Boekverslag: Kartonnen dozen
Tom Lanoye: Kartonnen dozen
Samenvatting van het verhaal:
Tom heeft op zijn kamer een rek met 4 dozen staan, het verhaal begint bij het openen van de eerste kartonnen doos. Elke doos bevat een archief voor elke periode met slechte en goede herinneringen.
De eerste doos is een kartonnen reiskoffer van de mutualiteiten. Deze koffers werden gratis uitgedeeld omdat er geen verschil zou gemaakt worden tussen rijk en arm. Hij blikt terug naar het kamp met de Christelijke Mutualiteit. Hij was toen 10 jaar. Tom leert tijdens deze vakantie Z. kennen, zijn eerste jeugdliefde. Ook leren we de vier vrouwen in zijn leven kennen die een grote invloed op hem hebben: zijn 5 jaar oudere zus, de vriendin des huize Wieske, zijn moeder en Pit Germaine, de oudste zus van Toms moeder.
Als hij 12 jaar oud is, breekt een nieuwe episode aan in zijn leven, de opening van de tweede doos, een damesschoendoos. Wat in deze doos zit, is voor Tom niet echt van belang, het zijn eerder de herinneringen aan Z. die belangrijk zijn. Bij puur toeval komen Z. en Tom terecht in dezelfde klas in het middelbaar onderwijs. Ze gaan met school naar de Zwitserse Alpen waar ze vrienden worden. Op een dag in de turnzaal, hangt Z. ondersteboven aan het klimrek, een keek Z. recht in zijn ogen, sindsdien fantaseerde hij dagelijks over hem en wordt Tom stilaan bewust van zijn interesse voor Z.
De derde doos stelt de 6 archiefdozen voor, ze zijn onderverdeeld in humanioradozen en universiteitsdozen. Hierin beschrijft hij zijn persoonlijke gedachte over 3 leraars: de ‘Mof’; de ‘Jap’ en ‘Mussolini’. Hier ontdekt Tom dat Z. homoseksuele neigingen vertoont en pikt daarop in. Na een avontuurtje op schoolreis naar Griekenland wijst Z. erop dat hij geen homoseksueel is en negeert hij Tom totaal. Hij denkt ook met heimwee terug aan de droedels die samen met Z. maakte in de lessen.
De vierde doos is de doos die alle dozen overtreft, die doos kan alles bevatten. Die doos is sterker dan een reiskoffer, mooier dan een versleten schoenendoos en handiger dan een archiefdoos. Tom wil dat de lezers zelf hun herinneringen bewaren in deze doos.
Bespreek de titel:
Bovenop een rek in zijn kamer staan 4 kartonnen, verschillende dozen, waarin hij zijn jeugd vrijgeeft. Maar de vierde doos handelt over het boek ‘kartonnen dozen’ zelf. Hier vraagt Tom Lanoye aan zijn lezers om in deze doos zelf je herinneringen in op te slaan.
Bepreek de thematiek en illustreer die aan de hand van het verhaal:
Het is een autobiografie van Tom Lanoye, je krijgt een beeld van de jonge Tom. Het gaat vooral over zijn liefde voor Z. en de avonturen die hij met Z. meemaakte, en de ontdekkingen van Tom in verband met zijn leven.
Bespreek de structuur:
-Indeling van hoodstukken: er zijn verschillende hoofdstukken, maar die worden niet aangetoond met nummers, er is een blanco blad tussen
-Veel gebruik van flashbacks, om het verhaal te verduidelijken en er wordt nu en da es gebruik gemaakt van flash forwards
-Auctoriële verteller, het hoofdpersonage is Tom zelf
-Raamvertelling
Stijl:
-beschrijvingen van situaties, gevoelens en personen.
-Dialogen, die worden de hele tijd onderbroken door gedachten.
-Opmerkelijke kenmerken
Bespreek de personages aan de hand van het verhaal:
-Tom Lanoye: als kind heeft hij enorm veel fantasie. Vanaf hij kon lezen, las hij graag en veel. Hij kreeg ook interesse in toneel. Hij heeft zoals iedereen ook een onzekere kant maar hij doet alles om die te verbergen
(Z: heb ja al es gevreeën? Ik: Natuurlijk)
In het begin een mager zwak ventje dat in de loop der jaren Z. helemaal begint na te doen.
-Z.: hij is een vrij kleine jongen met zwart krullend haar. Hij is
spontaan maakt rap vrienden en wordt door iedereen aanvaad en sympathiek gevonden. In het loop van het boek zie je de vriendschap tussen Z. en Tom groeien en worden ze beste vrienden. Zelfs wanneeer Tom zijn gevoelend uitte voor Z. maar na hun avontuurtje wordt Tom door Z genegeerd.
Geef een eigen waardeoordeel:
Tom Lanoye is erin geslaagd mij van de eerste tot de laatste pagina te boeien, ondanks de weinige gebeurtenissen. Tom heeft een overweldigende en juiste manier van schrijven, dat het moeilijk is om het boek weer weg te leggen. Hij weet zijn gevoelens en gedachten op een zeer treffende en unieke wijze te verwoorden. Het is tamelijk gedetailleerd doordat je mee kan leven met het verhaal, waardoor het zeer boeiend wordt. Mijn conclusie is dat dit vooral een eerlijk en fijn boek is om te lezen. Tom Lanoye is voor mij een groot schrijver en heeft het woord met de grote L gevonden en verloren en hopelijk kan hij het nu voor immer koesteren.
Z.: Weet je wat we zouden moeten doen?Nu?
Ik: (brandend) Wat dan?
Z.: Meisjes op onze kamer inviteren. Dat zou geweldig zijn.
Ik: (bijna in tranen) Ja. Dat zou fantastische zijn.
Z.: Eens lekker vrijen. Heerlijk.
Ik: Absoluut. Heerlijk.
Z.: Heb je al es gevreeën?
Ik: (liegend) Natuurlijk.
Z.: En. Hoe is dat?
Ik: Mmmbwah. Gewoon. Heerlijk.
Z.: Djiezes. Ik wou dat ik ook… Als ik eraan dénk. Nu. Op dit moment. Dan, dan…
Ik: (stervend) Ik ook.
Z.: Is het waar? Als ze met je vrijen… Dat er dan zijn die je hemd openmaken? En je
beginnen te strelen?
Ik: (zieltogend) Jaja. Die zijn er.
Z.: Er zijn er die nog verder gaan?
Ik: (creperend) Absoluut.
Z.: Veel verder?
Ik: (klinisch dood) Veel verder.
Z.: Jij bent een echte geluksvogel.
Ik: Tegen wie zeg je het.
Z.: Het verste dat ik al gegaan ben…Een tong draaien. Meer niet.
Ik: Er zijn er die daar tevreden mee zijn.
Z.: Ik niet.
Ik: Ik ook niet.
Z.: Maar weet je wat het is met mij?
Ik: Nee.
Z.: Je mag het niet voortvertellen.
Ik: Oké.
Z.: Dat moet je beloven.
Ik: Ik beloof het.
Z.: (neemt diepe teug adem) Soms droom ik ervan dat ik niet alleen meisjes kus.
Ik: (na een kwartier stilte, waarin een black-out en een aanval van paniek verwerkt moeten worden, plus de aanvechting zich op een ander te storten als een beest) Oh ja?
Z.: Alleen heel soms.
Ik: Natuurlijk, natuurlijk.
Z. Maar ik weet niet wat ik ermee moet vangen.
Ik: Wel… Euh…
Z.: Ik bedoel, soms wordt die drang wel heel erg groot.
Ik: (verlamd van lafheid) Och. Het is een voorbijgaande fase in de puberteit. Dat heb ik gelezen in een boek van Sigmund Freud. (zichzelf vervloekend)
Z.: Denk je?
Ik: (zich zo belabberd voelend dat de slappe lach nabij komt) Absoluut.
Z.: Maar als het een voorbijgaande fase is in de puberteit… Heb jij het dan ook?
Ik: Mmmbwah.
Z.: Mag ik je iets vragen?
Ik: Hangt ervan af.
Z.: Ik zal het niet voortvertellen.
Ik: Goed.
Z.: Masturbeer jij veel?
Ik: (is blij dat hij neerligt) Mmmbwah. Zoals iedereen, zeker.
Z.: Ik ook, hoor. Maar… Soms ben ik zó verschrikkelijk heet… (gniffelt) En dan… Maar dat mag je aan niemand vertellen… Dan kleed ik me uit… In de badkamer… En dan bekijk ik mezelf… En dan wrijf ik mezelf overal tegen aan…Dat duurt soms wel een uur… heb je daar ook iets over gelezen, in dat boek van Freud?
Ik: (lig zo ongeveer in zwijm) Nee. Maar dat zal wel oké zijn, denk ik.
Z.: Zal ik je eens wat vertellen?
Ik: Wat?
Z.: Maar niet verschieten.
Ik: Nee.
Z.: (nog stiller dan daarnet) Ik heb op dit moment een stijve.
Ik: (slikkend) En ik dan.
Z.: (na een half uur) Nu kunnen vrijen. Dat zou echt wel fantastische zijn.
Ik: (idem) Tegen wie zeg je het.
Z.: (idem) Enfin. Welterusten.
Ik: (onhoorbaar jankend) Slaapwel.
Z.: (na weer een half uur) Tot morgen.
Ik: (idem) Yep.
Samenvatting van het verhaal:
Tom heeft op zijn kamer een rek met 4 dozen staan, het verhaal begint bij het openen van de eerste kartonnen doos. Elke doos bevat een archief voor elke periode met slechte en goede herinneringen.
De eerste doos is een kartonnen reiskoffer van de mutualiteiten. Deze koffers werden gratis uitgedeeld omdat er geen verschil zou gemaakt worden tussen rijk en arm. Hij blikt terug naar het kamp met de Christelijke Mutualiteit. Hij was toen 10 jaar. Tom leert tijdens deze vakantie Z. kennen, zijn eerste jeugdliefde. Ook leren we de vier vrouwen in zijn leven kennen die een grote invloed op hem hebben: zijn 5 jaar oudere zus, de vriendin des huize Wieske, zijn moeder en Pit Germaine, de oudste zus van Toms moeder.
Als hij 12 jaar oud is, breekt een nieuwe episode aan in zijn leven, de opening van de tweede doos, een damesschoendoos. Wat in deze doos zit, is voor Tom niet echt van belang, het zijn eerder de herinneringen aan Z. die belangrijk zijn. Bij puur toeval komen Z. en Tom terecht in dezelfde klas in het middelbaar onderwijs. Ze gaan met school naar de Zwitserse Alpen waar ze vrienden worden. Op een dag in de turnzaal, hangt Z. ondersteboven aan het klimrek, een keek Z. recht in zijn ogen, sindsdien fantaseerde hij dagelijks over hem en wordt Tom stilaan bewust van zijn interesse voor Z.
De derde doos stelt de 6 archiefdozen voor, ze zijn onderverdeeld in humanioradozen en universiteitsdozen. Hierin beschrijft hij zijn persoonlijke gedachte over 3 leraars: de ‘Mof’; de ‘Jap’ en ‘Mussolini’. Hier ontdekt Tom dat Z. homoseksuele neigingen vertoont en pikt daarop in. Na een avontuurtje op schoolreis naar Griekenland wijst Z. erop dat hij geen homoseksueel is en negeert hij Tom totaal. Hij denkt ook met heimwee terug aan de droedels die samen met Z. maakte in de lessen.
De vierde doos is de doos die alle dozen overtreft, die doos kan alles bevatten. Die doos is sterker dan een reiskoffer, mooier dan een versleten schoenendoos en handiger dan een archiefdoos. Tom wil dat de lezers zelf hun herinneringen bewaren in deze doos.
Bespreek de titel:
Bovenop een rek in zijn kamer staan 4 kartonnen, verschillende dozen, waarin hij zijn jeugd vrijgeeft. Maar de vierde doos handelt over het boek ‘kartonnen dozen’ zelf. Hier vraagt Tom Lanoye aan zijn lezers om in deze doos zelf je herinneringen in op te slaan.
Bepreek de thematiek en illustreer die aan de hand van het verhaal:
Het is een autobiografie van Tom Lanoye, je krijgt een beeld van de jonge Tom. Het gaat vooral over zijn liefde voor Z. en de avonturen die hij met Z. meemaakte, en de ontdekkingen van Tom in verband met zijn leven.
Bespreek de structuur:
-Indeling van hoodstukken: er zijn verschillende hoofdstukken, maar die worden niet aangetoond met nummers, er is een blanco blad tussen
-Veel gebruik van flashbacks, om het verhaal te verduidelijken en er wordt nu en da es gebruik gemaakt van flash forwards
-Auctoriële verteller, het hoofdpersonage is Tom zelf
-Raamvertelling
Stijl:
-beschrijvingen van situaties, gevoelens en personen.
-Dialogen, die worden de hele tijd onderbroken door gedachten.
-Opmerkelijke kenmerken
Bespreek de personages aan de hand van het verhaal:
-Tom Lanoye: als kind heeft hij enorm veel fantasie. Vanaf hij kon lezen, las hij graag en veel. Hij kreeg ook interesse in toneel. Hij heeft zoals iedereen ook een onzekere kant maar hij doet alles om die te verbergen
(Z: heb ja al es gevreeën? Ik: Natuurlijk)
In het begin een mager zwak ventje dat in de loop der jaren Z. helemaal begint na te doen.
-Z.: hij is een vrij kleine jongen met zwart krullend haar. Hij is
spontaan maakt rap vrienden en wordt door iedereen aanvaad en sympathiek gevonden. In het loop van het boek zie je de vriendschap tussen Z. en Tom groeien en worden ze beste vrienden. Zelfs wanneeer Tom zijn gevoelend uitte voor Z. maar na hun avontuurtje wordt Tom door Z genegeerd.
Geef een eigen waardeoordeel:
Tom Lanoye is erin geslaagd mij van de eerste tot de laatste pagina te boeien, ondanks de weinige gebeurtenissen. Tom heeft een overweldigende en juiste manier van schrijven, dat het moeilijk is om het boek weer weg te leggen. Hij weet zijn gevoelens en gedachten op een zeer treffende en unieke wijze te verwoorden. Het is tamelijk gedetailleerd doordat je mee kan leven met het verhaal, waardoor het zeer boeiend wordt. Mijn conclusie is dat dit vooral een eerlijk en fijn boek is om te lezen. Tom Lanoye is voor mij een groot schrijver en heeft het woord met de grote L gevonden en verloren en hopelijk kan hij het nu voor immer koesteren.
Z.: Weet je wat we zouden moeten doen?Nu?
Ik: (brandend) Wat dan?
Z.: Meisjes op onze kamer inviteren. Dat zou geweldig zijn.
Ik: (bijna in tranen) Ja. Dat zou fantastische zijn.
Z.: Eens lekker vrijen. Heerlijk.
Ik: Absoluut. Heerlijk.
Z.: Heb je al es gevreeën?
Ik: (liegend) Natuurlijk.
Z.: En. Hoe is dat?
Ik: Mmmbwah. Gewoon. Heerlijk.
Z.: Djiezes. Ik wou dat ik ook… Als ik eraan dénk. Nu. Op dit moment. Dan, dan…
Ik: (stervend) Ik ook.
Z.: Is het waar? Als ze met je vrijen… Dat er dan zijn die je hemd openmaken? En je
beginnen te strelen?
Ik: (zieltogend) Jaja. Die zijn er.
Z.: Er zijn er die nog verder gaan?
Ik: (creperend) Absoluut.
Z.: Veel verder?
Ik: (klinisch dood) Veel verder.
Z.: Jij bent een echte geluksvogel.
Ik: Tegen wie zeg je het.
Z.: Het verste dat ik al gegaan ben…Een tong draaien. Meer niet.
Ik: Er zijn er die daar tevreden mee zijn.
Z.: Ik niet.
Ik: Ik ook niet.
Z.: Maar weet je wat het is met mij?
Ik: Nee.
Z.: Je mag het niet voortvertellen.
Ik: Oké.
Z.: Dat moet je beloven.
Ik: Ik beloof het.
Z.: (neemt diepe teug adem) Soms droom ik ervan dat ik niet alleen meisjes kus.
Ik: (na een kwartier stilte, waarin een black-out en een aanval van paniek verwerkt moeten worden, plus de aanvechting zich op een ander te storten als een beest) Oh ja?
Z.: Alleen heel soms.
Ik: Natuurlijk, natuurlijk.
Z. Maar ik weet niet wat ik ermee moet vangen.
Ik: Wel… Euh…
Z.: Ik bedoel, soms wordt die drang wel heel erg groot.
Ik: (verlamd van lafheid) Och. Het is een voorbijgaande fase in de puberteit. Dat heb ik gelezen in een boek van Sigmund Freud. (zichzelf vervloekend)
Z.: Denk je?
Ik: (zich zo belabberd voelend dat de slappe lach nabij komt) Absoluut.
Z.: Maar als het een voorbijgaande fase is in de puberteit… Heb jij het dan ook?
Ik: Mmmbwah.
Z.: Mag ik je iets vragen?
Ik: Hangt ervan af.
Z.: Ik zal het niet voortvertellen.
Ik: Goed.
Z.: Masturbeer jij veel?
Ik: (is blij dat hij neerligt) Mmmbwah. Zoals iedereen, zeker.
Z.: Ik ook, hoor. Maar… Soms ben ik zó verschrikkelijk heet… (gniffelt) En dan… Maar dat mag je aan niemand vertellen… Dan kleed ik me uit… In de badkamer… En dan bekijk ik mezelf… En dan wrijf ik mezelf overal tegen aan…Dat duurt soms wel een uur… heb je daar ook iets over gelezen, in dat boek van Freud?
Ik: (lig zo ongeveer in zwijm) Nee. Maar dat zal wel oké zijn, denk ik.
Z.: Zal ik je eens wat vertellen?
Ik: Wat?
Z.: Maar niet verschieten.
Ik: Nee.
Z.: (nog stiller dan daarnet) Ik heb op dit moment een stijve.
Ik: (slikkend) En ik dan.
Z.: (na een half uur) Nu kunnen vrijen. Dat zou echt wel fantastische zijn.
Ik: (idem) Tegen wie zeg je het.
Z.: (idem) Enfin. Welterusten.
Ik: (onhoorbaar jankend) Slaapwel.
Z.: (na weer een half uur) Tot morgen.
Ik: (idem) Yep.
Lee (Monroeville, 28 april 1926) is een Amerikaans schrijfster. Zij is vooral bekend geworden door haar boek To Kill a Mockingbird uit 1960 dat een Pulitzer-prijs won in 1961.
Boek informatie
- Kartonnen dozen
- Nelle Harper Lee
- Nederlands
Handige opties
- Meer boeken van:Nelle Harper Lee
Andere boekverslagen van boeken geschreven door Nelle Harper Lee
1
boekverslag
To Kill a Mockingbird

