Werkstuk: Romeinse Rijk
Werkstuk , basisschool, groep 7
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 - Inleiding blz. 2
Hoofdstuk 2 - Het Romeinse Rijk blz. 3
Hoofdstuk 3 - Het Romeinse legioen blz. 5
Hoofdstuk 4 - Romeinse goden blz. 7
Hoofdstuk 5 - Romeinse keizers blz. 9
Hoofdstuk 6 - Circus en theaters blz.11
Hoofdstuk 7 - Romeinse Rijk valt uiteen blz.14
Hoofdstuk 8 - Wat heb ik er van geleerd? blz.16
Hoofdstuk 9 - Bronvermelding blz.17
Eindtekening blz.18
Hoofdstuk 1- Inleiding
Ik heb dit onderwerp gekozen omdat het interessant is (vind ik) en ik wist er al veel van af. Ik heb ook twee boeken over het Oude Rome gehad toen we vorig jaar naar Itali? op vakantie gingen. Ik heb de boeken helemaal doorgelezen en het leek me niet zo heel moeilijk onderwerp (wel een beetje hoor). Ik vond het erg leuk in Rome en ik vond het ook h????????l leuk om er rond te wandelen. Daarom weet ik er ook zo veel van af. We hebben toen heel veel gebouwen uit de Romeinse tijd bezocht, dus daarom vond ik het wel leuk om er nu een werkstuk over te maken. Bovendien heb ik vorige keer een werkstuk over het Oude Egypte gemaakt en toen bleek dat er ook veel over de Romeinse tijd te vertellen is. Dat ga ik nu doen!
Hoofdstuk 2 - Het Romeinse Rijk
Het Romeinse Rijk is begonnen met de stad Rome. Volgens een verhaal is Rome gesticht in 753 voor Christus door Romulus en Remus.
Romulus en Remus werden samen opgevoed door een wolvin. Toen ze wat groter waren geworden, wilden ze een stad beginnen.
Wolvin met Romulus en Remus
Ze maakten de stad en toen hij klaar was, moest er een koning komen. Maar wie werd de koning? Ze gingen op een heuvel zitten en wachten op een teken van de goden. Toen vlogen er zes gieren over Remus heen en hij dacht dat hij koning mocht worden maar daarna vlogen er twaalf gieren over Romulus. En Romulus zei: ?Ik mag koning worden. De gieren hebben mij aangewezen!? En hij bouwde een muur om de stad en zei: ?Wie er over mijn muur heen springt, sla ik dood?. Remus dacht dat het een grapje was en zei: ?Noem je dat een muur?? Toen sprong hij over de muur heen. Romulus werd zo boos dat hij een tak pakte en sloeg Remus dood. Toen zei hij: ?Dit staat iedereen te wachten die ook over de muur heen springt.? En na Romulus kwamen nog veel meer keizers, maar dat lees je in hoofdstuk 5. (De Romeinse Keizers)
De stad Rome is op zeven heuvels gebouwd. Rome werd eerst bewoond door boeren. Daarna breidde de stad uit en werd het een koninkrijk. De Romeinen werden steeds machtiger en wilden meer land hebben. Op een gegeven moment hadden ze de macht in heel Itali? en later zelfs over het hele Middellandse Zeegebied.
Het Romeinse Rijk
Hoofdstuk 3 - Het Romeinse legioen
Na Romulus en Remus werd Rome groter en had dus een leger nodig om de stad te beschermen maar ook om meer landen in te nemen zodat het Romeinse Rijk nog groter werd. Legioenen bestaan uit cohorten. Elk cohort bestaat uit drie compagnie?n of vaandels en elk vaandel bestaat uit twee centuries, of twee centurions (??n centurion is baas over honderd man). Op elk vaandel staat SPQR en dat betekent Senatus Populus Que Romanus (= senaat van het volk van Rome). Aan het vaandel kun je dus zien dat het Romeinen zijn. De Romeinen hadden ook handige vecht- technieken.
De vijand van de Romeinen stormde gewoon op de ander af en droeg ook geen harnas ofzo. De Romeinen waren veel beter beschermd en gebruikten slimme wapens, zoals speren waarvan de punt afbrak als de vijand was geraakt. De vijand kon dan de speer niet meer zelf gebruiken.
Als je in het leger wilde, moest je twintig jaar in het leger blijven. Daarna mocht je stoppen en kreeg je een stukje grond om je huis op te bouwen. En je kreeg twee-zevende deel van je salaris (=soldij) dat ze bewaard hadden voor je.
Tijdens een gevecht bij Londen vochten de Romeinen onder leiding van Paulinus met 10.000 soldaten tegen koningin Boudicca die een leger had van 100.000 soldaten.
En wie denk je dat er won? Paulinus, omdat hij goed getrainde mannen had en een georganiseerd leger en slimme vecht-technieken.
Als er een oorlog gewonnen was, werd er een triomfboog gebouwd en de soldaten liepen er dan altijd onderdoor als teken van overwinning.
Triomfboog
Hoofdstuk 4 - Romeinse Goden
Romeinen hebben een heleboel goden en godinnen. De belangrijkste zijn:
Apollo - god van de zon, het licht en geluk.
Bachchus - god van de wijn
Ceres - godin van de landbouw
Diana - godin van de maan en de jacht
Janus - god van een nieuw begin, het eerste uur van de dag, de eerste dag van de maand, enzovoort
Jupiter - god van de hemel en koning van de goden
Juno - godin van het huwelijk
Mars - god van de oorlog
Mercurius - god van de handel en communicatie
Minerva - godin van kunst en oorlog
Neptunus - god van de zee
Pluto - god van de onderwereld
Saturnus - god van de landbouw
Venus - godin van de liefde
Vesta - godin van het gezin en het huis.
Vulcanus - god van het vuur en de metaalbewerking
Elke god of godin heeft herkenningsymbolen zoals Juno die een pauw en een granaatappel als symbool heeft. De Romeinen hebben ook goden van de Grieken overgenomen zoals Jupiter die hetzelfde als was als de Griekse Zeus. Keizers die dood gingen, werden soms ook tot een god verheven. Er werden ook prachtige beelden van goden gemaakt.
Jupiter Venus
Het Christendom werd bijna tegelijk met het Romeinse Rijk gesticht. Christelijke mensen weigerden vaak om de Romeinse goden te aanbidden en werden daarvoor vermoord of vervolgd. Toch kreeg het Christendom steeds meer volgelingen en in 313 werd het Christendom de offici?le godsdienst.
Hoofdstuk 5 - Romeinse Keizers
Het Romeinse Rijk is pas in 27 voor Christus een keizerrijk geworden. In 60 voor Christus ontstond er het eerste driemanschap dat het Romeinse Rijk bestuurde. Het driemanschap werd gemaakt door Pompejus, Crassus en Caesar. Caesar en Pompejus waren alletwee een soort generaal en hun een eigen leger. In 53 voor Christus ging Crassus dood en Pompejus kreeg steeds meer invloed in de senaat. Dat beviel Caesar niet dus ontstond er een burgeroorlog. De oorlog duurde 4 jaar, van 49 tot 45 voor Christus. Caesar versloeg Pompejus en doodde hem, maar erg lang duurde het niet voor hij zelf werd verslagen door Brutus (die was benoemd door zijn zoon) en Cassius.
Toen Caesar zag dat Brutus hem wou vermoorden, zei Caesar de bekende woorden: ?Ook gij Brutus??
Keizer Augustus
Na Caesar kwamen Brutus en Cassius aan de macht en zij werden ook weer vermoord door het tweede driemanschap dat uit Octavianus, Lepidus en Antonius bestond. Octavianus was de aangenomen zoon van Caesar. Met zijn drie?n versloegen zij Cassius en Brutus. Ze verdeelden het rijk in drie?n, maar al gauw werd Lepidus uit de macht gezet en was Antonius de baas in het oosten en Octavianus in het westen van het Romeinse Rijk.
Antonius werd verliefd op Cleopatra VII, een Egyptische koningin en hij deed alles wat ze wilde. Dat gaf problemen met Octavianus. In een derde burgeroorlog versloeg Octavianus dus Antonius en Cleopatra. Nu was hij alleen de baas en hij liet zichzelf princeps noemen. Dat betekent de eerste. Hij kreeg van de senaat de eretitel Augustus en werd daarmee de eerste keizer in 27 voor Christus. Hij zorgde goed voor het Romeinse Rijk en de Romeinen en er werden bijna geen oorlogen meer gevoerd. In 14 na Chr. gaat Augustus dood en na keizer Tiberius kwam keizer Caligula. Deze keizer vond dat hij een god was en hij had erg gemene grapjes. Tijdens het offer van een dier moest keizer Caligula het dier verdoven door met een hamer op het hoofd te slaan. Naast het dier stond een priester om het arme dier de keel door te snijden. Maar wat deed Caligula? Hij sloeg de priester op zijn hoofd die natuurlijk meteen dood was. Het dier bleef leven.
Dat Caligula gek was bleek wel toen hij zijn paard tot consul benoemde.
Keizer Caligula
Hoofdstuk 6 - Circus en Theaters
De Romeinen hielden ervan om vermaakt te worden. Wat ze erg leuk vonden om naar te kijken was het wagenrennen (een soort renwedstrijd). De renbaan heette een hypodroom. De wedstrijd wordt gehouden met paarden en wie het eerste bij de finish is, heeft zoals gewoonlijk gewonnen. In het Colosseum werden er gladiatoren gevechten gehouden. Dat gaat zo: twee gladiatoren vechten met elkaar, eentje wint en dan steekt de keizer zijn duim op of omgekeerd. Als hij zijn duim naar beneden hield, kwamen er leeuwen en ging de gladiator ook dood. Als de keizer zijn duim omhoog hield, mocht de gladiator blijven leven. Waarschijnlijk komt onze duim omhoog als je iets goed hebt gedaan, daarvandaan. Wat voor de gladiatoren belangrijk was om te zorgen dat de keizer zijn duim niet naar beneden zou doen, was je geliefd maken bij de toeschouwers. Dan gingen de gladiatoren heel mooi en spannend vechten, zodat de toeschouwers het jammer zouden vinden dat zo?n goede gladiator dood zou gaan.
Gladiatoren in gevecht
Het Colosseum in Rome is heel erg beroemd en er komen altijd veel mensen kijken als ze in Rome zijn. Wij zijn er ook geweest en het is heel erg groot. Er konden 55.000 mensen zitten. De helft van het Colosseum staat nog overeind. De vloer van het Colosseum is er niet meer, maar nu kun je heel goed zien hoe de ondergrondse gangen lopen waar de gladiatoren en de dieren moesten wachten voor de wedstrijd.
Vooraanzicht van het Colosseum
Het Colosseum werd in opdracht van keizer Vespanianus gebouwd, maar hij was al dood toen het gebouw af was. In ongeveer 70 na Christus was het Colosseum klaar. De Spelen die er werden gehouden waren echt een groot vermaak voor de Romeinen die door deze vrijetijdsbesteding minder snel in opstand kwamen. De keizer maakte zich ook erg populair door de toegang gratis te maken.
De gangen van het Colosseum
De Romeinen hadden niet veel goede toneelschrijvers, behalve Seneca. De Romeinen vonden eigenlijk vooral komedies erg leuk en die waren meestal van Griekse stukken afgeleid. De acteurs waren meestal slaven en droegen maskers met overdreven gezichtsuitdrukkingen zodat de mensen konden zien wat ze moesten uitbeelden.
Hoofdstuk 7 ? Romeinse Rijk valt uiteen
Het Romeinse Rijk is uiteengevallen in de derde eeuw omdat er ruzie was tussen de legeraanvoerders wie van hen de volgende keizer zou mogen worden. Ook de legers werden minder groot omdat de mensen liever niet meer wilden vechten. Het Romeinse Rijk was erg groot dus werd het moeilijker om steeds de grenzen van het Rijk te verdedigen. Alles werd steeds duurder, zoals het voedsel en de mensen begonnen steeds meer te klagen. De aanvallen van de vijanden van het Rijk gingen steeds verder totdat zelfs Rome werd aangevallen door Westgoten in 410 na Christus. De legioenen moesten terug om Rome te beschermen maar toen werden de legioenen die nog buiten Rome waren, verslagen en de Westgoten gingen Rome bezetten.
Keizer Constantijn de Grote die het Christendom als staatsgodsdienst invoerde, verplaatste de hoofdstad van het Romeinse Rijk van Rome naar Byzantium, een stad in het Oosten. Hij wilde daar een stad bouwen die net zo fantastisch was als Rome. Die stad noemde hij Constantinopel (naar zichzelf). Rome was het centrum van het Christendom in het Westen en Constantinopel in het Oosten. Dat is 1000 jaar zo gebleven totdat in 1453 het een islamitische stad werd en Istanbul ging heten. De stad ligt in Turkije.
Hoofdstuk 8 - Wat heb ik er van geleerd?
Ik vond het erg leuk om dit werkstuk te maken en heb er ook veel van geleerd. Een heleboel dingen wist ik toch niet, zoals hoe het zat hoe het Romeinse Rijk uit elkaar is gevallen. Ik vond het vorig jaar zomer in Rome heel erg mooi en heb toen heel veel oude gebouwen gezien die ik hier niet heb opgenoemd, maar die wel erg mooi waren. Er is gewoon heel veel te vertellen over Rome en ik heb de dingen verteld die mij nu het leukste leken en het belangrijkste.
Ik heb nu bijna alles zelf getypt en dat was wel erg veel werk. Mijn moeder heeft de taalfouten eruit gehaald maar heeft mij ook laten zien hoe dat op de computer gaat met de spellingscorrectie. Maar ik kon haar ook laten zien hoe het moest met plaatjes netjes invoegen en de tekst in de tekstbalk maken.
Jammer genoeg gaan we dit jaar niet weer naar Rome, maar het was wel erg duur om daar als toerist rond te lopen en de camping (Tiber) in Rome was erg druk en vies. Maar ik ga zeker nog een keer naar Rome, want we hebben lang niet alles goed bekeken omdat het zo vreselijk warm was.
Hoofdstuk 9 - Bronvermelding
1. John Malam: Het oude Rome, Sporen uit het verleden, Uitgeverij Corona, 2001
2. Neil Grant: Zo leefde men in Het Oude Rome, Uitgeverij de Lantaarn, 2001
3. Reisgids voor de jeugd, Itali?. ANWB, Uitgeverij Lannoo NV, 1996
4. Terry Deary: Die rare Romeinen, Uitgeverij Kluitman: MCMXCIV
5. Encarta 1999
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 - Inleiding blz. 2
Hoofdstuk 2 - Het Romeinse Rijk blz. 3
Hoofdstuk 3 - Het Romeinse legioen blz. 5
Hoofdstuk 4 - Romeinse goden blz. 7
Hoofdstuk 5 - Romeinse keizers blz. 9
Hoofdstuk 6 - Circus en theaters blz.11
Hoofdstuk 7 - Romeinse Rijk valt uiteen blz.14
Hoofdstuk 8 - Wat heb ik er van geleerd? blz.16
Hoofdstuk 9 - Bronvermelding blz.17
Eindtekening blz.18
Hoofdstuk 1- Inleiding
Ik heb dit onderwerp gekozen omdat het interessant is (vind ik) en ik wist er al veel van af. Ik heb ook twee boeken over het Oude Rome gehad toen we vorig jaar naar Itali? op vakantie gingen. Ik heb de boeken helemaal doorgelezen en het leek me niet zo heel moeilijk onderwerp (wel een beetje hoor). Ik vond het erg leuk in Rome en ik vond het ook h????????l leuk om er rond te wandelen. Daarom weet ik er ook zo veel van af. We hebben toen heel veel gebouwen uit de Romeinse tijd bezocht, dus daarom vond ik het wel leuk om er nu een werkstuk over te maken. Bovendien heb ik vorige keer een werkstuk over het Oude Egypte gemaakt en toen bleek dat er ook veel over de Romeinse tijd te vertellen is. Dat ga ik nu doen!
Hoofdstuk 2 - Het Romeinse Rijk
Het Romeinse Rijk is begonnen met de stad Rome. Volgens een verhaal is Rome gesticht in 753 voor Christus door Romulus en Remus.
Romulus en Remus werden samen opgevoed door een wolvin. Toen ze wat groter waren geworden, wilden ze een stad beginnen.
Wolvin met Romulus en Remus
Ze maakten de stad en toen hij klaar was, moest er een koning komen. Maar wie werd de koning? Ze gingen op een heuvel zitten en wachten op een teken van de goden. Toen vlogen er zes gieren over Remus heen en hij dacht dat hij koning mocht worden maar daarna vlogen er twaalf gieren over Romulus. En Romulus zei: ?Ik mag koning worden. De gieren hebben mij aangewezen!? En hij bouwde een muur om de stad en zei: ?Wie er over mijn muur heen springt, sla ik dood?. Remus dacht dat het een grapje was en zei: ?Noem je dat een muur?? Toen sprong hij over de muur heen. Romulus werd zo boos dat hij een tak pakte en sloeg Remus dood. Toen zei hij: ?Dit staat iedereen te wachten die ook over de muur heen springt.? En na Romulus kwamen nog veel meer keizers, maar dat lees je in hoofdstuk 5. (De Romeinse Keizers)
De stad Rome is op zeven heuvels gebouwd. Rome werd eerst bewoond door boeren. Daarna breidde de stad uit en werd het een koninkrijk. De Romeinen werden steeds machtiger en wilden meer land hebben. Op een gegeven moment hadden ze de macht in heel Itali? en later zelfs over het hele Middellandse Zeegebied.
Het Romeinse Rijk
Hoofdstuk 3 - Het Romeinse legioen
Na Romulus en Remus werd Rome groter en had dus een leger nodig om de stad te beschermen maar ook om meer landen in te nemen zodat het Romeinse Rijk nog groter werd. Legioenen bestaan uit cohorten. Elk cohort bestaat uit drie compagnie?n of vaandels en elk vaandel bestaat uit twee centuries, of twee centurions (??n centurion is baas over honderd man). Op elk vaandel staat SPQR en dat betekent Senatus Populus Que Romanus (= senaat van het volk van Rome). Aan het vaandel kun je dus zien dat het Romeinen zijn. De Romeinen hadden ook handige vecht- technieken.
De vijand van de Romeinen stormde gewoon op de ander af en droeg ook geen harnas ofzo. De Romeinen waren veel beter beschermd en gebruikten slimme wapens, zoals speren waarvan de punt afbrak als de vijand was geraakt. De vijand kon dan de speer niet meer zelf gebruiken.
Als je in het leger wilde, moest je twintig jaar in het leger blijven. Daarna mocht je stoppen en kreeg je een stukje grond om je huis op te bouwen. En je kreeg twee-zevende deel van je salaris (=soldij) dat ze bewaard hadden voor je.
Tijdens een gevecht bij Londen vochten de Romeinen onder leiding van Paulinus met 10.000 soldaten tegen koningin Boudicca die een leger had van 100.000 soldaten.
En wie denk je dat er won? Paulinus, omdat hij goed getrainde mannen had en een georganiseerd leger en slimme vecht-technieken.
Als er een oorlog gewonnen was, werd er een triomfboog gebouwd en de soldaten liepen er dan altijd onderdoor als teken van overwinning.
Triomfboog
Hoofdstuk 4 - Romeinse Goden
Romeinen hebben een heleboel goden en godinnen. De belangrijkste zijn:
Apollo - god van de zon, het licht en geluk.
Bachchus - god van de wijn
Ceres - godin van de landbouw
Diana - godin van de maan en de jacht
Janus - god van een nieuw begin, het eerste uur van de dag, de eerste dag van de maand, enzovoort
Jupiter - god van de hemel en koning van de goden
Juno - godin van het huwelijk
Mars - god van de oorlog
Mercurius - god van de handel en communicatie
Minerva - godin van kunst en oorlog
Neptunus - god van de zee
Pluto - god van de onderwereld
Saturnus - god van de landbouw
Venus - godin van de liefde
Vesta - godin van het gezin en het huis.
Vulcanus - god van het vuur en de metaalbewerking
Elke god of godin heeft herkenningsymbolen zoals Juno die een pauw en een granaatappel als symbool heeft. De Romeinen hebben ook goden van de Grieken overgenomen zoals Jupiter die hetzelfde als was als de Griekse Zeus. Keizers die dood gingen, werden soms ook tot een god verheven. Er werden ook prachtige beelden van goden gemaakt.
Jupiter Venus
Het Christendom werd bijna tegelijk met het Romeinse Rijk gesticht. Christelijke mensen weigerden vaak om de Romeinse goden te aanbidden en werden daarvoor vermoord of vervolgd. Toch kreeg het Christendom steeds meer volgelingen en in 313 werd het Christendom de offici?le godsdienst.
Hoofdstuk 5 - Romeinse Keizers
Het Romeinse Rijk is pas in 27 voor Christus een keizerrijk geworden. In 60 voor Christus ontstond er het eerste driemanschap dat het Romeinse Rijk bestuurde. Het driemanschap werd gemaakt door Pompejus, Crassus en Caesar. Caesar en Pompejus waren alletwee een soort generaal en hun een eigen leger. In 53 voor Christus ging Crassus dood en Pompejus kreeg steeds meer invloed in de senaat. Dat beviel Caesar niet dus ontstond er een burgeroorlog. De oorlog duurde 4 jaar, van 49 tot 45 voor Christus. Caesar versloeg Pompejus en doodde hem, maar erg lang duurde het niet voor hij zelf werd verslagen door Brutus (die was benoemd door zijn zoon) en Cassius.
Toen Caesar zag dat Brutus hem wou vermoorden, zei Caesar de bekende woorden: ?Ook gij Brutus??
Keizer Augustus
Na Caesar kwamen Brutus en Cassius aan de macht en zij werden ook weer vermoord door het tweede driemanschap dat uit Octavianus, Lepidus en Antonius bestond. Octavianus was de aangenomen zoon van Caesar. Met zijn drie?n versloegen zij Cassius en Brutus. Ze verdeelden het rijk in drie?n, maar al gauw werd Lepidus uit de macht gezet en was Antonius de baas in het oosten en Octavianus in het westen van het Romeinse Rijk.
Antonius werd verliefd op Cleopatra VII, een Egyptische koningin en hij deed alles wat ze wilde. Dat gaf problemen met Octavianus. In een derde burgeroorlog versloeg Octavianus dus Antonius en Cleopatra. Nu was hij alleen de baas en hij liet zichzelf princeps noemen. Dat betekent de eerste. Hij kreeg van de senaat de eretitel Augustus en werd daarmee de eerste keizer in 27 voor Christus. Hij zorgde goed voor het Romeinse Rijk en de Romeinen en er werden bijna geen oorlogen meer gevoerd. In 14 na Chr. gaat Augustus dood en na keizer Tiberius kwam keizer Caligula. Deze keizer vond dat hij een god was en hij had erg gemene grapjes. Tijdens het offer van een dier moest keizer Caligula het dier verdoven door met een hamer op het hoofd te slaan. Naast het dier stond een priester om het arme dier de keel door te snijden. Maar wat deed Caligula? Hij sloeg de priester op zijn hoofd die natuurlijk meteen dood was. Het dier bleef leven.
Dat Caligula gek was bleek wel toen hij zijn paard tot consul benoemde.
Keizer Caligula
Hoofdstuk 6 - Circus en Theaters
De Romeinen hielden ervan om vermaakt te worden. Wat ze erg leuk vonden om naar te kijken was het wagenrennen (een soort renwedstrijd). De renbaan heette een hypodroom. De wedstrijd wordt gehouden met paarden en wie het eerste bij de finish is, heeft zoals gewoonlijk gewonnen. In het Colosseum werden er gladiatoren gevechten gehouden. Dat gaat zo: twee gladiatoren vechten met elkaar, eentje wint en dan steekt de keizer zijn duim op of omgekeerd. Als hij zijn duim naar beneden hield, kwamen er leeuwen en ging de gladiator ook dood. Als de keizer zijn duim omhoog hield, mocht de gladiator blijven leven. Waarschijnlijk komt onze duim omhoog als je iets goed hebt gedaan, daarvandaan. Wat voor de gladiatoren belangrijk was om te zorgen dat de keizer zijn duim niet naar beneden zou doen, was je geliefd maken bij de toeschouwers. Dan gingen de gladiatoren heel mooi en spannend vechten, zodat de toeschouwers het jammer zouden vinden dat zo?n goede gladiator dood zou gaan.
Gladiatoren in gevecht
Het Colosseum in Rome is heel erg beroemd en er komen altijd veel mensen kijken als ze in Rome zijn. Wij zijn er ook geweest en het is heel erg groot. Er konden 55.000 mensen zitten. De helft van het Colosseum staat nog overeind. De vloer van het Colosseum is er niet meer, maar nu kun je heel goed zien hoe de ondergrondse gangen lopen waar de gladiatoren en de dieren moesten wachten voor de wedstrijd.
Vooraanzicht van het Colosseum
Het Colosseum werd in opdracht van keizer Vespanianus gebouwd, maar hij was al dood toen het gebouw af was. In ongeveer 70 na Christus was het Colosseum klaar. De Spelen die er werden gehouden waren echt een groot vermaak voor de Romeinen die door deze vrijetijdsbesteding minder snel in opstand kwamen. De keizer maakte zich ook erg populair door de toegang gratis te maken.
De gangen van het Colosseum
De Romeinen hadden niet veel goede toneelschrijvers, behalve Seneca. De Romeinen vonden eigenlijk vooral komedies erg leuk en die waren meestal van Griekse stukken afgeleid. De acteurs waren meestal slaven en droegen maskers met overdreven gezichtsuitdrukkingen zodat de mensen konden zien wat ze moesten uitbeelden.
Hoofdstuk 7 ? Romeinse Rijk valt uiteen
Het Romeinse Rijk is uiteengevallen in de derde eeuw omdat er ruzie was tussen de legeraanvoerders wie van hen de volgende keizer zou mogen worden. Ook de legers werden minder groot omdat de mensen liever niet meer wilden vechten. Het Romeinse Rijk was erg groot dus werd het moeilijker om steeds de grenzen van het Rijk te verdedigen. Alles werd steeds duurder, zoals het voedsel en de mensen begonnen steeds meer te klagen. De aanvallen van de vijanden van het Rijk gingen steeds verder totdat zelfs Rome werd aangevallen door Westgoten in 410 na Christus. De legioenen moesten terug om Rome te beschermen maar toen werden de legioenen die nog buiten Rome waren, verslagen en de Westgoten gingen Rome bezetten.
Keizer Constantijn de Grote die het Christendom als staatsgodsdienst invoerde, verplaatste de hoofdstad van het Romeinse Rijk van Rome naar Byzantium, een stad in het Oosten. Hij wilde daar een stad bouwen die net zo fantastisch was als Rome. Die stad noemde hij Constantinopel (naar zichzelf). Rome was het centrum van het Christendom in het Westen en Constantinopel in het Oosten. Dat is 1000 jaar zo gebleven totdat in 1453 het een islamitische stad werd en Istanbul ging heten. De stad ligt in Turkije.
Hoofdstuk 8 - Wat heb ik er van geleerd?
Ik vond het erg leuk om dit werkstuk te maken en heb er ook veel van geleerd. Een heleboel dingen wist ik toch niet, zoals hoe het zat hoe het Romeinse Rijk uit elkaar is gevallen. Ik vond het vorig jaar zomer in Rome heel erg mooi en heb toen heel veel oude gebouwen gezien die ik hier niet heb opgenoemd, maar die wel erg mooi waren. Er is gewoon heel veel te vertellen over Rome en ik heb de dingen verteld die mij nu het leukste leken en het belangrijkste.
Ik heb nu bijna alles zelf getypt en dat was wel erg veel werk. Mijn moeder heeft de taalfouten eruit gehaald maar heeft mij ook laten zien hoe dat op de computer gaat met de spellingscorrectie. Maar ik kon haar ook laten zien hoe het moest met plaatjes netjes invoegen en de tekst in de tekstbalk maken.
Jammer genoeg gaan we dit jaar niet weer naar Rome, maar het was wel erg duur om daar als toerist rond te lopen en de camping (Tiber) in Rome was erg druk en vies. Maar ik ga zeker nog een keer naar Rome, want we hebben lang niet alles goed bekeken omdat het zo vreselijk warm was.
Hoofdstuk 9 - Bronvermelding
1. John Malam: Het oude Rome, Sporen uit het verleden, Uitgeverij Corona, 2001
2. Neil Grant: Zo leefde men in Het Oude Rome, Uitgeverij de Lantaarn, 2001
3. Reisgids voor de jeugd, Itali?. ANWB, Uitgeverij Lannoo NV, 1996
4. Terry Deary: Die rare Romeinen, Uitgeverij Kluitman: MCMXCIV
5. Encarta 1999