Boekverslag: J'ai quinze ans et je ne veux pas mourir
Titel: J'ai quinze ans et je ne veux pas mourir
Schrijfster: Christine Arnothy
Het is een autobiografie waarin ze vertelt over de situatie waarin ze leefde tijdens de 2e wereld oorlog. Ze was toen nog geen 15. Ze woonde in de kelders van hun huis samen met allerlei andere mensen. Waaronder haar vader en moeder, Pista (een Hongaarse soldaat), Mr. Radnai (een joodse man die illegale papieren heeft) en nog een aantal minder belangrijke mensen.
In het boek beschrijft ze haar gevoelens en de gebeurtenissen die voor haar belangrijk zijn. Ze is elke dag bang om dood te gaan door de gevechten tussen de Duitsers en de Russen. Ook hebben ze bijna geen eten en drinken.
Veel dingen worden geru?neerd door de bombardementen van de Russen en de Duitsers, onder andere de piano van haar moeder en de stad ziet er ook niet meer uit zoals vroeger. Alles is verwoest.
Na een tijd is het echt niet meer te houden en besluiten ze naar hun huis op het platteland te gaan. Daar woont ook een tante van hun. Die is heel erg verrast ze te zien, ze dacht dat ze allang dood waren. Net als de meeste anderen, die ze kende. Ook daar weer zien ze hoe de oorlog en al de gevechten het hele landschap hebben verwoest.
Maar na een tijd is het daar ook niet meer om uit te houden. Ze gaan daarom per trein opzoek naar een andere verblijf plaats. Als ze dat doen zijn ze steeds omringt door Russische soldaten. Uiteindelijk vinden ze een klein huisje op het platteland waar ze 3 maanden achter elkaar best wel veilig kunnen leven, maar daarna breekt er een pokkenepidemie uit.
De situatie wordt ook daar weer heel slecht, dus besluiten ze naar Oostenrijk te gaan. Iedereen is best wel blij, omdat alles nu zal veranderen. Haar vader gooit de sleutel van het huisje in de tuin en ze gaan halsoverkop weg. Er staan hun alleen 2 teleurstellingen te wachten. Ten eerste stopt de trein niet waar ze willen uitstappen, dus moeten ze er op een andere manier komen. En ten tweede kunnen ze niet gelijk in het huis. Daarom slapen ze maar in een kerk, die dicht in de buurt is.
Uiteindelijk komt alles ook weer goed en Christine eindigt het boek dan ook met, "Gelukkig maar dat ik toch geboren ben."
Mening
Ik vond dit een vrij moeilijk boek, er werden heel veel lange woorden gebruikt. Het hielp wel dat er achter in een woordenlijst stond, maar wat mij betreft hadden ze er wel wat meer woorden in mogen zetten. Op zich was het best een mooi boek, je kon je helemaal inleven in de situatie van de mensen. Het was dus absoluut niet saai
Schrijfster: Christine Arnothy
Het is een autobiografie waarin ze vertelt over de situatie waarin ze leefde tijdens de 2e wereld oorlog. Ze was toen nog geen 15. Ze woonde in de kelders van hun huis samen met allerlei andere mensen. Waaronder haar vader en moeder, Pista (een Hongaarse soldaat), Mr. Radnai (een joodse man die illegale papieren heeft) en nog een aantal minder belangrijke mensen.
In het boek beschrijft ze haar gevoelens en de gebeurtenissen die voor haar belangrijk zijn. Ze is elke dag bang om dood te gaan door de gevechten tussen de Duitsers en de Russen. Ook hebben ze bijna geen eten en drinken.
Veel dingen worden geru?neerd door de bombardementen van de Russen en de Duitsers, onder andere de piano van haar moeder en de stad ziet er ook niet meer uit zoals vroeger. Alles is verwoest.
Na een tijd is het echt niet meer te houden en besluiten ze naar hun huis op het platteland te gaan. Daar woont ook een tante van hun. Die is heel erg verrast ze te zien, ze dacht dat ze allang dood waren. Net als de meeste anderen, die ze kende. Ook daar weer zien ze hoe de oorlog en al de gevechten het hele landschap hebben verwoest.
Maar na een tijd is het daar ook niet meer om uit te houden. Ze gaan daarom per trein opzoek naar een andere verblijf plaats. Als ze dat doen zijn ze steeds omringt door Russische soldaten. Uiteindelijk vinden ze een klein huisje op het platteland waar ze 3 maanden achter elkaar best wel veilig kunnen leven, maar daarna breekt er een pokkenepidemie uit.
De situatie wordt ook daar weer heel slecht, dus besluiten ze naar Oostenrijk te gaan. Iedereen is best wel blij, omdat alles nu zal veranderen. Haar vader gooit de sleutel van het huisje in de tuin en ze gaan halsoverkop weg. Er staan hun alleen 2 teleurstellingen te wachten. Ten eerste stopt de trein niet waar ze willen uitstappen, dus moeten ze er op een andere manier komen. En ten tweede kunnen ze niet gelijk in het huis. Daarom slapen ze maar in een kerk, die dicht in de buurt is.
Uiteindelijk komt alles ook weer goed en Christine eindigt het boek dan ook met, "Gelukkig maar dat ik toch geboren ben."
Mening
Ik vond dit een vrij moeilijk boek, er werden heel veel lange woorden gebruikt. Het hielp wel dat er achter in een woordenlijst stond, maar wat mij betreft hadden ze er wel wat meer woorden in mogen zetten. Op zich was het best een mooi boek, je kon je helemaal inleven in de situatie van de mensen. Het was dus absoluut niet saai
Boek informatie
- J'ai quinze ans et je ne veux pas mourir
- Christine Arnothy
- Nederlands
Handige opties
- Meer boeken van:William Dickinson