Boekverslag: Afblijven
Titel: afblijven
Auteur: Carry Slee
Uitgeverij: Van Holkema en Warendorf
Jaar van Uitgave: 1998
Plaats van Uitgave: Houten
Melissa is hartstikke blij als ze mag dansen in een clip.
Maar al snel blijkt dat het niet goed gaat met mellissa. Een van de dansers (jim) geeft haar drugs om haar onzekerheid niet te laten zien aan anderen.
Ze gaat steeds vaker pillen slikken en raakt verslaafd (aan drugs). Ze komt haar beloftes niet meer na en liegt steeds vaker en vaker. Jordi is de enige die dit weer en hij zit er heel erg mee dat mellisa drugs gebruikt.
Als ze aan jordi vertelt dat ze naar de disco Florida gaat schrikt jim. Daar gebruiken ze veel XTC.
Melissa belooft niet te gaan maar ze gaat toch. Als jordi dat merkt vertelt hij het aan zijn vrienden, omdat hij het heel erg vindt. Want straks gebeurt er nog wat.
Ook haar ouders komen er achter dat ze drugs gebruikt. Melissa belooft het niet meer te gebruiken maar ze gebruikt al meer.
Als de clip wordt opgenomen gaat fordi met mellissa mee. Ze mag geen drugs gebruiken, maar dat ging het fout.
Ze werd uit de clip gegooid. Jim neemt haar mee om haar beetje te troosten. Daarna komt melissa niet meer thuis!!
Jordi fleur kevin en toine (haar vrienden) zoeken overal naar melissa maar, ze kunnen haar niet vinden.
Als jordi in contact komt met iemad van een kraak pand krijgt hij te horen dat er een houseparty is waar melissa zou kunnen zijn.
Samen met fleur gaan ze naar de houseparty, en toen ze er waren werd een meisje naar buiten gedragen. Het is melissa, het is fout gegaan. Na deze gebeurtenissen gebruikt melissa niet meer. Jim werd opgepakt omdat hij drugs aan bood om haar te troesten. Jordi en melissa blijken verliefd op elkaar te zijn.
Melissa
Zij is iemand die zich snel laat overhalen door iemand.
Als ze lol kan hebben dan pakt ze die kans snel.
Als ze ergens goed in is dan is ze nooit zeker van zichzelf en wordt daardoor nerveus.
Daarom ging ze ook aan de drugs en luisterde niet naar haar vrienden.
Fleur
Zij is iemand zoals Jordi, ze staat altijd voor haar vrienden klaar.
Ze probeert de dingen op te lossen en meestal lukt het dan ook.
Maar als het echt niet lukt dan geeft ze gauw op.
Als ze liefdesverdriet heeft dan heeft niemand wat aan haar, dan is ze afwezig.
Debby
Zij is iemand die zich nergens wat van aantrekt en zegt wat ze wilt.
Daarom vindt Jordi haar maar een trut.
Als er iemand problemen heeft dan doet ze daar niks aan en laat het door iemand anders opknappen.
Ze is snel jaloers en wilt altijd haar zin krijgen ook al moet ze daarvoor een vriendschap breken.
Jim
Hij zit in een drugsbende en vindt het niet erg om iemand zoals Melissa ergens voor op te laten draaien.
Hij doet alles voor geld en kan goed iemand hem laten vertrouwen.
Toine
Hij is eigenlijk een hoofdpersoon geworden door Fleur.
Want zij is namelijk verliefd op hem en komt daarom in het vrienden groepje terecht als hij verkering heeft met Fleur.
Kevin
Hij hoort bij het vrienden groepje maar heeft liever lol dan om zijn vrienden te helpen.
Hij is brutaal en wil graag aandacht en wordt daarom gauw de klas uit gestuurd.
Het verhaal speelt zich in deze tijd af omdat er ook drugs wordt gebruikt, het verhaal gaat over een periode van een paar maanden. Ook speelt het zich op de school van jordi en melissa af in het kooltuintje (caf?). Bij jim’s huis bij jordi en melissa thuis en verder op de straat en bij de disco Florida.
Het einde van het boek is een beetje voorspelbaar. Want melissa gebruikt geen drugs meer dus het eindigt met haar goed maar met jim niet want die word opgepakt voor al die drugs en schade die hij melissa heeft aangedaan. En mellisa krijgt verkering met jordi.
De schrijver wil laten zien wat drugs allemaal met je kan doen, en laten zien hoe belangrijk vriendschap is denk ik.
Ik vond het een erg goed boek er word ook een heleboel duidelijk gemaakt bijv: dat drugs heel veel kan aanrichten en dan kan je ook weer zien hoe belangrijk vriendschap is. Ik vond het boek vrij voorspelbaar want je kon zo beetje al raden dan melissa van de drugs afraakte.
Het boek was makkelijk te lezen het taalgebruiken was heel eenvoudig geen moeilijke spreekwoorden ofzo erin.
Carry slee is in 1949 in Amsterdam geboren. Ze groeide ook op in deze stad.
Haar moeder was geestesziek en dat was voor Carry moeilijk. Alles draaide in
haar leven om haar moeder. Hoe jong Carry ook was, ze vroeg zich steeds af
of haar moeder bepaalde situaties wel aankon. Haar vader kon er niet mee
omgaan en vluchtte in zijn werk, of maakte overal een lolletje van. Carry
had het gevoel dat hij haar in de steek liet.
Zodra ze op de lagere school bij andere kinderen thuiskwam begreep ze dat
het bij haar thuis anders was dan bij anderen. Zij had al heel jong veel
meer zorgen dan de meeste kinderen.
Carry dacht daarom ook niet graag aan hoe haar leven echt was. Fantaseren en
schrijven hielpen haar daarbij. Toen ze nog klein was, schreef ze al korte
verhaaltjes. Ze vouwde daar boekjes van en zette die in de boekenkast. Aan
haar knuffels las ze de boekjes voor. Waar ze over gingen weet Carry niet
meer, maar ze weet nog wel dat dat voorlezen erg leuk was.
Achteraf vindt ze dat het ziek zijn van haar moeder haar ook iets goeds
heeft opgeleverd. Door het verdriet van haar moeder is Carry’s vermogen om
te voelen goed ontwikkeld. Ze kan zich daardoor nu gemakkelijk in het
emotionele leven van haar personages verplaatsen. In een interview zegt ze
daarover: ’Ik denk dat in die periode de kiem is gelegd voor mijn
schrijverschap.’
Na haar middelbare school ging Carry naar de Academie van Expressie door
Woord en Gebaar. In 1975 slaagde ze voor deze opleiding. Toen werd ze
dramadocent in het middelbaar beroepsonderwijs. Ze kon haar schrijvers-
kwaliteiten daar goed gebruiken. Samen met haar leerlingen bedacht ze
namelijk verhaallijnen, waar ze vervolgens zelf toneelstukken van maakte.
Haar leerlingen voerden die vaak met groot succes op. Maar hoe leuk ze het
lesgeven ook vond, het bevredigde haar niet echt. ‘Er spookten altijd zoveel
verhalen door mijn hoofd’, zei ze later over die tijd.
Carry kreeg twee dochters: Nadja in 1980 en Masja in 1983. Ze woonde met hen
in Alkmaar. Toen ze klein waren vertelde ze aan hen verhaaltjes, waarin
‘Keetje Karnemelk’ de hoofdrol speelde. Haar dochters vonden die verhalen zo
leuk, dat Carry ze opstuurde naar de Bobo. Ze werden meteen geaccepteerd en
verschenen tweewekelijks. Daarna was Carry niet meer te stoppen en het ene
verhaal na het andere borrelde op in haar hoofd.
In haar eerste boek Rik en Roosje (1989) vertelde ze de belevenissen van een
tweeling. In de krant werden de verhaaltjes in dat boek vergeleken met Jip
en Janneke. Toch was een ding duidelijk anders: de moeder van de tweeling
woonde samen met een vriendin.
Toen het boek nog van de drukpers moest komen, bestookte Carry haar uitgever
Van Holkema & Warendorf al met nieuwe manuscripten. ‘Ze worden gek van me,’
zei Carry daarover in een interview. Toch kon niemand haar tegenhouden. ‘Ik
heb nog zoveel in te halen.’ En dat hebben haar lezers kunnen merken. Nu,
meer dan tien jaar later, heeft Carry al 32 boeken geschreven.
In een miniatuurhuisje in de tuin schreef ze in die eerste jaren haar
verhalen. In huis werd ze te veel afgeleid. In het tuinhuisje had Carry een
wereld gemaakt waarin ze zichzelf gelukkig voelde. Ze kon in haar verhalen
eindelijk kwijt wat ze al jaren met zich mee droeg. Ze heeft nooit
getwijfeld of ze voor kinderen of volwassenen moest schrijven. ‘Volwassenen
luisteren toch niet naar je,’ zei ze.
Carry had als schrijver vrijwel direct succes. Haar boek Verdriet met
mayonaise werd in 1992 bekroond door de Kinderjury. Ze koos ook al vrij snel
definitief voor het schrijverschap en verhuisde met haar dochters en hun kat
Doenja naar Bergen, een plaatsje vlakbij Alkmaar.
In haar boeken worden kinderen als zelfstandige mensen benaderd. Wat ze
beleven is belangrijk genoeg om opgeschreven te worden. Carry weet zelf
immers wat het betekent om als kind niet serieus genomen te worden.
Voor haar eerste boeken waren haar eigen dochters een belangrijke
inspiratiebron. Eerst schreef ze dan ook vooral boeken voor jongere
kinderen, die door Dagmar Stam ge?llustreerd werden. De titel van het boek
Drakepad (1990) ontleende ze bijvoorbeeld aan een geheim spel dat haar
dochter Nadja speelde met haar schoolvriendjes. En voor Verdriet met
mayonaise heeft ze veel gebruik gemaakt van de verhalen waar Nadja mee
thuiskwam. De sfeer in de klas in het boek was precies als die in de klas
van Nadja. Het nare meisje Simone baseerde Carry op een buurmeisje, dat haar
dochters heel vervelend vonden. Toen haar dochters ouder werden, lazen ze
ook vaak de brieven in Achterwerk, de achterpagina van de VPRO-gids. Daar
las ze de brief van een jongen die vertelde over zijn buurmeisje, dat zo
gepest werd dat ze voor een trein sprong. Carry is was hier zo van
ondersteboven dat ze het boek Spijt! (1996) schreef. Voor dat boek kreeg ze
de prijs van de Jonge Jury.
Carry’s boeken worden door kinderen erg gewaardeerd. Steevast worden haar
boeken door de Kinderjury en door de Jonge Jury bekroond. Journalisten zijn
minder enthousiast over haar boeken. Die vinden haar stijl vlak en de manier
waarop ze haar onderwerpen behandelt ook niet altijd geweldig. Carry weet
dit wel, maar ze trekt zich er niets van aan. Haar boeken zijn om kinderen
aan het lezen te krijgen. En dat lukt haar goed. Toch heeft Carry Slee nog
een andere schrijfster in zich, die wat moeilijkere boeken wil schrijven. Om
haar lezers niet in verwarring te brengen gebruikt ze voor die boeken een
andere naam: Sofie Mileau. Zelf zegt ze daarover: ‘Carry Slee is meer
entertainer, Sofie Mileau is heel serieus. Sofie Mileau vraagt meer van de
lezer.’ Tot nu toe hebben de boeken van Sofie Mileau niet zo’n succes. In de
toekomst hoopt Carry die twee schrijvers dichter bij elkaar te laten komen.
Carry Slee heeft behalve Kappen nog veel meer kinderboeken geschreven:
*Voor kinderen tot zes jaar schreef ze:
? Rik en Roosje
? Hallo baby
? Hieperdepiep
? Morgen mag ik in het diepe
? Rood met witte stippen
? Sneeuwman, pak me dan (bekroond met de Venzprijs 1994)
? Met zonder jas
? Zandtaartjes
? We zijn er bijna
? Het drakepad
- In de serie Kwispelstaartjes:
? Piep, zei de muis
? Krokodil in de heg
? Konijnenkeuteldropfabriek
- In de meegroeiserie ‘De kinderen van de Grote Beer’:
? Een kringetje van Tralala
(groep 1)
? Wiebelbiebeltanden (groep 2)
? Opgepast, ik lust een hele boekenkast (groep 3)
? Rekenen in het oerwoud (groep 4)
? Help, juf is verliefd (groep 5)
? Klapzoenen en valsspelers (groep 6)
? Schreeuwende slaapzakken en stiekeme stropers (groep 7)
*Voor kinderen vanaf zeven jaar schreef ze:
? Kaatje Knal en de Biefstukbende
? De Smoezenkampioen
? Ridder schijtebroek
? Meester Paardenpoep
? Verdriet met mayonaise
*Voor kinderen vanaf negen jaar schreef ze:
? Confetticonflict
? Kilometers Cola en knetterende ruzie
? Geklutste geheimen met strafwerk toe
*Voor kinderen vanaf twaalf jaar schreef ze:
? Spijt!
? Pijnstillers
? Afblijven
? Razend
*Als geschenk voor de kinderboekenweek schreef ze ook nog:
? Bikkels
Carry Slee is in 1949 in Amsterdam geboren en opgegroeid. Haar moeder is geestesziek en dat was voor de jonge Carry niet eenvoudig: alles draaide in haar leven om haar moeder. Haar vader kon er niet mee omgaan en vluchtte in zijn werk. Toen ze op de lagere school bij andere kinderen thuiskwam, realiseerde ze zich dat het bij haar thuis anders was dan bij anderen. Zij droeg al jong veel meer verantwoordelijkheden dan de meeste kinderen.
Boek informatie
- Afblijven
- Carolina Sofia Carry Slee
- Nederlands
Handige opties
- Meer boeken van:Carolina Sofia Carry Slee