Werkstuk: Schildpad en hond
Titel: Schildpadden en honden
Naam Luuk Minten
VOORWOORD: SCHILPADIk doe dit werkstuk over schildpadden omdat ik het een leuk en interessant onderwerp vind. Ik vind het leuk omdat hij evenals de alligator al heel lang op aarde leeft, al sinds de tijd van de dinosauri?rs!!! De dino?s stierven uit, de schildpadden en de alligators bleven. INHOUD: 1. Voorwoord. 2 2. Groepen en soorten. 3 3. De bouw van een schildpad (anatomie). 5 3.1 het schild 5 3.2 het skelet 7 3.3 de poten 8 4. De schildpad behoort tot de reptielen. 5 5. De voortplanting. 9 6. De winterslaap. 11 7. het eten van een schildpad 11 8. een paar opmerkelijke schildpadden 12 9. De bescherming van de landschildpadden. 13 10. Nawoord. 14 11. bronvermelding 15 2. GROEPEN EN SOORTEN. Dit is een overzicht voor de plaatsing van de schildpad in het dierenrijk. Gewervelde Dieren(Invertebrata) Vissen Amfibie?n Reptielen(Reptilia) Vogels Zoogdieren Slangen(Serpentes) Schildpadden(Testudines) Hagedissen(Sauria) Krokodillen(Crocodilia) Prehistorisch(Amphichelydia) Halswenders(Pleurodira) Halsbergers(Cryptodira) De schildpadden behoren tot de reptielen. En de reptielen is 1 van de 5 groepen die onder de gewervelde dierengroepen valt. Soorten schildpadden: Er bestaan meer dan tweehonderd soorten schildpadden. Die kan je verdelen over drie groepen. 1: prehistorisch, 2: de halsbergers, die trekken hun kop helemaal in, 3: de halswenders, die krommen hun hals tot een S-vorm. De prehistorische groep is uitgestorven. De kop van een schildpad is vaak stomp en hoekig. De kaken vormen een rand hoornplaten, die ze gebruiken als twee messen. Je hebt onder de schildpadden twee soorten nekken. Sommige schildpadden hebben een nek die teruggetrokken kan worden onder het schild. Dieren met zo'n nek noemen we halsbergers. De tweede groep legt zijn kop en nek langs het schild. Deze dieren hebben een lange nek, zoals de slangenhalsschildpad. Dieren met zo'n lange nek noemen we halswenders. De zeeschildpad kan zijn kop helemaal niet onder zijn schild terugtrekken, omdat zijn kop te groot is. Sommige schildpadden leven op het land, weer andere leven in moerassen en er zijn ook schildpadden die in de zee leven. Daarom kun je ze ook in deze drie groepen verdelen: de landschildpad, de moerasschildpad en de zeeschildpad. Nu ga ik iets vertellen over deze drie types schildpadden. Landschildpadden: Landschildpadden herken je aan hun hoge bolle schild. Ze leven in warme gebieden zoals de woestijn. De landschildpadden hebben sterke poten, hun vijf tenen zijn aan elkaar gegroeid zodat ze het zware lichaam kunnen dragen. Moerasschildpadden: Moerasschildpadden zijn uitstekende zwemmers. Hun schild is veel minder bol dan die van de landschildpad. Met zo?n afgeplat schild heb je een betere stroomlijn dus komt de schildpad gemakkelijker vooruit in het water. Ook de vliezen tussen de tenen maken de moerasschildpad een echte zwemmer. Moerasschildpadden leven niet alleen in moerasgebied maar ook bij beekjes, poelen en meren. Hij wordt daarom ook wel eens de waterschildpad genoemd. Zeeschildpadden: Zeeschildpadden zijn van alle schildpadden het best aan het water aangepast. Deze schildpadden -je hoort het al aan de naam - leven in de zee. Ze leven en slapen er en komen zelden of nooit aan land. Alleen de vrouwtjes komen aan land als die eieren gaan leggen. De voorpoten hebben geen zwemvliezen meer maar zijn vergroeit tot stevige roeispanen! een zeeschildpad 3. DE BOUW VAN EEN SCHILDPAD (anatomie). 3.1 het schild. Eigenlijk is de naam schildpad erg verwarrend, want de schildpad is geen pad. Het stukje naam schild is wel duidelijk, iedere schildpad is aan zijn rugschild te herkenen, een schildpad heeft trouwens ook een buikschild, die twee vormen samen een pantser, dat geeft prima bescherming. Als hij zich bedreigt voelt gaat hij erin. Het schild heeft dan twee openingen: ??n voor de voorpoten en de kop en ??n voor de achterpoten en de staart. een teruggetrokken schildpad Het schild is opgebouwd uit twee stevige lagen: de buitenste laag bestaat uit hoornplaatjes. Samen vormen die hoornplaatjes het opvallende schild. Hoorn is erg stevig, onze nagels zijn bijvoorbeeld van hoorn of de hoeven en de hoornen van een koe. De tweede laag bestaat uit bot, dit zijn platte wervels en ribben die het binnenste schild vormen. Hieronder is een tekening van het buikschild ?ook wel plastron genaamd - van een schildpad. Het bestaat uit de volgende onderdelen: GU LAR (nek), HUMERAAL(arm), PECTORAAL(borst), ABDOMINAAL(buik), FEMORAAL(been), ANAAL(poepgedeelte). Deze namen worden ook voor het menselijk lichaam gebruikt (heb ik van mijn moeder, zij is fysiotherapeute). Het buikschild van een schildpad Indeling van het rugschild of carapax genaamd . In het rugschild worden de volgende onderdelen onderscheiden: vertebraal (wervels betreffend), pleuraal en marginaal. Zie ook de ingevoegde foto. Het rugschild van een schildpad 3.2 HET SKELET Hieronder is een tekening van de indeling met de namen van het skelet. Over algemeen genomen is een indeling als volgt te maken, tussen haakjes staat het aantal "wervels": Cervicale of nek wervels (8) Dorsale of ruggenwervels (10) Sacraal of heiligbeen (2) Caudale of staartbeen (20-30) De onderstaande tekening is een zijaanzicht van een zeeschildpad, hierop is zeer duidelijk te zien dat de ruggenwervels tegen het carapax (rugschild) aan zitten. 3.3 DE POTEN De poten hebben bij schildpadden diverse functies: bij landschildpadden vooral om zich voort te bewegen, maar ook om te gebruiken tijdens het eten door het voedsel aan stukken te trekken. Dit geldt ook voor de moerasschildpadden met daarbij de vermelding dat deze door de huidplooien tussen de tenen zich snel en soepel kunnen voortbewegen door het water. Zeeschildpadden daarentegen en diverse soorten zoetwater (week) schildpadden hebben in onze ogen eigenlijk aan de voorzijde tot vinnen vergroeide poten. Het enige waarin duidelijk blijkt dat deze poten zich hebben aangepast aan het waterleven is te zien in de tekening hieronder: Het ?bovenarm bot? is meer ontwikkeld dan bij de landschildpad. De ?vingerstralen? zijn daarentegen smaller en minder lang.4. DE SCHILDPAD BEHOORT TOT DE REPTIELEN. Reptielen: De schildpad is een reptiel, reptielen hebben twee kenmerken: alle reptielen hebben schubben en leggen eitjes die ze begraven onder het zand. Die eieren hebben een stevige kalkschaal, de eieren van de zeeschildpad zijn zacht en veerkrachtig, die laten lucht door die dan word ingeademd door de schildpadjes in de eieren Alle reptielen hebben een skelet en ademen door hun longen, Dus moeten reptielen die in het water leven steeds weer boven komen om adem te halen. Reptielen houden van de zon dus vind je ze het meest in warme landen. 5. DE VOORTPLANTING. Hol of plat: Bij veel schildpadden is het aan het buikschild te zien of de schildpad een mannetje of een vrouwtje is: bij de vrouwtjes is het buikschild plat, en bij de mannetjes is het een beetje hol. Dat holle schild voorkomt dat tijdens de paring het mannetje van het vrouwtje afrolt. Paren: paren is dat het mannetje zaad bij de eitjes van het vrouwtje doet. Als twee landschildpadden met elkaar gaan paren, dan zijn ze niet meer zo sloom dan anders, maar snel: in volle vaart rennen ze achter elkaar aan. Na een tijdje kan de paring beginnen. Het mannetje klimt op de rug van het vrouwtje en houd zich stevig met zijn nagels vast aan de rand van het schild van het vrouwtje. Bij het paren laat hij de meest krachtige geluiden horen. De eieren: na een paar dagen gaan de vrouwtjes eieren leggen. Dat doen ze altijd op het land, ook de zeeschildpadden en moerasschildpadden. Het vrouwtje graaft dan een kuil in het zand. De eieren komen dan ??n voor ??n naar buiten. Voor de vrouwtjes van de zeeschildpadden is dit het enige moment dat ze aan land komen. De mannetjes blijven altijd in het water. Als het vrouwtje klaar is dekt ze het nest zorgvuldig af. De eieren worden uitgebroed door de zon. Na een paar weken breken de jongen de eieren open en graven zelf een weg uit het nest. De meeste schildpadden leggen twee tot twintig kogelronde eieren. Maar sommige zeeschildpadden leggen er soms wel meer dan HONDERD!!! Als de vrouwtjes van de zeeschildpadden eieren gaan leggen gaan ze soms met wel duizenden tegelijk naar de legstranden. Legstranden zijn stranden waar de zeeschildpadden hun eieren leggen (je hoort het al aan de naam). Legstranden kun je in elk werelddeel vinden waar het maar warm genoeg is. Als de kleine schildpadjes uitkomen, zoeken ze direkt de weg naar zee, waar ze zichzelf direkt moeten redden. op weg naar de zee 6. DE WINTERSLAAP: Alle Europese landschildpadden in de natuur doen een winterslaap. Deze koudbloedige dieren zouden anders dood gaan als het gaat vriezen. Zelfs de tropische soorten worden eens per jaar traag en verliezen hun eetlust. Dat is dan geen winter maar een droogte slaap. De winterslaap duurt ongeveer 5 maanden tot het voorjaar. Kleine en zwakke schildpadden moeten iets korter slapen want die hebben meer eten nodig en in de winterslaap eet je niet. Baby-schildpadden slapen maar vier tot zes weken. Als de schildpadden wakker worden gaan ze na een paar uur weer eten maar wel in een rustig tempo In de winterslaap gaat de ademhaling van het dier langzaam en dat kost weinig energie, dus kan het dier teren op zijn reserves. Dat mag natuurlijk niet te lang duren, een paar maanden is te doen. Als de winter te lang duurt dan kost dat een hoop schildpaddenlevens. Voor de schildpad is het in de winter dus wachten op warmere tijden. 7. ETEN VAN EEN SCHILDPAD. Het eten van landschildpadden bestaat voor een groot deel uit plantaardig voedsel. Het verschilt wel per soort wat ze eten, want dieren die in het bos voorkomen eten andere dingen dan dieren die in warmere droge gebieden voorkomen. Het wil niet zeggen dat ze alleen planten eten; een worm, slak of ander klein diertje dat hun pad kruist wordt heus wel gegeten. Moerasschildpadden eten haast alleen maar dierlijk voedsel in hun eerste levensjaren, maar naarmate ze ouder worden eten ze ook waterplanten en ander plantaardig spul dat op of in het water ligt. De meeste zeeschildpadden staan erom bekend dat ze op latere leeftijd alleen maar zeegras eten. 8. EEN PAAR OPMERKELIJKE SCHILDPADDEN. Reuzen: De allergrootste schildpad is de lederschildpad, die kan zeshonderd kilogram wegen en zijn schild wordt twee meter lang. De lederschildpad is een echte zeebewoner. De lederschildpad heeft geen schild maar een leerachtige bedekking op zijn rug waar zeven richels over heen lopen, van de kop naar de staart. Hij trekt enorme afstanden door de zee?n en heel zelden wordt hij in de Noordzee aangetroffen. Er zijn ook reuzen op het land: twee soorten lijken nogal op elkaar, allebei leven ze op een eilandengroep. De ene is de reuzenschildpad op de Gal?pagos-eilanden, dat is een eilandengroep bij Zuid-Amerika. Deze reuzenschildpad wordt meer dan een meter lang en kan wel 350 kilogram zwaar worden. De andere leeft op de Seychellen, een eilanden groep bij Afrika, deze reuzenschildpad word net iets langer en weegt iets meer. Weekschildpadden: Weekschildpadden hebben geen schild maar een soort leerachtige bedekking op de rug. Deze waterbewoners leven op de modderige bodem van ondiepe meren en moerassen. Daar liggen ze veilig dus een schild is niet echt nodig. Dit type schildpadden heeft een hele lange nek en snuit als een vlezige slurf die hij als een snorkel boven het water uit steekt. Zo kan hij uren blijven liggen zonder te bewegen, en als hij adem wil halen doet hij dat gewoon door die zogenaamde snorkel. De alligatorschildpad: Ook de alligatorschildpad kan uren op de bodem van Noord-Amerikaanse meren liggen. Zelfs als hij honger heeft komt deze viseter niet van zijn plaats, hij heeft namelijk een heel handig trucje waarmee hij de vis lokt: aan zijn tong zit een vlezig aanhangsel wat op een worm lijkt, en als hij wil eten dan hoeft hij alleen maar zijn bek open te doen, dan zwemmen de vissen gewoon naar binnen om die heerlijke worm te eten. M?hlenbergschildpad is de kleinste waterschildpad met een carapaxlengte van negen centimeter. 9. DE BESCHERMING VAN DE LANDSCHILDPADDEN. De geschiedenis van de bescherming van de landschildpadden: Vroeger werden er veel Europese landschildpadden ons land ingevoerd. Sinds 1977 is dat verboden omdat de wet BUD (Bedreigde Uitheemse Diersoorten) toen in ons land geldig werd en het houden van schildpadden verbood. Sedertdien kun je ze niet meer in de Nederlandse dierenwinkels kopen. Toch werden er in Nederland nog steeds veel landschildpadden gehouden, die de mensen op de vogeltjesmarkt in Antwerpen gekocht hadden: dat kon omdat Belgi? zich toen nog niet had aangesloten bij de CITES-landen die zich verbinden aan overeenkomsten over beschermde diersoorten. Maar na 1984 mogen er ook in Belgi? geen beschermde diersoorten verkocht worden. De wet BUD is in de loop der tijd veranderd in de wet BUDEP die nu Flora&Fauna wet heet. Toch zijn er nog landschildpadden in Nederland: Ondanks de beschermende maatregelen zijn er nog steeds veel landschildpadden in Nederland, deze schildpadden zijn al voor de wet geldig werd, bij de mensen thuis of uit het buitenland meegenomen. Voor deze dieren heb je een vergunning nodig om ze te mogen houden, als je die niet hebt kunnen de schildpadden in beslag genomen geworden door de douane of de politie. Neem geen schildpadden uit het buitenland mee. Het lijkt leuk maar schildpadden zijn moeilijk te verzorgen in ons koude klimaat. Als je ze in ons land door een tuin laat lopen krijgen ze gauw een longontsteking waaraan ze dood kunnen gaan. De overgang naar ons land is gewoon te groot. NAWOORD: dit is het einde van mijn werkstuk Bronvermelding Cd- rom : encarta encyclopedia 2001 Internet: diverse websites waaronder www.artis.nl www.schildpadden.nl boekje: landschildpadden door Christine Adrian. van hen heb ik informatie gekregen www.schildpaddenopvangcentrum.nl
Voorwoord: HONDIk heb het onderwerp Honden gekozen omdat het over een dier moest gaan. Het zijn ook een van m?n lievelingsdieren. Zelf heb ik ook pas een hond gekregen. Inhoudsopgave: 1. Wat is een hond? 2. Een pup uitzoeken. 3. Je pup zindelijk maken. 4. Eten en drinken. 5. Goede verzorging. 6. Trainen. 7. Gezond houden. 8. Honden krijgen puppy?s. 9. Rassen en gedrag. 1. Wat is een hond: Honden behoren tot een grote groep die zoogdieren worden genoemd. Ze hebben warm bloed en een harige vacht. Puppy?s drinken melk bij hun moeder, dat doen ze aan de tepels. Die zitten onderaan de buik en het zijn er ongeveer 10. Van de zintuigen is het reukorgaan het sterkst ontwikkeld. Het gebit bestaat uit 42 tanden en kiezen. De bek is sterk genoeg om zelfs metaal stuk te kunnen bijten. De hond heeft 4 sterke benen om op te rennen. Waarschijnlijk is de hond 15.000 jaar geleden tot huisdier gemaakt. De primitieve mens gebruikte de hond toen als voedsel, aasopruimers en als waakdieren. Later werd de hond pas gebruikt als hulp bij de jacht en bij het hoeden van kudden. De hond is door zijn natuurlijke geaardheid gemakkelijk te dresseren, waardoor het mogelijk is de hond voor zeer verschillende functies te gebruiken. 2. Een pup uitzoeken: Als puppy?s ongeveer 4 weken oud zijn, mag je het nest gaan bekijken. Je kan pas een pup meenemen als hij minstens 8 weken oud is. Als je een pup kiest moet je er wel een nemen die vriendelijk en gezond is. Bekijk ook de moeder dan weet je hoe groot hij ongeveer wordt. Vraag aan de fokker welk eten hij kreeg en welke inentingen hij heeft gehad. Dat moet je allemaal opschrijven want later wil de dierenarts dat weten. Als je een rashond neemt, vraag dan naar de bijhorende papieren. Als je je hond mee naar huis neemt zorg dan dat je alles in huis hebt, dan voelt hij zich op z?n gemak. Als een pup nog erg klein is, is het moeilijk te zien of het een reutje of een teefje is. Vraag daarom wat het geslacht is. Je kan je pup in een doos laten slapen. Zet de doos op een warme en rustige plek neer. Je kan je pup ook in een speciale puppykooi doen. 3. Je pup zindelijk maken: Je pup zindelijk maken wil zeggen dat je hem leert waar hij z?n behoefte moet doen. De beste manier om hem dat te leren is met behulp van de puppykooi. Als hij geleerd hebt dat het binnen niet mag, moet je hem leren waar het wel mag. De puppykooi is een speciale plek voor je pup. Hij zal die plek nooit vies maken. Maar als het hok erg groot is, zal hij de ene kant gebruiken om op te slapen en de andere kant om z?n behoefte te doen. De beste plaats waar je pup z?n behoefte kan doen, is je eigen tuin. Zoek hiervoor een speciaal plekje op en breng je pup altijd weer naar dezelfde plek terug. Je pup moet plassen en poepen als hij net gegeten heeft, en als hij ?s morgens wakker wordt. Als pups nog erg jong zijn, gaan ze gehurkt zitten om te plassen. Zowel reutjes als teefjes doen dat. Later tillen de reutjes 1 van hun achterpoten op. Teefjes blijven altijd gehurkt zitten. Als je pup z?n behoefte heeft gedaan, moet je hem belonen. Je pup begrijpt dan dat hij het goed gedaan heeft en zal de volgende keer hetzelfde doen. 4. Eten en drinken: Een pup eet vlees en groente. Natuurlijk vindt hij ook andere dingen lekker, maar die zijn vaak niet goed voor hem. Om je pup gezond te houden, moet je hem speciaal hondenvoer geven. Je kunt kiezen tussen vochtig en droog voer. Er is ook vleesmix verkrijgbaar. Dit moet je met ander voedsel mengen om een gezonde maaltijd te krijgen. Het makkelijkst is om je pup compleet voer te geven. Daarin zit alles in wat hij nodig heeft. Dit voedsel kan nat of droog gegeven worden. Droogvoer is erg goed voor de tanden, want daar moeten ze op kauwen. Zorg ervoor dat je pup altijd schoon water heeft, als hij wilt drinken. Zonder schoon water wordt hij ziek. Geef hem nooit priklimonade of vruchtensap. Je kan je pup wel wat melk geven maar nooit teveel, want ze krijgen er slechte ogen van. Van onze etensresten kan je hond ziek worden. Door te vaak hondensnoepjes te geven, gaat je hond zeuren. Geef je pup 3 of 4 keer per dag een klein beetje eten. Als je pup ouder wordt is 2 keer per dag genoeg. Geef het eten direct na je eigen ontbijt en avondmaaltijd. 5. Goede verzorging: Je hond is helemaal bedekt met een vacht. Die harige jas zorgt ervoor dat hij warm blijft. De haren zijn vettig en daardoor kan de onderliggende huid niet nat worden. De hond kan met z?n kop bijna alle plaatsen op z?n lichaam bereiken om schoon te maken. De voortanden gebruikt hij dan als kam en de ruwe tong als dweil. Begin met de rug van de hond te borstelen. Trek de metalen pinnen van de borstel door zijn vacht, vanaf de nek naar de staart. Als je klitten tegenkomt ontwar die dan met je vingers. Daarna naborstelen met de zachte borstel of kam. Kam daarna de benen, de staart, de hals, de buik en de oren van je hond. Verzorg deze lichaamsdelen van je hond elke dag in dezelfde volgorde, dan zul je nooit een deel overslaan. Verzorg hierna nog een keer de rug. Als je hond de hele tijd braaf was beloon hem dan door hem flink te knuffelen. Als je hem altijd zo beloont zal hij het niet meer zo erg vinden elke dag te worden geborsteld. Als je hond kort haar heeft is het voldoende hem elke dag met de speciale hondenhandschoen op te wrijven. De kleine rubberknoppen zullen oud haar, stof en vuil weghalen. 6. Trainen: Je kan je pup bepaalde dingen leren zoals: zitten, volgen of de krant ophalen. Honden leren heel snel, vooral als ze het leuk vinden. Je hond leren zitten is erg makkelijk. Elke keer als je hond z?n achterwerk op de grond zet, zeg je langzaam en duidelijk: zit. Snel zal je hond gaan zitten, als je het bevel zegt: zit. Het is belangrijk om je hond te leren zitten, als jij zelf wegloopt. Hou een vlakke hand voor het gezicht van je hond en zeg luid en duidelijk: blijf. Loop dan langzaam weg en herhaal: blijf. Als je hond je toch volgt moet je opnieuw beginnen. Als je de naam van je hond roept, is het de bedoeling dat hij komt. Gebruik hiervoor een lange lijn totdat je zeker weet dat hij niet wegloopt. Buig voorover, zodat hij je ogen ziet. Wacht even en roep dan z?n naam gevolgd door: kom. Beloon je hond als hij gedaan heeft, wat hij moest doen. Doe dat met een aai of met een omhelzing. Doe dat direct na de oefening, want een hond vergeet gauw wat hij zojuist heeft gedaan. Als je hond iets doet wat niet mag, zeg dan: foei. Je hond zal even zielig kijken maar laat niet merken dat je het zielig vindt. 7. Gezond houden: Het belangrijkste is dat een hond goed verzorgd wordt om hem gezond te houden. Hij moet de juiste voeding krijgen, goed geborsteld worden en regelmatig worden meegenomen voor een wandeling. Ook moet er regelmatig worden gecontroleerd hoe het met de gezondheid van de hond is. Als dat regelmatig wordt gedaan is het direct duidelijk wanneer er iets mis is. De vacht moet ook regelmatig worden gecontroleerd door met de vingers door de haren van de hond te gaan. Die moeten zijdeachtig aanvoelen en niet stinken. De vacht moet ook bekeken worden op verborgen plaatsen, bv onder de staart. Als de hond ligt, kun je zijn nagels en voeten controleren door tussen de tenen en de zoolkussentjes te kijken, want soms zitten daar splinters in. De ogen van de hond moeten ook regelmatig worden gecontroleerd, laat er veel licht in vallen zodat je ze goed kan bekijken. Elk oog moet helder en glanzend zijn. Er mogen geen tranen in een ooghoek zitten. Onderzoek of er niets in de bek van de hond is blijven steken. Houd met de ene hand zijn snuit vast en met de andere zijn kaak. Beweeg nu beide handen langzaam uit elkaar om de bek te openen. De oren van de hond moeten ook regelmatig gecontroleerd worden. Dat doe je door het slappe deel ervan ( flap) achterover te leggen, zodat je beter in het harige oorgat kan kijken. Het oor moet schoon zijn, als het stinkt kan de hond ziek zijn. De tanden van de hond moeten ook goed onderhouden worden door ze iedere dag met hondentandpasta en een speciale hondentandenborstel aan de buitenkant van de tanden te poetsen. 8. Honden krijgen puppy?s: Teven krijgen puppy?s. Als ze volwassen zijn en ze worden door een reu gedekt, dan krijgen ze 9 weken later een nest. Als alle teven een nest zouden krijgen, zouden er veel teveel honden komen. Daarom laten veel mensen hun teefje niet dekken of geven haar de pil tegen loopsheid (vruchtbaarheid). De dierenarts kan door een operatie de teef onvruchtbaar maken. Pups worden met gesloten ogen geboren en ze kunnen niets horen. Ze ruiken hun moeder en kruipen tegen haar aan om melk te drinken. De moeder likt hun om ze schoon te houden. Na ongeveer 5 weken zijn de pups al aardig gegroeid. De meeste tijd spelen ze met hun broertjes of zusjes. Ze rennen veel rond ook al staan ze nog niet stevig op hun benen en vallen ze soms om. Ze spelen en slapen veel en leren veel dingen voor later. Na ongeveer 1 jaar is de pup een volwassen hond geworden. 9. Rassen en gedrag: Hondenrassen zijn over de hele wereld te vinden. Doordat de mens behoefte had aan een hond als hulp bij een bepaald soort werk is men zich gaan toeleggen op het fokken van honden. Bij het fokken wordt in de eerste plaats rekening gehouden met de aard en aanleg van de hond en in de tweede plaats met het uiterlijk. Een raszuivere hond is een hond waarvan de ouders tot hetzelfde ras behoren en waarbij vanaf de erkenning van het ras geen andere rassen zijn ingekruist. In Nederland worden rashonden ingedeeld in: Schapenhoeders en veedrijvers Dogachtigen, pinchers en schnauzers Terri?rs Teckels Keeshonden Drijvende honden, zoals de Bassets, Beagles, Brakken Staande honden, zoals Brakken en Setters Opjagende en apporterende vogel- en waterhonden, zoals de Rerievers en Spani?ls Gezelschaps- en dwerghonden Windhonden Er zijn honden die veel beweging nodig hebben, terwijl andere juist lui zijn. Sommige honden zijn goede wakers en sommige vinden spelen weer leuk. Er zijn honden die vinden dat ze veel te vertellen hebben. Ze kunnen soms uren achter elkaar blaffen en keffen. Vaak zijn de kleinste honden het luidruchtigst. Veel rashonden zijn vriendelijk en trouw. Ze houden ervan een spelletje te spelen en aangehaald te worden. Je kunt ze overal mee naar toe nemen, ze vinden alles best en maken nooit problemen. Er zijn veel honden die graag hun hersens gebruiken. Ze moeten dan ook altijd iets te doen hebben, anders vervelen ze zich. Sommige honden zijn makkelijk te dresseren. Over een hindernis springen vinden ze een heerlijke uitdaging. Niet alle honden, groot of klein, zijn altijd vriendelijk. Ze houden er niet van dat een vreemde hun bevelen geeft. Sommige honden maken ook niet gauw vrienden, ze blijven wantrouwig. Veel van deze honden zijn niet geschikt voor een druk gezin, maar zijn wel goede waakhonden. Nawoord: Ik vond het leuk om dit verslag te maken. Ik heb er veel van geleerd wat ik weer kan gebruiken voor mijn eigen hond. Ik vond het niet zo moeilijk om dit verslag te maken.
?
Dit is Dezy
Dezy is mijn hond.Ze is een meisje.Ze is gekasterirt
Pado en padodientje zijn mijn schildpaden.
Naam Luuk Minten
VOORWOORD: SCHILPADIk doe dit werkstuk over schildpadden omdat ik het een leuk en interessant onderwerp vind. Ik vind het leuk omdat hij evenals de alligator al heel lang op aarde leeft, al sinds de tijd van de dinosauri?rs!!! De dino?s stierven uit, de schildpadden en de alligators bleven. INHOUD: 1. Voorwoord. 2 2. Groepen en soorten. 3 3. De bouw van een schildpad (anatomie). 5 3.1 het schild 5 3.2 het skelet 7 3.3 de poten 8 4. De schildpad behoort tot de reptielen. 5 5. De voortplanting. 9 6. De winterslaap. 11 7. het eten van een schildpad 11 8. een paar opmerkelijke schildpadden 12 9. De bescherming van de landschildpadden. 13 10. Nawoord. 14 11. bronvermelding 15 2. GROEPEN EN SOORTEN. Dit is een overzicht voor de plaatsing van de schildpad in het dierenrijk. Gewervelde Dieren(Invertebrata) Vissen Amfibie?n Reptielen(Reptilia) Vogels Zoogdieren Slangen(Serpentes) Schildpadden(Testudines) Hagedissen(Sauria) Krokodillen(Crocodilia) Prehistorisch(Amphichelydia) Halswenders(Pleurodira) Halsbergers(Cryptodira) De schildpadden behoren tot de reptielen. En de reptielen is 1 van de 5 groepen die onder de gewervelde dierengroepen valt. Soorten schildpadden: Er bestaan meer dan tweehonderd soorten schildpadden. Die kan je verdelen over drie groepen. 1: prehistorisch, 2: de halsbergers, die trekken hun kop helemaal in, 3: de halswenders, die krommen hun hals tot een S-vorm. De prehistorische groep is uitgestorven. De kop van een schildpad is vaak stomp en hoekig. De kaken vormen een rand hoornplaten, die ze gebruiken als twee messen. Je hebt onder de schildpadden twee soorten nekken. Sommige schildpadden hebben een nek die teruggetrokken kan worden onder het schild. Dieren met zo'n nek noemen we halsbergers. De tweede groep legt zijn kop en nek langs het schild. Deze dieren hebben een lange nek, zoals de slangenhalsschildpad. Dieren met zo'n lange nek noemen we halswenders. De zeeschildpad kan zijn kop helemaal niet onder zijn schild terugtrekken, omdat zijn kop te groot is. Sommige schildpadden leven op het land, weer andere leven in moerassen en er zijn ook schildpadden die in de zee leven. Daarom kun je ze ook in deze drie groepen verdelen: de landschildpad, de moerasschildpad en de zeeschildpad. Nu ga ik iets vertellen over deze drie types schildpadden. Landschildpadden: Landschildpadden herken je aan hun hoge bolle schild. Ze leven in warme gebieden zoals de woestijn. De landschildpadden hebben sterke poten, hun vijf tenen zijn aan elkaar gegroeid zodat ze het zware lichaam kunnen dragen. Moerasschildpadden: Moerasschildpadden zijn uitstekende zwemmers. Hun schild is veel minder bol dan die van de landschildpad. Met zo?n afgeplat schild heb je een betere stroomlijn dus komt de schildpad gemakkelijker vooruit in het water. Ook de vliezen tussen de tenen maken de moerasschildpad een echte zwemmer. Moerasschildpadden leven niet alleen in moerasgebied maar ook bij beekjes, poelen en meren. Hij wordt daarom ook wel eens de waterschildpad genoemd. Zeeschildpadden: Zeeschildpadden zijn van alle schildpadden het best aan het water aangepast. Deze schildpadden -je hoort het al aan de naam - leven in de zee. Ze leven en slapen er en komen zelden of nooit aan land. Alleen de vrouwtjes komen aan land als die eieren gaan leggen. De voorpoten hebben geen zwemvliezen meer maar zijn vergroeit tot stevige roeispanen! een zeeschildpad 3. DE BOUW VAN EEN SCHILDPAD (anatomie). 3.1 het schild. Eigenlijk is de naam schildpad erg verwarrend, want de schildpad is geen pad. Het stukje naam schild is wel duidelijk, iedere schildpad is aan zijn rugschild te herkenen, een schildpad heeft trouwens ook een buikschild, die twee vormen samen een pantser, dat geeft prima bescherming. Als hij zich bedreigt voelt gaat hij erin. Het schild heeft dan twee openingen: ??n voor de voorpoten en de kop en ??n voor de achterpoten en de staart. een teruggetrokken schildpad Het schild is opgebouwd uit twee stevige lagen: de buitenste laag bestaat uit hoornplaatjes. Samen vormen die hoornplaatjes het opvallende schild. Hoorn is erg stevig, onze nagels zijn bijvoorbeeld van hoorn of de hoeven en de hoornen van een koe. De tweede laag bestaat uit bot, dit zijn platte wervels en ribben die het binnenste schild vormen. Hieronder is een tekening van het buikschild ?ook wel plastron genaamd - van een schildpad. Het bestaat uit de volgende onderdelen: GU LAR (nek), HUMERAAL(arm), PECTORAAL(borst), ABDOMINAAL(buik), FEMORAAL(been), ANAAL(poepgedeelte). Deze namen worden ook voor het menselijk lichaam gebruikt (heb ik van mijn moeder, zij is fysiotherapeute). Het buikschild van een schildpad Indeling van het rugschild of carapax genaamd . In het rugschild worden de volgende onderdelen onderscheiden: vertebraal (wervels betreffend), pleuraal en marginaal. Zie ook de ingevoegde foto. Het rugschild van een schildpad 3.2 HET SKELET Hieronder is een tekening van de indeling met de namen van het skelet. Over algemeen genomen is een indeling als volgt te maken, tussen haakjes staat het aantal "wervels": Cervicale of nek wervels (8) Dorsale of ruggenwervels (10) Sacraal of heiligbeen (2) Caudale of staartbeen (20-30) De onderstaande tekening is een zijaanzicht van een zeeschildpad, hierop is zeer duidelijk te zien dat de ruggenwervels tegen het carapax (rugschild) aan zitten. 3.3 DE POTEN De poten hebben bij schildpadden diverse functies: bij landschildpadden vooral om zich voort te bewegen, maar ook om te gebruiken tijdens het eten door het voedsel aan stukken te trekken. Dit geldt ook voor de moerasschildpadden met daarbij de vermelding dat deze door de huidplooien tussen de tenen zich snel en soepel kunnen voortbewegen door het water. Zeeschildpadden daarentegen en diverse soorten zoetwater (week) schildpadden hebben in onze ogen eigenlijk aan de voorzijde tot vinnen vergroeide poten. Het enige waarin duidelijk blijkt dat deze poten zich hebben aangepast aan het waterleven is te zien in de tekening hieronder: Het ?bovenarm bot? is meer ontwikkeld dan bij de landschildpad. De ?vingerstralen? zijn daarentegen smaller en minder lang.4. DE SCHILDPAD BEHOORT TOT DE REPTIELEN. Reptielen: De schildpad is een reptiel, reptielen hebben twee kenmerken: alle reptielen hebben schubben en leggen eitjes die ze begraven onder het zand. Die eieren hebben een stevige kalkschaal, de eieren van de zeeschildpad zijn zacht en veerkrachtig, die laten lucht door die dan word ingeademd door de schildpadjes in de eieren Alle reptielen hebben een skelet en ademen door hun longen, Dus moeten reptielen die in het water leven steeds weer boven komen om adem te halen. Reptielen houden van de zon dus vind je ze het meest in warme landen. 5. DE VOORTPLANTING. Hol of plat: Bij veel schildpadden is het aan het buikschild te zien of de schildpad een mannetje of een vrouwtje is: bij de vrouwtjes is het buikschild plat, en bij de mannetjes is het een beetje hol. Dat holle schild voorkomt dat tijdens de paring het mannetje van het vrouwtje afrolt. Paren: paren is dat het mannetje zaad bij de eitjes van het vrouwtje doet. Als twee landschildpadden met elkaar gaan paren, dan zijn ze niet meer zo sloom dan anders, maar snel: in volle vaart rennen ze achter elkaar aan. Na een tijdje kan de paring beginnen. Het mannetje klimt op de rug van het vrouwtje en houd zich stevig met zijn nagels vast aan de rand van het schild van het vrouwtje. Bij het paren laat hij de meest krachtige geluiden horen. De eieren: na een paar dagen gaan de vrouwtjes eieren leggen. Dat doen ze altijd op het land, ook de zeeschildpadden en moerasschildpadden. Het vrouwtje graaft dan een kuil in het zand. De eieren komen dan ??n voor ??n naar buiten. Voor de vrouwtjes van de zeeschildpadden is dit het enige moment dat ze aan land komen. De mannetjes blijven altijd in het water. Als het vrouwtje klaar is dekt ze het nest zorgvuldig af. De eieren worden uitgebroed door de zon. Na een paar weken breken de jongen de eieren open en graven zelf een weg uit het nest. De meeste schildpadden leggen twee tot twintig kogelronde eieren. Maar sommige zeeschildpadden leggen er soms wel meer dan HONDERD!!! Als de vrouwtjes van de zeeschildpadden eieren gaan leggen gaan ze soms met wel duizenden tegelijk naar de legstranden. Legstranden zijn stranden waar de zeeschildpadden hun eieren leggen (je hoort het al aan de naam). Legstranden kun je in elk werelddeel vinden waar het maar warm genoeg is. Als de kleine schildpadjes uitkomen, zoeken ze direkt de weg naar zee, waar ze zichzelf direkt moeten redden. op weg naar de zee 6. DE WINTERSLAAP: Alle Europese landschildpadden in de natuur doen een winterslaap. Deze koudbloedige dieren zouden anders dood gaan als het gaat vriezen. Zelfs de tropische soorten worden eens per jaar traag en verliezen hun eetlust. Dat is dan geen winter maar een droogte slaap. De winterslaap duurt ongeveer 5 maanden tot het voorjaar. Kleine en zwakke schildpadden moeten iets korter slapen want die hebben meer eten nodig en in de winterslaap eet je niet. Baby-schildpadden slapen maar vier tot zes weken. Als de schildpadden wakker worden gaan ze na een paar uur weer eten maar wel in een rustig tempo In de winterslaap gaat de ademhaling van het dier langzaam en dat kost weinig energie, dus kan het dier teren op zijn reserves. Dat mag natuurlijk niet te lang duren, een paar maanden is te doen. Als de winter te lang duurt dan kost dat een hoop schildpaddenlevens. Voor de schildpad is het in de winter dus wachten op warmere tijden. 7. ETEN VAN EEN SCHILDPAD. Het eten van landschildpadden bestaat voor een groot deel uit plantaardig voedsel. Het verschilt wel per soort wat ze eten, want dieren die in het bos voorkomen eten andere dingen dan dieren die in warmere droge gebieden voorkomen. Het wil niet zeggen dat ze alleen planten eten; een worm, slak of ander klein diertje dat hun pad kruist wordt heus wel gegeten. Moerasschildpadden eten haast alleen maar dierlijk voedsel in hun eerste levensjaren, maar naarmate ze ouder worden eten ze ook waterplanten en ander plantaardig spul dat op of in het water ligt. De meeste zeeschildpadden staan erom bekend dat ze op latere leeftijd alleen maar zeegras eten. 8. EEN PAAR OPMERKELIJKE SCHILDPADDEN. Reuzen: De allergrootste schildpad is de lederschildpad, die kan zeshonderd kilogram wegen en zijn schild wordt twee meter lang. De lederschildpad is een echte zeebewoner. De lederschildpad heeft geen schild maar een leerachtige bedekking op zijn rug waar zeven richels over heen lopen, van de kop naar de staart. Hij trekt enorme afstanden door de zee?n en heel zelden wordt hij in de Noordzee aangetroffen. Er zijn ook reuzen op het land: twee soorten lijken nogal op elkaar, allebei leven ze op een eilandengroep. De ene is de reuzenschildpad op de Gal?pagos-eilanden, dat is een eilandengroep bij Zuid-Amerika. Deze reuzenschildpad wordt meer dan een meter lang en kan wel 350 kilogram zwaar worden. De andere leeft op de Seychellen, een eilanden groep bij Afrika, deze reuzenschildpad word net iets langer en weegt iets meer. Weekschildpadden: Weekschildpadden hebben geen schild maar een soort leerachtige bedekking op de rug. Deze waterbewoners leven op de modderige bodem van ondiepe meren en moerassen. Daar liggen ze veilig dus een schild is niet echt nodig. Dit type schildpadden heeft een hele lange nek en snuit als een vlezige slurf die hij als een snorkel boven het water uit steekt. Zo kan hij uren blijven liggen zonder te bewegen, en als hij adem wil halen doet hij dat gewoon door die zogenaamde snorkel. De alligatorschildpad: Ook de alligatorschildpad kan uren op de bodem van Noord-Amerikaanse meren liggen. Zelfs als hij honger heeft komt deze viseter niet van zijn plaats, hij heeft namelijk een heel handig trucje waarmee hij de vis lokt: aan zijn tong zit een vlezig aanhangsel wat op een worm lijkt, en als hij wil eten dan hoeft hij alleen maar zijn bek open te doen, dan zwemmen de vissen gewoon naar binnen om die heerlijke worm te eten. M?hlenbergschildpad is de kleinste waterschildpad met een carapaxlengte van negen centimeter. 9. DE BESCHERMING VAN DE LANDSCHILDPADDEN. De geschiedenis van de bescherming van de landschildpadden: Vroeger werden er veel Europese landschildpadden ons land ingevoerd. Sinds 1977 is dat verboden omdat de wet BUD (Bedreigde Uitheemse Diersoorten) toen in ons land geldig werd en het houden van schildpadden verbood. Sedertdien kun je ze niet meer in de Nederlandse dierenwinkels kopen. Toch werden er in Nederland nog steeds veel landschildpadden gehouden, die de mensen op de vogeltjesmarkt in Antwerpen gekocht hadden: dat kon omdat Belgi? zich toen nog niet had aangesloten bij de CITES-landen die zich verbinden aan overeenkomsten over beschermde diersoorten. Maar na 1984 mogen er ook in Belgi? geen beschermde diersoorten verkocht worden. De wet BUD is in de loop der tijd veranderd in de wet BUDEP die nu Flora&Fauna wet heet. Toch zijn er nog landschildpadden in Nederland: Ondanks de beschermende maatregelen zijn er nog steeds veel landschildpadden in Nederland, deze schildpadden zijn al voor de wet geldig werd, bij de mensen thuis of uit het buitenland meegenomen. Voor deze dieren heb je een vergunning nodig om ze te mogen houden, als je die niet hebt kunnen de schildpadden in beslag genomen geworden door de douane of de politie. Neem geen schildpadden uit het buitenland mee. Het lijkt leuk maar schildpadden zijn moeilijk te verzorgen in ons koude klimaat. Als je ze in ons land door een tuin laat lopen krijgen ze gauw een longontsteking waaraan ze dood kunnen gaan. De overgang naar ons land is gewoon te groot. NAWOORD: dit is het einde van mijn werkstuk Bronvermelding Cd- rom : encarta encyclopedia 2001 Internet: diverse websites waaronder www.artis.nl www.schildpadden.nl boekje: landschildpadden door Christine Adrian. van hen heb ik informatie gekregen www.schildpaddenopvangcentrum.nl
Voorwoord: HONDIk heb het onderwerp Honden gekozen omdat het over een dier moest gaan. Het zijn ook een van m?n lievelingsdieren. Zelf heb ik ook pas een hond gekregen. Inhoudsopgave: 1. Wat is een hond? 2. Een pup uitzoeken. 3. Je pup zindelijk maken. 4. Eten en drinken. 5. Goede verzorging. 6. Trainen. 7. Gezond houden. 8. Honden krijgen puppy?s. 9. Rassen en gedrag. 1. Wat is een hond: Honden behoren tot een grote groep die zoogdieren worden genoemd. Ze hebben warm bloed en een harige vacht. Puppy?s drinken melk bij hun moeder, dat doen ze aan de tepels. Die zitten onderaan de buik en het zijn er ongeveer 10. Van de zintuigen is het reukorgaan het sterkst ontwikkeld. Het gebit bestaat uit 42 tanden en kiezen. De bek is sterk genoeg om zelfs metaal stuk te kunnen bijten. De hond heeft 4 sterke benen om op te rennen. Waarschijnlijk is de hond 15.000 jaar geleden tot huisdier gemaakt. De primitieve mens gebruikte de hond toen als voedsel, aasopruimers en als waakdieren. Later werd de hond pas gebruikt als hulp bij de jacht en bij het hoeden van kudden. De hond is door zijn natuurlijke geaardheid gemakkelijk te dresseren, waardoor het mogelijk is de hond voor zeer verschillende functies te gebruiken. 2. Een pup uitzoeken: Als puppy?s ongeveer 4 weken oud zijn, mag je het nest gaan bekijken. Je kan pas een pup meenemen als hij minstens 8 weken oud is. Als je een pup kiest moet je er wel een nemen die vriendelijk en gezond is. Bekijk ook de moeder dan weet je hoe groot hij ongeveer wordt. Vraag aan de fokker welk eten hij kreeg en welke inentingen hij heeft gehad. Dat moet je allemaal opschrijven want later wil de dierenarts dat weten. Als je een rashond neemt, vraag dan naar de bijhorende papieren. Als je je hond mee naar huis neemt zorg dan dat je alles in huis hebt, dan voelt hij zich op z?n gemak. Als een pup nog erg klein is, is het moeilijk te zien of het een reutje of een teefje is. Vraag daarom wat het geslacht is. Je kan je pup in een doos laten slapen. Zet de doos op een warme en rustige plek neer. Je kan je pup ook in een speciale puppykooi doen. 3. Je pup zindelijk maken: Je pup zindelijk maken wil zeggen dat je hem leert waar hij z?n behoefte moet doen. De beste manier om hem dat te leren is met behulp van de puppykooi. Als hij geleerd hebt dat het binnen niet mag, moet je hem leren waar het wel mag. De puppykooi is een speciale plek voor je pup. Hij zal die plek nooit vies maken. Maar als het hok erg groot is, zal hij de ene kant gebruiken om op te slapen en de andere kant om z?n behoefte te doen. De beste plaats waar je pup z?n behoefte kan doen, is je eigen tuin. Zoek hiervoor een speciaal plekje op en breng je pup altijd weer naar dezelfde plek terug. Je pup moet plassen en poepen als hij net gegeten heeft, en als hij ?s morgens wakker wordt. Als pups nog erg jong zijn, gaan ze gehurkt zitten om te plassen. Zowel reutjes als teefjes doen dat. Later tillen de reutjes 1 van hun achterpoten op. Teefjes blijven altijd gehurkt zitten. Als je pup z?n behoefte heeft gedaan, moet je hem belonen. Je pup begrijpt dan dat hij het goed gedaan heeft en zal de volgende keer hetzelfde doen. 4. Eten en drinken: Een pup eet vlees en groente. Natuurlijk vindt hij ook andere dingen lekker, maar die zijn vaak niet goed voor hem. Om je pup gezond te houden, moet je hem speciaal hondenvoer geven. Je kunt kiezen tussen vochtig en droog voer. Er is ook vleesmix verkrijgbaar. Dit moet je met ander voedsel mengen om een gezonde maaltijd te krijgen. Het makkelijkst is om je pup compleet voer te geven. Daarin zit alles in wat hij nodig heeft. Dit voedsel kan nat of droog gegeven worden. Droogvoer is erg goed voor de tanden, want daar moeten ze op kauwen. Zorg ervoor dat je pup altijd schoon water heeft, als hij wilt drinken. Zonder schoon water wordt hij ziek. Geef hem nooit priklimonade of vruchtensap. Je kan je pup wel wat melk geven maar nooit teveel, want ze krijgen er slechte ogen van. Van onze etensresten kan je hond ziek worden. Door te vaak hondensnoepjes te geven, gaat je hond zeuren. Geef je pup 3 of 4 keer per dag een klein beetje eten. Als je pup ouder wordt is 2 keer per dag genoeg. Geef het eten direct na je eigen ontbijt en avondmaaltijd. 5. Goede verzorging: Je hond is helemaal bedekt met een vacht. Die harige jas zorgt ervoor dat hij warm blijft. De haren zijn vettig en daardoor kan de onderliggende huid niet nat worden. De hond kan met z?n kop bijna alle plaatsen op z?n lichaam bereiken om schoon te maken. De voortanden gebruikt hij dan als kam en de ruwe tong als dweil. Begin met de rug van de hond te borstelen. Trek de metalen pinnen van de borstel door zijn vacht, vanaf de nek naar de staart. Als je klitten tegenkomt ontwar die dan met je vingers. Daarna naborstelen met de zachte borstel of kam. Kam daarna de benen, de staart, de hals, de buik en de oren van je hond. Verzorg deze lichaamsdelen van je hond elke dag in dezelfde volgorde, dan zul je nooit een deel overslaan. Verzorg hierna nog een keer de rug. Als je hond de hele tijd braaf was beloon hem dan door hem flink te knuffelen. Als je hem altijd zo beloont zal hij het niet meer zo erg vinden elke dag te worden geborsteld. Als je hond kort haar heeft is het voldoende hem elke dag met de speciale hondenhandschoen op te wrijven. De kleine rubberknoppen zullen oud haar, stof en vuil weghalen. 6. Trainen: Je kan je pup bepaalde dingen leren zoals: zitten, volgen of de krant ophalen. Honden leren heel snel, vooral als ze het leuk vinden. Je hond leren zitten is erg makkelijk. Elke keer als je hond z?n achterwerk op de grond zet, zeg je langzaam en duidelijk: zit. Snel zal je hond gaan zitten, als je het bevel zegt: zit. Het is belangrijk om je hond te leren zitten, als jij zelf wegloopt. Hou een vlakke hand voor het gezicht van je hond en zeg luid en duidelijk: blijf. Loop dan langzaam weg en herhaal: blijf. Als je hond je toch volgt moet je opnieuw beginnen. Als je de naam van je hond roept, is het de bedoeling dat hij komt. Gebruik hiervoor een lange lijn totdat je zeker weet dat hij niet wegloopt. Buig voorover, zodat hij je ogen ziet. Wacht even en roep dan z?n naam gevolgd door: kom. Beloon je hond als hij gedaan heeft, wat hij moest doen. Doe dat met een aai of met een omhelzing. Doe dat direct na de oefening, want een hond vergeet gauw wat hij zojuist heeft gedaan. Als je hond iets doet wat niet mag, zeg dan: foei. Je hond zal even zielig kijken maar laat niet merken dat je het zielig vindt. 7. Gezond houden: Het belangrijkste is dat een hond goed verzorgd wordt om hem gezond te houden. Hij moet de juiste voeding krijgen, goed geborsteld worden en regelmatig worden meegenomen voor een wandeling. Ook moet er regelmatig worden gecontroleerd hoe het met de gezondheid van de hond is. Als dat regelmatig wordt gedaan is het direct duidelijk wanneer er iets mis is. De vacht moet ook regelmatig worden gecontroleerd door met de vingers door de haren van de hond te gaan. Die moeten zijdeachtig aanvoelen en niet stinken. De vacht moet ook bekeken worden op verborgen plaatsen, bv onder de staart. Als de hond ligt, kun je zijn nagels en voeten controleren door tussen de tenen en de zoolkussentjes te kijken, want soms zitten daar splinters in. De ogen van de hond moeten ook regelmatig worden gecontroleerd, laat er veel licht in vallen zodat je ze goed kan bekijken. Elk oog moet helder en glanzend zijn. Er mogen geen tranen in een ooghoek zitten. Onderzoek of er niets in de bek van de hond is blijven steken. Houd met de ene hand zijn snuit vast en met de andere zijn kaak. Beweeg nu beide handen langzaam uit elkaar om de bek te openen. De oren van de hond moeten ook regelmatig gecontroleerd worden. Dat doe je door het slappe deel ervan ( flap) achterover te leggen, zodat je beter in het harige oorgat kan kijken. Het oor moet schoon zijn, als het stinkt kan de hond ziek zijn. De tanden van de hond moeten ook goed onderhouden worden door ze iedere dag met hondentandpasta en een speciale hondentandenborstel aan de buitenkant van de tanden te poetsen. 8. Honden krijgen puppy?s: Teven krijgen puppy?s. Als ze volwassen zijn en ze worden door een reu gedekt, dan krijgen ze 9 weken later een nest. Als alle teven een nest zouden krijgen, zouden er veel teveel honden komen. Daarom laten veel mensen hun teefje niet dekken of geven haar de pil tegen loopsheid (vruchtbaarheid). De dierenarts kan door een operatie de teef onvruchtbaar maken. Pups worden met gesloten ogen geboren en ze kunnen niets horen. Ze ruiken hun moeder en kruipen tegen haar aan om melk te drinken. De moeder likt hun om ze schoon te houden. Na ongeveer 5 weken zijn de pups al aardig gegroeid. De meeste tijd spelen ze met hun broertjes of zusjes. Ze rennen veel rond ook al staan ze nog niet stevig op hun benen en vallen ze soms om. Ze spelen en slapen veel en leren veel dingen voor later. Na ongeveer 1 jaar is de pup een volwassen hond geworden. 9. Rassen en gedrag: Hondenrassen zijn over de hele wereld te vinden. Doordat de mens behoefte had aan een hond als hulp bij een bepaald soort werk is men zich gaan toeleggen op het fokken van honden. Bij het fokken wordt in de eerste plaats rekening gehouden met de aard en aanleg van de hond en in de tweede plaats met het uiterlijk. Een raszuivere hond is een hond waarvan de ouders tot hetzelfde ras behoren en waarbij vanaf de erkenning van het ras geen andere rassen zijn ingekruist. In Nederland worden rashonden ingedeeld in: Schapenhoeders en veedrijvers Dogachtigen, pinchers en schnauzers Terri?rs Teckels Keeshonden Drijvende honden, zoals de Bassets, Beagles, Brakken Staande honden, zoals Brakken en Setters Opjagende en apporterende vogel- en waterhonden, zoals de Rerievers en Spani?ls Gezelschaps- en dwerghonden Windhonden Er zijn honden die veel beweging nodig hebben, terwijl andere juist lui zijn. Sommige honden zijn goede wakers en sommige vinden spelen weer leuk. Er zijn honden die vinden dat ze veel te vertellen hebben. Ze kunnen soms uren achter elkaar blaffen en keffen. Vaak zijn de kleinste honden het luidruchtigst. Veel rashonden zijn vriendelijk en trouw. Ze houden ervan een spelletje te spelen en aangehaald te worden. Je kunt ze overal mee naar toe nemen, ze vinden alles best en maken nooit problemen. Er zijn veel honden die graag hun hersens gebruiken. Ze moeten dan ook altijd iets te doen hebben, anders vervelen ze zich. Sommige honden zijn makkelijk te dresseren. Over een hindernis springen vinden ze een heerlijke uitdaging. Niet alle honden, groot of klein, zijn altijd vriendelijk. Ze houden er niet van dat een vreemde hun bevelen geeft. Sommige honden maken ook niet gauw vrienden, ze blijven wantrouwig. Veel van deze honden zijn niet geschikt voor een druk gezin, maar zijn wel goede waakhonden. Nawoord: Ik vond het leuk om dit verslag te maken. Ik heb er veel van geleerd wat ik weer kan gebruiken voor mijn eigen hond. Ik vond het niet zo moeilijk om dit verslag te maken.
?
Dit is Dezy
Dezy is mijn hond.Ze is een meisje.Ze is gekasterirt
Pado en padodientje zijn mijn schildpaden.