Boekverslag: Laatste wagon
Zakelijke gegevens
Auteur: B. Nijenhuis
Titel: ?laatste wagon?, De Groot Goudriaan, Kampen, 1999, 319 blz. ( eerste druk 1954).
Genre: psychologische probleemroman. Voortdurend komen er in het boek nieuwe problemen aan de orde. En het is een boek met een diepere betekenis dan die je denkt dat het is als je het aan het begin leest.
Eerste reactie
Ik heb dit boek gelezen op aanraden van iemand die het ook net voor zijn boekenlijst gelezen had. Ik vroeg mij af waarom diegene het zo een bijzonder boek vond. Achteraf vind ik het ook een mooi boek, maar wel erg moeilijk. Tot aan het einde toe van het verhaal blijft het namelijk vaag en onduidelijk wat er nu allemaal gebeurd in het verhaal. Het einde verhaal is voor je gevoel dan ook niet helemaal logisch. Voor alles wat er in het boek is gebeurd, of wat er gezegd is, wordt dan opeens verklaard. Ik vond het wel een heel bijzonder boek omdat je echt helemaal in tampy?s wereld zit. Je leert daarvan dat andere mensen heel anders kunnen denken dan jij. Of dat mensen aan heel andere dingen waarde hechte dan jij zelf doet. Je hoopt wel een heel stuk van het boek dat haar geheim, dat ze in de gevangenis heeft gezeten, niet openbaar komt. Daar zie je uit dat ze toch een zekere sympathie oproept bij de lezer, terwijl het verder een heel apart meisje is.
Samenvatting
Het boek gaat over Tampy Overheem. Zij werkt op een kantoor. Zij heeft al geen ouders meer. De baas van het kantoor waar zij werkt is verliefd op haar geworden. Hij laat haar veel overwerken om bij haar te zijn. Als er op een dag 6000 gulden gestolen wordt dan blijkt Tampy het gestolen te hebben. Zij moest dit doen van haar vriend toen, maar voor zij het kon terugleggen, wat zij wilde, werd het geld bij haar gevonden. Ze moet dan 9 maanden de gevangenis van Roermond in. Hier denkt ze veel terug aan vroeger. Een dominee komt op bezoek en vraagt haar naar haar ouders. Ze wil niets met hem te maken hebben. Als ze uit de gevangenis komt gaat ze in een pension wonen. In dit pension wonen ook meneer en mevrouw Vlietstra en meneer De Weijde en Douwe Bimsma. Haar hospita is mevrouw Dekelaar. Meneer De Weijde neemt haar een keer mee naar de film, maar Tampy laat op een duidelijke manier blijken dat ze niets voor hem voelt. Als het op een nacht onweert komt Douwe bij haar. Ze krijgen dan ruzie, waardoor zij gelooft dat Douwe niet van haar houdt.
Tampy wordt verliefd op Douwe. Douwe heeft echter al een vriendin, al geeft hij niet veel om haar. Een tijdje later vraagt mijnheer Vlietstra of Tampy meegaat naar een voetbalwedstrijd. De voetbalwedstrijd loopt uit de hand en Douwe weet Tampy nog net te redden uit de veldslag die ontstaan is. Douwe had het toen net uitgemaakt met zijn vriendin, en wordt ook verliefd op Tampy. Maar na dit korte geluk komt Tampy in de problemen doordat haar grote geheim, dat ze in de gevangenis heeft gezeten, openbaar komt. Tampy vertrekt dan zonder afscheid te nemen. Ze gaat weer op zoek naar een andere kamer. Ze vindt die wel maar de pensionhouder valt haar steeds lastig, ze blijft hier dan ook niet lang. Ze probeert meneer Vlietstra te bellen maar men zegt dat hij verongelukt is. Dan probeert ze ook haar oude baas te bellen maar men zegt dat hij zichzelf opgehangen heeft. Tampy gaat dan twijfelen aan de waarde van het leven. Als ze later naar een restaurant gaat leest ze een vacature in de krant. Ze wil gaan solliciteren. Als ze weer terugdenkt aan zelfmoord valt ze flauw. Ze wordt geholpen door Lievering die haar ook een baan in het restaurant geeft. Zij droomt dan steeds vaker van een groot beest wat op de muur zou zitten. Ze ontmoet op een soort ?zakenreis? een vrouw in de trein. Later komt Tampy haar nog een keer tegen. Tampy zegt dan de vrouw te kennen terwijl de vrouw bij hoog en laag beweert dat ze Tampy nog nooit ontmoet heeft.
Iedereen die ze vervolgens ontmoet, blijkt in een complot te zitten om haar gek te maken d.m.v. tegenstrijdigheden. Dat lukt, en uiteindelijk wordt ze meegenomen door een spionageorganisatie, omdat zij de dubbelganger is van een spionne. Ze springt dan uit de trein, en na een bizarre tocht komt ze vuil, nat en koud bij een brug.
Douwe wil haar op komen zoeken maar wordt in elkaar geslagen door ene Otto (de ex-verloofde van Tampy) Tampy is helemaal in de war. Ze neemt een bus naar de brug en wil zelfmoord plegen. Doordat ze flauw valt gebeurd dit niet. Ze wordt gevonden en naar een psychiater gebracht. Daar verteld zij alles wat er is gebeurd. Door Douwe is ze in contact met God gekomen, alleen doordat zij eerst zoveel meemaakte geloofde zij niet echt in hem. Aan het einde is ze tot de conclusie gekomen dat ze door het Laatste Wagon van God is meegenomen, op weg naar de Hemel. Maar zij besefte later ook dat zij eerst dit leven nog door moest.
De schrijfstijl
Het taalgebruik van B. Nijenhuis is vaak erg verwarrend. Dit is omdat het geen logische zinnen zijn. Soms kom je het zelfs tegen dat er maar één woord staat, en dat dan de zin al afgebroken wordt. Dat is niet gemakkelijk lezen, maar je went er in de loop van het boek wel aan. Het is vooral lastig omdat het in dit boek ook nog is zo is dat achter elke zin een diepere betekenis zit. Dat is wel eens moeilijk. Je moet je altijd afvragen wat er nog meer mee kan worden bedoeld, of waar het heen wijst. Verder wordt er af een toe wat Frans gebruikt in het boek, maar dat is absoluut niet storend.
De ruimte
Er worden in het boek veel tijden genoemd. De tijden in het begin van het boek ( proloog) zijn symbolisch bedoeld. Wat er beschreven wordt, zou zich op zich gewoon in deze tijd af kunnen spelen. De beschreven tijd is langer dan je denkt, want zo zit ze al negen maanden vast in de gevangenis. De tijd ervoor wordt ook al beschreven, terwijl de tijd in de gevangenis helemaal niet uitgebreid wordt beschreven. Daarna wordt des te meer beschreven wat de gevolgen zij geweest van haar verblijf in de gevangenis.
Het verhaal verder is niet chronologisch beschreven. Aan het begin van het boek wordt het einde dus al beschreven, en daarna wordt pas beschreven wat er vooraf was gegaan aan die gebeurtenis aan het begin van het boek. Verder komen er ook vele flashbacks in voor. Ze denkt veel terug aan wat er vroeger is gebeurd. En haar verleden achtervolgt haar ook constant. Zo zie je aan het begin al dat ze, wanneer ze in de gevangenis belandt, veel aan haar verleden terug denkt. Het is dan ook erg moeilijk voor haar wanneer de dominee, die op bezoek komt, begint over ?ouders?. Het eerste deel van het boek, de proloog, is eigenlijk al een flashforward. Al wordt die situatie op dat moment wel als heden beschreven. Maar later merk je ook pas, dat het iets was, wat zich pas in de toekomst af gespeeld had, omdat het nog een keer in het verhaal terugkomt.
Het verhaal speelt zich op veel verschillende plaatsen af. Dat is omdat ze steeds achtervolgt wordt door haar geheim, en zij zich dus steeds weer verplaatst. Het verhaal begint eigenlijk bij het einde, bij de brug waar ze gevonden wordt. Opening in de handeling dus, zou je kunnen zeggen. Hierna werkt ze op een kantoor, waar zij geld van haar baas, die verliefd is op haar, steelt. Daarna bevindt zij zich dus een tijd in gevangenis. Vervolgens woont zij een poos in huis bij haar hospita, mevrouw Dekelaar, in huis. Waar ook mevrouw en meneer Vlietstra, meneer de Weijde en Douwe wonen. Dan gaat zij weer naar een ander pension, omdat haar geheim wordt ontdekt. Zo verplaatst zij zich nog enkele keren, totdat zij aan het einde van het verhaal weer op de plek is waar het boek ook begint. Bij de brug.
De verhaalfiguren
Tampy is uiteraard de hoofdpersoon in het boek. Zij is een aantrekkelijk jonge vrouw die wel veel problemen heeft. Ze is al jong haar ouders verloren. Zij twijfelt veel over de waarde van het leven. Maar doordat zij door Douwe God leert kennen, vertrouwd zij op God. Wanneer er alleen geprobeerd wordt haar gek te maken, gaat ze aan zichzelf, én aan God, twijfelen. Aan het einde van het verhaal keert dat vertrouwen terug. Zij is een round character, je komt steeds meer van haar te weten.
Enkele bijpersonen zijn:
Douwe, de man die er voor heeft gezorgd dat God in het leven van Tampy kwam. Douwe was een man die erg met het geloof bezig was. Hij had een vriendin, die erg gierig en zuinig was. Hij dacht dat hij daarom van haar hield, omdat zij niet ?maar raak? leefde. Dat was echter niet zo. Voordat hij verliefd werd op Tampy vond hij haar maar een goddeloos persoon. Dat veranderde echter toen hij merkte dat ze afhankelijk van hem wilde zijn. Dat ze wilde vertrouwen op wat hij zei en voor haar deed. Je zou kunnen zeggen dat ook hij een soort round character is. Ook hij ontwikkelt zich sterk in het boek, vooral ten opzichte van Tampy. Maar je ziet niet dingen vanuit zijn oogpunt e.d. , dus hij blijft wel een bijpersoon.
Verder spelen ook meneer Hovenius, mevrouw en meneer Vlietstra en meneer de Weijde een rol in het boek. Zij zijn allemaal flat characters.
De situaties
Het boek begint met opening in de handeling. In dit geval is dat, dat zij vlucht voor alles. Voor al haar problemen, en haar geheim dat haar achtervolgt. Zij probeert te ontkomen van alles wat er mee te maken heeft. Daarbij laat ze de gedachte aan zelfmoord niet achterwege. Zij bevindt zich aan het begin bij een brug. Er vindt een heftige achtervolging plaats.
Dit stuk kun je zien als een proloog. Een soort inleiding op wat er allemaal komen gaat. Je kunt ook zeggen dat in het begin van het boek, de proloog, iets wordt verteld, en wat door de rest van het boek wordt verklaard. Aan het einde van het boek begrijp je waardoor ze achtervolgd werd. Dat het symbolisch was bedoeld. In de rest van het boek bevindt ze zich op verschillende plaatsen. Het belangrijkste in het boek is dat ze door Douwe weer in contact met God komt. Door het verlies van haar ouders wilde ze eerst namelijk niets meer van God weten. Het boek eindigt met een epiloog. Daarin wordt een heleboel verklaard. Er wordt in gezegd dat alles wat in het boek was gebeurd, allemaal een complot was. Het doel van al deze mensen was om Tampy gek te krijgen. Het doel daarvan is mij alleen nog niet helemaal duidelijk. Je ziet dus een duidelijke opbouw in het boek. Met aan het begin een situatie, die in de rest van het boek duidelijker wordt gemaakt. En aan het einde een verklaring voor alles wat gebeurd was.
Vertelwijze
Het verhaal wordt voor een deel geschreven vanuit Tampy zelf. Dat je alles ziet zoals zij het meemaakt. Dat deel is dus geschreven in een ik-perspectief. Een ander deel van het boek is geschreven door een alleswetende schrijver. Het hij/zij - perspectief dus. Zo krijg je een goede indruk van hoe de situatie is. Maar ook hoe anderen het ervaren zullen hebben. Bij de gedeeltes waar gebruik is gemaakt van het ik-perspectief is niet altijd Tampy de ?ik?. Een beetje aan het begin van het verhaal, wordt ook de baas die verliefd op haar wordt, als een ?ik?gezien. De schrijver laat ook zien wat er in hem omgaat. Zo kun je goed zien wat alle motieven voor iedereen zijn om dingen wel of niet te doen.
Thema
Tussen het thema en de titel van het boek ligt een groot verband. Door het hele boek heen, loopt de hoop mee te mogen met de trein van God als een rode draad. Tampy bidt op onwaarschijnlijke momenten tot God of hij haar niet voorbij wil gaan met zijn trein. Zoals dan de titel ook al aangeeft mocht zij mee met de laatste wagon van zijn trein. Ze is dus heel erg op de proef gesteld. Zij had heel veel problemen in haar leven, maar uiteindelijk, doordat ze het vertrouwen toch op God stelde, mocht ze toch mee met zijn trein. ?Vaarwel kortstondig leven, handvoldagen, ik wacht op het perron, mijn kraag omhoog. Ginds komt de trein door den berookten boog om in het duister met mij heen te jagen.? Is het motto in het boek. Daaraan kun je zien dat die trein niet alleen op de trein van God slaat, maar ook op de trein van het leven. Tampy probeert enkele malen zelfmoord te plegen. Zij slaagt er echter steeds niet in. Die trein gaat steeds aan haar voorbij. De trein van God niet. Want wie op God vertrouwt, zal behouden worden. Dat zie je in dit boek heel mooi terug. Die berookte boog slaat op het leven wat grauw en groezelig is van alle wederwaardigheden.
?Problematiek? is dus iets wat in het hele boek terug komt. Dat zou je als het thema kunnen zien. Dat het mensenleven vol problemen zit. En dat wanneer je in het verleden iets is overkomen, je dat je hele leven niet meer kwijt raakt. Maar dat zelfs dan, zelfmoord nog geen oplossing is.
B. Nijenhuis maakt dit duidelijk door Tampy uiteindelijk toch geen zelfmoord te laten plegen. Zij heeft aan het begin van het boek een fout gemaakt, door geld te stelen. Je ziet dat die fout haar de rest van haar leven, of in ieder geval van wat er in het boek is beschreven, achtervolgt. Steeds komt men er weer achter. Zij kan er niet onderuit komen. Je ziet dan ook dat het verbergen ook geen zin heeft, al is het wel begrijpelijk dat het niet iets is waar ze graag mee te koop loopt.
Plaats in de literatuurgeschiedenis
Berend Nijenhuis is geboren op 16 november 1914 te Herenveen. Hij leerde niet graag en gemakkelijk. Hij heeft toch de Mulo en de Handelsschool gevolgd. Toen Nijenhuis is Herenveen woonde, was hij vertegenwoordiger. De dingen die hij daarin mee gemaakt had, heeft hij verwerkt in zijn roman: ?De hordeloop van J. Kobald?. Hij is toen verhuisd naar Den Bosch waar hij verzekeringsinspecteur werd. Ook de ervaringen bij dit beroep heeft hij in een boek beschreven, dat boek kreeg de titel: ?Dossier 333?. In 1937 verhuisde hij naar Arnhem en hier werd hij klerk in de plaatselijke gevangenis. De ervaringen van dit werk kom je ook tegen in het boek ?dossier 333?, maar ook in het boek waar we het al de hele tijd over hebben; ? het laatste wagon?. Door zijn functie bij justitie kon hij hulp bieden aan gearresteerde verzetsmensen. Hij smokkelde onder andere illegale krantjes mee voor heen. Daar werd hij alleen voor opgepakt. Hij werd toen opgesloten in een concentratiekamp. Hij heeft nooit iets geschreven over de gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog. Na de oorlog werkte hij bij de Politieke Opsporingsdienst. Later werd hij als redacteur bij Trouw.
Na al deze beroepen is hij gaan schrijven. Hij is op 1 januari 1972 aan een longziekte overleden. Hij was een eenzaam figuur. Hij liet nooit zien wat er echt in hem omging.
B.Nijenhuis is een uitstekende christenschrijver. Hij durft dingen te zeggen, die vaak niet zomaar gezegd worden. Daarmee was hij een vooruitstrevende schrijver.
Ik denk persoonlijk dat het boek niet een heel grote plaats heeft ingenomen in de literatuurgeschiedenis. Het is niet een boek wat bij elke Nederlandse les literatuur genoemd wordt. Het is denk ik wel van grotere betekenis in de christelijke literatuur.
Beoordeling
Ik vond het boek een mooi boek. Maar wel erg moeilijk. Het verhaal is op zich heel mooi, omdat je uiteindelijk toch ziet dat het wel goed komt met Tampy. Ik vond het alleen heel lastig dat er achter alles wat er over Tampy wordt gezegd en wat ze denkt, een diepere betekenis zit. Zo is het boek vaak niet helemaal duidelijk voor mij. Aan de andere kant is dat ook wel weer heel leuk. Een boek waarbij je alles letterlijk moet nemen, wat er wordt gezegd, vind ik ook niet leuk. Je moet wel een beetje nadenken bij een boek. Dat leidt midden in het boek tot verwarrende situaties voor degene die het boek leest, maar aan het einde wordt alles verklaard waardoor ook alles waar verwarring over was ontstaan duidelijk wordt.
De momenten dat Tampy duidelijk aangaf dat ze geen waarde meer hechtte aan het leven, waren voor mij heet meest aangrijpend. Er komt wel duidelijk naar voren dat ze erg veel problemen, maar ik kan mij er werkelijk niets bij voorstellen dat iemand geen zin meer heeft in het leven. Daarom was het voor mij wel een goed boek om te lezen. Het is denk ik goed om is te zien wat voor andere mensen beweegredenen zij om dingen te doen. Zo kun je je ook beter inleven in mensen. Je kunt beter naar ze luisteren. En je kunt beter begrip voor ze tonen. Ik vond het dan ook heel mooi dat uiteindelijk zij toch op God vertrouwd. Ik vind dat sowieso een mooi iets. Wanneer iemand in zo een moeilijk situatie zit, en dan toch voor God kiest. Daardoor komt in dit boek ook mooi de liefde van God naar voren. Dat hij ook iemand wil meenemen in ?zijn trein? terwijl diegene eigenlijk zelf wilde beslissen over haar leven omdat haar foute verleden haar achtervolgde.
Ook dat vind ik iets moois en eigenlijk ook een zorgelijk punt. In dit boek zie je terug dat er wel vergeving mogelijk is, bij God. In de werkelijkheid zie je dat de mensen het5 niet accepteren. Natuurlijk viel het niet goed te praten wat Tampy had gedaan, maar ze had haar straf ervoor wel gekregen. Dan is het niet de taak van de mensen om haar heen om die straf nog eens haar leven lang door te zetten. Ik vind het een ander verhaal wanneer iemand bijvoorbeeld een moord heeft gepleegd. Dan is de schade die de dader heeft aangericht bij de nabestaanden van het slachtoffer blijvend. Dan vind ik het ook logisch dat die mensen diegene daar op aan blijven kijken. Maar het is wel heel mooi dat God dat niet doet. Hij kijkt ernaar of je oprecht berouw hebt van je zonde, en of je daarom bij God wil komen. We zouden daarom denk ik wat minder moeten wijzen naar anderen met wat ze allemaal wel niet gedaan zouden hebben. Verleden is verleden. Iemand kan verandert zijn en oprecht spijt hebben van wat diegene heeft gedaan. Het zou mooi zijn als ook wij, als mensen, daar begrip voor op zouden kunnen brengen. We zijn zelf immers geen haar beter.
Verder vind ik het niet heel waarschijnlijk dat dit verhaal echt gebeurd is. Ik geloof wel dat de strijd die Tampy met zichzelf heeft gehad, mogelijk is. Maar dat er aan het einde een heel complot werd gevormd, om Tampy gek te krijgen is voor mij in de realiteit heel onwaarschijnlijk. Als je alleen al kijkt naar een psycholoog. Zo iemand zal, wanneer hij echt professioneel is, niet ervoor kiezen om iemand gek te maken. Anders heeft zo iemand zelf dringend een psycholoog nodig. En wanneer het wel het geval zou zijn dat er een gestoorde psycholoog rond loopt, die dat als doel stelt bij zijn patiënten, geloof ik niet dat er ook nog zoveel andere mensen zijn die daaraan mee zouden willen werken.
Ik vind de opbouw van het verhaal goed gekozen. Aan het begin van het verhaal wordt direct je belangstelling gewekt door de ?heftige achtervolging?die er plaats vindt. Direct heb je daar ook al te maken met het verlangen naar de dood wat Tampy, en zo veel andere mensen nu, kennen. De opbouw was ook wel eens verwarrend. Ik vroeg mijzelf wel eens af ?waar we nu weer waren?. Maar dat kan voor een deel ook wel door het niet gemakkelijke taalgebruik komen wat B. Nijenhuis gebruikt. Verder vond ik zo het einde wel heel mooi. Het is niet zo dat opeens alles goed komt, zoals in een sprookje. Maar ze heeft wel voor God gekozen. En de rest komt dan ook wel goed.
Ik denk dat de schrijver ook als doel had, wat ik heb ervaren. Het leren zien hoe anderen denken en beredeneren. Ik vind dat dát, als dat zijn doel was, hem goed is gelukt. Je krijgt zo een goed idee van hoe het komt dat sommige mensen het leven niet meer zien zitten. En zoals ik al zei, is dat zeker voor die mensen, denk ik erg belangrijk wanneer er enigszins begrip is voor hun denkwereld en leven.
Al met al was het dus een moeilijk boek om te lezen. Wanneer je niet graag een boek leest waar je goed over na moet denken, is dit boek niets. Maar zeker voor mensen die ook houden van filosoferen e.d. is het een erg geslaagd boek.
Berend Nijenhuis is geboren op 16 november 1914 te Herenveen. Hij was geen echte studiebol. Hij heeft de Mulo en de Handelsschool gevolgd. Daarna was hij in Herenveen werkzaam als vertegenwoordiger. Later verhuisde hij naar Den Bosch, waar hij aan de slag ging als verzekeringsinspecteur. In 1937 verhuisde hij naar Arnhem om daar als klerk in de gevangenis te gaan werken, door dit werk was hij gedurende de WO II veel verzetsmensen te helpen. Hij werd echter op een dag gepakt en opgesloten in een concentratiekamp. Na de oorlog werkte hij bij de Politieke Opsporingsdienst. Later werd hij redacteur bij Trouw. Hij heeft nog wat reportages en vertalingen verzorgd voor de Spiegel en voor de NCRV. Toen is hij auteur geworden.
Boek informatie
- Laatste wagon
- Berend Nijenhuis
- Nederlands
Handige opties
- Meer boeken van:Berend Nijenhuis