Werkstuk: Planeet Pluto
ONTDEKKING
Pluto is in 1930 ontdekt door Clyde Tombaugh op de Lowell-sterrenwacht.
Al in 1900 wees de stichter van de sterrenwacht te Flagstaff, Percival Lowell, op het mogelijk bestaan van een planeet buiten de baan van Neptunus. In 1906 begon hij de posities van duizenden sterren te onderzoeken om te kijken of zich er een planeet tussen bevond. Nadat hij 10 jaar lang gespeurd had, werd het onderzoek stopgezet door zijn dood.
Toen er een nieuw soort kijker was uitgevond ging C.W. Tombaugh het onderzoek voortzetten.
In 1978 werd door James W. Christy van het US Naval Observatory bij Pluto een maan ontdekt, die de naam Charon kreeg. Dezo satelliet draait op een afstand van 19000 km in een sirkelvormige baan om Pluto, in een tijd die procis gelijk is aan de rotatietijd van de planeet. Dit wijst er op dat ook Charon in die tijd om zijn as draait en dus steeds dezelfde kant naar Pluto gericht houd.
MASSA, DIAMETER EN OMLOOPTIJDEN
De planeet Pluto staat het verst van de zon as. De excentrische baan van Pluto is echter zo groot dat de planeet zich gedurende ongeveer van haar
?248-jarige omlooptijd dichter bij de zon bevind dan Neptunus. Pluto heeft een diameter van ongeveer 2300 km. De diameter van Charon wordt geschat op 1200 km.
Pluto weegt ongeveer 1,3 x 10(22) kg. Charon weegt 1,8 x 10 (21) kg.
Pluto staat ongeveer 5900 miljoen km van de zon.
Het duurt 247,7 jaar voordat Pluto een ronde om de zon heeft gemaakt. Pluto draait in 6 dagen en 9 uur om zijn as.
De synodische periode van Pluto is 366? dagen.
De gemiddelde temperatuur op Pluto ligt ongeveer rond de –230 graden.
ATMOSFEER
Er wordt verondersteld dat de atmosfeer op Pluto een zeer ijle stikstofatmosfeer is. De atmosfeer van Pluto bestaat waarschijnlijn voornamelijk uit methaan.
Op 9 juni 1988 schoof Pluto voor een zwakke ster in het sterrebeeld Vissen, een verschijnsel dat over de hele wereld waar kon worden genomen. Uit het af- en toe- nemen van de helderheid van Pluto kan worden afgeleid dat deze planeet een atmosfeer moet hebben die uit minstend 2 verschillende lagen bestaat: een sluierlaag, en daarboven een uitgebreide doorzichtige laag die zich tot op 350 km hoogte uitstrekt.
Aan het oppervlak heerst een druk van waarschijnlijk ca. 3 microbar.
(ter vergelijking : dat is 3 miljoenste van de druk op aarde.)
OPPERVLAK
Men denkt dat de oppervlaktelaag van Pluto waarschijnlijk grotendeels uit methaanijs bestaat en een paar kilometer dik is. Ook ijs van koolmonixide en kooldioxide zouden er aanwezig kunnne zijn. Eronder is een mantel van waterijs to op een diepte van enkele honderden kilometers. Gezien zijn vrij hoge gemiddelde dichtheid zou Pluto ook veel waterhoudend gesteente moeten bevatten. Deze gesteentekern maakt misschien 70 ? 80 % van de totale massa van de planeet uit.
EEN TIENDE PLANEET?
Pluto is ontdekt na een lange speurtocht. Men zocht een extra planeet om de storingen in de Neptunusbaan te verklaren, maar Pluto bleek daarvoor veel te klein te zijn. Er zijn veel aanwijzingen dat er vorbij Pluto nog planeetachtige objecten bestaan, of in vroeger tijden bestaan hebben. Men heeft nog lang gezocht naar een tiende grote planeet, maar in plaats daarvan vond men uiteindelijk vele kleintjes. Pluto is het grootste lid van een familie van kleine, bevroren planeetsjes aan de rand van het zonnestelsel, de zogenaamde ijsdwergen. De objecten in de Kuipergordel(vernoemd naar de Nederlander die het bestaan ervan voorspeld heeft) zijn de bron van kometen met een korte omlooptijd om de zon. Intussen is duidelijk geworden dat er voor de storingen in de baan van Neputunus niet zo sterk zijn, dat er een zware planeet voor nodig is om dit te verklaren.
De rekenaars onder de astronomen hebben nog geen vrede met deze kwestie. Zij willen het zonnestelsel nog groter maken; er zijn dan ook tientallen berekeningen over ‘Transpluto’, een planeet die de astronomen nog zouden moeten ontdekken.
Pluto is in 1930 ontdekt door Clyde Tombaugh op de Lowell-sterrenwacht.
Al in 1900 wees de stichter van de sterrenwacht te Flagstaff, Percival Lowell, op het mogelijk bestaan van een planeet buiten de baan van Neptunus. In 1906 begon hij de posities van duizenden sterren te onderzoeken om te kijken of zich er een planeet tussen bevond. Nadat hij 10 jaar lang gespeurd had, werd het onderzoek stopgezet door zijn dood.
Toen er een nieuw soort kijker was uitgevond ging C.W. Tombaugh het onderzoek voortzetten.
In 1978 werd door James W. Christy van het US Naval Observatory bij Pluto een maan ontdekt, die de naam Charon kreeg. Dezo satelliet draait op een afstand van 19000 km in een sirkelvormige baan om Pluto, in een tijd die procis gelijk is aan de rotatietijd van de planeet. Dit wijst er op dat ook Charon in die tijd om zijn as draait en dus steeds dezelfde kant naar Pluto gericht houd.
MASSA, DIAMETER EN OMLOOPTIJDEN
De planeet Pluto staat het verst van de zon as. De excentrische baan van Pluto is echter zo groot dat de planeet zich gedurende ongeveer van haar
?248-jarige omlooptijd dichter bij de zon bevind dan Neptunus. Pluto heeft een diameter van ongeveer 2300 km. De diameter van Charon wordt geschat op 1200 km.
Pluto weegt ongeveer 1,3 x 10(22) kg. Charon weegt 1,8 x 10 (21) kg.
Pluto staat ongeveer 5900 miljoen km van de zon.
Het duurt 247,7 jaar voordat Pluto een ronde om de zon heeft gemaakt. Pluto draait in 6 dagen en 9 uur om zijn as.
De synodische periode van Pluto is 366? dagen.
De gemiddelde temperatuur op Pluto ligt ongeveer rond de –230 graden.
ATMOSFEER
Er wordt verondersteld dat de atmosfeer op Pluto een zeer ijle stikstofatmosfeer is. De atmosfeer van Pluto bestaat waarschijnlijn voornamelijk uit methaan.
Op 9 juni 1988 schoof Pluto voor een zwakke ster in het sterrebeeld Vissen, een verschijnsel dat over de hele wereld waar kon worden genomen. Uit het af- en toe- nemen van de helderheid van Pluto kan worden afgeleid dat deze planeet een atmosfeer moet hebben die uit minstend 2 verschillende lagen bestaat: een sluierlaag, en daarboven een uitgebreide doorzichtige laag die zich tot op 350 km hoogte uitstrekt.
Aan het oppervlak heerst een druk van waarschijnlijk ca. 3 microbar.
(ter vergelijking : dat is 3 miljoenste van de druk op aarde.)
OPPERVLAK
Men denkt dat de oppervlaktelaag van Pluto waarschijnlijk grotendeels uit methaanijs bestaat en een paar kilometer dik is. Ook ijs van koolmonixide en kooldioxide zouden er aanwezig kunnne zijn. Eronder is een mantel van waterijs to op een diepte van enkele honderden kilometers. Gezien zijn vrij hoge gemiddelde dichtheid zou Pluto ook veel waterhoudend gesteente moeten bevatten. Deze gesteentekern maakt misschien 70 ? 80 % van de totale massa van de planeet uit.
EEN TIENDE PLANEET?
Pluto is ontdekt na een lange speurtocht. Men zocht een extra planeet om de storingen in de Neptunusbaan te verklaren, maar Pluto bleek daarvoor veel te klein te zijn. Er zijn veel aanwijzingen dat er vorbij Pluto nog planeetachtige objecten bestaan, of in vroeger tijden bestaan hebben. Men heeft nog lang gezocht naar een tiende grote planeet, maar in plaats daarvan vond men uiteindelijk vele kleintjes. Pluto is het grootste lid van een familie van kleine, bevroren planeetsjes aan de rand van het zonnestelsel, de zogenaamde ijsdwergen. De objecten in de Kuipergordel(vernoemd naar de Nederlander die het bestaan ervan voorspeld heeft) zijn de bron van kometen met een korte omlooptijd om de zon. Intussen is duidelijk geworden dat er voor de storingen in de baan van Neputunus niet zo sterk zijn, dat er een zware planeet voor nodig is om dit te verklaren.
De rekenaars onder de astronomen hebben nog geen vrede met deze kwestie. Zij willen het zonnestelsel nog groter maken; er zijn dan ook tientallen berekeningen over ‘Transpluto’, een planeet die de astronomen nog zouden moeten ontdekken.