Boekverslag: Weg uit het verleden
..:: Leesverslag 1 :: 22 november 2002 :: Mike de Wildt :: Havo4E ::..
3.1 1) Overeenkomsten tussen het nieuwste boek van Anke de Vries en het eerdere Belledonne kamer 16 zijn er genoeg.
• Een vernieuwingsargument.
2) De meeste verhalen voor de jeugd zijn spannend en dus grotendeels verzonnen en worden toch met de werkelijkheid verbonden. Die tweeslachtigheid geeft dan spanning.
• Een emotivistischargument.
3) Weg uit het verleden is een boek dat die spanning ruimschoots geeft.
• Een emotivistischargument.
3.2. Auteur : Vries, Anke de
Titel: Weg uit het verleden
Jaar van uitgave: 1982
Uitgever: Lemniscaat
Bron: Volkskrant
Recensent: Herman Tromp
Recensietitel: Een jeugdprobleem als spannend verhaal
3.3. Korte samenvatting
Mark is erg overstuur en kan bij niemand met zijn verdriet terecht. Hij krijgt problemen zoals flauwvallen. Als Mark voor zijn eindexamen is geslaagd, gaat hij naar Frankrijk om tot rust te komen. Mark mag een huis opknappen dat ooit van mevrouw Stevenson is geweest. Op een dag zit er een meisje in het huis van mevrouw Stevenson, Julliette heet ze. Mark en Julliette raken erg bevriend. Mark vertelt Juliette over het ongeluk van Liesje. Antonin, een caf?houder, vertelt Mark dat de zoon van mevrouw Stevenson zelfmoord heeft gepleegd door het toedoen van de dorpsbewoners. De mensen waren ook bang voor Stevenson omdat ze een andere manier van leven had. ( 110 woorden )
3.4. Hoeft niet.
3.5. Thema
In het verhaal speelt de liefde een rol (dat zie je duidelijk tussen Mark en Liesje en tussen Mark en Juliette), maar ook het verdriet (bij Mark en meneer pastoor). Vervolgens komt het verwerken van dat verdriet aan bod. Hierover gaat eigenlijk het hele verhaal, dus ik denk dat dit het echte thema is: dingen willen en kunnen accepteren en verwerken.
3.6. 1) Verklaring van de titel
Het boek heet "Weg uit het verleden", omdat de hoofdpersoon, Mark, een weg zoekt uit zijn verleden. Toen is namelijk zijn vriendin overleden en dat heeft Mark niet kunnen verwerken. Het liefst wil hij alles vergeten en opnieuw zijn leven beginnen. Helaas kan hij niet weg uit zijn verleden, omdat hij steeds wordt achtervolgd door angsten, die met het ongeluk, waaraan zijn vriendin stierf, te maken hebben. Uiteindelijk leert hij haar ongeluk te verwerken en vindt hij, met behulp van Juliette, zijn eigen weg uit zijn verleden.
2) Motto
De bedoeling van het boek is ongeveer gelijk aan het thema: dingen willen en kunnen accepteren en verwerken. Ik denk dat Anke de Vries haar lezers wil zeggen wat Mark van Juliette te horen kreeg: je moet erover praten als je ergens mee zit. Daarom zou je misschien denken dat het een psychologisch boek is, maar dat is het niet, behalve als je er over gaat nadenken.
3) Vertelsituatie
Het verhaal beleef je door de ogen van een buitenstaander, het is dus vertelt in de alwetende vertelsituatie.
3.7. Eigen mening
1) Taal
Het taalgebruik vind ik absoluut niet moeilijk, het boek is makkelijk te lezen.
Het bevat vrij veel dialoog, maar er komen ook veel gevoelens van personages naar boven.
2) Tijd
Het verhaal speelt zich af in deze tijd. Dat kun je merken aan het gedrag en de voorzieningen (bijvoorbeeld TV). Tussen begin en eind zitten ??n tot twee maanden tijd, iets minder dan ??n zomervakantie. Het verhaal is chronologisch verteld, maar er zijn wel terugblikken aanwezig. Deze komen voor als gedachten van bepaalde personages en ze zijn er om de lezer te laten weten wat zich er nu precies heeft afgespeeld. Ook zijn er sprongen in de tijd aanwezig, maar dat zijn er niet veel. De sprong is dan enkele dagen of een week, soms meerde weken.
3) Ruimte
Het verhaal speelt zich af in Frankrijk, in de streek Ard?che, in het dorpje Magnan. Al deze ruimtes zijn niet zo van belang. Het maakt niet uit of Frankrijk wordt vervangen door Itali? of niet. Het is wel van belang dat het zich afspeelt in een klein dorp, maar het maakt niets uit welk dorp dat is.
Welke ruimte wel een z??r grote rol speelt is het huis van madame Stevenson. Dat is het huis waarachter een groot raadsel zit verscholen.
3.8. De biografie van Anke de Vries
Anke de Vries werd geboren in 1937 in Sellingen, een dorp in Groningen en groeide op in een klein plaatsje op de Veluwe. Ze is getrouwd met een Fransman, en kreeg drie kinderen. Ze woonde in verschillende landen: Pakistan, Griekenland, Frankrijk en Tsjecho- Slowakije. Daarna begon ze met boeken schrijven zoals ondere anderen
1972: De vleugels van Wouter Pannekoek,
1976: Het geheim van Mories Besjoer, ze kreeg hiervoor een Zilveren griffel,
1977: Belledonnekamer 16, ze kreeg hiervoor een volle vermelding van de Europese Jeugdboekenprijs,
1990: Kladwerk werd bekroond door de Nederlandse Kinderjury net als Blauwe plekken in 1992.
In 1994 schreef Anke de Vries het kinderboekenweekgeschenk: Fausto Koppie.
Nog wat geschreven boeken:
Opstand, Medeplichtig, Memo zwijgt, Bij ons in de straat en De blauwe reus.
Bij elkaar heeft Anke de Vries ongeveer 40 boeken geschreven.
Anke de Vries haar boeken gaan vaak over Frankrijk.
Dit komt waarschijnlijk doordat ze met een Fransman getrouwd is.
Zelf vindt ze dit een mooi land en wou er vroeger zelf gaan wonen.
Zelf zegt ze nog over haar boeken:" Ik denk dat schrijven me in evenwicht houdt.Ik verwerk gebeurtenissen uit mijn eigen leven."
recensie::
3.1. Recensie
Overeenkomsten tussen het nieuwste boek van Anke de Vries en het eerdere Belledonne kamer 16 zijn er genoeg. (1) Beide verhalen spelen zich af in Frankrijk en hebben een Nederlandse hoofdpersoon die bezig is een geheim uit het verleden te ontraadselen. Die verhaalfiguur moet daarbij gebruik maken van een vreemde taal en dat doet hij perfect. Als reden dat Mark van Straaten uit Weg uit het verleden zo goed Frans spreekt, wordt opgegeven dat zijn vader leraar Frans is en hij nogal wat vakanties in Frankrijk heeft doorgebracht. Een dergelijke verklaring is zwak en jeugdliteratuur eigen. De meeste verhalen voor de jeugd zijn spannend en dus grotendeels verzonnen en worden toch met de werkelijkheid verbonden. Die tweeslachtigheid geeft dan spanning.(2)
Weg uit het verleden is een boek dat die spanning ruimschoots geeft.(3) De 11- tot 14-jarigen, die volgens de Amerikaan Robert Carlson vooral lezen om zichzelf in het verhaal te verliezen, leven mee met wat Mark over de zelfmoord van een vroegere bewoner van het huis ontdekt. Anke de Vries weet dit aspect van het verhaal keurig over het boek te verdelen, gebruik makend van foefjes als verzwijgen of juist becommentari?ren.
Oudere lezers zijn volgens Carlson meer ge?nteresseerd in het ontdekken van zichzelf en de wereld. Voor deze groep lezers zou het door het spannende heen gevlochten liefdesverhaal belangrijker zijn. Misschien komen zij zelfs toe aan het herkennen van het abstracte probleem. De lezer zou kunnen bemerken dat de oplossing voor de problemen van Mark pas d?n gevonden kan worden als hij niet langer een rol blijft spelen.
Die stimulans is dwingender dan het gemis aan identificatiemogelijkheden. Men zegt altijd dat de ontwikkelingsfase van de lezer van een jeugdboek gelijk moet zijn aan die van de hoofdpersoon. Bij dit boek is dit niet het geval. Mark heeft zijn einddiploma van de middelbare school op zak en zijn leeftijdgenoten worstelen met, of genieten van Leon de Winter of Hermans.
Nu is het natuurlijk zo, dat Stach uit Koning van Katoren in het verhaal 18 jaar wordt en dat Tiuri, de jongste van de ridders in De brief voor de koning 16 jaar is, maar dat zijn helden waar de lezer tegen op kan kijken. En zo'n held is Mark beslist niet. Over Mark komen we aanvankelijk in de vorm van terugverwijzing het volgende te weten. Hij raakt volkomen van streek door het dodelijke ongeluk dat zijn vriendin overkomt. De reactie uit zich bij hem in de vorm van hyperventilatie. Een psychiater kan hem niet helpen en schrijft slechts versuffende middelen voor.
Mark besluit na zijn eindexamen naar Frankrijk te gaan, waar een aannemer hem uiteindelijk verzoekt een al jaren leeg staand huis weer op te knappen. In dat landhuis neemt hij zijn intrek en daar ontmoet hij Juliette.
De kennismaking met haar verloopt moeizaam. Hij scheldt haar de huid vol als zij zegt dat hij geen pillen meer moet nemen en hij slaat haar zelfs bont en blauw als hij haar hallucinerend onder een auto ziet komen. Zo'n bruut is ook daarom geen geschikt identificatieobject.
Desondanks stoort het ongeloofwaardige optreden van Juliette niet. Zij zoekt hem weer op en als hij haar eindelijk over zijn verdriet vertelt, analyseert zij wat de psychiater niet kon, en zegt zij dat hij eigenlijk zijn gedode vriendin geslagen heeft. En dan komt alles snel weer goed. "Gelukkig" zeggen de jongeren, want zij gunnen het Mark: "flauw" zeggen de volwassenen, want de verbinding met de werkelijkheid is weer zwak.
En toch is het voor volwassenen ??k een goed boek. En dan wordt niet bedoeld dat het zo fijn is in te delen onder het trefwoord: de dood, of in de subcategorie: kritiek op de artsenij. Wel wordt bedoeld dat Anke de Vries met kennis van zaken haar lijnen trekt, gebruik makend van structurele aspecten als motieven, terugverwijzingen en dergelijke, maar vooral door de spiegelingen die zij aanbrengt.
Juliette neemt niet alleen letterlijk de plaats in van Liesje de overleden vriendin en Mark vertoont meer dan oppervlakkige overeenkomsten met William, de jonge zelfmoordenaar. De lezer heeft die overeenkomst allang door als hij aan het eind ook uitdrukkelijk wordt genoemd. Het verschil tussen hen krijgt dan ook meer reli?f. Het huis en het leven betekenen voor William het einde; voor Mark het begin.
Zo heeft het boek op diverse niveaus de lezer iets te bieden. Dat is, zegt Kuijer in Het geminachte kind, het geheim van goede boeken. En daarbij komt dat de scheiding tussen de verschillende soorten lezers kunstmatig is. De jongste categorie krijgt door zo'n spannend verhaal te lezen ook terloops en onbewust te maken met een abstract gegeven van een jongen die met een probleem worstelt omdat hij volhoudt dat er niets aan de hand is, ?n met een vormgeving die goed is.
3.1 1) Overeenkomsten tussen het nieuwste boek van Anke de Vries en het eerdere Belledonne kamer 16 zijn er genoeg.
• Een vernieuwingsargument.
2) De meeste verhalen voor de jeugd zijn spannend en dus grotendeels verzonnen en worden toch met de werkelijkheid verbonden. Die tweeslachtigheid geeft dan spanning.
• Een emotivistischargument.
3) Weg uit het verleden is een boek dat die spanning ruimschoots geeft.
• Een emotivistischargument.
3.2. Auteur : Vries, Anke de
Titel: Weg uit het verleden
Jaar van uitgave: 1982
Uitgever: Lemniscaat
Bron: Volkskrant
Recensent: Herman Tromp
Recensietitel: Een jeugdprobleem als spannend verhaal
3.3. Korte samenvatting
Mark is erg overstuur en kan bij niemand met zijn verdriet terecht. Hij krijgt problemen zoals flauwvallen. Als Mark voor zijn eindexamen is geslaagd, gaat hij naar Frankrijk om tot rust te komen. Mark mag een huis opknappen dat ooit van mevrouw Stevenson is geweest. Op een dag zit er een meisje in het huis van mevrouw Stevenson, Julliette heet ze. Mark en Julliette raken erg bevriend. Mark vertelt Juliette over het ongeluk van Liesje. Antonin, een caf?houder, vertelt Mark dat de zoon van mevrouw Stevenson zelfmoord heeft gepleegd door het toedoen van de dorpsbewoners. De mensen waren ook bang voor Stevenson omdat ze een andere manier van leven had. ( 110 woorden )
3.4. Hoeft niet.
3.5. Thema
In het verhaal speelt de liefde een rol (dat zie je duidelijk tussen Mark en Liesje en tussen Mark en Juliette), maar ook het verdriet (bij Mark en meneer pastoor). Vervolgens komt het verwerken van dat verdriet aan bod. Hierover gaat eigenlijk het hele verhaal, dus ik denk dat dit het echte thema is: dingen willen en kunnen accepteren en verwerken.
3.6. 1) Verklaring van de titel
Het boek heet "Weg uit het verleden", omdat de hoofdpersoon, Mark, een weg zoekt uit zijn verleden. Toen is namelijk zijn vriendin overleden en dat heeft Mark niet kunnen verwerken. Het liefst wil hij alles vergeten en opnieuw zijn leven beginnen. Helaas kan hij niet weg uit zijn verleden, omdat hij steeds wordt achtervolgd door angsten, die met het ongeluk, waaraan zijn vriendin stierf, te maken hebben. Uiteindelijk leert hij haar ongeluk te verwerken en vindt hij, met behulp van Juliette, zijn eigen weg uit zijn verleden.
2) Motto
De bedoeling van het boek is ongeveer gelijk aan het thema: dingen willen en kunnen accepteren en verwerken. Ik denk dat Anke de Vries haar lezers wil zeggen wat Mark van Juliette te horen kreeg: je moet erover praten als je ergens mee zit. Daarom zou je misschien denken dat het een psychologisch boek is, maar dat is het niet, behalve als je er over gaat nadenken.
3) Vertelsituatie
Het verhaal beleef je door de ogen van een buitenstaander, het is dus vertelt in de alwetende vertelsituatie.
3.7. Eigen mening
1) Taal
Het taalgebruik vind ik absoluut niet moeilijk, het boek is makkelijk te lezen.
Het bevat vrij veel dialoog, maar er komen ook veel gevoelens van personages naar boven.
2) Tijd
Het verhaal speelt zich af in deze tijd. Dat kun je merken aan het gedrag en de voorzieningen (bijvoorbeeld TV). Tussen begin en eind zitten ??n tot twee maanden tijd, iets minder dan ??n zomervakantie. Het verhaal is chronologisch verteld, maar er zijn wel terugblikken aanwezig. Deze komen voor als gedachten van bepaalde personages en ze zijn er om de lezer te laten weten wat zich er nu precies heeft afgespeeld. Ook zijn er sprongen in de tijd aanwezig, maar dat zijn er niet veel. De sprong is dan enkele dagen of een week, soms meerde weken.
3) Ruimte
Het verhaal speelt zich af in Frankrijk, in de streek Ard?che, in het dorpje Magnan. Al deze ruimtes zijn niet zo van belang. Het maakt niet uit of Frankrijk wordt vervangen door Itali? of niet. Het is wel van belang dat het zich afspeelt in een klein dorp, maar het maakt niets uit welk dorp dat is.
Welke ruimte wel een z??r grote rol speelt is het huis van madame Stevenson. Dat is het huis waarachter een groot raadsel zit verscholen.
3.8. De biografie van Anke de Vries
Anke de Vries werd geboren in 1937 in Sellingen, een dorp in Groningen en groeide op in een klein plaatsje op de Veluwe. Ze is getrouwd met een Fransman, en kreeg drie kinderen. Ze woonde in verschillende landen: Pakistan, Griekenland, Frankrijk en Tsjecho- Slowakije. Daarna begon ze met boeken schrijven zoals ondere anderen
1972: De vleugels van Wouter Pannekoek,
1976: Het geheim van Mories Besjoer, ze kreeg hiervoor een Zilveren griffel,
1977: Belledonnekamer 16, ze kreeg hiervoor een volle vermelding van de Europese Jeugdboekenprijs,
1990: Kladwerk werd bekroond door de Nederlandse Kinderjury net als Blauwe plekken in 1992.
In 1994 schreef Anke de Vries het kinderboekenweekgeschenk: Fausto Koppie.
Nog wat geschreven boeken:
Opstand, Medeplichtig, Memo zwijgt, Bij ons in de straat en De blauwe reus.
Bij elkaar heeft Anke de Vries ongeveer 40 boeken geschreven.
Anke de Vries haar boeken gaan vaak over Frankrijk.
Dit komt waarschijnlijk doordat ze met een Fransman getrouwd is.
Zelf vindt ze dit een mooi land en wou er vroeger zelf gaan wonen.
Zelf zegt ze nog over haar boeken:" Ik denk dat schrijven me in evenwicht houdt.Ik verwerk gebeurtenissen uit mijn eigen leven."
recensie::
3.1. Recensie
Overeenkomsten tussen het nieuwste boek van Anke de Vries en het eerdere Belledonne kamer 16 zijn er genoeg. (1) Beide verhalen spelen zich af in Frankrijk en hebben een Nederlandse hoofdpersoon die bezig is een geheim uit het verleden te ontraadselen. Die verhaalfiguur moet daarbij gebruik maken van een vreemde taal en dat doet hij perfect. Als reden dat Mark van Straaten uit Weg uit het verleden zo goed Frans spreekt, wordt opgegeven dat zijn vader leraar Frans is en hij nogal wat vakanties in Frankrijk heeft doorgebracht. Een dergelijke verklaring is zwak en jeugdliteratuur eigen. De meeste verhalen voor de jeugd zijn spannend en dus grotendeels verzonnen en worden toch met de werkelijkheid verbonden. Die tweeslachtigheid geeft dan spanning.(2)
Weg uit het verleden is een boek dat die spanning ruimschoots geeft.(3) De 11- tot 14-jarigen, die volgens de Amerikaan Robert Carlson vooral lezen om zichzelf in het verhaal te verliezen, leven mee met wat Mark over de zelfmoord van een vroegere bewoner van het huis ontdekt. Anke de Vries weet dit aspect van het verhaal keurig over het boek te verdelen, gebruik makend van foefjes als verzwijgen of juist becommentari?ren.
Oudere lezers zijn volgens Carlson meer ge?nteresseerd in het ontdekken van zichzelf en de wereld. Voor deze groep lezers zou het door het spannende heen gevlochten liefdesverhaal belangrijker zijn. Misschien komen zij zelfs toe aan het herkennen van het abstracte probleem. De lezer zou kunnen bemerken dat de oplossing voor de problemen van Mark pas d?n gevonden kan worden als hij niet langer een rol blijft spelen.
Die stimulans is dwingender dan het gemis aan identificatiemogelijkheden. Men zegt altijd dat de ontwikkelingsfase van de lezer van een jeugdboek gelijk moet zijn aan die van de hoofdpersoon. Bij dit boek is dit niet het geval. Mark heeft zijn einddiploma van de middelbare school op zak en zijn leeftijdgenoten worstelen met, of genieten van Leon de Winter of Hermans.
Nu is het natuurlijk zo, dat Stach uit Koning van Katoren in het verhaal 18 jaar wordt en dat Tiuri, de jongste van de ridders in De brief voor de koning 16 jaar is, maar dat zijn helden waar de lezer tegen op kan kijken. En zo'n held is Mark beslist niet. Over Mark komen we aanvankelijk in de vorm van terugverwijzing het volgende te weten. Hij raakt volkomen van streek door het dodelijke ongeluk dat zijn vriendin overkomt. De reactie uit zich bij hem in de vorm van hyperventilatie. Een psychiater kan hem niet helpen en schrijft slechts versuffende middelen voor.
Mark besluit na zijn eindexamen naar Frankrijk te gaan, waar een aannemer hem uiteindelijk verzoekt een al jaren leeg staand huis weer op te knappen. In dat landhuis neemt hij zijn intrek en daar ontmoet hij Juliette.
De kennismaking met haar verloopt moeizaam. Hij scheldt haar de huid vol als zij zegt dat hij geen pillen meer moet nemen en hij slaat haar zelfs bont en blauw als hij haar hallucinerend onder een auto ziet komen. Zo'n bruut is ook daarom geen geschikt identificatieobject.
Desondanks stoort het ongeloofwaardige optreden van Juliette niet. Zij zoekt hem weer op en als hij haar eindelijk over zijn verdriet vertelt, analyseert zij wat de psychiater niet kon, en zegt zij dat hij eigenlijk zijn gedode vriendin geslagen heeft. En dan komt alles snel weer goed. "Gelukkig" zeggen de jongeren, want zij gunnen het Mark: "flauw" zeggen de volwassenen, want de verbinding met de werkelijkheid is weer zwak.
En toch is het voor volwassenen ??k een goed boek. En dan wordt niet bedoeld dat het zo fijn is in te delen onder het trefwoord: de dood, of in de subcategorie: kritiek op de artsenij. Wel wordt bedoeld dat Anke de Vries met kennis van zaken haar lijnen trekt, gebruik makend van structurele aspecten als motieven, terugverwijzingen en dergelijke, maar vooral door de spiegelingen die zij aanbrengt.
Juliette neemt niet alleen letterlijk de plaats in van Liesje de overleden vriendin en Mark vertoont meer dan oppervlakkige overeenkomsten met William, de jonge zelfmoordenaar. De lezer heeft die overeenkomst allang door als hij aan het eind ook uitdrukkelijk wordt genoemd. Het verschil tussen hen krijgt dan ook meer reli?f. Het huis en het leven betekenen voor William het einde; voor Mark het begin.
Zo heeft het boek op diverse niveaus de lezer iets te bieden. Dat is, zegt Kuijer in Het geminachte kind, het geheim van goede boeken. En daarbij komt dat de scheiding tussen de verschillende soorten lezers kunstmatig is. De jongste categorie krijgt door zo'n spannend verhaal te lezen ook terloops en onbewust te maken met een abstract gegeven van een jongen die met een probleem worstelt omdat hij volhoudt dat er niets aan de hand is, ?n met een vormgeving die goed is.
Anke de Vries is een Nederlands kinderboekenschrijfster. Ze heeft meer dan 60 boeken en publicaties geschreven en heeft daarmee diverse prijzen gewonnen.
Boek informatie
- Weg uit het verleden
- Anke de Vries
- 9789060695050
- Nederlands
Handige opties
- Meer boeken van:Anke de Vries