deelt
hij de lezer mee dat zijn boek in de ik-persoon en tegenwoor-
dige tijd geschreven is.
Ook maakt hij meteen een opening naar het eerste verhaal met
'onderweg'.
Het eerste verhaal 'l'?crivain' is een soort dagboek van Van
Kooten. Hier beschrijft hij zijn korte werkvakantie die hij
van zijn vrouw voor zijn veertigste verjaardag heeft gekregen.
Deze vakantie brengt hij door in het Franse G?rardmer.
Aan ?cht schrijven komt hij niet toe; hij weet enkel een opzet
voor een verhaal ('prostatitis') op papier te zetten.
Over het schrijverschap zegt hij: "Schrijven is zitten blijven
tot het er staat" (blz 42). Dat hij de rust niet weet op te
brengen komt door het feit dat hij veertig is geworden. "...nu
ik veertig ben heb ik geen minuut meer te verliezen. Nu gaat
het grote identiteitsgevecht pas echt beginnen, volgens R?mke!
Onverwerkte erotiese fantasie?n zullen mij komen bespoken..."
(blz 14).
Tijdens zijn verblijf haalt hij allerlei gedachten op seksueel
gebied op en probeert nog een laatste versierpoging bij een
Franse dame uit, maar dit is tevergeefs. Na dit voorval beseft
hij wat voor hem eigenlijk het belangrijkste in zijn leven is:
zijn gezin. Hij gaat weer terug naar Nederland.
Prostatitis
'Prostatitis' is een verhaal over veroudering. Het gaat over
een veel voorkomende mannenziekte: Prostatitis. De veroudering
sluit aan op het eerste verhaal, omdat dit een natuurlijk
gevolg is van ouder worden. In het verhaal vermengt hij ook
nog de minder mooie kanten van 'het beroemd zijn'. Mensen
willen telkens de grappige kant van Kees van Kooten zien en
hij denkt dat alles wat onbekenden doen het gevolg is van dat
ze hem kennen van televisie. "Of konden ze even weg en willen
ze zien hoe iemand van de televisie er bij ligt?" (blz 96).
Om op de veroudering terug te komen: Kees sluit het verhaal af
dat hij hierdoor alleen maar 'beter' is geworden; hij is
trouwer, minder rusteloos, nederiger en kieskeuriger geworden
tegenover zijn vrouw en leven. "Ik kan het kortom iedere
gelukkig getrouwde man van veertig aanbevelen, Prostatitis!"
(blz 105).
Willem
Het laatste verhaal gaat helemaal niet over het schrijver-
schap. Het is echter wel een afsluiting van het proces 'veer-
tig en verder'; het accepteren van de dood. Hoewel de dood
niet bij een mens toeslaat maar bij een hond, vond ik dit het
beste verhaal. (Logisch ook dat hij hiervoor een hond heeft
gekozen als een symbool voor zichzelf; hij is zelf na 'prosta-
titis' trouwer geworden. Het is ook een stuk realistischer dan
dat hij zijn eigen dood in een verhaal verwerkt zou hebben om
het boek mee af te sluiten.)
Het verhaal gaat dus over de hond Willem. Het is een afdanker-
tje die via via bij Kees in huis komt. Na een prachtig leven
komt de hond echter te overlijden.
In het eerste verhaal zegt Kees tegen een denkbeeldige vrouw,
dat hij het in zijn boek niet wil hebben over de dood ("Luis-
ter, ma Guide. Het verhaal moet veertig heten, maar zonder de
Dood erin" (blz 46) ), maar uiteindelijk eindigt hij er toch
mee.
Dankzij alle gebeurtenissen in zijn boek heeft zowel zijn
angst voor veroudering als voor de dood overwonnen. "Zie je
wel dat het eigenlijk niet eng, Dood?" (blz 123).
De moeite waard?
Zoals ik hiervoor al beschreef vind ik 'Willem' het mooiste en
beste verhaal uit de bundel. Het was nu de derde keer dat ik
dit verhaal las en w??r sprongen de tranen in mijn ogen. Van
Kooten weet door perspectief-wisseling (vanuit hem gezien en
vanuit Willem gezien) "Er is iets niet in orde met me, vanmor-
gen. Zeker te veel poep gegeten, gisteren. Dat is ook niks
meer, die poep van die jonge poesjes van tegenwoordig." (blz
118).
Het thema van het boek sprak me aan, denken over het leven, en
ook ben ik het eens met zijn visie die door het boek heen
schemert: genieten van het leven en de dood op de koop toene-
men.
De eerste twee verhalen vond ik minder mooi dan het laatste,
maar de opzet van de eerste twee zijn dan natuurlijk ook
grappig bedoeld.
Het grappige van die verhalen zat hem naar mijn mening in het
cre?ren van stereotype mensen "mevrouw van der Campari" en
"mevrouw Vrijetijdsliefstintrui" (blz 74).
Ondanks deze stereotypen vind ik wel dat er goed in is ge-
slaagd de kijk van de buitenwereld op zijn beroemdheid weer te
geven. (Het is hierdoor geen onrealistisch verhaal geworden.)
Het enige dat ik nog even kwijt wil, is dat ik me gestoord heb
aan zijn typische taalgebruik, bijvoorbeeld "erotiese" en
"fantastiese". Dit wekte af en toe irritatie bij me op, maar
niet zo erg dat ik het boek maar niet verder heb gelezen.
Integendeel, het boek is zowel grappig als ontroerend, zodat
het vele mensen aan zal spreken, vooral mensen die van een
kort boek houden, waar toch een leuke inhoud inzit.
Sascha van der Aa, V5
Van Kooten werd geboren in 1941 te Den Haag als oudste kind van Cornelis Reinier van Kooten en Anna Geertruida Snaauw. Een jaar later werd zijn zusje Anke geboren. In 1959 leerde hij Barbara Kits kennen met wie hij in 1966 ging samenwonen op de Prinsegracht in Den Haag en op 18 oktober 1968 trouwt. Na hun huwelijk gingen ze aan de Nekkerweg in Zuidoostbeemster wonen en werden er twee kinderen geboren, op 17 december 1971 zoon Kasper en op 26 januari 1974 dochter Kim. Beiden zijn later ook bekend geworden. Zijn vrouw speelde af en toe gastrollen in zijn televisieprogramma's. In 1978 verhuisde het gezin naar Hilversum en in 1996 naar Amsterdam.
Boek informatie
- Veertig
- Cornelis Reinier Kees van Kooten
- 90-234-786-5
- Nederlands
Handige opties
- Meer boeken van:Cornelis Reinier Kees van Kooten