Werkstuk: Roeien
Inleiding
Sport heeft voor de meeste mensen wel een betekenis. Voor de ??n wat meer dan voor de ander. Zo heb je mensen die elke dag hun hond uitlaten en vinden dat ze sportief zijn bezig geweest. Aan de andere kant heb je topsporters die dag en nacht met hun sport bezig zijn, of ze daar nu geld mee verdienen of niet. Daartussen zitten de mensen die een aantal dagen per week op de sportclub vertoeven. Ik ben iemand van de tweede categorie en ben echt helemaal verslaafd aan mijn sport (ROEIEN), zelfs zo erg dat de sport een groot deel van mijn leven heeft bepaald. Nu probeer ik in mijn werkstuk u zo goed mogelijk verslag van te doen en u de weg te wijzen in de roei-wereld. Hierbij maak ik gebruik van een autobiografisch gedeelte opgevolgd door een technische blik op het roeien met als afsluiting de geschiedenis van deze geweldige sport. Als u na het lezen nog vragen heeft dan kunt altijd bij mij terecht voor tekst en uitleg over het geschreven onderwerp.
Leuk & niet leuk
Ik vind iets leuk als het niet te gedwongen wordt gebracht. En als ik hetgeen ook nog een beetje kan en begrijp helpt dat mee aan mijn humeur. Bijv.: zang vind ik niet leuk, maar je moet wel op zo?n moment zet ik me snel af tegen de leraar en de les waardoor weer conflicten ontstaan. Roeien daaren tegen is eigenlijk ook verplicht, maar aan de andere kant is het je hobby . Dus als ik morgen zeg dat ik er mee stop levert dat geen bezwaar op. Maar waarom zou ik stoppen, want dan ben ik eigenlijk net zo?n watje als de rest die er na twee jaar mee ophield en daar wil ik niet mee vergeleken worden. Als je in een groep bent, ben je als groep erg sterk en sleep je elkaar mee, maar aan de andere kant ben je elkaars tegenstander. Dat is natuurlijk voor de prestatie op sportgebied en op school erg belangrijk. Want het is nog altijd zo dat je niet minder wilt zijn als een ander. Als ik in een groep goed moet kunnen functioneren, dan moet die groep niet te groot zijn; tussen de vijf en zeven personen. Het liefst moeten wij dezelfde interesses hebben en hetzelfde doel nastreven. Met mijn sport lukt dat ook prima maar, op school zijn de verschillen te groot en kom ik minder tot mijn recht. Zoals eerder gezegd kwam ik in de roeigroep het beste tot mijn recht. En bovendien is het mijn tweede natuur om overal wat van te zeggen dus ook hier, vandaar mijn conflicten met de coach. Uiteindelijk zijn er van de zeven jongens waar we mee begonnen vijf gestopt omdat ze het gewoon niet meer aankonden of niet meer leuk vonden.
Om terug te komen op wat ik niet en wel leuk vind, liet ik me hierdoor niet uit het veld slaan, omdat ik roeien echt het einde vindt en hier ook later mee door wil gaan en ooit nog eens een W.K. wil roeien. Omdat die ambitie bij de deze jongens niet aanwezig was, hielden ze zich veelal met andere dingen bezig zoals uitgaan. Maar dat is er dus echt niet bij als je zeven keer per week traint en je gaat ineens laat naar bed. Benjamin en ik hebben dat een keer geweten, de dag voor een wedstrijd hadden we een feestje, het was nog niet eens zo laat geworden maar toch voelden we het de volgende dag wel. Het roeien had er onder geleden en dat was meteen de laatste keer. Dit betekent niet, dat we nergens meer naar toe gaan. Maar er is wel eerst overleg voordat we een besluit nemen. Het is zelfs zo erg dat als de ??n geen zin heeft de ander meestal dan ook maar niet gaat.
In het laatste roei-jaar had ik het gevoel van onrechtvaardigheid. Dit gevoel heb ik ook buiten het roeien. Vooral op school heb ik meestal wel wat op te bemerken over de manier van les geven of over straffen die gegeven worden. Meestal heeft het dan met mijzelf of met vrienden te maken anders interesseert het me niet. Ik hou er van om te praten, dat zit gewoon in me, meestal gaat het nergens over en klets ik maar wat. Op deze manier trek ik vaak de aandacht naar me toe, bewust en toch onbewust. Maar ik denk er wel bij na, want ik weet wel wanneer er iets wel gezegd kan worden en niet. Zoals bijvoorbeeld bij het eten in Duitsland haalde ik het wel uit mijn hoofd om het grootste woord te hebben. Dat heeft ook met respekt te maken. Als ik samen met mensen ben die het zelfde doen als ik (school en roeien) en daar beter in zijn dan ik, probeer ik me meestal wat in te houden en de ander zo veel mogelijk aan het woord te laten. Op school ligt dat net iets anders dan bij het roeien, want daar ben ik in een grote groep en val ik minder op, en is het dus niet zo erg als je iets verkeerds zegt of zoals het vaak het geval is een domme opmerking maakt....
Ritme
Even iets heel anders ?ritme?. Ritme vind men niet alleen in muziek maar ook in de sport, vandaar dat deze twee meestal goed samengaan. Ritme op mij persoonlijk heeft een grote invloed maar ook de muziek die er bij hoort kan mij ineens van stemming doen veranderen. Als we trainen met muziek op de ergometer (roei- machine) en als ik dan mijn ogen dicht doe en op gevoel roei en luisterend naar de muziek, presteer ik beter. Muziek kan als het ware bij mij de knop omzetten(uitdrukking om de verzuringsgrens te overschrijden). Eigenlijk zou ik wel eens een wedstrijd met muziek willen varen en kijken wat het verschil is als ik dat niet doe.
Ook een factor is dat het roeien en muziek goed samengaan omdat roeien een zeer ritmische sport is en dat ritme er bij mij van jongs af aan al inzit. Ook in mijn normale leven heb ik een ritme opgebouwd met roeien, school, huiswerk, eten en slapen. Dit is zelfs zo sterk dat als een van deze factoren uitvalt ik me geen raad meer weet. Bijv. in de vakanties verveel ik me dood en om het gemis op te vullen train ik dan twee maal per dag. Of als het roeien uitvalt vanwege een blessure lig ik ?s avonds wakker in m?n bed omdat mijn lichaam geen aktiviteit achter de rug heeft. Door al dat gesport heeft ook mijn hart een ritme gekregen wat plusminus 20 slagen per minuut lager ligt dan het gemiddelde. Hierdoor worden deze nachten nog verder verstoord door het bonken van een lage hartslag in m?n oor als ik op mijn kussen lig. Over de eerder besproken vakanties is het voor mij echt een hel als we in Nederland zouden blijven en de hele dag voor de T.V. zouden hangen. Een doe-vakantie zou de beste oplossing zijn en dat is het ook. Vandaar dat ik met mijn ouders altijd een aktieve vakantie heb waar we meestal veel wandelen en oude binnen steden bezoeken, of ik neem mijn racefiets mee waar ik in de vakantie dan mee train.
Sporten is luisteren naar je lichaam, de meeste sporters kunnen dat en hebben een speciaal gevoel om te weten of zij zich goed of slecht voelen. Bij mij zijn dat m?n knie?n en slapen aan mijn hoofd, als die dik zijn dan weet ik dat mijn benen geen goede dag hebben, het klinkt misschien gek maar ik heb daar tot nu toe nog altijd gelijk in gehad. Of ik kijk s?ochtends naar mijn ochtend pols, als deze twee of drie slagen te hoog is zit ik in de
training ook wat hartslagen lager, dit is ten gunste van mijn herstel na een kleine verkoudheid bijvoorbeeld. Als je in de
voorbereiding zit voor bijv. de EK, dan kan je niet even rustig aan doen en zeker niet als je met nog iemand in de boot zit. Ik ben toen ook overtraind geraakt. Op het moment dat het gebeurt merk je het niet zo, maar op den duur voel je 24 uur hartkloppingen en je hebt de gehele dag pijn in je benen, met veel rust en met rustige trainingen te draaien kom je er weer bovenop.
Het hoort er nu eenmaal bij en iedereen kan het overkomen, zelfs Niels v.d. Zwam van de gouden Holland Acht was op de Olympische spelen ook overtraind en had last van zijn hormonen en toch wonnen ze.
Na dit meegemaakt te hebben heb ik geleerd om niet teveel te luisteren naar mijn wil maar meer naar mijn lichaam want dit soort dingen kan je niet elk jaar hebben. En zeker niet als ik met deze sport door wil gaan. Want ik wil iets groots bereiken, geen rapport of een goed cijfer want dat soort dingen zijn voor de meesten binnen handbereik maar ik wil het in de roeiwereld bereiken. Ik wil daar in de toekomst mee willen varen aan de hoogste top en kunnen laten zien dat ik erbij hoor en iets beteken, ik ben er aan begonnen en wil het afmaken ook. Om me heen heb ik mensen gezien die opgaven omdat ze het te zwaar vonden maar als het bij mij om sport gaat weet ik niet te stoppen. Misschien weet ik wel niet beter dan iedere dag te trainen. In dit voorbeeld ben ik misschien ook bevoorrecht omdat ik samen train met mijn beste vrienden en dat het daardoor altijd leuk blijft, in wat voor tijden ook. De absolute top bereiken zal misschien een droom blijven want het is niet voor iedereen weggelegd, maar het is mogelijk en aan dit geloof hou ik me vast. Want ik train me natuurlijk niet 9 keer per week het apezuur om laatste te worden.
Misschien heeft dit doel wel met erkenning te maken want op school ben ik niet echt een held. En omdat ik daar geen voldoening van krijg zoek ik het dus in de sport wat me tot nu toe aardig is gelukt.
Roeien?
Sport is verslavend en roeien al helemaal omdat het een sport is die uit een beweging bestaat en ritme samen met kracht en techniek verbindt. En juist omdat het een beweging is, is het een moeilijke sport, want die ene beweging
moet wel elke haal hetzelfde zijn. En als je dat aardig onder de knie hebt dan voelt dat heel prettig aan.
Als mensen wel eens vragen wat ik in mijn vrije tijd doe, en ik begin over roeien dan kijken vooral mijn leeftijdsgenoten al een beetje raar en heb ik al geen zin meer om erover door te praten. Er wordt over gesproken als of het een domme krachtsport is en dat het al helemaal geen techniek bevat. Maar had ik in het eerste van Sparta gespeeld dan was ik een held geweest en hadden de meesten wel verder willen vragen over van alles en nog wat.
En toch vind ik het raar dat de meeste mensen er zo over denken, want het is tenslotte studentensport nummer ??n en er heeft nog
nooit iemand van het lbo een W.K. gewonnen en zo als het er nu
naar uitziet zal dat nog wel even duren. Het heeft waarschijnlijk allemaal met het milieu te maken waar je uit komt, want als je
vader voetbalt ga je zelf niet zo snel op wielrennen(ik spreek hier voornamelijk voor de jongens). Bij mij ligt dat net iets anders, mijn vader en moeder waren geen lid van een hockeyclub of van de roeivereniging. Mijn vader zat op voetbal en zijn broer ook, maar ik heb er nooit over nagedacht om op voetbal te gaan. Dat lag mij gewoon niet zo, en via atletiek en het roeien heb ik mijn milieu gevonden waar ik op het moment erg thuis voel. Dit is natuurlijk moeilijk uit te leggen maar ik denk dat de meeste wel begrijpen wat ik bedoel.
Maar nu het roeien, wat maakt het nu zo leuk?
Zoals met de meesten sporten ben je lekker met jezelf bezig of samen met anderen en roeien is daar de ideale sport voor, of je stapt alleen in een bootje of je gaat er met een groepje vandoor en als je roeien met twee riemen niets vindt dan stap je gewoon in een boord-boot(roeien met ??n riem).
Met roeien moet je niet alleen kijken en luisteren naar je lichaam je coach of je zelf, maar naar de boot en het water, wat doen die? En wat gebeurt daar, is dat goed of fout? Het is geweldig om je boot zo te bevaren dat hij los komt van het water en dat je het gevoel krijgt dat je zweeft, daar kick je op. Welke wedstrijd-roeier dan ook kent niet de belletjes onder zijn boot die een bruisend geluid maken. En des te harder je gaat, des te intenser het geluid wordt. En op dat moment even je ogen te sluiten en te luisteren. Dan voel je je geweldig en denk je de hele wereld aan te kunnen, dat is roeien.
Of de V-vorm achter je boot te zien vervagen door wind en golven, en toch telkens weer een nieuwe maken. Bij windstil weer elke slag zuiver in en uit het water te horen komen en aan weerszijden van de boot een kolk achterlatend, prachtig. En als je het echt heel goed kan zonder te kijken in de training, in de skiff met iemand anders naast je de riemen onder boven van elkaar te laten passeren, om zo de training te draaien word je heel gedreven in het sturen en om je haal vast te houden, ook al word je gehinderd. Dit soort trainingen komen altijd wel van pas op lange- afstand wedstrijden waar het er soms niet altijd even
gebroederlijk aan toe gaat. Ik heb even zitten nadenken maar volgens mij is roeien samen met kano?n de enige watersport waar bij je jezelf moet voortbewegen zonder stroming, wind of een motor.
Vooral de motorboten zijn de grootste vijand van de roeiers, de bestuurders van die kippenhokken trekken zich meestal niets van ons aan en zo wil het nog wel eens gebeuren dat een roeiboot overvaren wordt en dan krijgt diegene ook nog eens het hele ?John -vocabulaire? over zich heen.
Nog een uniek opzicht van het roeien is dat je terwijl je bezig bent, in de mooiste plekjes van de natuur komt, waar je anders
nooit zou komen. Bijv. Frankrijk, Duitsland, Ierland, en Engeland
hebben deze plekjes in overvloed en zijn als toertocht lokatie erg aan te raden.
En het is een hele ervaring om met acht verschillende roeiers in een acht te stappen en te ervaren dat de hele boot na verstrijk van een aantal weken begint te werken als een machine, waar het heerlijke geluid van bonkenden riemen in de dollen vanaf komt.
Technische idee?n
U vraagt zich misschien af hoe je dan in werkelijkheid moet roeien? Ik zal het simpel houden. Roeien is het verplaatsen van een boot met behulp van riemen, benen, rug en armen. Hoe dit gebeurd is bij elke roeier anders, al komt het grootste gedeelte met elkaar overeen. Dit heeft ermee te maken dat roeien erg technisch is, anders zou iedereen wel het zelfde doen. Zo heeft ieder land zijn opvattingen over een bepaald gedeelte van de haal. Bijvoorbeeld; De Roemenen hebben weer een grotere rugzwaai dan de Amerikanen die van een korte krachtige haal houden.
Maar om terug te komen op de haal die het algemene beeld schept. Men pakt de riemen en houd deze met een rechte rug en gestrekte benen bij de borst, dan beweegt men eerst de armen naar voren gevolgd door de rug die bij deze aktie recht blijft.
Als de rug een hoek van plusminus 50 graden op de benen heeft bereikt, komen de knie?n naar boven tot dat de schenen vertikaal op de boot staan, net voor dat gebeurt draait men de bladen ook vertikaal en worden de dezen in het water geplaatst.
Het is van belang dat de bladen eerder in het water zitten dan dat de roeier gaat trappen, anders treedt er drukverlies op, waardoor de boot een minder grote versnelling krijgt in het begin van de haal. Dit plaatsen gebeurt met een kleine backsplets. Hier wordt mee bedoeld dat het water wat achter het blad opspringt.
Als dit gebeurd is, begint men pas met het trappen tegen het
voetenboord waardoor het lichaam samen met de boot naar voren beweegt. Hierbij legt het lichaam deze route iets sneller af, waardoor er eerder aan een nieuwe haal kan worden begonnen, voordat de boot weer stil ligt. De haal die nu is gemaakt, is het tegenovergestelde van het oprijden, de beweging die eerder besproken is. Dus als men begint te trappen tegen het voetenboord dan gaan eerst de knie?n plat terwijl de rug en de armen worden uitgesteld. Deze komen pas in aktie als de benen bijna plat zijn. Als dat gebeurd is hoeven de armen het alleen nog maar af te maken.Deze haal is de perfectie zelve, omdat je lichaam ook zo is opgebouwd. Je benen zijn het sterkste gedeelte van je lichaam, daarna volgt de romp en als laatste de armen. Als je het anders om zou doen dan zou je geen zwaai aan de boot kunnen geven waar-door hij juist zijn snelheid krijgt. Je moet de boot als een grote bal op het water zien, als je daar een klap op geeft gebeurt er weinig, maar als je eerst je handen er tegen aanzet en dan gaat duwen komt hij in beweging en hou je hem ook op snelheid door steeds dezelfde handeling uit te voeren.
Het is eigenlijk heel simpel, eerst druk vinden en pas daarna kracht geven.
Het is ook erg belangrijk na een gedeelte van de haal te hebben
uitgevoerd hier niets meer aan te veranderen. Dit geeft ombalans, waarna de volgende handeling moeilijker wordt om uit te voeren. Deze ombalans heeft ook te maken met het verkeerd plaatsen van de riemen. Neem dus de tijd om goed ervoor klaar te zitten, zodat je niets meer hoeft uit te voeren.
Elke beweging heeft invloed op de volgende beweging die je uitvoert. Vandaar dat roeien door de mensen die er voor het eerst mee te maken krijgen als moeilijk wordt ervaren.
Deze uitleg hoeft niet in de perfectie uitgevoerd worden als men deze tak van sport als hobby beschouwd. Daarom is het ook zo leuk om te zien dat de meeste mensen op verschillende verenigingen er hun eigen roeistijl op na houden en roeien zo als zij dat het beste vinden.
Boord- en Scullriem
Ik vergeet bijna wat, het is namelijk zo dat er ook met een riem geroeid kan worden. Dit heet boordroeien er is dan ??n maar: je kan dan niet alleen roeien.
Dit onderdeel van roeien is een ondergeschoven kindje bij de burger verenigingen, alleen bij de studenten verenigingen staat het op nummer ??n. Dit heeft er mede mee te maken dat het net wat makkelijker is dan roeien met twee riemen. En omdat het er bij studenten meestal om het groepsgevoel gaat, kan je dit het beste uiten in een zo groot mogelijke boot en dat is nu eenmaal de acht en die is niet uitgevoerd met twee riemen. Om dit te verklaren moeten we een stuk terug in de tijd waar de heren-acht en de heren-kiff uitgeroepen werden tot de koningsnummers van het roeien. En welke student dan ook probeert om in de eerste-jaars of tweede-jaars acht te komen.
Zo?n acht wordt meestal gevormd door eerste-of tweede-jaars studenten die lid worden van een vereniging zodra ze gaan studeren.
Maar hoe moet je nou roeien in een boord-nummer? Ten eerste maakt men de keuze aan elk boord men gaat zitten. Deze keuze wordt vereenvoudigd door te kiezen uit een bakboord of een stuurboord. Daarna volgt de roeihaal zelf, deze lijkt sprekend op de haal eerder besproken in ?technische idee?n?. Alleen het volgende is anders, als men voor komt dan gaat het buitenbeen iets opzij zodat de buitenarm daar tussen kan.
Als er geplaatst wordt dan blijft de binnenarm iets gekromd zodat er meer lengte bereikt kan worden Zou dit niet gebeuren dan zou de haal een stuk korter zijn en zou je een gedeelte van de haal missen waardoor de boot weer minder ?Schwung? mee krijgt. Nadat dit voltooid is, begint men de benen te gebruiken, de rug en de armen worden weer netjes uitgesteld tot dat de polsen de knie?n bereikt hebben. Eindelijk achter gekomen te zijn wordt de riem met de binnenhand uit het water gehaald en gedraaid. Hierbij assisteert de buitenhand maar laat de binnenhand het werk doen.
Boot Types
1. De skiff is misschien wel de oudste en bekendste roeiboot die er is. Vanzelfsprekend wordt hij bevaren met twee riemen en ben je van niemand afhankelijk, want in deze boot ben je pas echt ??n met de boot en de natuur. Hij is voor iedereen toegankelijk maar wordt wel als moeilijk ervaren. Internationaal wordt hij zowel door lichte en door zware dames en heren bevaren. Je bent pas een lichte heren roeier als je ingewogen wordt op of onder de 72.5 kg. Bij de vrouwen is dat 65 kg. Deze regel is geldig voor al de beschreven boten. Behalve op de Olympische spelen, daar zijn er een paar uitzonderingen.
2. De dubbeltwee is de grotere broer van de skiff, ook weer twee riemen per roeier. In een dubbel twee is het de bedoeling dat je met z?n twee?n het gevoel krijgt dat je in je skiff zit en dat je als het ware met je ogen dicht kunt roeien. Maar wel ??n geheel wordt en blijft.
3. De dubbelvier is weer een heel ander verhaal. Hier wordt ook weer met twee riemen geroeid en zit je met zijn vieren er in. De vier kan je in drie stukken verdelen: De slag die het ritme en het tempo aangeeft en dus veel verantwoordelijkheid geeft. Het middenschip dat als het ware niet veel meer hoeft te doen dan maar kracht hoeft te leveren en zich nergens zorgen over hoeft te maken. Op deze plek zitten meestal de mensen die ritmisch niet zo sterk zijn, maar wel veel vermogen hebben. Als laatste de boeg die als taak heeft om de boot als een geheel te laten varen, dus ook deze plek in de boot kent zijn verantwoordelijkheden.
4. De vier-zonder zit hetzelfde in elkaar als de dubbel-vier maar in dit nummer wordt er per roeier met een riem geroeid. In dit nummer zijn er meerdere opstellingen te gebruiken: Zo kan hij bak-of stuurboord opgeriggert zijn,(riggers, de dragers van de riemen). Of er kan een blok ingezet worden: dat betekent dat het middenschip niet om en om van elkaar zit, maar dat ze aan de zelfde kant roeien. Ook dit kan weer aan weerszijde van de boot.
5. De twee-zonder wordt bevaren door twee roeiers met ieder een riem. Dit nummer vereist zeer veel discipline van de roeiers, omdat evenwicht en gelijkheid niet vanzelfsprekend zijn bij dit nummer. Net als koorddansen met z?n twee?n.
6. De twee-met is hetzelfde als de twee-zonder maar dan met een stuur-man/vrouw. Dit nummer is het langzaamst van allemaal maar wel veel stabieler dan de twee-zonder. Dit is vanwege het laag bij de kielbalk liggende stuurtje.
7. De vier-met is te vergelijken met de vier-zonder alleen zit er een stuurman extra aan boord, liggend voorin de boot of zittend achterin. De vier-zonder en de dubbel-vier worden bestuurd door een ingebouwd stuurtje wat in het voetenboord zit verwerkt, elke roeier van de boot zou dus kunnen sturen.
8. De acht maakt na al het vieren-geweld wel een hele grote sprong en slaat eigenlijk de zes over. Maar daar is een duidelijke reden voor, omdat alle boten in even grote delen gedeeld kunnen worden. Zo heb je twee tweetjes voor een vier en twee viertjes voor een acht. Bij een zes is de kans groot dat de vier en de twee niet goed bij elkaar te krijgen zijn. Maar om even terug te komen bij de acht: Ook deze boot is weer zeer flexibel om op te riggeren. Er is bij dit nummer altijd een stuur aanwezig vanwege de lengte van het schip. Omdat er de laatste jaren veel meer boot-transporten zijn en omdat niet elke vereniging een boot-wagen van 20 meter heeft, kan de acht tegenwoordig opgedeeld worden in twee delen: Een lang stuk en een wat kleiner stuk. Op deze manier treedt er bijna geen snelheids- verlies op het verbindings stuk op.
Alleen deze beschreven boten mogen op de Olympische spelen bevaren worden. Maar er zijn nog veel meer soorten opstellingen, zoals de drie-met (drie roeiers met ieder twee riemen en een stuur) of de skiff-met (een skiff met een stuur) of de vier-met en de twee-met en natuurlijk niet te vergeten de zeer zeldzame dubbel-acht. Deze acht werd lang geleden nog wel veel gebruikt, maar om verschillende reden ging hij langzaam uit de vaart. Het is het snelste nummer dat er bestaat en misschien daardoor wel te gevaarlijk. Het aantal slagen per minuut ligt, erg hoog zo?n 40 per minuut. Als er dan wat fout gaat zoals een snoek(riem onder water) dan kunnen er gewonden vallen. Zelfs bij de normale acht is dit al riskant. Er zijn dan ook een aantal gevallen bekend waar riem en roeier uit de boot geslagen werden. Van deze boten is er nog ??n in Nederland. En op de 13500 boten die Nederland rijk is, is dat erg schaars.
Met trots kan ik vermelden, dat Nautilus de club waar ik lid ben, de nog enige overnaadse acht bezit. De dubbel acht hoort thuis in Aardenhoud. Hier volgt een klein tijds-en snelheids-overzicht.
skiff: 6.40 minuten op de 2km. 18km per uur.
Dubbeltwee: 6.10 minuten op de 2km. 19.5km per uur.
Dubbelvier: 5.40 minuten op de 2km. 21km per uur.
Acht: 5.25 minuten op de 2km. 22km per uur.
Geschiedenis van het Roeien
De roei- en zeil-verenigingen in Nederland zijn rond 1860 ontstaan en kennen een kleurrijke geschiedenis. Zo ook Nautilus, die 125 jaar geleden werd opgericht door een aantal studenten uit die tijd met de opzet om wat afleiding naast het studeren te hebben. Het was in die tijd een zeer elitaire sport en niet iedereen kwam zo maar binnen. Maar toen de welvaart op gang kwam, hadden ook de gewone burgers behoefte naar wat vertier. En werd Nautilus een burger-vereniging met nog wel een aantal studenten als lid. Het waren vooral de studenten die als eerste wedstrijden gingen roeien tegen andere verenigingen uit het land en ook hier kwamen de burgers wat later mee. Toen dit plaats vond kwamen er twee splitsingen tussen de studenten en de burgers en werden er studenten- verenigingen opgericht, zoals in Rotterdam de Algemene Rotterdamse Studenten Roeivereniging SKADI.
Deze kleine geschiedenis geldt voor de meeste verenigingen in Nederland. Maar het echte roeien komt ergens anders vandaan.
Het patent van de eerste roeiboot met riemen hoort thuis bij de Egyptenaren. In een stenen muur zijn de restanten gevonden van een roeiboot die rond 3300 voor Christus moet gebouwd zijn geweest.
De kracht van de riem als voortbewegings middel heeft zich hierna zeer
snel ontplooid. Zo kennen we de Romeinse oorlogsschepen en de roeiboten van de Vikingen.
Bij elk transportmiddel is er de behoefte om de snelste te zijn en worden er wedstrijden georganiseerd. Zo ook bij het roeien.
In Engeland (het hart van het roeien) is het wedstrijdroeien begonnen in de tijd dat er maar twee bruggen over de Thames liepen, THE LONDEN BRIDGE en THE CHELSEA BRIDGE. En aangezien deze nogal ver uit elkaar lagen werd, er gretig van de veerdiensten gebruik gemaakt. Als de veerman veel wilde verdienen dan moest hij de snelste zijn, anders ging zijn beurt voorbij. Op een gegeven moment had Thomas Doggett, een geleerde aan het hof van King George I, het idee om het roeien te professionaliseren, door mede een wedstrijd uit te schrijven en zo het roeien te stimuleren voor verbetering van het materiaal.
Doggett vroeg aan King George of de wedstrijd op 1 augustus 1716 mocht beginnen en dat hij altijd gevaren zou worden. Afgelopen augustus stonden de heren weer aan de start en werd een oude Engelse traditie in eren gehouden.
Het universiteits-roeien begon in Engeland rond 1825. Niet veel later, in 1829, werd de eerste ?Oxford and Cambridge Boat Race? gevaren. Deze werd met 5 bootlengten gewonnen door Oxford. In 1938 werd de Boat Race voor het eerst uitgezonden op televisie. Op dit punt werd er een kleine geschiedenis geschreven. Dit gebeurde nog een keer toen Susan Brown, de eerste vrouwelijke en winnende stuur, in de Boat Race werd.
Nog een wedstrijd met een rijk verleden is de Henley Royal Regatta. Henley was van koninklijke komaf en kon zo deze race naar hem benoemen. Maar niet veel later, in 1851, twaalf jaar na de benoeming werd Henley onterfd en werd de Royal er tussenuit gehaald. Maar dit is niet het enige waarmee de race te kampen kreeg: de roeibaan werd vier keer verlegd, net zo lang totdat hij recht was. Dit was mede de oorzaak dat veel roeiers klaagden over baanvoordeel. De baan is ?about one mile 550 yards? lang en wordt nog steeds beschouwd als koninklijk. Hij vindt ook plaats op koninklijk water met koninklijke zwanen, die voor iedere race zorgvuldig verwijderd worden. De toeschouwers moeten zich aan een strikte kleding-code houden, een rokje te kort of te lang is uit den boze. Na het succes in Engeland volgden ook Amerika, Canada en Australi? met een Henley Ragatta. Maar die in Engeland wordt nog steeds als de best-georganiseerde picknik van Europa beschouwd.
Roeien werd al in 1900 bijgeschreven in het Olympisch boek. Maar tegenwoordig heeft het niet meer die vaste grond onder de voeten want er zijn plannen om het roeien te schrappen op de Olympische lijst.
Het roeien heeft de Eerste- en de Tweede wereldoorlog overleefd en zal ook deze
tegenslag, hopelijk, in het voordeel be?indigen. Al eerder gezegd, de Engelse
waren superieur in het roeien en hebben dan ook de meeste Olympische medailles op de voet gevolgd door de Duitsers die de laatste 50 jaar zeer sterk als roeiland op komt.
De techniek van vandaag heeft er voor gezorgd dat we vele seconden sneller zijn dan 100 jaar geleden. Het begon met een houten boot van 1 cm dik. Toen kwam men erachter dat niet de dikte van de huid stevigheid gaf, maar dat de spanten in de boot daarvoor zorgden. Dit heeft ervoor gezorgd dat botenbouwers in Zwitserland en Duitsland steeds dunnere en lichtere boten ontwierpen. En als gevolg daarvan heeft de FISA een minimum gewicht ingevoerd.
Toen de ontdekking van kunststof in de botenwereld kwam, heeft eigenlijk maar ??n bedrijf zich daar voor 100% in gestort. Dit bedrijf heet Empacher, te herkennen aan de gele kleur van zijn boten. Het is gevestigd in Duitsland. Zij zijn nu ook de grootste leverancier van boten in de wereld. Er zijn heus wel meer bedrijven die kunststofboten maken, maar die voldoen niet aan de eisen van de roeiers op wereld- niveau. En als Piet er een heeft, dan kan Wim niet achter blijven.
Ze zijn zo bij de tijd, dat er om het jaar een nieuw model klaar ligt wat net weer wat beter is en net wat sneller is. Maar daar betaal je wel voor. Als je mee wilt varen aan de top ben je al gauw om de 2,3 jaar 15.000 gulden kwijt aan een nieuwe skiff. Veel langer dan drie jaar kan zo?n boot niet aan, wel voor de semi-profs, dan kan zo?n boot gerust nog vijf jaar mee.
Nawoord
Na alles nog even te hebben doorgenomen kom ik tot de conclusie, dat alles wel is beschreven. Misschien niet even uitgebreid maar wel genoeg om u mee te laten genieten van het roeien en alles wat daarmee samen-hangt. Ik hoop dat het gevoel wat ik voor het roeien heb over is gekomen.
Ik denk dat het wel goed is geweest om over mijn grootste hobby te schrijven, en dat ik op deze manier de dingen beter heb verwerkt die over mij heen zijn gekomen.
Wat ik geleerd heb van dit werkstuk is, dat het soms goed is om een grote droom na te streven maar er niet teveel afhankelijk van te worden. Dit is mij bijna overkomen en ik ben er bijna aan onderdoor gegaan.
Door dit te vertellen ben ik er veel nuchterder tegen aan gaan kijken en ben ik het als een sport gaan beschouwen en niet meer als een obsessie.
Al de feiten opmerkingen en verhalen zijn uit eigen ervaring. Ik heb hiervoor geen informatie hoeven op te zoeken, alles is op waarheid gebaseerd.
Tot slot wil ik nog een aantal mensen bedanken bij de tot standkoming van dit werkstuk. Ten eerste mijn ouders die mij tot op het laaste moment niet voor gek hebben verklaard en mij mijn gang hebben laten gaan. Ook wil ik Uwe Krause bedanken voor de begeleiding van mijn eind- werkstuk en presentatie. Tevens was Emiel Bakker aan het einde een grote hulp en ook hier gaat mijn dank naar uit.
Sport heeft voor de meeste mensen wel een betekenis. Voor de ??n wat meer dan voor de ander. Zo heb je mensen die elke dag hun hond uitlaten en vinden dat ze sportief zijn bezig geweest. Aan de andere kant heb je topsporters die dag en nacht met hun sport bezig zijn, of ze daar nu geld mee verdienen of niet. Daartussen zitten de mensen die een aantal dagen per week op de sportclub vertoeven. Ik ben iemand van de tweede categorie en ben echt helemaal verslaafd aan mijn sport (ROEIEN), zelfs zo erg dat de sport een groot deel van mijn leven heeft bepaald. Nu probeer ik in mijn werkstuk u zo goed mogelijk verslag van te doen en u de weg te wijzen in de roei-wereld. Hierbij maak ik gebruik van een autobiografisch gedeelte opgevolgd door een technische blik op het roeien met als afsluiting de geschiedenis van deze geweldige sport. Als u na het lezen nog vragen heeft dan kunt altijd bij mij terecht voor tekst en uitleg over het geschreven onderwerp.
Leuk & niet leuk
Ik vind iets leuk als het niet te gedwongen wordt gebracht. En als ik hetgeen ook nog een beetje kan en begrijp helpt dat mee aan mijn humeur. Bijv.: zang vind ik niet leuk, maar je moet wel op zo?n moment zet ik me snel af tegen de leraar en de les waardoor weer conflicten ontstaan. Roeien daaren tegen is eigenlijk ook verplicht, maar aan de andere kant is het je hobby . Dus als ik morgen zeg dat ik er mee stop levert dat geen bezwaar op. Maar waarom zou ik stoppen, want dan ben ik eigenlijk net zo?n watje als de rest die er na twee jaar mee ophield en daar wil ik niet mee vergeleken worden. Als je in een groep bent, ben je als groep erg sterk en sleep je elkaar mee, maar aan de andere kant ben je elkaars tegenstander. Dat is natuurlijk voor de prestatie op sportgebied en op school erg belangrijk. Want het is nog altijd zo dat je niet minder wilt zijn als een ander. Als ik in een groep goed moet kunnen functioneren, dan moet die groep niet te groot zijn; tussen de vijf en zeven personen. Het liefst moeten wij dezelfde interesses hebben en hetzelfde doel nastreven. Met mijn sport lukt dat ook prima maar, op school zijn de verschillen te groot en kom ik minder tot mijn recht. Zoals eerder gezegd kwam ik in de roeigroep het beste tot mijn recht. En bovendien is het mijn tweede natuur om overal wat van te zeggen dus ook hier, vandaar mijn conflicten met de coach. Uiteindelijk zijn er van de zeven jongens waar we mee begonnen vijf gestopt omdat ze het gewoon niet meer aankonden of niet meer leuk vonden.
Om terug te komen op wat ik niet en wel leuk vind, liet ik me hierdoor niet uit het veld slaan, omdat ik roeien echt het einde vindt en hier ook later mee door wil gaan en ooit nog eens een W.K. wil roeien. Omdat die ambitie bij de deze jongens niet aanwezig was, hielden ze zich veelal met andere dingen bezig zoals uitgaan. Maar dat is er dus echt niet bij als je zeven keer per week traint en je gaat ineens laat naar bed. Benjamin en ik hebben dat een keer geweten, de dag voor een wedstrijd hadden we een feestje, het was nog niet eens zo laat geworden maar toch voelden we het de volgende dag wel. Het roeien had er onder geleden en dat was meteen de laatste keer. Dit betekent niet, dat we nergens meer naar toe gaan. Maar er is wel eerst overleg voordat we een besluit nemen. Het is zelfs zo erg dat als de ??n geen zin heeft de ander meestal dan ook maar niet gaat.
In het laatste roei-jaar had ik het gevoel van onrechtvaardigheid. Dit gevoel heb ik ook buiten het roeien. Vooral op school heb ik meestal wel wat op te bemerken over de manier van les geven of over straffen die gegeven worden. Meestal heeft het dan met mijzelf of met vrienden te maken anders interesseert het me niet. Ik hou er van om te praten, dat zit gewoon in me, meestal gaat het nergens over en klets ik maar wat. Op deze manier trek ik vaak de aandacht naar me toe, bewust en toch onbewust. Maar ik denk er wel bij na, want ik weet wel wanneer er iets wel gezegd kan worden en niet. Zoals bijvoorbeeld bij het eten in Duitsland haalde ik het wel uit mijn hoofd om het grootste woord te hebben. Dat heeft ook met respekt te maken. Als ik samen met mensen ben die het zelfde doen als ik (school en roeien) en daar beter in zijn dan ik, probeer ik me meestal wat in te houden en de ander zo veel mogelijk aan het woord te laten. Op school ligt dat net iets anders dan bij het roeien, want daar ben ik in een grote groep en val ik minder op, en is het dus niet zo erg als je iets verkeerds zegt of zoals het vaak het geval is een domme opmerking maakt....
Ritme
Even iets heel anders ?ritme?. Ritme vind men niet alleen in muziek maar ook in de sport, vandaar dat deze twee meestal goed samengaan. Ritme op mij persoonlijk heeft een grote invloed maar ook de muziek die er bij hoort kan mij ineens van stemming doen veranderen. Als we trainen met muziek op de ergometer (roei- machine) en als ik dan mijn ogen dicht doe en op gevoel roei en luisterend naar de muziek, presteer ik beter. Muziek kan als het ware bij mij de knop omzetten(uitdrukking om de verzuringsgrens te overschrijden). Eigenlijk zou ik wel eens een wedstrijd met muziek willen varen en kijken wat het verschil is als ik dat niet doe.
Ook een factor is dat het roeien en muziek goed samengaan omdat roeien een zeer ritmische sport is en dat ritme er bij mij van jongs af aan al inzit. Ook in mijn normale leven heb ik een ritme opgebouwd met roeien, school, huiswerk, eten en slapen. Dit is zelfs zo sterk dat als een van deze factoren uitvalt ik me geen raad meer weet. Bijv. in de vakanties verveel ik me dood en om het gemis op te vullen train ik dan twee maal per dag. Of als het roeien uitvalt vanwege een blessure lig ik ?s avonds wakker in m?n bed omdat mijn lichaam geen aktiviteit achter de rug heeft. Door al dat gesport heeft ook mijn hart een ritme gekregen wat plusminus 20 slagen per minuut lager ligt dan het gemiddelde. Hierdoor worden deze nachten nog verder verstoord door het bonken van een lage hartslag in m?n oor als ik op mijn kussen lig. Over de eerder besproken vakanties is het voor mij echt een hel als we in Nederland zouden blijven en de hele dag voor de T.V. zouden hangen. Een doe-vakantie zou de beste oplossing zijn en dat is het ook. Vandaar dat ik met mijn ouders altijd een aktieve vakantie heb waar we meestal veel wandelen en oude binnen steden bezoeken, of ik neem mijn racefiets mee waar ik in de vakantie dan mee train.
Sporten is luisteren naar je lichaam, de meeste sporters kunnen dat en hebben een speciaal gevoel om te weten of zij zich goed of slecht voelen. Bij mij zijn dat m?n knie?n en slapen aan mijn hoofd, als die dik zijn dan weet ik dat mijn benen geen goede dag hebben, het klinkt misschien gek maar ik heb daar tot nu toe nog altijd gelijk in gehad. Of ik kijk s?ochtends naar mijn ochtend pols, als deze twee of drie slagen te hoog is zit ik in de
training ook wat hartslagen lager, dit is ten gunste van mijn herstel na een kleine verkoudheid bijvoorbeeld. Als je in de
voorbereiding zit voor bijv. de EK, dan kan je niet even rustig aan doen en zeker niet als je met nog iemand in de boot zit. Ik ben toen ook overtraind geraakt. Op het moment dat het gebeurt merk je het niet zo, maar op den duur voel je 24 uur hartkloppingen en je hebt de gehele dag pijn in je benen, met veel rust en met rustige trainingen te draaien kom je er weer bovenop.
Het hoort er nu eenmaal bij en iedereen kan het overkomen, zelfs Niels v.d. Zwam van de gouden Holland Acht was op de Olympische spelen ook overtraind en had last van zijn hormonen en toch wonnen ze.
Na dit meegemaakt te hebben heb ik geleerd om niet teveel te luisteren naar mijn wil maar meer naar mijn lichaam want dit soort dingen kan je niet elk jaar hebben. En zeker niet als ik met deze sport door wil gaan. Want ik wil iets groots bereiken, geen rapport of een goed cijfer want dat soort dingen zijn voor de meesten binnen handbereik maar ik wil het in de roeiwereld bereiken. Ik wil daar in de toekomst mee willen varen aan de hoogste top en kunnen laten zien dat ik erbij hoor en iets beteken, ik ben er aan begonnen en wil het afmaken ook. Om me heen heb ik mensen gezien die opgaven omdat ze het te zwaar vonden maar als het bij mij om sport gaat weet ik niet te stoppen. Misschien weet ik wel niet beter dan iedere dag te trainen. In dit voorbeeld ben ik misschien ook bevoorrecht omdat ik samen train met mijn beste vrienden en dat het daardoor altijd leuk blijft, in wat voor tijden ook. De absolute top bereiken zal misschien een droom blijven want het is niet voor iedereen weggelegd, maar het is mogelijk en aan dit geloof hou ik me vast. Want ik train me natuurlijk niet 9 keer per week het apezuur om laatste te worden.
Misschien heeft dit doel wel met erkenning te maken want op school ben ik niet echt een held. En omdat ik daar geen voldoening van krijg zoek ik het dus in de sport wat me tot nu toe aardig is gelukt.
Roeien?
Sport is verslavend en roeien al helemaal omdat het een sport is die uit een beweging bestaat en ritme samen met kracht en techniek verbindt. En juist omdat het een beweging is, is het een moeilijke sport, want die ene beweging
moet wel elke haal hetzelfde zijn. En als je dat aardig onder de knie hebt dan voelt dat heel prettig aan.
Als mensen wel eens vragen wat ik in mijn vrije tijd doe, en ik begin over roeien dan kijken vooral mijn leeftijdsgenoten al een beetje raar en heb ik al geen zin meer om erover door te praten. Er wordt over gesproken als of het een domme krachtsport is en dat het al helemaal geen techniek bevat. Maar had ik in het eerste van Sparta gespeeld dan was ik een held geweest en hadden de meesten wel verder willen vragen over van alles en nog wat.
En toch vind ik het raar dat de meeste mensen er zo over denken, want het is tenslotte studentensport nummer ??n en er heeft nog
nooit iemand van het lbo een W.K. gewonnen en zo als het er nu
naar uitziet zal dat nog wel even duren. Het heeft waarschijnlijk allemaal met het milieu te maken waar je uit komt, want als je
vader voetbalt ga je zelf niet zo snel op wielrennen(ik spreek hier voornamelijk voor de jongens). Bij mij ligt dat net iets anders, mijn vader en moeder waren geen lid van een hockeyclub of van de roeivereniging. Mijn vader zat op voetbal en zijn broer ook, maar ik heb er nooit over nagedacht om op voetbal te gaan. Dat lag mij gewoon niet zo, en via atletiek en het roeien heb ik mijn milieu gevonden waar ik op het moment erg thuis voel. Dit is natuurlijk moeilijk uit te leggen maar ik denk dat de meeste wel begrijpen wat ik bedoel.
Maar nu het roeien, wat maakt het nu zo leuk?
Zoals met de meesten sporten ben je lekker met jezelf bezig of samen met anderen en roeien is daar de ideale sport voor, of je stapt alleen in een bootje of je gaat er met een groepje vandoor en als je roeien met twee riemen niets vindt dan stap je gewoon in een boord-boot(roeien met ??n riem).
Met roeien moet je niet alleen kijken en luisteren naar je lichaam je coach of je zelf, maar naar de boot en het water, wat doen die? En wat gebeurt daar, is dat goed of fout? Het is geweldig om je boot zo te bevaren dat hij los komt van het water en dat je het gevoel krijgt dat je zweeft, daar kick je op. Welke wedstrijd-roeier dan ook kent niet de belletjes onder zijn boot die een bruisend geluid maken. En des te harder je gaat, des te intenser het geluid wordt. En op dat moment even je ogen te sluiten en te luisteren. Dan voel je je geweldig en denk je de hele wereld aan te kunnen, dat is roeien.
Of de V-vorm achter je boot te zien vervagen door wind en golven, en toch telkens weer een nieuwe maken. Bij windstil weer elke slag zuiver in en uit het water te horen komen en aan weerszijden van de boot een kolk achterlatend, prachtig. En als je het echt heel goed kan zonder te kijken in de training, in de skiff met iemand anders naast je de riemen onder boven van elkaar te laten passeren, om zo de training te draaien word je heel gedreven in het sturen en om je haal vast te houden, ook al word je gehinderd. Dit soort trainingen komen altijd wel van pas op lange- afstand wedstrijden waar het er soms niet altijd even
gebroederlijk aan toe gaat. Ik heb even zitten nadenken maar volgens mij is roeien samen met kano?n de enige watersport waar bij je jezelf moet voortbewegen zonder stroming, wind of een motor.
Vooral de motorboten zijn de grootste vijand van de roeiers, de bestuurders van die kippenhokken trekken zich meestal niets van ons aan en zo wil het nog wel eens gebeuren dat een roeiboot overvaren wordt en dan krijgt diegene ook nog eens het hele ?John -vocabulaire? over zich heen.
Nog een uniek opzicht van het roeien is dat je terwijl je bezig bent, in de mooiste plekjes van de natuur komt, waar je anders
nooit zou komen. Bijv. Frankrijk, Duitsland, Ierland, en Engeland
hebben deze plekjes in overvloed en zijn als toertocht lokatie erg aan te raden.
En het is een hele ervaring om met acht verschillende roeiers in een acht te stappen en te ervaren dat de hele boot na verstrijk van een aantal weken begint te werken als een machine, waar het heerlijke geluid van bonkenden riemen in de dollen vanaf komt.
Technische idee?n
U vraagt zich misschien af hoe je dan in werkelijkheid moet roeien? Ik zal het simpel houden. Roeien is het verplaatsen van een boot met behulp van riemen, benen, rug en armen. Hoe dit gebeurd is bij elke roeier anders, al komt het grootste gedeelte met elkaar overeen. Dit heeft ermee te maken dat roeien erg technisch is, anders zou iedereen wel het zelfde doen. Zo heeft ieder land zijn opvattingen over een bepaald gedeelte van de haal. Bijvoorbeeld; De Roemenen hebben weer een grotere rugzwaai dan de Amerikanen die van een korte krachtige haal houden.
Maar om terug te komen op de haal die het algemene beeld schept. Men pakt de riemen en houd deze met een rechte rug en gestrekte benen bij de borst, dan beweegt men eerst de armen naar voren gevolgd door de rug die bij deze aktie recht blijft.
Als de rug een hoek van plusminus 50 graden op de benen heeft bereikt, komen de knie?n naar boven tot dat de schenen vertikaal op de boot staan, net voor dat gebeurt draait men de bladen ook vertikaal en worden de dezen in het water geplaatst.
Het is van belang dat de bladen eerder in het water zitten dan dat de roeier gaat trappen, anders treedt er drukverlies op, waardoor de boot een minder grote versnelling krijgt in het begin van de haal. Dit plaatsen gebeurt met een kleine backsplets. Hier wordt mee bedoeld dat het water wat achter het blad opspringt.
Als dit gebeurd is, begint men pas met het trappen tegen het
voetenboord waardoor het lichaam samen met de boot naar voren beweegt. Hierbij legt het lichaam deze route iets sneller af, waardoor er eerder aan een nieuwe haal kan worden begonnen, voordat de boot weer stil ligt. De haal die nu is gemaakt, is het tegenovergestelde van het oprijden, de beweging die eerder besproken is. Dus als men begint te trappen tegen het voetenboord dan gaan eerst de knie?n plat terwijl de rug en de armen worden uitgesteld. Deze komen pas in aktie als de benen bijna plat zijn. Als dat gebeurd is hoeven de armen het alleen nog maar af te maken.Deze haal is de perfectie zelve, omdat je lichaam ook zo is opgebouwd. Je benen zijn het sterkste gedeelte van je lichaam, daarna volgt de romp en als laatste de armen. Als je het anders om zou doen dan zou je geen zwaai aan de boot kunnen geven waar-door hij juist zijn snelheid krijgt. Je moet de boot als een grote bal op het water zien, als je daar een klap op geeft gebeurt er weinig, maar als je eerst je handen er tegen aanzet en dan gaat duwen komt hij in beweging en hou je hem ook op snelheid door steeds dezelfde handeling uit te voeren.
Het is eigenlijk heel simpel, eerst druk vinden en pas daarna kracht geven.
Het is ook erg belangrijk na een gedeelte van de haal te hebben
uitgevoerd hier niets meer aan te veranderen. Dit geeft ombalans, waarna de volgende handeling moeilijker wordt om uit te voeren. Deze ombalans heeft ook te maken met het verkeerd plaatsen van de riemen. Neem dus de tijd om goed ervoor klaar te zitten, zodat je niets meer hoeft uit te voeren.
Elke beweging heeft invloed op de volgende beweging die je uitvoert. Vandaar dat roeien door de mensen die er voor het eerst mee te maken krijgen als moeilijk wordt ervaren.
Deze uitleg hoeft niet in de perfectie uitgevoerd worden als men deze tak van sport als hobby beschouwd. Daarom is het ook zo leuk om te zien dat de meeste mensen op verschillende verenigingen er hun eigen roeistijl op na houden en roeien zo als zij dat het beste vinden.
Boord- en Scullriem
Ik vergeet bijna wat, het is namelijk zo dat er ook met een riem geroeid kan worden. Dit heet boordroeien er is dan ??n maar: je kan dan niet alleen roeien.
Dit onderdeel van roeien is een ondergeschoven kindje bij de burger verenigingen, alleen bij de studenten verenigingen staat het op nummer ??n. Dit heeft er mede mee te maken dat het net wat makkelijker is dan roeien met twee riemen. En omdat het er bij studenten meestal om het groepsgevoel gaat, kan je dit het beste uiten in een zo groot mogelijke boot en dat is nu eenmaal de acht en die is niet uitgevoerd met twee riemen. Om dit te verklaren moeten we een stuk terug in de tijd waar de heren-acht en de heren-kiff uitgeroepen werden tot de koningsnummers van het roeien. En welke student dan ook probeert om in de eerste-jaars of tweede-jaars acht te komen.
Zo?n acht wordt meestal gevormd door eerste-of tweede-jaars studenten die lid worden van een vereniging zodra ze gaan studeren.
Maar hoe moet je nou roeien in een boord-nummer? Ten eerste maakt men de keuze aan elk boord men gaat zitten. Deze keuze wordt vereenvoudigd door te kiezen uit een bakboord of een stuurboord. Daarna volgt de roeihaal zelf, deze lijkt sprekend op de haal eerder besproken in ?technische idee?n?. Alleen het volgende is anders, als men voor komt dan gaat het buitenbeen iets opzij zodat de buitenarm daar tussen kan.
Als er geplaatst wordt dan blijft de binnenarm iets gekromd zodat er meer lengte bereikt kan worden Zou dit niet gebeuren dan zou de haal een stuk korter zijn en zou je een gedeelte van de haal missen waardoor de boot weer minder ?Schwung? mee krijgt. Nadat dit voltooid is, begint men de benen te gebruiken, de rug en de armen worden weer netjes uitgesteld tot dat de polsen de knie?n bereikt hebben. Eindelijk achter gekomen te zijn wordt de riem met de binnenhand uit het water gehaald en gedraaid. Hierbij assisteert de buitenhand maar laat de binnenhand het werk doen.
Boot Types
1. De skiff is misschien wel de oudste en bekendste roeiboot die er is. Vanzelfsprekend wordt hij bevaren met twee riemen en ben je van niemand afhankelijk, want in deze boot ben je pas echt ??n met de boot en de natuur. Hij is voor iedereen toegankelijk maar wordt wel als moeilijk ervaren. Internationaal wordt hij zowel door lichte en door zware dames en heren bevaren. Je bent pas een lichte heren roeier als je ingewogen wordt op of onder de 72.5 kg. Bij de vrouwen is dat 65 kg. Deze regel is geldig voor al de beschreven boten. Behalve op de Olympische spelen, daar zijn er een paar uitzonderingen.
2. De dubbeltwee is de grotere broer van de skiff, ook weer twee riemen per roeier. In een dubbel twee is het de bedoeling dat je met z?n twee?n het gevoel krijgt dat je in je skiff zit en dat je als het ware met je ogen dicht kunt roeien. Maar wel ??n geheel wordt en blijft.
3. De dubbelvier is weer een heel ander verhaal. Hier wordt ook weer met twee riemen geroeid en zit je met zijn vieren er in. De vier kan je in drie stukken verdelen: De slag die het ritme en het tempo aangeeft en dus veel verantwoordelijkheid geeft. Het middenschip dat als het ware niet veel meer hoeft te doen dan maar kracht hoeft te leveren en zich nergens zorgen over hoeft te maken. Op deze plek zitten meestal de mensen die ritmisch niet zo sterk zijn, maar wel veel vermogen hebben. Als laatste de boeg die als taak heeft om de boot als een geheel te laten varen, dus ook deze plek in de boot kent zijn verantwoordelijkheden.
4. De vier-zonder zit hetzelfde in elkaar als de dubbel-vier maar in dit nummer wordt er per roeier met een riem geroeid. In dit nummer zijn er meerdere opstellingen te gebruiken: Zo kan hij bak-of stuurboord opgeriggert zijn,(riggers, de dragers van de riemen). Of er kan een blok ingezet worden: dat betekent dat het middenschip niet om en om van elkaar zit, maar dat ze aan de zelfde kant roeien. Ook dit kan weer aan weerszijde van de boot.
5. De twee-zonder wordt bevaren door twee roeiers met ieder een riem. Dit nummer vereist zeer veel discipline van de roeiers, omdat evenwicht en gelijkheid niet vanzelfsprekend zijn bij dit nummer. Net als koorddansen met z?n twee?n.
6. De twee-met is hetzelfde als de twee-zonder maar dan met een stuur-man/vrouw. Dit nummer is het langzaamst van allemaal maar wel veel stabieler dan de twee-zonder. Dit is vanwege het laag bij de kielbalk liggende stuurtje.
7. De vier-met is te vergelijken met de vier-zonder alleen zit er een stuurman extra aan boord, liggend voorin de boot of zittend achterin. De vier-zonder en de dubbel-vier worden bestuurd door een ingebouwd stuurtje wat in het voetenboord zit verwerkt, elke roeier van de boot zou dus kunnen sturen.
8. De acht maakt na al het vieren-geweld wel een hele grote sprong en slaat eigenlijk de zes over. Maar daar is een duidelijke reden voor, omdat alle boten in even grote delen gedeeld kunnen worden. Zo heb je twee tweetjes voor een vier en twee viertjes voor een acht. Bij een zes is de kans groot dat de vier en de twee niet goed bij elkaar te krijgen zijn. Maar om even terug te komen bij de acht: Ook deze boot is weer zeer flexibel om op te riggeren. Er is bij dit nummer altijd een stuur aanwezig vanwege de lengte van het schip. Omdat er de laatste jaren veel meer boot-transporten zijn en omdat niet elke vereniging een boot-wagen van 20 meter heeft, kan de acht tegenwoordig opgedeeld worden in twee delen: Een lang stuk en een wat kleiner stuk. Op deze manier treedt er bijna geen snelheids- verlies op het verbindings stuk op.
Alleen deze beschreven boten mogen op de Olympische spelen bevaren worden. Maar er zijn nog veel meer soorten opstellingen, zoals de drie-met (drie roeiers met ieder twee riemen en een stuur) of de skiff-met (een skiff met een stuur) of de vier-met en de twee-met en natuurlijk niet te vergeten de zeer zeldzame dubbel-acht. Deze acht werd lang geleden nog wel veel gebruikt, maar om verschillende reden ging hij langzaam uit de vaart. Het is het snelste nummer dat er bestaat en misschien daardoor wel te gevaarlijk. Het aantal slagen per minuut ligt, erg hoog zo?n 40 per minuut. Als er dan wat fout gaat zoals een snoek(riem onder water) dan kunnen er gewonden vallen. Zelfs bij de normale acht is dit al riskant. Er zijn dan ook een aantal gevallen bekend waar riem en roeier uit de boot geslagen werden. Van deze boten is er nog ??n in Nederland. En op de 13500 boten die Nederland rijk is, is dat erg schaars.
Met trots kan ik vermelden, dat Nautilus de club waar ik lid ben, de nog enige overnaadse acht bezit. De dubbel acht hoort thuis in Aardenhoud. Hier volgt een klein tijds-en snelheids-overzicht.
skiff: 6.40 minuten op de 2km. 18km per uur.
Dubbeltwee: 6.10 minuten op de 2km. 19.5km per uur.
Dubbelvier: 5.40 minuten op de 2km. 21km per uur.
Acht: 5.25 minuten op de 2km. 22km per uur.
Geschiedenis van het Roeien
De roei- en zeil-verenigingen in Nederland zijn rond 1860 ontstaan en kennen een kleurrijke geschiedenis. Zo ook Nautilus, die 125 jaar geleden werd opgericht door een aantal studenten uit die tijd met de opzet om wat afleiding naast het studeren te hebben. Het was in die tijd een zeer elitaire sport en niet iedereen kwam zo maar binnen. Maar toen de welvaart op gang kwam, hadden ook de gewone burgers behoefte naar wat vertier. En werd Nautilus een burger-vereniging met nog wel een aantal studenten als lid. Het waren vooral de studenten die als eerste wedstrijden gingen roeien tegen andere verenigingen uit het land en ook hier kwamen de burgers wat later mee. Toen dit plaats vond kwamen er twee splitsingen tussen de studenten en de burgers en werden er studenten- verenigingen opgericht, zoals in Rotterdam de Algemene Rotterdamse Studenten Roeivereniging SKADI.
Deze kleine geschiedenis geldt voor de meeste verenigingen in Nederland. Maar het echte roeien komt ergens anders vandaan.
Het patent van de eerste roeiboot met riemen hoort thuis bij de Egyptenaren. In een stenen muur zijn de restanten gevonden van een roeiboot die rond 3300 voor Christus moet gebouwd zijn geweest.
De kracht van de riem als voortbewegings middel heeft zich hierna zeer
snel ontplooid. Zo kennen we de Romeinse oorlogsschepen en de roeiboten van de Vikingen.
Bij elk transportmiddel is er de behoefte om de snelste te zijn en worden er wedstrijden georganiseerd. Zo ook bij het roeien.
In Engeland (het hart van het roeien) is het wedstrijdroeien begonnen in de tijd dat er maar twee bruggen over de Thames liepen, THE LONDEN BRIDGE en THE CHELSEA BRIDGE. En aangezien deze nogal ver uit elkaar lagen werd, er gretig van de veerdiensten gebruik gemaakt. Als de veerman veel wilde verdienen dan moest hij de snelste zijn, anders ging zijn beurt voorbij. Op een gegeven moment had Thomas Doggett, een geleerde aan het hof van King George I, het idee om het roeien te professionaliseren, door mede een wedstrijd uit te schrijven en zo het roeien te stimuleren voor verbetering van het materiaal.
Doggett vroeg aan King George of de wedstrijd op 1 augustus 1716 mocht beginnen en dat hij altijd gevaren zou worden. Afgelopen augustus stonden de heren weer aan de start en werd een oude Engelse traditie in eren gehouden.
Het universiteits-roeien begon in Engeland rond 1825. Niet veel later, in 1829, werd de eerste ?Oxford and Cambridge Boat Race? gevaren. Deze werd met 5 bootlengten gewonnen door Oxford. In 1938 werd de Boat Race voor het eerst uitgezonden op televisie. Op dit punt werd er een kleine geschiedenis geschreven. Dit gebeurde nog een keer toen Susan Brown, de eerste vrouwelijke en winnende stuur, in de Boat Race werd.
Nog een wedstrijd met een rijk verleden is de Henley Royal Regatta. Henley was van koninklijke komaf en kon zo deze race naar hem benoemen. Maar niet veel later, in 1851, twaalf jaar na de benoeming werd Henley onterfd en werd de Royal er tussenuit gehaald. Maar dit is niet het enige waarmee de race te kampen kreeg: de roeibaan werd vier keer verlegd, net zo lang totdat hij recht was. Dit was mede de oorzaak dat veel roeiers klaagden over baanvoordeel. De baan is ?about one mile 550 yards? lang en wordt nog steeds beschouwd als koninklijk. Hij vindt ook plaats op koninklijk water met koninklijke zwanen, die voor iedere race zorgvuldig verwijderd worden. De toeschouwers moeten zich aan een strikte kleding-code houden, een rokje te kort of te lang is uit den boze. Na het succes in Engeland volgden ook Amerika, Canada en Australi? met een Henley Ragatta. Maar die in Engeland wordt nog steeds als de best-georganiseerde picknik van Europa beschouwd.
Roeien werd al in 1900 bijgeschreven in het Olympisch boek. Maar tegenwoordig heeft het niet meer die vaste grond onder de voeten want er zijn plannen om het roeien te schrappen op de Olympische lijst.
Het roeien heeft de Eerste- en de Tweede wereldoorlog overleefd en zal ook deze
tegenslag, hopelijk, in het voordeel be?indigen. Al eerder gezegd, de Engelse
waren superieur in het roeien en hebben dan ook de meeste Olympische medailles op de voet gevolgd door de Duitsers die de laatste 50 jaar zeer sterk als roeiland op komt.
De techniek van vandaag heeft er voor gezorgd dat we vele seconden sneller zijn dan 100 jaar geleden. Het begon met een houten boot van 1 cm dik. Toen kwam men erachter dat niet de dikte van de huid stevigheid gaf, maar dat de spanten in de boot daarvoor zorgden. Dit heeft ervoor gezorgd dat botenbouwers in Zwitserland en Duitsland steeds dunnere en lichtere boten ontwierpen. En als gevolg daarvan heeft de FISA een minimum gewicht ingevoerd.
Toen de ontdekking van kunststof in de botenwereld kwam, heeft eigenlijk maar ??n bedrijf zich daar voor 100% in gestort. Dit bedrijf heet Empacher, te herkennen aan de gele kleur van zijn boten. Het is gevestigd in Duitsland. Zij zijn nu ook de grootste leverancier van boten in de wereld. Er zijn heus wel meer bedrijven die kunststofboten maken, maar die voldoen niet aan de eisen van de roeiers op wereld- niveau. En als Piet er een heeft, dan kan Wim niet achter blijven.
Ze zijn zo bij de tijd, dat er om het jaar een nieuw model klaar ligt wat net weer wat beter is en net wat sneller is. Maar daar betaal je wel voor. Als je mee wilt varen aan de top ben je al gauw om de 2,3 jaar 15.000 gulden kwijt aan een nieuwe skiff. Veel langer dan drie jaar kan zo?n boot niet aan, wel voor de semi-profs, dan kan zo?n boot gerust nog vijf jaar mee.
Nawoord
Na alles nog even te hebben doorgenomen kom ik tot de conclusie, dat alles wel is beschreven. Misschien niet even uitgebreid maar wel genoeg om u mee te laten genieten van het roeien en alles wat daarmee samen-hangt. Ik hoop dat het gevoel wat ik voor het roeien heb over is gekomen.
Ik denk dat het wel goed is geweest om over mijn grootste hobby te schrijven, en dat ik op deze manier de dingen beter heb verwerkt die over mij heen zijn gekomen.
Wat ik geleerd heb van dit werkstuk is, dat het soms goed is om een grote droom na te streven maar er niet teveel afhankelijk van te worden. Dit is mij bijna overkomen en ik ben er bijna aan onderdoor gegaan.
Door dit te vertellen ben ik er veel nuchterder tegen aan gaan kijken en ben ik het als een sport gaan beschouwen en niet meer als een obsessie.
Al de feiten opmerkingen en verhalen zijn uit eigen ervaring. Ik heb hiervoor geen informatie hoeven op te zoeken, alles is op waarheid gebaseerd.
Tot slot wil ik nog een aantal mensen bedanken bij de tot standkoming van dit werkstuk. Ten eerste mijn ouders die mij tot op het laaste moment niet voor gek hebben verklaard en mij mijn gang hebben laten gaan. Ook wil ik Uwe Krause bedanken voor de begeleiding van mijn eind- werkstuk en presentatie. Tevens was Emiel Bakker aan het einde een grote hulp en ook hier gaat mijn dank naar uit.