Werkstuk: Zwitserland
Algemene informatie over het land
Zwitserland is geen groot land, het bestaat uit 41290 vierkante kilometer. Zwitserland grenst aan 5 landen, namelijk aan de westkant met Frankrijk, aan de noordkant met Oostenrijk, Duitsland en Liechtenstein en aan de zuidkant met Italië.
Zwitserland is voor 70% bedekt door de Alpen, de Jura en het Mittelland. De Alpen is een jong gebergte. De grote gebieden van de Alpen zijn vergletsjerd. De Jura vormt een wijde boog van Genève tot Schaffhausen.De hoogste berg van Zwitserland ligt in het Pennine Alpen gebergte in het gebied: de Monte Rosa. De berg heet Dufour Spitze, hij is 4634 meter hoog. Veel mensen denken de Mont Blanc de hoogste is maar dat is niet zo. Door de vele rivieren die in Zwitserland liggen, is Zwitserland erg gunstig voor goederen- vervoer. Ook de verbindingen met andere landen zijn erg goed.
Het Gotthardmassief is het knooppunt van Europese waterscheidingen. Vanuit hier stroomt de Rijn naar alle zeeën. De Rijn is de belangrijkste rivier in Zwitserland. Bij Schaffhausen ligt de grootste waterval van Europa.
De meeste steden liggen in het noordwesten. Dit komt door de ligging van de bergen en de vele verschillende hoogtes.
Zwitserland is door zijn ligging zowel voor personenvervoer als voor goederenvervoer een belangrijk doorgangsland. Het wegennet is daarom ook erg goed. Belangrijk voor een goede doorstroming van het verkeer zijn de vele tunnels. Het bodemgebruik van Zwitserland is erg verschillend, er is akkerbouw, veeteelt, bos en het hooggebergte is onbebouwd.
Geloof:
Zwitserland heeft verschillende geloven. Het grootste gedeelte van de bevolking is rooms-katholiek dat is 46%, 40% is protestants. De kleine minderheden vormen de Christlich Katholische Kirche en de oud-katholieken (samen ca. 0,5%), de orthodoxen en de joden (ieder ca. 0,3%); 2,2% van de Zwitserse bevolking is Mohammedaan.
Politiek
In het jaar 1800 groeide het land enorm en werd het een van de meest
industrierijkste landen. In 1832 sloten onder leiding van Zürich en Bern enkele kantons zich aan. Hierdoor was er nogal wat onrust een verschil van meningen. Hieruit ontstond dus een burgeroorlog van 1847 tot 1848. En er ontstond een nieuwe grondwet op 12 september 1848. Na 1848 gebeurde er niet veel meer in Zwitserland. Zwitserland is altijd neutraal gebleven in oorlogen. En zelfs in de twee wereldoorlogen bleven ze neutraal. Dat was ook de reden waarom er in steden als Genéve zich veel internationale organisaties vestigden zoals het Rode Kruis, Volkenbond en ILO. Zwitserland wilde ook geen lid worden van de Europese gemeenschap. En ook doet Zwitserland niet mee aan de Euro. De toetreding tot de Raad van Europa werd door het parlement pas in 1962 goed gekeurd.
Zwitserland is volgens de grondwet een democratische bondsstaat die uit kantons bestaat. Een kanton is een soort provincie en Zwitserland heeft er 26 en drie daar van zijn verdeeld in halfkantons. De bondsvergadering van Zwitserland bestaat uit twee kamers: de Ständerat met 46 leden, waarvan er twee uit iedere kanton komen en uit elke halfkanton komt er één. De bevolking van een kanton kiest de leden van bondsvergadering en de kantonale regering bepaalt hoe lang ze daar blijven zitten. De andere raad is de Nationale Raad met 200 leden die voor vier jaar zijn gekozen. Dan is er ook nog een bondsraad die in Bern zit en die heeft zeven leden die voor vier jaar zijn gekozen (een voor buitenlandse zaken een voor binnenlandse zaken een voor justitie en politiek een voor defensie en een voor financiën, landbouw en industrie en een voor transport en een voor communicatie en energie). Elk jaar wordt door de bondsvergadering een van de leden van de bondsraad tot bondspresident verkozen.
Het volk kan direct zijn mening geven; als tenminste 50.000 mensen of zes kantonregeringen binnen 90 dagen eisen dat het volk over een besluit van bondvergadering beslist. Het volk kan ook een voorstel tot grondwetswijziging indienen dan moeten minstens 100.000 stemgerechtigde burgers een voorstel indienen.
Het algemene stemrecht van boven de 18 jaar bestaat pas sinds 3 maart 1991 en dat geldt voor iedere Zwitser, ook als hij in het buitenland woont. Het stemrecht voor vrouwen bestaat sinds 1971, maar pas in 1990 was in het laatste kanton (Appenzell) het verschil tussen het mannen en vrouwen stemrecht verdwenen.
Elk jaar (de laatste zondag van april of de eerste van zondag mei) wordt er een openluchtvergadering gehouden dan kunnen de burgers direct hun mening over de regering geven. Zwitserland heeft bijna 3000 gemeentes. De bijna 3000 gemeenten kunnen hun mening geven en bij verschil van mening beslist de kantonsregering. Een buitenlandse burger die een Zwitsers paspoort wil hebben moet eerst in de gemeente zijn geaccepteerd worden en als dat zo is de krijgt hij een pas en dan is hij officieel burger.
Sinds 1874 is er in alle kantons een leerplicht, maar die is niet overal hetzelfde. In het hele land is een leerplicht van acht tot tien jaar. Er wordt les gegeven in vier officiële talen. Op de Volksschulen ben je verplicht om minstens twee officiële talen te leren. Er zijn zeven universiteiten in Zwitserland namelijk: in Basel, Bern , Fribourg, Genéve, Lausanne, Neuchâtel en Zürich.
flora
De Zwitserse berghellingen zijn rijkelijk begroeid met bossen. Langs de rivieren komen oeverbossen voor. De bomen in het Mittelland bestaan vooral uit beuken en fijnsparren, aangevuld met lindes, zomereiken, esdoorns en essen. Op de hellingen van de Jura komt veel gemengd bos voor met beuken en esdoorns in de lagere gebieden en zilversparren en fijnsparren in de hoger gelegen gebieden.
De boomgrens, die sterk afhankelijk is van het klimaat ter plekke, begint tussen de 1800 en 2800 meter. Net onder de boomgrens groeien de berg den en de lariks. Bijzonder is de arve of alpen den die soms honderden jaren oud kan zijn. De overgang van bossen naar alpenweiden (Matten) wordt gevormd door een struikvormige begroeiing. Hier groeit bosbes, beredruif, berg den, groene els en alpenroosje.
Op de alpenweiden boven de boomgrens groeien tussen het gras sleutelbloemen, anemonen, orchideeën, veel gentiaansoorten en edelweiss. Deze en nog veel andere soorten zorgen ervoor dat in de lente en het begin van de zomer de alpenweiden veel prachtige bloemen hebben.
Nog hoger groeien op de rotsen korstmossen en in de rotsspleten kussenplanten. Op de Finsteraarhorn (berg) komt op een hoogte van meer dan 4000 meter de ijsranonkel voor. In Tessin komen magnolia?s, palmen en cipressen voor.
Met name de alpenweiden lopen gevaar.
Fauna
In en rond beken, rivieren en meren leeft een groot aantal dieren: zoogdieren, vissen, amfibieën en vogels. In snelstromende rivieren komt de vlagzalm, de beekforel en de rivierdonderpad voor. Langs deze rivieren zie je de waterspreeuw veel. Barbeel, winde en riviergrondel komen in rustig stromend water voor. In stilstaand of traag stromend water vinden we o.a. brasem, paling, snoek en rivierbaars.
In de Zwitserse bossen komen veel reeën voor en edelherten. In de bossen van de Jura en de Voor-Alpen zijn wilde katten, vossen, dassen, wilde zwijnen en boommarters te zien. De wolven, bruine beer en lynx zijn uitgestorven.
Adders, aspisadders, esculaapslangen en smaragdhagedissen komen vrij veel voor. Bosvogels zijn o.a. kruisbek, veel soorten spechten en uilen (o.a. oehoe). Roofvogels als buizerd, havik, boomvalk, sperwer en wespendief zweven boven de bossen op zoek naar prooi. In de buurt van de boomgrens leeft de notenkraker. Rond de boomgrens leven verder nog hazelhoen, auerhoen en korhoen. In het hooggebergte leeft de alpenmarmot (Murmeltier) in ondergrondse burchten. Gemzen leven op de grens van de alpenweiden en de rotshellingen. Nog hoger komen steenbokken voor. Ook leeft hier de sneeuwhaas, in de zomer met bruine pels, in de winter met een witte pels. Bijzonder is het sneeuwhoen die goed tegen zeer lage temperaturen, ijzige wind en sneeuw kan. In Italiaans Zwitserland heeft de dierenwereld een Noord-Italiaans-Mediterraan karakter met o.a. blinde mol, Italiaanse egel, Italiaanse mus, smaragdhagedis en kleine schorpioenen. Vogels die veel voorkomen in de Alpen zijn de steenarend, de sneeuwvink, de alpenkraai, de rotspieper en de rotskruiper. Amfibieën als bruine kikker, pad en alpensalamander komen tot op grote hoogte voor.
Van de veel beschermde gebieden is het Zwitserse Nationale Park (gesticht 1914) in het Engadin, Graubünden, wereldberoemd; dit nationale park is eveneens centrum van wetenschappelijk onderzoek.
Feest en cultuur
Feest
Hieronder staat een overzicht van de belangrijkste Zwitserse feestdagen. Er zijn sommige kantons die een feestdag niet vieren, maar er zijn ook een paar feestdagen die hier niet zijn genoemd omdat ze maar in een paar kantons worden gevierd.
Datum Feestdag Opmerkingen
1 januari Nieuwjaarsdag
2 januari Berchtoldsdag
varieert... Goede Vrijdag
varieert... Pasen en Paasmaandag
1 mei Dag van de arbeid
varieert... Hemelvaart
varieert... Pinksterzondag en -maandag
april Corpus Christidag Wordt alleen in katholieke regio?s gevierd.
1 augustus Nationale feestdag Herdenking van de oprichting van de Zwitserse confederatie.
1 november Allerheiligen
25 & 26 december Kerstmis
31 december Oudjaar
Een overzicht van de belangrijkste Zwitserse feestdagen naast de feestdagen op het schema.
De Internationale Musikfestwochen in Luzern, het Montreux Jazz Festival, het Yehudi Menuhin-Musikfestival in Gstaad en omgeving, het Filmfestival Locarno en de Berner Tanztage zijn voorbeelden van bekende Zwitserse festivals. Ook de operavoorstelling in de Romeinse arena in Avenches en de Street Parade in Zürich zijn feest dagen in zwitserland.
Taal
De vier hoofdtalen van Zwitserland zijn Duits (65%), Frans (18%), Italiaans (10%) en Raeto-Romaans (1%). De meerderheid van de bevolking is tweetalig. In de Zwitserse grondwet van 1938 is vastgelegd dat alle talen officieel zijn. De meerderheid van de Duitssprekende Zwitsers spreekt bovendien nog Schwyzerdütsch, een variant van het Duits en heel moeilijk te verstaan.
De meeste kantons hebben één officiële taal. Alleen in het kanton Graubünden spreekt men Duits, Italiaans en Raeto-Romaans. In de kantons Vaud, Neuchâtel en Genève is Frans de taal. In Ticino is dat het Italiaans. In Bern, Fribourg en Wallis Duits en Frans. In de overige kantons is Duits/Schwyzerdütsch de voertaal. De viertaligheid ontstond toen de Bourgondiërs en de Alemannen na volksverhuizing rond de 6e eeuw de Franse taal in het westen en de Duitse taal in het oosten verspreidden. Tot dan toe sprak men in ?Helvetië? Latijn. De Alemannen en daarmee de Duitse taal slaagden er niet in om die gebieden te bereiken. Zo ontwikkelde zich een soort volkslatijn dat uitgroeide tot een zelfstandige taal die in 1938 als vierde officiële taal erkend werd. Het aantal dialecten is in alle talen, vooral in het Duits sprekende gedeelte, heel groot.
Het klimaat
Het klimaat van Zwitserland is per gebied verschillend. De Alpen vormen een scheidingslijn tussen het Midden-Europese en het meer mediterrane type in het zuiden.
Tot ongeveer 1300 meter zie je veel landbouw en veeteelt, rond de 1800 meter zijn er veel bossen en nog iets hoger op 2800 meter beginnen de sneeuwvelden(eeuwige sneeuw) en ook begint daar de boomgrens. De temperatuur ligt zomers ongeveer rond de 20 en vijfentwintig graden.
Elke 305 meter die je in om hoog gaat in Zwitserland stijgt daalt de temperatuur twee graden. Maar dat geldt niet altijd, want wanneer er 's winters koudere en dus zwaardere lucht door de dalen komt stromen komt er een dichte nevel en is het dus kouder dan op een hoge berg waar het in zo'n situatie helder is en de zon kan dan volop schijnen. En op 2740 meter (daarboven wordt het ook wel arctisch (pool) klimaat genoemd) hoogte is het zo koud dat er daar het hele jaar volop sneeuw ligt. Maar het ligt er ook aan hoe de berg ligt en hoe lang de zon er op schijnt.
Er komt in Zwitserland een veel verschillende aan klimaattypen voor. Van poolklimaatachtig in het hooggebergte boven de sneeuwgrens, tot bijna subtropisch in de zuidelijke alpendalen. Ten noorden van de Alpen komt een Midden-Europees klimaat voor, ten zuiden van de Alpen een mediterraan klimaattype. Je kan zelfs zeggen dat elk stukje Zwitserland zijn eigen klimaat heeft. Zo kan de noordhelling van een berg een droog klimaat hebben, terwijl de zuidhelling bedekt is met dichte bossen. Een ander voorbeeld is Sion, waar gemiddeld bijna 600 mm neerslag per jaar valt. Dertig kilometer verderop valt op de berg Rochers de Naye gemiddeld 2600 mm neerslag per jaar. Het regent vrij veel
toerisme
Het toerisme is in Zwitserland erg belangrijk omdat er weinig industrie is. Er is veel toerisme in Zwitserland omdat je er veel kan doen.
Toeristen komen naar Zwitserland om de volgende redenen:
- er is door de bergen goede en vele wintersportgebieden en er zijn ook veel steden. Zowel met de auto of bus als met de trein kan je er naar toe.
- Mooi landschap voor de wintersportvakantie als voor de zomervakantie.
- Vrij goed klimaat voor de wintersportvakantie voor de zomer vakantie is het ook goed maar niet al te warm.
- Veel hotels en pensions voor de wintersportvakanties maar er zijn voor de zomervakanties ook zomerhuisjes, stacaravans en campings
- De cultuur en historie in Zwitserland vind je veel in de steden zoals Geneve, Bern, Zurich of Basel.
- De bevolking van Zwitserland is niet zo uiteenlopend maar je hebt wel vier talen in Zwitserland daardoor hebben de inwoners van Zwitserland ook andere gewoontes. Alen in het oosten van Zwitserland spreken ze nog de oude taal Raeto-romaans.
Nadelen van een vakantie in Zwitserland zijn:
- Het is een duur land bijna alles is duurder dan in Nederland.
- In Zwitserland spreken ze vier talen dus als je naar Zwitserland gaat en je gaat bijvoorbeeld naar twee bestemmingen, dan moet je dus op je vakantie twee talen spreken.
Om toeristen te trekkken en hun bezig te houden is er natuurlijk de sport. Men doet dan bijvoorbeeld aan worstelen of men gaat rodelen. Het is met een soort sleetje op een rodelbaan glijden. Ook gaat men meestal in de winter skiën. Ook gaat m'n kletteren. Het is een bekende bergsport, die ook wel alpinisme genoemd wordt. Je beklimt dan met touwen, pikhouwelen en ijzers onder je schoenen de steilste toppen . Ook wordt er een gletsjer mee over gestoken. s'Zomers kun je op vele meren watersport beoefenen, bijvoorbeeld: zeilen, zwemmen, waterskiën, enz. Want er zijn meren genoeg; namelijk 1484 meren.
Elektriciteit uit water
De treinen, kabelbanen en stoeltjesliften; waarvan Zwitserland er zoveel heeft, zijn allemaal geëlektrificeerd. Dat wil zeggen: ze lopen op elektriciteit. Het
Zwitserland is geen groot land, het bestaat uit 41290 vierkante kilometer. Zwitserland grenst aan 5 landen, namelijk aan de westkant met Frankrijk, aan de noordkant met Oostenrijk, Duitsland en Liechtenstein en aan de zuidkant met Italië.
Zwitserland is voor 70% bedekt door de Alpen, de Jura en het Mittelland. De Alpen is een jong gebergte. De grote gebieden van de Alpen zijn vergletsjerd. De Jura vormt een wijde boog van Genève tot Schaffhausen.De hoogste berg van Zwitserland ligt in het Pennine Alpen gebergte in het gebied: de Monte Rosa. De berg heet Dufour Spitze, hij is 4634 meter hoog. Veel mensen denken de Mont Blanc de hoogste is maar dat is niet zo. Door de vele rivieren die in Zwitserland liggen, is Zwitserland erg gunstig voor goederen- vervoer. Ook de verbindingen met andere landen zijn erg goed.
Het Gotthardmassief is het knooppunt van Europese waterscheidingen. Vanuit hier stroomt de Rijn naar alle zeeën. De Rijn is de belangrijkste rivier in Zwitserland. Bij Schaffhausen ligt de grootste waterval van Europa.
De meeste steden liggen in het noordwesten. Dit komt door de ligging van de bergen en de vele verschillende hoogtes.
Zwitserland is door zijn ligging zowel voor personenvervoer als voor goederenvervoer een belangrijk doorgangsland. Het wegennet is daarom ook erg goed. Belangrijk voor een goede doorstroming van het verkeer zijn de vele tunnels. Het bodemgebruik van Zwitserland is erg verschillend, er is akkerbouw, veeteelt, bos en het hooggebergte is onbebouwd.
Geloof:
Zwitserland heeft verschillende geloven. Het grootste gedeelte van de bevolking is rooms-katholiek dat is 46%, 40% is protestants. De kleine minderheden vormen de Christlich Katholische Kirche en de oud-katholieken (samen ca. 0,5%), de orthodoxen en de joden (ieder ca. 0,3%); 2,2% van de Zwitserse bevolking is Mohammedaan.
Politiek
In het jaar 1800 groeide het land enorm en werd het een van de meest
industrierijkste landen. In 1832 sloten onder leiding van Zürich en Bern enkele kantons zich aan. Hierdoor was er nogal wat onrust een verschil van meningen. Hieruit ontstond dus een burgeroorlog van 1847 tot 1848. En er ontstond een nieuwe grondwet op 12 september 1848. Na 1848 gebeurde er niet veel meer in Zwitserland. Zwitserland is altijd neutraal gebleven in oorlogen. En zelfs in de twee wereldoorlogen bleven ze neutraal. Dat was ook de reden waarom er in steden als Genéve zich veel internationale organisaties vestigden zoals het Rode Kruis, Volkenbond en ILO. Zwitserland wilde ook geen lid worden van de Europese gemeenschap. En ook doet Zwitserland niet mee aan de Euro. De toetreding tot de Raad van Europa werd door het parlement pas in 1962 goed gekeurd.
Zwitserland is volgens de grondwet een democratische bondsstaat die uit kantons bestaat. Een kanton is een soort provincie en Zwitserland heeft er 26 en drie daar van zijn verdeeld in halfkantons. De bondsvergadering van Zwitserland bestaat uit twee kamers: de Ständerat met 46 leden, waarvan er twee uit iedere kanton komen en uit elke halfkanton komt er één. De bevolking van een kanton kiest de leden van bondsvergadering en de kantonale regering bepaalt hoe lang ze daar blijven zitten. De andere raad is de Nationale Raad met 200 leden die voor vier jaar zijn gekozen. Dan is er ook nog een bondsraad die in Bern zit en die heeft zeven leden die voor vier jaar zijn gekozen (een voor buitenlandse zaken een voor binnenlandse zaken een voor justitie en politiek een voor defensie en een voor financiën, landbouw en industrie en een voor transport en een voor communicatie en energie). Elk jaar wordt door de bondsvergadering een van de leden van de bondsraad tot bondspresident verkozen.
Het volk kan direct zijn mening geven; als tenminste 50.000 mensen of zes kantonregeringen binnen 90 dagen eisen dat het volk over een besluit van bondvergadering beslist. Het volk kan ook een voorstel tot grondwetswijziging indienen dan moeten minstens 100.000 stemgerechtigde burgers een voorstel indienen.
Het algemene stemrecht van boven de 18 jaar bestaat pas sinds 3 maart 1991 en dat geldt voor iedere Zwitser, ook als hij in het buitenland woont. Het stemrecht voor vrouwen bestaat sinds 1971, maar pas in 1990 was in het laatste kanton (Appenzell) het verschil tussen het mannen en vrouwen stemrecht verdwenen.
Elk jaar (de laatste zondag van april of de eerste van zondag mei) wordt er een openluchtvergadering gehouden dan kunnen de burgers direct hun mening over de regering geven. Zwitserland heeft bijna 3000 gemeentes. De bijna 3000 gemeenten kunnen hun mening geven en bij verschil van mening beslist de kantonsregering. Een buitenlandse burger die een Zwitsers paspoort wil hebben moet eerst in de gemeente zijn geaccepteerd worden en als dat zo is de krijgt hij een pas en dan is hij officieel burger.
Sinds 1874 is er in alle kantons een leerplicht, maar die is niet overal hetzelfde. In het hele land is een leerplicht van acht tot tien jaar. Er wordt les gegeven in vier officiële talen. Op de Volksschulen ben je verplicht om minstens twee officiële talen te leren. Er zijn zeven universiteiten in Zwitserland namelijk: in Basel, Bern , Fribourg, Genéve, Lausanne, Neuchâtel en Zürich.
flora
De Zwitserse berghellingen zijn rijkelijk begroeid met bossen. Langs de rivieren komen oeverbossen voor. De bomen in het Mittelland bestaan vooral uit beuken en fijnsparren, aangevuld met lindes, zomereiken, esdoorns en essen. Op de hellingen van de Jura komt veel gemengd bos voor met beuken en esdoorns in de lagere gebieden en zilversparren en fijnsparren in de hoger gelegen gebieden.
De boomgrens, die sterk afhankelijk is van het klimaat ter plekke, begint tussen de 1800 en 2800 meter. Net onder de boomgrens groeien de berg den en de lariks. Bijzonder is de arve of alpen den die soms honderden jaren oud kan zijn. De overgang van bossen naar alpenweiden (Matten) wordt gevormd door een struikvormige begroeiing. Hier groeit bosbes, beredruif, berg den, groene els en alpenroosje.
Op de alpenweiden boven de boomgrens groeien tussen het gras sleutelbloemen, anemonen, orchideeën, veel gentiaansoorten en edelweiss. Deze en nog veel andere soorten zorgen ervoor dat in de lente en het begin van de zomer de alpenweiden veel prachtige bloemen hebben.
Nog hoger groeien op de rotsen korstmossen en in de rotsspleten kussenplanten. Op de Finsteraarhorn (berg) komt op een hoogte van meer dan 4000 meter de ijsranonkel voor. In Tessin komen magnolia?s, palmen en cipressen voor.
Met name de alpenweiden lopen gevaar.
Fauna
In en rond beken, rivieren en meren leeft een groot aantal dieren: zoogdieren, vissen, amfibieën en vogels. In snelstromende rivieren komt de vlagzalm, de beekforel en de rivierdonderpad voor. Langs deze rivieren zie je de waterspreeuw veel. Barbeel, winde en riviergrondel komen in rustig stromend water voor. In stilstaand of traag stromend water vinden we o.a. brasem, paling, snoek en rivierbaars.
In de Zwitserse bossen komen veel reeën voor en edelherten. In de bossen van de Jura en de Voor-Alpen zijn wilde katten, vossen, dassen, wilde zwijnen en boommarters te zien. De wolven, bruine beer en lynx zijn uitgestorven.
Adders, aspisadders, esculaapslangen en smaragdhagedissen komen vrij veel voor. Bosvogels zijn o.a. kruisbek, veel soorten spechten en uilen (o.a. oehoe). Roofvogels als buizerd, havik, boomvalk, sperwer en wespendief zweven boven de bossen op zoek naar prooi. In de buurt van de boomgrens leeft de notenkraker. Rond de boomgrens leven verder nog hazelhoen, auerhoen en korhoen. In het hooggebergte leeft de alpenmarmot (Murmeltier) in ondergrondse burchten. Gemzen leven op de grens van de alpenweiden en de rotshellingen. Nog hoger komen steenbokken voor. Ook leeft hier de sneeuwhaas, in de zomer met bruine pels, in de winter met een witte pels. Bijzonder is het sneeuwhoen die goed tegen zeer lage temperaturen, ijzige wind en sneeuw kan. In Italiaans Zwitserland heeft de dierenwereld een Noord-Italiaans-Mediterraan karakter met o.a. blinde mol, Italiaanse egel, Italiaanse mus, smaragdhagedis en kleine schorpioenen. Vogels die veel voorkomen in de Alpen zijn de steenarend, de sneeuwvink, de alpenkraai, de rotspieper en de rotskruiper. Amfibieën als bruine kikker, pad en alpensalamander komen tot op grote hoogte voor.
Van de veel beschermde gebieden is het Zwitserse Nationale Park (gesticht 1914) in het Engadin, Graubünden, wereldberoemd; dit nationale park is eveneens centrum van wetenschappelijk onderzoek.
Feest en cultuur
Feest
Hieronder staat een overzicht van de belangrijkste Zwitserse feestdagen. Er zijn sommige kantons die een feestdag niet vieren, maar er zijn ook een paar feestdagen die hier niet zijn genoemd omdat ze maar in een paar kantons worden gevierd.
Datum Feestdag Opmerkingen
1 januari Nieuwjaarsdag
2 januari Berchtoldsdag
varieert... Goede Vrijdag
varieert... Pasen en Paasmaandag
1 mei Dag van de arbeid
varieert... Hemelvaart
varieert... Pinksterzondag en -maandag
april Corpus Christidag Wordt alleen in katholieke regio?s gevierd.
1 augustus Nationale feestdag Herdenking van de oprichting van de Zwitserse confederatie.
1 november Allerheiligen
25 & 26 december Kerstmis
31 december Oudjaar
Een overzicht van de belangrijkste Zwitserse feestdagen naast de feestdagen op het schema.
De Internationale Musikfestwochen in Luzern, het Montreux Jazz Festival, het Yehudi Menuhin-Musikfestival in Gstaad en omgeving, het Filmfestival Locarno en de Berner Tanztage zijn voorbeelden van bekende Zwitserse festivals. Ook de operavoorstelling in de Romeinse arena in Avenches en de Street Parade in Zürich zijn feest dagen in zwitserland.
Taal
De vier hoofdtalen van Zwitserland zijn Duits (65%), Frans (18%), Italiaans (10%) en Raeto-Romaans (1%). De meerderheid van de bevolking is tweetalig. In de Zwitserse grondwet van 1938 is vastgelegd dat alle talen officieel zijn. De meerderheid van de Duitssprekende Zwitsers spreekt bovendien nog Schwyzerdütsch, een variant van het Duits en heel moeilijk te verstaan.
De meeste kantons hebben één officiële taal. Alleen in het kanton Graubünden spreekt men Duits, Italiaans en Raeto-Romaans. In de kantons Vaud, Neuchâtel en Genève is Frans de taal. In Ticino is dat het Italiaans. In Bern, Fribourg en Wallis Duits en Frans. In de overige kantons is Duits/Schwyzerdütsch de voertaal. De viertaligheid ontstond toen de Bourgondiërs en de Alemannen na volksverhuizing rond de 6e eeuw de Franse taal in het westen en de Duitse taal in het oosten verspreidden. Tot dan toe sprak men in ?Helvetië? Latijn. De Alemannen en daarmee de Duitse taal slaagden er niet in om die gebieden te bereiken. Zo ontwikkelde zich een soort volkslatijn dat uitgroeide tot een zelfstandige taal die in 1938 als vierde officiële taal erkend werd. Het aantal dialecten is in alle talen, vooral in het Duits sprekende gedeelte, heel groot.
Het klimaat
Het klimaat van Zwitserland is per gebied verschillend. De Alpen vormen een scheidingslijn tussen het Midden-Europese en het meer mediterrane type in het zuiden.
Tot ongeveer 1300 meter zie je veel landbouw en veeteelt, rond de 1800 meter zijn er veel bossen en nog iets hoger op 2800 meter beginnen de sneeuwvelden(eeuwige sneeuw) en ook begint daar de boomgrens. De temperatuur ligt zomers ongeveer rond de 20 en vijfentwintig graden.
Elke 305 meter die je in om hoog gaat in Zwitserland stijgt daalt de temperatuur twee graden. Maar dat geldt niet altijd, want wanneer er 's winters koudere en dus zwaardere lucht door de dalen komt stromen komt er een dichte nevel en is het dus kouder dan op een hoge berg waar het in zo'n situatie helder is en de zon kan dan volop schijnen. En op 2740 meter (daarboven wordt het ook wel arctisch (pool) klimaat genoemd) hoogte is het zo koud dat er daar het hele jaar volop sneeuw ligt. Maar het ligt er ook aan hoe de berg ligt en hoe lang de zon er op schijnt.
Er komt in Zwitserland een veel verschillende aan klimaattypen voor. Van poolklimaatachtig in het hooggebergte boven de sneeuwgrens, tot bijna subtropisch in de zuidelijke alpendalen. Ten noorden van de Alpen komt een Midden-Europees klimaat voor, ten zuiden van de Alpen een mediterraan klimaattype. Je kan zelfs zeggen dat elk stukje Zwitserland zijn eigen klimaat heeft. Zo kan de noordhelling van een berg een droog klimaat hebben, terwijl de zuidhelling bedekt is met dichte bossen. Een ander voorbeeld is Sion, waar gemiddeld bijna 600 mm neerslag per jaar valt. Dertig kilometer verderop valt op de berg Rochers de Naye gemiddeld 2600 mm neerslag per jaar. Het regent vrij veel
toerisme
Het toerisme is in Zwitserland erg belangrijk omdat er weinig industrie is. Er is veel toerisme in Zwitserland omdat je er veel kan doen.
Toeristen komen naar Zwitserland om de volgende redenen:
- er is door de bergen goede en vele wintersportgebieden en er zijn ook veel steden. Zowel met de auto of bus als met de trein kan je er naar toe.
- Mooi landschap voor de wintersportvakantie als voor de zomervakantie.
- Vrij goed klimaat voor de wintersportvakantie voor de zomer vakantie is het ook goed maar niet al te warm.
- Veel hotels en pensions voor de wintersportvakanties maar er zijn voor de zomervakanties ook zomerhuisjes, stacaravans en campings
- De cultuur en historie in Zwitserland vind je veel in de steden zoals Geneve, Bern, Zurich of Basel.
- De bevolking van Zwitserland is niet zo uiteenlopend maar je hebt wel vier talen in Zwitserland daardoor hebben de inwoners van Zwitserland ook andere gewoontes. Alen in het oosten van Zwitserland spreken ze nog de oude taal Raeto-romaans.
Nadelen van een vakantie in Zwitserland zijn:
- Het is een duur land bijna alles is duurder dan in Nederland.
- In Zwitserland spreken ze vier talen dus als je naar Zwitserland gaat en je gaat bijvoorbeeld naar twee bestemmingen, dan moet je dus op je vakantie twee talen spreken.
Om toeristen te trekkken en hun bezig te houden is er natuurlijk de sport. Men doet dan bijvoorbeeld aan worstelen of men gaat rodelen. Het is met een soort sleetje op een rodelbaan glijden. Ook gaat men meestal in de winter skiën. Ook gaat m'n kletteren. Het is een bekende bergsport, die ook wel alpinisme genoemd wordt. Je beklimt dan met touwen, pikhouwelen en ijzers onder je schoenen de steilste toppen . Ook wordt er een gletsjer mee over gestoken. s'Zomers kun je op vele meren watersport beoefenen, bijvoorbeeld: zeilen, zwemmen, waterskiën, enz. Want er zijn meren genoeg; namelijk 1484 meren.
Elektriciteit uit water
De treinen, kabelbanen en stoeltjesliften; waarvan Zwitserland er zoveel heeft, zijn allemaal geëlektrificeerd. Dat wil zeggen: ze lopen op elektriciteit. Het