Werkstuk: Vincent van Gogh
Werkstuk over Vincent van Gogh
Vincent van Gogh is geboren op 30 maart 1853 in het Brabantse
Zundert. Vincent had vijf broers waarvan hij Theodorus (Theo)
de leukste vond.
Vincent ging in 1861 naar de dorpsschool.
Later sturen zijn ouders hem naar twee kostscholen.
Vincent is erg goed in talen, vooral: Engels, Frans en Duits.
In maart 1868, midden in het studiejaar, gaat hij opeens van school af en keert terug naar Zundert.
Hij heeft zijn offici?le studieopleiding nooit opnieuw gedaan.
In juli 1869 wordt Vincent jongste bediende bij Goupil & Cie.
Dat is een kunsthandel waarvan het hoofdgebouw in Parijs zit.
Hij werkte in het Haagse bedrijf dat door zijn oom is opgericht.
Tijdens zijn verblijf in Den Haag, in augustus 1872, begint zijn broer brieven te schrijven naar Vincent.
Deze briefwisseling zal bijna 18 jaar voortduren.
Theo krijgt in januari 1873 een aanbod van Goupil om bij hem te komen werken.
Hij werkt eigenlijk in Brussel, maar wordt in november van dat jaar overgeplaatst naar Den Haag.
Vanaf juni 1873 werkt Vincent in het Londense gebouw van Goupil.
Het dagelijks contact met kunst, maakt zijn liefde voor schilderijen en tekeningen aan. In de musea en kunstgaleries van Londen bewondert hij werk van Jean-Fran?ois Millet en Jules Breton dat het leven op het platteland verbeeldt.
Vincent verliest geleidelijk zijn belangstelling voor de bezigheden bij Goupil en verdiept zich in de bijbel. In 1874 wordt hij overgeplaatst naar Parijs, waar hij drie maanden verblijft. Vervolgens keert hij terug naar Londen.
Zijn prestaties bij Goupil worden steeds slechter. In mei 1875 stuurt de kunsthandel hem opnieuw naar de Franse hoofdstad, waar hij het Louvre bezoekt en de Parijse Salon. Het Louvre is een museum en de Parijse Salon is een plek waar kunstenaars bijelkaar komen.
Eind maart 1876 wordt Vincent bij Goupil ontslagen.
Hij besluit dominee te worden net zoals zijn vader.
Vincent keert in 1876 terug naar Engeland en wordt onderwijzer op een kostschool. In juli aanvaardt hij een betrekking in Isleworth (bij Londen), waar hij als onderwijzer en hulpprediker aan het werk gaat. Een hulpprediker is iemand die preken voorleest. Op 4 november houdt Vincent zijn eerste preek.
Tijdens een bezoek aan zijn ouders laat Vincent zich ompraten om niet naar Engeland terug te keren.
Hij verhuist in 1877 naar Amsterdam en schrijft zich in voor een studie godsdienstleer.
Wanneer hij niet wordt toegelaten volgt hij een opleiding op een
zendelingenschool in Brussel. Een zendelingenschool is dat je
mensen van jou gelooft probeert te overtuigen.
In december 1878 wordt hij uitgezonden naar de Borinage, een arme mijnstreek in het zuiden van Belgi?, waar hij werkt als prediker. Een mijnstreek is een gebied waar veel mijnen zijn.
Vincent leeft daar erg arm net zoals alle mijnwerkers.
Hij slaapt op de vloer en geeft al zijn bezittingen weg.
Zijn onfatsoenlijke betrokkenheid vindt de kerk niet zo leuk.
Hij wordt ontslagen uit zijn functie maar zet zijn werk voort.
Eind 1881 verblijft Vincent een aantal weken in Den Haag, waar hij schilderlessen krijgt van zijn neef Anton Mauve.
Deze kunstenaar maakt hem bekend met de aquarel- en olieverftechniek.
Na de ruzie met zijn vader verlaat Vincent het huis in Etten in Brabant. Hij huurt een atelier en volgt in 1882 weer lessen bij Mauve.
Vincent laat zijn familie schrikken en Mauve wanneer hij zijn model Sien Hoornik - een zwangere, ongetrouwde vrouw en haar jonge dochter in huis neemt.
Tijdens de zomer van 1882 maakt Vincent zijn eerste zelfstandige studies in water- en olieverf. Zijn oom Cornelis van Gogh geeft hem de opdracht om twaalf bekende stukken van de stad, Den Haag te schilderen.
In september 1883 reist Vincent naar de provincie Drenthe. Hij schildert het kale landschap en de landbouwers. Uit eenzaamheid en gebrek aan goede matrialen blijft hij er slechts kort. Na nog geen drie maanden trekt hij naar het Brabantse Zundert, waar hij bij zijn ouders intrekt.
Daarna besluit Vincent een boerenschilder te worden. Hij schetst en schildert de wevers van Nuenen en voltooit veertig geschilderde boerenkoppen en studies.
Er ontstaan spanningen wanneer Vincent Theo ervan beschuldigt zich onvoldoende in te zetten om Vincents schilderijen te verkopen. Theo wijst zijn broer erop dat het hem toegezonden werk donker van kleur is.
Op 26 maart 1885 krijgt de vader van Vincent onverwachts een beroerte en overlijdt. Kort daarna maakt Vincent De aardappeleters, zijn eerste groote opgezette schilderij en meesterwerk.
Bij het vinden van modellen wordt Vincent tegengewerkt door mensen die in de kerk werken.
Daarom gaat Vincent in november 1885 uit Nederland weg en gaat in Antwerpen wonen. Hij zal niet meer terugkeren in zijn geboorteland.
De stadscultuur van Antwerpen geeft Vincent frisse inspiratie.
Inspiratie is dat je veel idee?n krijgt.
Zeker is dat Antwerpen schilders aantrekt en dat het er erg mooi is.
Hij kan gemakkelijk aan materialen komen, krijgt de gelegenheid om met een naaktmodel te werken en heeft de kans de omvangrijke kunstcollecties in musea en galeries te bekijken, waaronder het werk van Peter Paul Rubens.
In de havenstad Antwerpen worden vele buitenlandse producten aangevoerd, waaronder Japanse houtsneden, die Vincent begint te verzamelen. In januari 1886 geeft Vincent zich op voor de ?cole des Beaux-Arts in Antwerpen. De traditionele onderwijsmethoden irriteren hem al snel en na twee maanden stopt hij met de opleiding.
Op 27 februari 1886 komt Vincent aan in Parijs, waar hij bij Theo op Montmartre woont. Deze verhuizing heeft veel invloed op de ontwikkeling van zijn schilderstijl.
Theo, die het bedrijf van Goupil (nu Boussod, Valadon & Cie heet)Montmartre leidt, maakt Vincent bekend met werken van Claude Monet en andere schilders.
Tot dan toe heeft Vincent vooral Nederlandse schilderkunst en Franse schilderkunst gezien.
Nu kan hij met eigen ogen vaststellen hoe schilders omgaan met licht en kleur en op welke wijze zij hun onderwerpen behandelen.
Vier maanden lang studeert Vincent op het mooie attelier van Fernand Cormon.
Hij maakt kennis met eigentijdse kunstenaars, zoals Paul Gauguin, Henri de Toulouse-Lautrec, Emile Bernard, Camille Pissarro en John Russell.
Uit het Parijse werk van Vincent blijkt dat hij zich de invloeden uit zijn omgeving probeert van zichzelf te maken.
Bij de ontwikkeling van zijn eigen stijl, bestudeert hij de manier van werken van de schilders,zijn palet wordt lichter.
Hij volgt de schilders ook bij de keuze van zijn ontwerpen: de caf?s, boulevards van Parijs, het platteland langs de Seine.
Vincent is ge?nteresseerd in portretkunst, die hij als mogelijke bron van geld beschouwt.
Aangezien hij geen modellen kan krijgen, koopt hij een goede spiegel en gebruikt hij het beeld van zijn eigen gezicht om zijn talenten te laten tonen. Vincent schildert in Parijs minstens twintig zelfportretten, die een goede indruk geven van zijn experimenten met stijl en kleur. De eerste zelfportretten zijn opgezet in het grijs en bruin van zijn Brabantse periode, maar deze sombere tinten maken plaats voor gele, rode, groene en blauwe kleuren.
Op 19 februari 1888 reist Vincent, uitgeput van zijn activiteiten in Parijs, naar de Provence.
Hij gaat naar Arles. Daar maakt hij nog een schilderij.
Kort na zijn aankomst in Parijs beseft Vincent hoe ouderwets
Zijn donkere palet geworden is.
Hij schildert studies van bloemen, door Theo vingeroefeningen
genoemd. De bloemen staan symbool voor de zon,
het overheersende kenmerk van de Proven?aalse zomer.
Vincent kreeg een idee door de mooie zonnenbloemen die op zijn kamer stonden.
Hij maakte nog een schilderij voor zijn vriend.
Hij wou de kamer van zijn vriend een beetje opvrolijken door hem dat schilderij te geven met vrolijke kleuren.
Daaruit kwam het beroemde schilderij van Vincent.
Het heette Zonnenbloemen.
Vincent wordt gegrepen door de lente in de Provence. Hij schildert het landschap en concentreert zich daarbij op de bloeiende fruitbomen. Later, als de zomer aanbreekt, verplaatst hij zijn aandacht naar het plattelandsleven. Vincent werkt in de openlucht en schildert zijn doeken vaak in ??n dag.
Gauguin, zijn beste vriend komt Vincent opzoeken in Arles.
Toen Gauguin eidelijk aankwam op oktober 1888, negen weken lang werken hij en Vincent zij aan zij en voeren heftige discussies over kunst.
Na verloop van tijd ontstaan er spanningen tussen het tweetal. Tijdens een moeilijke periode van een ziekte bedreigt hij Gauguin met een scheermes.
Later snijdt hij een stuk van zijn linkeroor af.
Hij wordt opgenomen in het ziekenhuis van Arles, dat hij in januari 1889 verlaat. In Parijs, tijdens het voorjaar, trouwt Theo met Johanna Bonger.
Vincent blijft een jaar in Saint-R?my en richt een nabijgelegen cel in als atelier. Hoewel hij met tussenpozen last heeft van aanvallen, maakt hij in deze periode 150 schilderijen. Aanvankelijk mag Vincent het terrein van de inrichting niet verlaten en schildert hij de wereld die hij ziet vanuit zijn raam, tussen de tralies door. Ook put Vincent inspiratie uit irissen, seringen en met klimop bedekte bomen die groeien in de ommuurde tuin. Later krijgt hij toestemming buiten de inrichting te werken en schildert hij de korenvelden, olijfbomen uit de omgeving. Vincent kan soms door zijn ziekte zijn kamer niet verlaten om buiten te gaan schilderen. In dat geval maakt hij kopie?n naar zijn favoriete kunstenaars, zoals Millet, Rembrandt en Delacroix.
Als Vincent tijdens een bijzonder hevige aanval verf doorslikt om zich te vergiftigen, mag hij enige tijd op vaste tijden tekenen.
In januari 1890 wordt Theo's zoon Vincent Willem van Gogh geboren.
In mei 1890 verlaat Vincent de inrichting in Saint-R?my. Hij vertrekt naar Auvers-sur-Oise, een plaatsje in de buurt van Parijs.
Op 27 juli 1890 loopt Vincent een korenveld in en schiet zichzelf in de borst. Hij strompelt terug naar zijn kamer, waar hij twee dagen later, op 29 juli, in Theo's bijzijn overlijdt. De dag erna wordt hij in Auvers begraven. Onder de aanwezigen bevinden zich Lucien Pissarro, Emile Bernard en P?re Tanguy. Bernard beschrijft later hoe Vincents kist bedekt is met gele bloemen en hoe zijn ezel en penselen op de grond stonden, naast de kist.
Vincents schilderijen worden nagelaten aan Theo. Zijn werk zal uiteindelijk een enorme invloed hebben op vooruitstrevende kunstenaars van de twintigste eeuw.
In september 1890 organiseert Theo een herdenkingstentoonstelling van Vincents werk in zijn appartement in Parijs. Theo wordt kort daarna ernstig ziek en overlijdt op 25 januari 1891. Zijn vrouw Johanna keert terug naar Nederland, samen met hun zoontje en de collectie schilderijen die Theo van Vincent heeft ge?rfd. Na Johanna's dood in 1925 gaat de collectie over op haar zoon Vincent Willem van Gogh (1890-1978). Wanneer die is overleden is het allemaal naar de Vincent van Gogh Stichting gegaan.
Vincent van Gogh is geboren op 30 maart 1853 in het Brabantse
Zundert. Vincent had vijf broers waarvan hij Theodorus (Theo)
de leukste vond.
Vincent ging in 1861 naar de dorpsschool.
Later sturen zijn ouders hem naar twee kostscholen.
Vincent is erg goed in talen, vooral: Engels, Frans en Duits.
In maart 1868, midden in het studiejaar, gaat hij opeens van school af en keert terug naar Zundert.
Hij heeft zijn offici?le studieopleiding nooit opnieuw gedaan.
In juli 1869 wordt Vincent jongste bediende bij Goupil & Cie.
Dat is een kunsthandel waarvan het hoofdgebouw in Parijs zit.
Hij werkte in het Haagse bedrijf dat door zijn oom is opgericht.
Tijdens zijn verblijf in Den Haag, in augustus 1872, begint zijn broer brieven te schrijven naar Vincent.
Deze briefwisseling zal bijna 18 jaar voortduren.
Theo krijgt in januari 1873 een aanbod van Goupil om bij hem te komen werken.
Hij werkt eigenlijk in Brussel, maar wordt in november van dat jaar overgeplaatst naar Den Haag.
Vanaf juni 1873 werkt Vincent in het Londense gebouw van Goupil.
Het dagelijks contact met kunst, maakt zijn liefde voor schilderijen en tekeningen aan. In de musea en kunstgaleries van Londen bewondert hij werk van Jean-Fran?ois Millet en Jules Breton dat het leven op het platteland verbeeldt.
Vincent verliest geleidelijk zijn belangstelling voor de bezigheden bij Goupil en verdiept zich in de bijbel. In 1874 wordt hij overgeplaatst naar Parijs, waar hij drie maanden verblijft. Vervolgens keert hij terug naar Londen.
Zijn prestaties bij Goupil worden steeds slechter. In mei 1875 stuurt de kunsthandel hem opnieuw naar de Franse hoofdstad, waar hij het Louvre bezoekt en de Parijse Salon. Het Louvre is een museum en de Parijse Salon is een plek waar kunstenaars bijelkaar komen.
Eind maart 1876 wordt Vincent bij Goupil ontslagen.
Hij besluit dominee te worden net zoals zijn vader.
Vincent keert in 1876 terug naar Engeland en wordt onderwijzer op een kostschool. In juli aanvaardt hij een betrekking in Isleworth (bij Londen), waar hij als onderwijzer en hulpprediker aan het werk gaat. Een hulpprediker is iemand die preken voorleest. Op 4 november houdt Vincent zijn eerste preek.
Tijdens een bezoek aan zijn ouders laat Vincent zich ompraten om niet naar Engeland terug te keren.
Hij verhuist in 1877 naar Amsterdam en schrijft zich in voor een studie godsdienstleer.
Wanneer hij niet wordt toegelaten volgt hij een opleiding op een
zendelingenschool in Brussel. Een zendelingenschool is dat je
mensen van jou gelooft probeert te overtuigen.
In december 1878 wordt hij uitgezonden naar de Borinage, een arme mijnstreek in het zuiden van Belgi?, waar hij werkt als prediker. Een mijnstreek is een gebied waar veel mijnen zijn.
Vincent leeft daar erg arm net zoals alle mijnwerkers.
Hij slaapt op de vloer en geeft al zijn bezittingen weg.
Zijn onfatsoenlijke betrokkenheid vindt de kerk niet zo leuk.
Hij wordt ontslagen uit zijn functie maar zet zijn werk voort.
Eind 1881 verblijft Vincent een aantal weken in Den Haag, waar hij schilderlessen krijgt van zijn neef Anton Mauve.
Deze kunstenaar maakt hem bekend met de aquarel- en olieverftechniek.
Na de ruzie met zijn vader verlaat Vincent het huis in Etten in Brabant. Hij huurt een atelier en volgt in 1882 weer lessen bij Mauve.
Vincent laat zijn familie schrikken en Mauve wanneer hij zijn model Sien Hoornik - een zwangere, ongetrouwde vrouw en haar jonge dochter in huis neemt.
Tijdens de zomer van 1882 maakt Vincent zijn eerste zelfstandige studies in water- en olieverf. Zijn oom Cornelis van Gogh geeft hem de opdracht om twaalf bekende stukken van de stad, Den Haag te schilderen.
In september 1883 reist Vincent naar de provincie Drenthe. Hij schildert het kale landschap en de landbouwers. Uit eenzaamheid en gebrek aan goede matrialen blijft hij er slechts kort. Na nog geen drie maanden trekt hij naar het Brabantse Zundert, waar hij bij zijn ouders intrekt.
Daarna besluit Vincent een boerenschilder te worden. Hij schetst en schildert de wevers van Nuenen en voltooit veertig geschilderde boerenkoppen en studies.
Er ontstaan spanningen wanneer Vincent Theo ervan beschuldigt zich onvoldoende in te zetten om Vincents schilderijen te verkopen. Theo wijst zijn broer erop dat het hem toegezonden werk donker van kleur is.
Op 26 maart 1885 krijgt de vader van Vincent onverwachts een beroerte en overlijdt. Kort daarna maakt Vincent De aardappeleters, zijn eerste groote opgezette schilderij en meesterwerk.
Bij het vinden van modellen wordt Vincent tegengewerkt door mensen die in de kerk werken.
Daarom gaat Vincent in november 1885 uit Nederland weg en gaat in Antwerpen wonen. Hij zal niet meer terugkeren in zijn geboorteland.
De stadscultuur van Antwerpen geeft Vincent frisse inspiratie.
Inspiratie is dat je veel idee?n krijgt.
Zeker is dat Antwerpen schilders aantrekt en dat het er erg mooi is.
Hij kan gemakkelijk aan materialen komen, krijgt de gelegenheid om met een naaktmodel te werken en heeft de kans de omvangrijke kunstcollecties in musea en galeries te bekijken, waaronder het werk van Peter Paul Rubens.
In de havenstad Antwerpen worden vele buitenlandse producten aangevoerd, waaronder Japanse houtsneden, die Vincent begint te verzamelen. In januari 1886 geeft Vincent zich op voor de ?cole des Beaux-Arts in Antwerpen. De traditionele onderwijsmethoden irriteren hem al snel en na twee maanden stopt hij met de opleiding.
Op 27 februari 1886 komt Vincent aan in Parijs, waar hij bij Theo op Montmartre woont. Deze verhuizing heeft veel invloed op de ontwikkeling van zijn schilderstijl.
Theo, die het bedrijf van Goupil (nu Boussod, Valadon & Cie heet)Montmartre leidt, maakt Vincent bekend met werken van Claude Monet en andere schilders.
Tot dan toe heeft Vincent vooral Nederlandse schilderkunst en Franse schilderkunst gezien.
Nu kan hij met eigen ogen vaststellen hoe schilders omgaan met licht en kleur en op welke wijze zij hun onderwerpen behandelen.
Vier maanden lang studeert Vincent op het mooie attelier van Fernand Cormon.
Hij maakt kennis met eigentijdse kunstenaars, zoals Paul Gauguin, Henri de Toulouse-Lautrec, Emile Bernard, Camille Pissarro en John Russell.
Uit het Parijse werk van Vincent blijkt dat hij zich de invloeden uit zijn omgeving probeert van zichzelf te maken.
Bij de ontwikkeling van zijn eigen stijl, bestudeert hij de manier van werken van de schilders,zijn palet wordt lichter.
Hij volgt de schilders ook bij de keuze van zijn ontwerpen: de caf?s, boulevards van Parijs, het platteland langs de Seine.
Vincent is ge?nteresseerd in portretkunst, die hij als mogelijke bron van geld beschouwt.
Aangezien hij geen modellen kan krijgen, koopt hij een goede spiegel en gebruikt hij het beeld van zijn eigen gezicht om zijn talenten te laten tonen. Vincent schildert in Parijs minstens twintig zelfportretten, die een goede indruk geven van zijn experimenten met stijl en kleur. De eerste zelfportretten zijn opgezet in het grijs en bruin van zijn Brabantse periode, maar deze sombere tinten maken plaats voor gele, rode, groene en blauwe kleuren.
Op 19 februari 1888 reist Vincent, uitgeput van zijn activiteiten in Parijs, naar de Provence.
Hij gaat naar Arles. Daar maakt hij nog een schilderij.
Kort na zijn aankomst in Parijs beseft Vincent hoe ouderwets
Zijn donkere palet geworden is.
Hij schildert studies van bloemen, door Theo vingeroefeningen
genoemd. De bloemen staan symbool voor de zon,
het overheersende kenmerk van de Proven?aalse zomer.
Vincent kreeg een idee door de mooie zonnenbloemen die op zijn kamer stonden.
Hij maakte nog een schilderij voor zijn vriend.
Hij wou de kamer van zijn vriend een beetje opvrolijken door hem dat schilderij te geven met vrolijke kleuren.
Daaruit kwam het beroemde schilderij van Vincent.
Het heette Zonnenbloemen.
Vincent wordt gegrepen door de lente in de Provence. Hij schildert het landschap en concentreert zich daarbij op de bloeiende fruitbomen. Later, als de zomer aanbreekt, verplaatst hij zijn aandacht naar het plattelandsleven. Vincent werkt in de openlucht en schildert zijn doeken vaak in ??n dag.
Gauguin, zijn beste vriend komt Vincent opzoeken in Arles.
Toen Gauguin eidelijk aankwam op oktober 1888, negen weken lang werken hij en Vincent zij aan zij en voeren heftige discussies over kunst.
Na verloop van tijd ontstaan er spanningen tussen het tweetal. Tijdens een moeilijke periode van een ziekte bedreigt hij Gauguin met een scheermes.
Later snijdt hij een stuk van zijn linkeroor af.
Hij wordt opgenomen in het ziekenhuis van Arles, dat hij in januari 1889 verlaat. In Parijs, tijdens het voorjaar, trouwt Theo met Johanna Bonger.
Vincent blijft een jaar in Saint-R?my en richt een nabijgelegen cel in als atelier. Hoewel hij met tussenpozen last heeft van aanvallen, maakt hij in deze periode 150 schilderijen. Aanvankelijk mag Vincent het terrein van de inrichting niet verlaten en schildert hij de wereld die hij ziet vanuit zijn raam, tussen de tralies door. Ook put Vincent inspiratie uit irissen, seringen en met klimop bedekte bomen die groeien in de ommuurde tuin. Later krijgt hij toestemming buiten de inrichting te werken en schildert hij de korenvelden, olijfbomen uit de omgeving. Vincent kan soms door zijn ziekte zijn kamer niet verlaten om buiten te gaan schilderen. In dat geval maakt hij kopie?n naar zijn favoriete kunstenaars, zoals Millet, Rembrandt en Delacroix.
Als Vincent tijdens een bijzonder hevige aanval verf doorslikt om zich te vergiftigen, mag hij enige tijd op vaste tijden tekenen.
In januari 1890 wordt Theo's zoon Vincent Willem van Gogh geboren.
In mei 1890 verlaat Vincent de inrichting in Saint-R?my. Hij vertrekt naar Auvers-sur-Oise, een plaatsje in de buurt van Parijs.
Op 27 juli 1890 loopt Vincent een korenveld in en schiet zichzelf in de borst. Hij strompelt terug naar zijn kamer, waar hij twee dagen later, op 29 juli, in Theo's bijzijn overlijdt. De dag erna wordt hij in Auvers begraven. Onder de aanwezigen bevinden zich Lucien Pissarro, Emile Bernard en P?re Tanguy. Bernard beschrijft later hoe Vincents kist bedekt is met gele bloemen en hoe zijn ezel en penselen op de grond stonden, naast de kist.
Vincents schilderijen worden nagelaten aan Theo. Zijn werk zal uiteindelijk een enorme invloed hebben op vooruitstrevende kunstenaars van de twintigste eeuw.
In september 1890 organiseert Theo een herdenkingstentoonstelling van Vincents werk in zijn appartement in Parijs. Theo wordt kort daarna ernstig ziek en overlijdt op 25 januari 1891. Zijn vrouw Johanna keert terug naar Nederland, samen met hun zoontje en de collectie schilderijen die Theo van Vincent heeft ge?rfd. Na Johanna's dood in 1925 gaat de collectie over op haar zoon Vincent Willem van Gogh (1890-1978). Wanneer die is overleden is het allemaal naar de Vincent van Gogh Stichting gegaan.